Omdat Juan Perón met zijn partij toch alles behalve pro - Joods bleek te zijn (een gerucht wat Juan Perón eigenlijk toch voor lange tijd had ontkent) beheersten paniek en doodsangst nu toch wel het Joodse stadsdeel.
Dat er veel mensen het dus toch ook op de Peróns voorzien hadden, bleek overigens wel uit het feit toen één van de assen van de wagons - van waaruit Juan en Eva hun verkiezingscampagne voerde - keurig zover was doorgezaagd dat deze wel moest gaan breken.
En inderdaad zo geschiedde het ook, maar omdat de trein niet erg hard reed overleefde Juan Perón en Eva Perón toch, zij zaten immers niet in dié wagon maar in het restauratierijtuig.
Deze "spectaculaire" verkiezingscampagne per trein was overigens een bijzonder groot succes.
Op 24 februari brak de zo lang verwachte verkiezingsdag aan, Juan Perón was ziek, maar Eva Perón zorgde er toch voor dat haar man naar het stemlokaal kon gaan om te gaan stemmen.
Om verkiezings (- uitslagen - ) vervalsingen te voorkomen, werd besloten om eerst de stembussen goed te controleren en allerlei andere "veiligheidsactiviteiten" te treffen en daarna pas de stemmen te gaan tellen.
Het kwam er dus al met al op neer dat men pas op 6 maart de stemmen kon gaan tellen.
Op 28 maart 1946 werd toen aangekondigd dat Juan Perón de komende 6 jaar de nieuwe president van Argentinië zou zijn.
Juan Perón had 54% van alle stemmen gekregen.
Op 4 juni 1946 werd Juan Perón beëdigd als de 29e president van Argentinië.
Toen Juan Perón de sjerp overhandigd kreeg van president Farrell omhelsde de 2 mannen elkaar en Farrell zei:,, Ik wens u persoonlijk en uw nieuwe regering veel geluk."
Naast de president stond de nieuwe First Lady van Argentinië, Señora Maria Eva Duarte de Perón.
Dat Juan Perón veel goede dingen deed voor zijn land blijkt zeer sterk uit het feit dat de dingen die hij heeft gedaan voor zijn land nu nog steeds uitgebreid worden beschreven over de informatie die men nu nog steeds kan vinden over Argentinië.
De industrie heeft hij bijvoorbeeld sterk bevorderd: hij heeft vooral getracht het ontstaan van basisindustrieën te stimuleren, zoals de door de staat opgezette staalfabriek van San Nicolás.
Juan Perón's ideaal een nationale industrie die onafhankelijk zou zijn van het buitenland voor wat betreft het aankopen van machines, is echter (weten we nú!) geen werkelijkheid geworden, dat komt vooral omdat sinds ongeveer 1950 steeds meer buitenlands kapitaal het land binnen komt.
Toch zorgde Juan Perón ervoor dat de industrie steeds meer verbeterd werd, dat geldt overigens ook voor de dienstverlening en de handel die zich meer en meer uitbreidt.
Maar het gaat ook steeds beter met de sociale situatie, want de arbeiders worden toch over het algemeen gezien meer tevreden.
De manier waarop Juan Perón zijn land bestuurt begon op een totalitaire manier, maar nu is deze eigenlijk "langzaam" tot een dictatuur ontaard.
Dat de manier waarop nu het land bestuurd werd ook nadelen had bleek uit het feit dat zijn manier van regeren wel gekenmerkt wordt door beknotting van de persvrijheid en nationalisaties.
Het ging dan wel goed met de industrie, maar dat ging nu wel ten koste van de landbouw.
Door de toenemende onvrede onder de Argentijnen kreeg Peróns bewind steeds meer autoritaire trekken.
Er waren politie-invallen bij kritische kranten en speciale politie-eenheden werden in het leven geroepen om “de subversieven” in de gaten te houden.
Veel oppositieleiders vluchten
Het verzet tegen Perón werd steeds sterker. Toen hij in 1955 het rooms-katholicisme als staatsgodsdienst afschafte en twee bisschoppen deporteerde, werden Perón en enkele anderen door de paus geëxcommuniceerd (de ban werd in 1963 opgeheven). Inmiddels begonnen ook het leger en de vloot zich tegen het regime te keren, wat leidde tot de opstand van sept. 1955 en de vlucht van Perón naar Spanje.
