Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Feminisme

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 3877 woorden
  • 22 juni 2005
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
~Inleiding~ Deze Praktische opdracht met als onderwerp “Feminisme” is geschreven voor Geschiedenis. Dit onderwerp is gekozen, omdat de ku klux klan niet genoeg bronnen had. Het Feminisme spreekt ons als tweede onderwerp veel meer aan en er is veel meer informatie te vinden. De conflictsituatie tussen mannen en vrouwen over gelijkheid tussen beide partijen is door de jaren heen een onderwerp waar veel over gesproken is en nog steeds wordt. Het woord feminisme is afgeleid van het Latijnse woord 'femina', wat vrouw betekent. Het feminisme is een soort van organisatie die strijd voor een gelijke behandeling van vrouwen en mannen in de maatschappij. Het feminisme was een soort van opwelling, die was begonnen in de Verenigde Staten en zich uit breidde is zeer korte tijd over de hele wereld. De eerste golf was van 1850-1920. In Nederland kwam het feminisme vooral in 1870 opgang en eindigde zo net voor de dertigen jaren. De hoofdvraag gaat over hoe de situatie van vrouwen rond 1900 was en hoe deze nu is. Deze vraag wordt als laatste behandeld aan de hand van de verschillende deelvragen. Er is gekeken hoe het betaalde werk verdeeld was tussen vrouwen en mannen rond 1900. De vrouwen hebben rond deze tijd een vrouwententoonstelling georganiseerd om naar gelijkheid te streven tussen de mannen en vrouwen (emancipatie). Er wordt in dit werkstuk ook beschreven hoe de mannen hierover dachten. Als laatste is ernaar gekeken hoe de situatie van de vrouwen veranderd is na ongeveer honderd jaar en staat beschreven bij de hoofdvraag. De gebruikte primaire bronnen zijn als bijlage toegevoegd. Aan de hand van deze bronnen zijn er vragen gesteld die in deze praktische opdracht zo goed mogelijk beantwoord zijn. ~Samenvatting~ Belangrijke invloeden op de gedachtegang van het feminisme waren de romantiek en de verlichting die zo rond achttiende eeuw opkwamen. De feministen wilden voor alle vrouwen: vrijheid, gelijke rechten en daarnaast wilden ze ook dat alle vrouwen de kans kregen om zichzelf te ontplooien. Dat waren niet alleen de gedachte van de feministen maar dit paste ook heel goed in het denkbeeld van de verlichting. Omdat steeds meer vrouwen het besef kregen dat zij net als mannen ook heel veel rechten konden hebben besloten zij dat ze met zijn alle sterk stonden en vormden zo een soort van groep. Deze mensen die deze groep vormden kwamen vooral uit de middenklasse. Dit was zo omdat, zij geen ongeschoold werk “hoefden” te doen en voor een baan waar je gestudeerd voor moest hebben werd je niet aangenomen, omdat je een vrouw was. Meestal was het ook zo dat als je in de middenklasse zat dat je dan een dienstbode had en een kindermeisje. Dat betekende eigenlijk dat er voor de vrouw des huizen niet veel werk overbleef om te doen. Sinds 1830 werd in Nederland het percentage van ongehuwde vrouwen als maar groter en groter dit percentage bleef groeien tot 1850. Doordat vrouwen in Nederland afhankelijk waren van de vaders en broers was het voor de niet getrouwde vrouwen een zware tijd. Betsy Perk, één van de eerste Nederlandse feministische vrouwen in Nederland, probeerde daar wat aan te doen en deed in 1871 een oproep. Dit deed zij met de hulp van het vervaardigen van handwerken en kunst. Zo Probeerde Betsy Perk de niet getrouwde vrouwen een kans te geven zodat de ongehuwde vrouwen zich in hun eigen levensonderhoud konden voorzien. Aan het einde van 1871 richtte Betsy Perk haar eigen arbeidsbureau op wat ze ‘Arbeid Adelt’ noemde. Deze actie van haar leverde weliswaar vierhonderd nieuwe banen op en was dus niet voor niets geweest op. Deze vereniging was voor alle vrouwen zowel voor de ongehuwde als voor de gehuwde. Niet alleen de gehuwde vrouwen maar ook de arbeidersvrouwen hadden een zwaar leven. Naast het huishouden en het opvoeden van de kinderen, moesten zij er ook nog eens voor zorgen, dat er extra geld binnen kwam. Vaak was dit zo omdat, het geld, dat de man verdiende was niet genoeg om het hele gezin te onderhouden. Ze verdienden