Na de val van Perón werd een heksenjacht ontketend op peronisten
In dec. 1964 deed ex-president Perón een poging naar Argentinië terug te keren; zijn vliegtuig werd evenwel in Rio de Janeiro door de Braziliaanse autoriteiten teruggestuurd.
Zijn (inmiddels derde) echtgenote, Isabel Perón, werd wel in Argentinië toegelaten.
Nadat Perón in juni 1973 was teruggekeerd in Argentinië maakte Cámpora vrij baan voor hem en trad af. Op 23 sept. 1973 werd Perón met 62% van de stemmen tot president gekozen. Zijn vrouw Isabel benoemde hij tot vice-president. Hij werd geconfronteerd met een sterke verdeeldheid in de peronistische beweging tussen linkse en rechtse groeperingen. De rechtse peronisten, waaronder de leiding van de CGT, wisten de overhand te krijgen en Perón zuiverde de partij van linkse groepen (guerrillabewegingen, jeugdorganisaties, radicale vakbonden). De politieke crisis in het land werd verscherpt toen Perón op 1 juli 1974 overleed en als president werd opgevolgd door zijn vrouw Isabel. Een golf van bomaanslagen, ontvoeringen en andere gewelddaden, zowel van links als van rechts, overspoelde het land.
VIDELA EN ZIJN REGIME
Op 24 maart 1976 werd Isabel Perón door de militairen afgezet en gearresteerd (in juni 1981 werd zij vrijgelaten, waarna zij in Spanje in ballingschap ging).
De macht kwam in handen van een militaire junta bestaande uit de opperbevelhebbers van de drie strijdmachtonderdelen: luitenant-generaal Jorge Videla, die tot president werd benoemd, admiraal Emilio Massera en brigadegeneraal Orlando Agosti.
Belangrijkste doelstellingen van het regime waren het onderdrukken van alle vormen van oppositie en het doorvoeren van een nieuwe economische politiek.
Minister van Economische Zaken werd Martínez de Hoz, die de economie volledig liberaliseerde en een recessiepolitiek voerde om de inflatie te beteugelen.
In de ‘vuile oorlog’ van de tweede helft van de jaren zeventig werden niet alleen de guerrillabewegingen Montoneros en ERP uitgeroeid, maar kon iedereen die verdacht werd van oppositie ontvoerd, gemarteld en vermoord worden.
Een officiële onderzoekscommissie documenteerde in 1984 de ontvoering door militairen van 8960 personen.
Mensenrechtenorganisaties schatten het werkelijke aantal ‘vermisten’
op 30 000 burgers.
Ook de massale babyroof en illegale adopties zijn van deze tijd.
De groepering ‘Dwaze Moeders’ begon vanaf 1977 opheldering te vragen over het lot van hun ontvoerde familieleden.
Nederland kreeg wel te horen van dit leed dat zich in Afghanistan afspeelde, maar er werd niet veel gehoor aan gegeven.
Ook het rapport van Amnesty International dat in 1977 verscheen leidde niet tot een publieke discussie.
Deze kwam feitelijk pas op gang toen in 1978 het Wereldkampioenschap Voetbal in Argentinië werd gehouden.
Er gingen stemmen op om in verband met de mensenrechtensituatie ter plaatse niet mee te doen.
Na de terugkeer naar de democratie moesten Videla en de andere juntaleden zich voor de rechtbank verantwoorden voor de dood en verdwijning van politieke tegenstanders. In 1985 werd hij veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, maar in dec. 1990 werd hem samen met andere wegens schending van de mensenrechten veroordeelde militairen gratie verleend door president Menem.
Op 29 maart 1981 werd Videla opgevolgd door generaal Roberto Viola, maar al op 22 dec. 1981 nam generaal Leopoldo Galtieri het presidentschap over.
Nadat Argentinië in 1978 al bijna in oorlog was geraakt met Chili om de soevereiniteit over het nabij Vuurland gelegen Beaglekanaal, gingen de militaire machthebbers op 2 april 1982 over tot een invasie van de Falklandeilanden (Malvinas), een door Groot-Brittannië gekoloniseerde eilandengroep voor de kust van Argentinië.
De Argentijnse militairen verwachtten dat een Britse reactie zou uitblijven, maar de Britse regering besloot een expeditieleger te sturen.
Op 16 juni 1982 gaf de Argentijnse bevelhebber op de Falklandeilanden, generaal Mario Menéndez, zich over.
Ongeveer 800 Argentijnse en 200 Britse militairen waren in de korte oorlog omgekomen.
De beschamende nederlaag op de Falklandeilanden hadden het militaire regime volledig gedemoraliseerd.
Generaal Galtieri trad af als president en opperbevelhebber van het leger en werd op 22 juni 1982 opgevolgd door generaal Reynaldo Bignone.l
DE FALKLANDOORLOG
Op 2 april 1982 bezetten Argentijnse troepen de Falklandeilanden.
Deze eilandengroep in de zuidelijke Atlantische Oceaan was rond 1830 door Groot-Brittannië in bezit genomen, maar de Argentijnen hadden de Britse inname altijd betwist.
De eilanden werden bewoond door tweeduizend Britse kolonisten.
Generaal Galtieri hoopte dat hij met de bezetting van de Falklandeilanden de populariteit van het regime zou herstellen.
En inderdaad, nadat op 31 maart een demonstratie tegen de regering op de Plaza de Mayo gewelddadig uiteen was geslagen, stonden de demonstranten drie dagen later op het plein om de president toe te juichen. De Falklandeilanden werden omgedoopt tot Las Malvinas, de hoofdstad Port Stanley tot Puerto Argentino.
De Argentijnse machthebbers waren ervan overtuigd dat ze ongestraft tot de annexatie van de eilanden konden overgaan.
De Britse regering van premier Thatcher besloot tot een heroveringactie.
De Verenigde Staten koos de kant van hun Europese NAVO-bondgenoot.
De Sovjet-Unie neigde naar sympathie met de Argentijnen, maar hield zich afzijdig.
De Latijns-Amerikaanse solidariteit beperkte zich tot verbale steunbetuigingen van kleinere landen en de aankondiging van Venezuela om geen Schotse whisky meer te serveren op officiële gelegenheden.
Brazilië en Mexico veroordeelden de actie als strijdig met het internationaal recht, Chili steunde Groot-Brittannië met militaire spionage.
Na vijf weken arriveerde de Britse expeditionaire vloot bij de Falklandeilanden.
De Britten brachten de kruiser Belgrano tot zinken, waarbij 321 opvarenden om het leven kwamen.
Daarna liet de Argentijnse marine zich niet meer zien.
Wel voerde de luchtmacht spectaculaire aanvallen uit tegen de Britse vloot.
Maar nadat de Britse troepen eenmaal geland waren op de eilanden, werd de Argentijnse bezettingsmacht, slecht uitgerust en nog slechter geleid door incompetente officieren, snel verslagen.
Op 16 juni heroverden de Britse militairen Port Stanley en gaf generaal Mario Menéndez zich over.
De Britten verloren in de Falklandoorlog 250 militairen, de Argentijnen telden 1000 doden.
Generaal Galtieri, een neurotische alcoholicus, en de voltallige militaire junta kwamen een dag na de overgave op de Falklandeilanden ten val. Argentinië was zonder regering.
Het kostte moeite om een generaal te vinden die de overgang naar een burgerbestuur kon leiden.
Uiteindelijk nam de gepensioneerde generaal Reynaldo Bignone het bestuur van het gedemoraliseerde, verslagen en bankroete land op zich.
De militairen hadden zichzelf totaal in diskrediet gebracht - eerst de ‘vuile oorlog’ tegen de eigen bevolking, daarna de verloren Falkland-oorlog.
DE VUILE OORLOG
Ten tijde van 1976/1983 voerde de leiders in Argentinië een waar schrikbewind.
Het eerste deel onder leiding van Jorge Videla en het tweede deel onder leiding van Roberto Viola en Galtiera.
Tijdens dit schrikbewind deden zij er dan ook alles aan om wat voor tegenstand dan ook af te maken.
Dit beleid in deze tijd staat ook wel bekend als “de vuile oorlog”.
Waarin er in het totaal zo’n 30.000 mensen vermist werden.
Door middel van:
- Executering van mannen en vrouwen
- Babyroof
- Illegale adopties
Veel van de nabestaanden wisten niet waar hun, echtgenoten, zonen en kinderen waren gebleven.
Op hun wanhopige zoektochten langs politiebureaus, mortuaria en ministeries kwamen de moeders en echtgenoten van de, zogenoemde, “desaparecidos” vaak dezelfde gezichten tegen.
Ze begonnen steun bij elkaar te zoeken.