wat bij door te werken in steenbakkerijen, turfafgravingen en later in de industrie. De vrouwen maakten lange, eentonige werkdagen in bedompte ruimtes. Dit was ten eerste heel vervelend, maar bovendien ook zeer ongezond. Het was voor de jongens in de arbeiders klasse ook geen leven van koek en ei omdat, de kinderen al op een heel jonge leeftijd moeten werken in de fabrieken en hadden weinig kans op een goede scholing. Voor de meisjes was het al helemaal moeilijk, want zij kregen niet eens school zij leerden van hun moeder hoe je het huishouden moest doen en ook de meisjes werkte in de fabrieken. Als deze meisjes met zeer hoge uitzondering dan naar school toe mochten was het altijd zo dat de jongens en de meisjes geen gelijke scholing kregen. Daarom was de vraag naar goed onderwijs voor vrouwen zeer groot. Vrouwen wilden net als mannen een opleiding kunnen volgen, die gelijkwaardig was aan de opleiding van de mannen. Ook wilden vrouwen een vervolgopleiding kunnen doen, alleen dit was niet mogelijk omdat, zij het huishouden moesten doen. Naast Betsy Perk speelde ook Aletta Jacobs een belangrijke rol in de eerste feministische golf. Niet alleen omdat ze de eerste vrouw was die naar de universiteit ging, maar ook omdat ze heel veel heeft betekend voor vrouwen uit de eerste feministische golf. Zij heeft ook geprobeerd de levensomstandigheden van de arbeidsvrouwen te verbeteren. Dit deed zij door middel van gratis spreekuren en cursussen hygiëne. Ook Heeft Aletta Jacobs geprobeerd om de werkomstandigheden van het vrouwelijk winkel personeel te verbeteren. Daarbij komt nog dat zij vrouwen wees op het belang van geboorte beperking. Zij opende ook de eerste abortuskliniek. Die kliniek was illegaal, maar er werden geen verdere stappen ondernomen om de activiteiten in die kliniek tegen te gaan. In 1894 was ze medeoprichtster van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht en de Vrije Vrouwen Beweging. Toen Aletta Jacobs ging studeren aan de universiteit waren er in het begin heel veel negatieve reacties door de maatschappij maar dit belette de vrouwen niet om te gaan studeren want na Aletta Jacobs volgden er nog vele andere. Ook kreeg de vrouw stemrecht en voorbehoedsmiddelen. Toen het radicalen van het feminisme min of meer voor bij was, werd het zelfs (een beetje) gedoogd dat vrouwen mannen werk gingen doen. Daarnaast was het ook zo dat de werkomstandigheden in de fabrieken, waar de arme vrouwen uit de burgerij werkten, waren verbeterd. Weliswaar niet helemaal optimaal, maar het was voor die tijd al een hele verbetering. In 1890 begon de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Vrouwen wilden, dat er geen onderscheid meer gemaakt werd tussen mannen en vrouwen op politiek gebied, dus eisten zij kiesrecht. Ook Aletta Jacobs pleitte voor vrouwenkiesrecht. Veel feministen legden hun aanspraak op het kiesrecht vanuit hun positie als moeder. Als moeder waren zij verantwoordelijk voor de nieuwe generatie burgers en daarom vonden feministen, dat vrouwen ook als volwaardige burgers beschouwd moesten worden. De vrouwen gebruikten verschillende strijdmethodes, om ervoor te zorgen, dat ze wel kiesrecht kregen. Enkele strijdmethodes waren verstoring van vergaderingen, brandstichting in openbare gebouwen en ze organiseerde grote manifesten, waarbij ze vaak in aanraking kwamen met de politie. Ook hadden zij een propagandalied gemaakt(zie bijlage). Enkelen die ook nog heel belangrijk zijn geweest voor het feminisme. Wilhelmina Drucker was in 1893 een van de oprichters van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht. De vereniging stelde zich uitsluitend tot doel, het kiesrecht voor de vrouw te verkrijgen door het houden van openbare vergaderingen, het uitgeven van tijdschriften en het indienen van adressen. Ook Mina Krusemann (1839-1922) was een bekende, feministische vrouw, die vocht tegen dwangmatig trouwen en het recht op onderwijs en een zelfstandige baan. Andere vrouwen verzetten zich tegen de bestrijding van maatschappelijke minachting van prostituees, of het lot van ongehuwde vrouwen met 'onechtelijke kinderen,' of het recht hebben op zwemmen en fietsen, want zelfs dat mochten vrouwen niet.
~Deelvraag 1~ Hoe was het betaalde werk verdeeld aan het einde van de vorige eeuw? Rond 1900 was het werk tussen mannen en vrouwen anders verdeeld dan tegenwoordig. Om na te gaan hoe het was rond 1900 zijn er verschillende boeken bekeken. Zoals, bijvoorbeeld de bron hieronder. Uit deze bron kan worden afgeleid dat er in die tijd, voor het zelfde werk, vrouwen minder verdiende. Gemiddelde weeklonen bij de koninklijke papierfabriek Maastricht, 1871.1
Ook zie je dat er (voornamelijk) in de fabrieken meer vrouwen werkte als mannen dit komt, omdat de meeste mannen met alleen ongeschoold werk het gezin niet konden onderhouden. Dus moesten de kinderen en de vrouw dan mee werken. Daarbij komt nog dat in die tijd niet alle vrouwen getrouwd waren. De vrouwen trouwden op (gemiddeld) 28 jarige leeftijd. Slechts een kwart van alle veertig jarige vrouwen is nooit getrouwd en heeft ook geen “vriend”. Deze vrouwen werkten dus ook in de fabriek omdat, ze toch rond moesten komen.1
Ook is het zo dat de vrouwen over het algemeen gewoon niet betaald kregen, want in 1899 was het zo dat slechts 25% van de vrouwen boven het vijftiende jaar betaald werk had. Dit was bij de mannen daarin tegen 90%.1
De vrouwen en meisjes die in de fabrieken werkten deden meestal ander werk dan de mannen en de jongens. Zij deden meestal het schoonmaak - en naai – werk als dat er niet was dan deden ze (meestal) het ondergeschikte werk. Doordat het werk zo gescheiden was het voor de meeste vrouwen ook een hele opgave om überhaupt werk te zoeken en dan aangenomen te worden en dan ook nog genoeg verdienen. Als de vrouwen uit de arbeidersklasse werk gingen zoeken, werd dit meestal een baan als arbeidster in de fabrieken, naaister, dienstbode of iets anders wat heel slecht of niet betaalde. De vrouwen en meisjes uit de middenklasse van de samenleving hadden het ook niet simpel, omdat zij liever geen ongeschoold werk wilden doen waarmee ze niets verdiende. De rede hiervan was dat deze vrouwen vaak wel het geluk hadden, dat ze naar school geweest waren. Niet op iedere baan konden ze solliciteren en zeker niet op de banen zoals arts, rechter of notaris. De rede begon al bij het feit dat vrouwen in deze periode niet eens toegelaten mochten worden op de universiteiten. Dit was erg genoeg wettelijk uitgesloten. 1: Staat in honderd jaar mannen en vrouwen werk. ~Deelvraag 2~ Wat was de vrouwententoonstelling? Wat wilde vrouwen er mee bereiken? De vrouwententoonstelling was een bijeenkomst, die georganiseerd was door een organisatie die opgericht was in 1898 door vrouwen die in de negentiende eeuw niet alleen het besef hadden, maar ook het lef om gelijkheid tussen mannen en vrouwen onder de aandacht te brengen van de samenleving. Honderden vrouwen kwamen op deze vrouwententoonstelling af. Dit waren vrouwen die het besef kregen of al hadden, dat zij ook wat “nuttigs” wilde gaan doen met hun leven en naar gelijkheid wilden streven tussen mannen en vrouwen. Op deze tentoonstelling kwamen veel onderwerpen ter sprake. Onder andere de onderwerpen, zoals het vrouwenkiesrecht, het vrije huwelijk, de prostitutie en de voogdijregeling. Bij de tentoonstelling waren vele soorten vrouwen aanwezig, met allemaal hun eigen doel. Er werd geprotesteerd tegen het weinig mogen werken van geschoolde vrouwen “uit goede milieus”, maar ook werd er aandacht gevraagd voor vrouwen die zo hard voor de kost moesten werken (de fabrieksarbeidsters), dat ze het bijna niet meer konden opbrengen om voor de kinderen te zorgen en het huishouden draaiend te houden. Het was moeilijk om voor deze mensen op te komen, omdat veel vrouwen niet weg konden bij hun werk om naar de tentoonstelling en de congressen te komen. Dit probleem werd door het tentoonstellingsbestuur bekeken en zij realiseerde zich des te meer dat er meer gedaan moest worden voor al deze vrouwen. De oplossing die hiervoor bedacht was, was een regeling dat de organisatie de arbeiders zou betalen tijdens de uren dat ze bij het congres aanwezig waren. Dit was mogelijk door donaties