Al vrij snel besloten ze om op één vaste dag in de week een stille demonstratie te houden op de Plaza de Mayo, het plein tegenover het
Casa Rosada, een belangrijk gebouw van de Junta.
Het werd de donderdag omdat de vrijdag een ongeluksdag was, en zaterdag de overheidsgebouwen dicht waren, en hun protest dus geen zin zou hebben.
Vanachter de ramen keken de militairen neer op de moeders, en bespotten hen, ze noemden hen “las locas” (dwaze moeders).
Eerst zaten ze op de bankjes met elkaar de praten, maar dit werd niet toegestaan door de politie.
Dus begonnen ze maar op het plein rond te lopen, als protest tegen de muur van zwijgzaamheid en onrechtvaardigheid waar zij telkens tegenop liepen.
Officieel bestonden de “desaparecidos” niet, en de vrouwen leefden in zenuwslopende onzekerheid over het lot van hun mannen en kinderen.
Het is niet zo dat de politie hun daar maar gewoon hun gang liet gaan.
Ze werden getreiterd, mishandeld en gevangengenomen voor de stomste dingen.
Maar ze gaven nooit op, ze hielden vol.
Tijdens het WK voetbal in 1978 dat in Argentinië werd gehouden, gingen foto’s van de Moeders met hun karakteristieke witte hoofddoeken de wereld rond en maakten grote indruk.
Nederland was één van de eerste landen waar een solidariteitscomité werd opgericht.
De stichting SAAM dat nog steeds actief is.
De Moeders zijn een wereldwijd symbool geworden voor het verzet tegen een militaire dictatuur.
Grotendeels door hun activiteiten vond de internationale veroordeling van de politieke onderdrukking in Argentinië op steeds grotere schaal plaats.
Ook in andere dictatoriale landen kwamen Moeders in verzet tegen de repressie.
Na de val van de Junta, bleven de moeders actief.
Nog steeds was er onzekerheid over het lot van de verdwenenen (hierbij ging het voornamelijk om de gekidnapte kinderen en de babyroof).
Veel militairen zijn berecht voor hun daden maar de moeders zullen het hier niet bij laten de meeste zijn nog erg verbitterd over het verlies.
En hetgeen wat gebeurd is, mag nooit meer vergeten worden.
Na de val van de Junta, bleven de moeders actief.
Nog steeds was er onzekerheid over het lot van de verdwenenen (hierbij ging het voornamelijk om de gekidnapte kinderen en de babyroof).
Veel militairen zijn berecht voor hun daden maar de moeders zullen het hier niet bij laten de meeste zijn nog erg verbitterd over het verlies.
En hetgeen wat gebeurd is, mag nooit meer vergeten worden.
Conclusie:
De tijden Perón en Videla zijn grotendeels negatief geweest voor Argentinië.
Maar toch hebben ze, vooral Perón, wel geprobeerd om wat te verbeteren in het land.
Orde structuur, dat was wat Videla wou, alleen hij deed dit op de verkeerde manier, door zijn tegenstanders uit te roeien, in plaats van hen aan te horen en met hen samen te werken.
De vuile oorlog, dat is één van de grootste fouten geweest in de gehelde geschiedenis van Argentinië.
Het zal nooit vergeten worden.
Perón wou opkomen voor de “hemdlozen” de arbeiders, en goede voorzieningen voor hen.
Het ging erg goed met de industrie, maar hoe zat het met de landbouw?
Die zakte in een diepe put.
Perón voelde zich bedreigd, door de beknotting van persvrijheid en nationalisaties heeft hij zijn populariteit erg de grond in geboord.
Er kwamen meer en meer ontevreden Argentijnen.
Hierdoor werd Perón dan ook verbannen.
Argentinië heeft een zware tijd gekend, vooral tijdens de vuile oorlog.
En zit nu weer in een zware tijd met de economische crisis.
Bronvermelding:
Literatuur:
- Argentinië – Koninklijk instituut voor de Tropen, Landenreeks (Mediatheek)
- Argentinië – Documentatiemap (Bergum Bibliotheek)
Interactief:
- Encarta
Internet sites:
- www.madres.org
- http://www.kb.nl/kb/resources/frameset_kb.html?/kb/dossiers/argentinie/argentinie.html
www.scholieren.com (werkstukken, het peronisme)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
B.
B.
mooi werkstuk (Y)
waar heb j zoveel informatie vandaan, ik maak nl nu ook een werkstuk over Videla ??
15 jaar geleden
Antwoorden