die de organisatie ontving en door een grote loterij die ze hielden tijdens de tentoonstellingsperiode. Zodoende werd het financieel mogelijk voor deze vrouwen om er toch bij te zijn. De vrouwententoonstelling was groots opgezet en duurde weliswaar 3 maanden lang (9 juli t/m 21 september) en vond plaats te ’s-Gravenhage. Om te laten zien dat vrouwen net zoveel konden als mannen gingen zij op de vrouwen tentoonstelling ‘mannenberoepen’ uitoefenen. Op deze manier hoopten ze te kunnen laten zien dat, zij ook wat konden. Ook wilde ze laten zien dat ze ook wat waard waren en dat allemaal omdat, ze eigenlijk gewoon wilde werken. De vrouwen tentoonstelling was een groot succes geworden. Niet alleen omdat er honderden mensen op af waren gekomen maar ook financieel was het een geslaagd evenement, want met het “opgehaalde” geld konden ze over een langere termijn zorgen voor een verbetering van de omstandigheden in de fabrieken. Tevens hoopten ze daarmee de werkgelegenheid voor vrouwen te verbeteren. 1: Staat in honderd jaar mannen en vrouwen werk. ~Deelvraag 3~ Hoe dacht de tegenpartij over De vrouwen en het feminisme? _______

In 1898 vonden veel mensen (vooral van het mannelijke geslacht) dat vrouwen van hogere klassen onder geen enkele omstandigheden zich bezig mochten houden met iedere vorm van betaald werk, want betaald werk was voor mannen en met hoge uitzondering voor de arme vrouwen (fabrieksarbeidsters) die genoodzaakt waren, omdat ze anders dood gingen van de honger, die personen, die het zich niet konden veroorloofden om niet te werken. De tegenstanders van het feminisme redeneerde:“Een vrouw, zwak en emotioneel van aard zal nooit in staat zijn zwaar werk te verrichten.”1 Deze groep vond ook dat vrouwen ondergeschikt waren aan mannen omdat, vrouwen simpelweg “dommer” zijn als mannen. Tevens was het zo, dat deze groep vond dat vrouwen niet aan enige vorm van werk of politiek blootgesteld mocht worden. Dat zou namelijk schadelijk zijn voor het gestel dachten de mannen. Daarbij kwam nog dat vrouwen en mannen er verschillend uitzagen. Daardoor dachten de mannen dat vrouwen en mannen niet voor het zelfde geschikt waren en vonden dat alles (denk aan de vrouwententoonstelling) de grootste onzin ooit was! Eigenlijk waren deze mannen gewoon bang, bang om de macht te verliezen en gelijk te worden gesteld aan het “ondergeschikte”…. Daarnaast waren er ook mensen die het met de vrouwen eens waren en die vonden dat ze de mogelijkheid moesten krijgen om gelijke scholing te mogen hebben. Dit waren vooral de mensen die dachten dat dit, deze opwellingen, gewoon van tijdelijke aard zou zijn en over een week of drie wel weer vergeten was. Na de oorlog waren er steeds meer mannen die de goede kwaliteiten van de vrouwen begonnen in te zien, daardoor begon het iets beter betaalde werk van vrouwen min of meer gedoogd te worden. Hierbij kwam dat de eigenaren van de bedrijven/fabrieken er profijt van hadden, want vrouwen waren goedkopere arbeidskrachten dan mannen (lees; volgende punt voor een heftige discussie). 1: Staat in honderd jaar mannen en vrouwen werk. 2: http://www.ljongma.dds.nl/nl/dossiers/1egolf.html ~Deelvraag 4~ Waar hebben de vrouwen in 100 jaar allemaal toegang tot gekregen? Door de invloed van de snelle modernisering en industrialisatie aan het einde van de 19e eeuw veranderde het leven van de mensen sterk. Er kwam een groeiende middenklasse die gebruik maakte van de economische mogelijkheden die deze veranderingen boden. Er kwam onder andere een steeds striktere scheiding tussen privé en openbaar. Veel boeren gingen meer in de industrie en handel werken, in plaats van op het platte land, mochten ze hun werk nu in kantoren en gebouwen doen. Niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere landen, heerste de angst rond 1919 dat er een revolutie zou uitbreken. Veel mannen waren bang dat net als in de eerste wereldoorlog een kleine groep voor een machtsovername zou zorgen, met alle gevolgen van dien. Dit was één van de reden dat in 1919 de vrouwen in Nederland kiesrecht kregen. Eén van de andere redenen die mee speelde waren dat verschillende organisaties vonden dat vrouwelijke kwaliteiten best handig zouden zijn om een volgende oorlog mogelijk te voorkomen, doordat zij het gevoel hadden dat vrouwen een goede vrede liefhebbende invloed op de politiek zouden kunnen hebben. Ook waren veel mannen tot het inzicht gekomen dat vrouwen prima in staat waren om het werk van de man over te nemen als de mannen oorlog aan het voeren zouden zijn. Hierdoor konden de vrouwen de maatschappij thuis draaiende houden en zij konden hiermee bewijzen dat zij mede hierdoor het staatsburgerschap waard zijn. Een deel van de doelstelling van de feministen was hierdoor eindelijk bereikt. Het gevolg was dat het radicalen van de feministen er een beetje afging. Dat was niet alleen in Nederland het geval, dit proces gebeurde wereldwijd. Dit kwam onder andere doordat de vrouwen allang blij waren dat hun doel van vrouwen kiesrecht was bereikt, omdat hun strijd veel tijd en energie had gekost. Ook waren de verwachtingen van het kiesrecht veel hoger dan verwacht. Ze hoopten dat het aandeel van vrouwen in het parlement zou stijgen, maar dit viel achteraf gezien behoorlijk tegen. Het aandeel was laag en nam verder ook niet meer echt toe. Verder was er een minder belangrijke noodzaak dan vroeger, omdat de positie van de vrouwen op meerdere gebieden zeer was verbeterd en tenslotte brak er in 1929 een economische crisis aan, waardoor er veel minder tijd was voor het feminisme en was iedereen druk bezig met hun eigen zorgen, hoe je moest overleven. 2: http://www.fortunecity.com/tattooine/moorcock/93/id32.htm ~Deelvraag 5~ Is er nog steeds sprake van een conflict tussen beide partijen? De vrouwen hebben er door de jaren heen veel geprobeerd te doen om de verschillen zo klein mogelijk te maken. Alleen aangezien de evolutie, dat mannen jagen en vrouwen koken, er ook heel veel mee te maken kan dat nooit zo in een keer weg slijten, want generatie op generatie word dit door gegeven en dat zit er zo in gesleten dat het nooit zo zou kunnen verdwijnen. Al hoewel er al veel verschillen zijn weggevaagd, zullen er altijd nog verschillen blijven. Dat zie je nu nog steeds neem bijvoorbeeld: - wanneer de man thuis komt van werk gaat deze op de bank hangen en vaagt wat heb je vandaag voorn lekkers gemaakt? – Er is hierbij geen sprake van gelijkheid maar er is ook geen sprake meer van een conflict! (al hoewel dit bij veel huishoudens nog wel kan verschillen) ~Hoofdvraag~ Hoe was de situatie voor vrouwen in 1900, en veranderde dat? Arbeidsklasse vrouw De vrouwen in de twintigste hadden een heel zwaar leven. Vooral de vouwen uit de arbeidersklasse hadden het niet gemakkelijk. Door dat de arbeidersgezinnen in die tijd zo arm waren werkten de vrouwen zowel buiten als binnenshuis. Dat wil zeggen zij deed het huishouden zorgde voor de kinderen en werkte als dienstmeisje of in de fabriek. Daarin tegen had de man het een stuk makkelijker hij was vaak thuis bij de kinderen en werkte zo af en toe wat bij. Met deze houding verdiende hij bij lange na niet genoeg om het gehele gezin te onderhouden. Daar door moest de vrouw vaak overwerken. Ondanks dat de mannen vaak thuis waren bij de kinderen deden ze niets aan het huishouden, omdat mannen in die tijd (meestal) vond dat, dat “het” klusje van de vrouw is. Als de vrouw dan niet thuis was rond etenstijd gaf de buurvrouw of de oppas de kinderen wat te eten omdat de man te bedonderd was om wat te doen. Eigenlijk had de vrouw dus in deze periode twee zware bannen en om dat geheel helemaal bol te werken moest zij vroeg opstaan om de kinderen uit bed te halen, eten te maken en in de avond weer laat naar bed doordat er nog veel gewassen moest worden. Buiten dat alles moest de vrouw ook efficiënt met het geld omgaan, omdat er zo weinig was dat ze er bijna niet van konden leven. Dit maakte haar een onmisbaar gedeelte van het gezin, want zij zorgde er voor dat er geld binnen kwam en dat het er niet te snel weer uitvloog.
Middenklasse vouw De situatie voor de vrouwen uit de middenklasse hadden het echter iets anders. Zij werkte nog veel in het huishouden en konden zich volledig inzetten voor het moederschap. Hier bij werden zij vaak zelfs geholpen door een dienstbode en een dienstmeisje. Hierdoor was haar leven een stuk minder zwaar en had zij een hechtere band met haar kinderen dan de moeder uit de arbeidersklasse met haar kinderen. Zij had in haar bestaan een ondergeschikte rol, want zij mocht niets zelf beslissen. Doordat de man zogenaamd het gezin vertegenwoordigt. Nog net voor 1920, was er sprake van de eerste emancipatiegolf. Deze werd vooral geleid door vrouwen uit de rijkere gezinnen. Ze wilden dat er kiesrecht kwam voor de vrouw en dat ze gelijke kansen kregen als de man. Zij ontdekten dat zij op het gebied van onderwijs, politieke rechten en rechtspositie een grote achterstand hadden. Als de vrouwen dit goed wilde aanpakken moesten ook zij aanspraak krijgen in de politiek. De vrouwen vonden dat ook zij algemeen stemrecht moesten krijgen, hierdoor ontstond de kiesrechtstrijd. Tegenstanders van de kiesrechtstrijd zeiden dat de vrouw door haar aard (emotioneel en zwak) niet in staat was een objectief oordeel te vellen. Volgens hen waren mannen prima in staat om ook voor de vrouw te beslissen, de vrouw hoefde helemaal niet te stemmen omdat de man haar immers vertegenwoordigde. In 1919 kreeg de vrouw echter wel kiesrecht. Toch bleef er veel bij het oude, het traditioneel gezinspatroon bleef de maatschappelijke taken nog steeds bij de man neerleggen. De vrouw bleef de verzorgende taken binnenshuis houden. Maar naar mate we dichter bij her “nu” komen, gaat men zich steeds meer realiseren hoe belangrijk de vrouw eigenlijk is in het gezin. Zij zorgt voor het huishouden, de opvoedingen zij zorgt voor het nageslacht maar daar buiten realiseert men zich ook dat de vrouw de drijvende kracht is achter het gezin. Ook al heeft zij twee banen of studeert zij zal ze toch gerespecteerd moeten worden en die respect die heeft zij ook gekregen, in de meeste gevallen. De “moderne” vrouw De vrouw die uit deze tijd komt heeft meestal een baan of is een studente. Daarnaast zorgt zij voor de kinderen en het huishouden waarbij zij meestal een handje word geholpen door de man. Ook heeft de vrouw uit deze tijd kiesrecht en de vrijheid om zelf te mogen kiezen wat zij gaat studeren en of zij wil studeren. Zij heeft in deze tijd ook de vrijheid om te kiezen of zij wel of niet zwanger wil worden, dit kan zij doen om bijvoorbeeld aan de pil te gaan die word vergoed door de verzekering zodat het voor iedere vrouw mogelijk is om zelf die beslissing te maken. ~Literatuur~ Voor deze praktische opdracht zijn meerde soorten bronnen gebruikt deze zijn (bijna) allemaal terug te vinden in de bijlage. Er zijn onder andere twee Internet sites gebruikt : http://www.ljongma.dds.nl/nl/dossiers/1egolf.html : http://www.fortunecity.com/tattooine/moorcock/93/id32.htm
Maar ook zijn er boeken gebruikt enkelen zijn : Corrie van Eijl, Bregje Pel, Janneke Riksen en Marianne Zewald, Honderd jaar mannen en vrouwen werk (1998) *huiswerkbeglijding* : Inge de Wilde, Brieven van Aletta H. Jacobs, (1992) *bibliotheek* : Aletta H. Jacobs, Herinneringen, (1924) (kopie) *bibliotheek* : Aletta H. Jacobs, Vrouwen belangen, (1899) (origineel) *bibliotheek* Tijdschriften : O.L.V Dhr. W.M. Westerman Door; A.C. Veen-Brons(Famke), Haasch Maandblad (1930) *koninklijke bibliotheek* : De redactie van het maandblad Nieuw Feminisme, Maandblad nieuw feminisme, (1935) *bibliotheek*

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.