Socrates, Plato en Aristoteles

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3081 woorden
  • 4 juni 2003
  • 189 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
189 keer beoordeeld

Inleiding In deze Praktische Opdracht ga ik het hebben over de drie bekende filosofen uit de oudheid: Socrates, Plato en Aristoteles. Ik ben op dit idee gekomen omdat wij het de afgelopen tijd bij het vak KCV (Klassieke Culturele Vorming) over de antieke filosofie hebben gehad. Dit onderwerp sprak mij erg aan en ik wilde er meer over weten. Ik ben toen op zoek gegaan naar informatie in de bibliotheek. Toen ik er boeken over begon te lezen en teksten van Plato aan het bestuderen was, werd mij gevraagd een onderwerp te verzinnen voor een praktische opdracht geschiedenis. Omdat het moest gaan over iets wat mij interesseerde heb ik dit onderwerp gekozen. Ik vind de filosofie interessant omdat er altijd vragen worden gesteld waar eigenlijk niemand een antwoord op heeft, of iedereen heeft in ieder geval een andere theorie: Wat is de zin van het leven? Wat is werkelijkheid? Wat is rechtvaardigheid? etc. Ik vind het ook boeiend hoe de drie filosofen die ik genoemd heb proberen een antwoord te vinden op deze vragen. Ik ga in deze praktische opdracht eerst vertellen wat filosofie precies inhoudt. Dan zal ik wat dieper ingaan op de drie filosofen afzonderlijk, ik ga eerst hun levensloop bespreken. Oorspronkelijk was ik van plan daarna een onderwerp te bespreken waar alle drie de filosofen een standpunt over hadden, zoals bijvoorbeeld de vrouw, maar dit is erg lastig om te vinden, over elk van de drie filosofen zijn andere dingen geschreven. In het laatste hoofdstuk zal ik dieper ingaan op de verschillende denkwijzen van de filosofen. Ook zal ik de verschillen en overeenkomsten van de filosofen bespreken, welke opvattingen Plato heeft overgenomen van zijn leraar Socrates en welke heeft Aristoteles op zijn beurt weer van Plato overgenomen? Ze hebben elkaar natuurlijk heel erg beïnvloedt, aangezien Socrates aan Plato lesgegeven heeft, en Plato aan Aristoteles. Filosofie Wat is filosofie? Filosofie is het streven naar wijsheid. Dat betekend dus aan de ene kant, dat er niet noodzakelijk slechts 1 juist antwoord bij een vraag of probleem is. Het betekend aan de andere kant ook niet, dat er geen fout antwoord is. Jaartallen enzo zijn redelijk objectief. Filosoferen is niet maar wat uit je nek kletsen en een beetje zweverig doen, maar een serieuze zoektocht naar de waarheid. De antieke filosofen hielden zich voornamelijk bezig met zaken als het ontstaan van de wereld, de ideale levenshouding, en de ideale staatsvorm.
Socrates Socrates was een beroemde Griekse filosoof en leraar. Socrates werd geboren rond 469 voor Christus in een voorstad van Athene. Zijn vader was beeldhouwer en zijn moeder vroedvrouw. Aanvankelijk oefende hij het beroep van zijn vader uit. Hoever Socrates het in de beeldhouwkunst gebracht heeft, weet men niet. Socrates was van eenvoudige afkomst, maar hij moet op jonge leeftijd toch een aardig zakcentje hebben gehad, aangezien hij tijden zijn militaire dienst een hopliet (zwaarbewapende) was, en in die tijd moesten die hun eigen wapenrusting betalen. Later moet hij weer arm geworden zijn, want Plato heeft zijn leraar als doodarm gekend. Dit is waarschijnlijk mede aan Socrates zelf te danken, omdat hij zijn beroep als beeldhouwer uiteindelijk heeft opgegeven (wanneer precies is niet bekend) om zich geheel aan zijn opvoedkundige en wijsgerige taak te wijden. Informatie vinden over Socrates is nog een aardig karwei. Zijn levensloop is op bepaalde punten wel vast te stellen, maar wat zijn leer aangaat wordt het al een stuk lastiger, want Socrates heeft zelf niets geschreven. Daar komt nog bij dat de meeste bronnen niet erg betrouwbaar zijn. Dat komt niet doordat degenen die over hem schreven niet betrouwbaar waren, maar ze schreven in een tijd, waarin men het met de historische gegevens niet zo nauw nam. Een echte wijsgerige leer heeft Socrates in ieder geval niet ontwikkeld. Hij heeft zijn leerlingen zelf daar wel toe aangezet. Socrates stelde zijn leerlingen vragen, en de filosofische vragen zijn vaak belangrijker dan de antwoorden. Socrates' strategie is om zijn tegenstanders net zolang te ondervragen over wat ze denken te weten, tot ze moeten toegeven dat ze het toch niet weten. Socrates is een figuur, die een vaste plaats inneemt in de geschiedenis van het denken op onze westelijke wereldhelft. Zijn leer is doorgegeven via zijn beroemde leerling Plato die haar opschreef in de vorm van dialogen tussen Socrates en zijn leerlingen. Socrates verkondigde dat ieder mens in zijn ziel de ultieme waarheid kent en alleen maar tot denken hoeft te worden aangezet om zich van deze kennis bewust te worden. Socrates voelde zich weinig tot het politieke leven aangetrokken. De politiek bemoeide zich helaas wel met hem. In 406 voor Christus werd hem verboden zich verder in Athene aan zijn opvoedkundige taak te wijden, en in 403 voor Christus werd hij veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. Zijn kritiek op de onrechtvaardigheid binnen de Atheense samenleving leidde tot zijn gerechtelijke vervolging. Hij werd ter dood veroordeeld vanwege zijn zogenaamde goddeloosheid en omdat hij de jeugd van Athene zou bederven. De goddeloosheid werd hem waarschijnlijk toegeschreven doordat hij zich in zijn persoonlijke leven vaak liet leiden door zijn zogenaamde daimonion, een soort inwendige stem, die hem waarschuwde wanneer hij op het punt stond een beslissing te nemen die nadelig voor hem zou kunnen uitpakken. Waarschijnlijk heeft dit wantrouwen gewekt en hebben ze gedacht dat hij nieuwe goden aanbad. Dat hij zou sterven interesseerde hem overigens weinig, hij was niet bang voor de dood, want óf de dood was een droomloze slaap, een vooruitzicht, dat hem niet afschrikte, óf het begin van een nieuw leven in de Hades, waar hij dan hoopte de gelegenheid te krijgen om zijn opvattingen te toetsen aan die van de wijzen uit het verleden. In dit geval zou hij er zelfs op vooruitgaan, want hij nam zich voor de taak, die hem op aarde door de goden toegewezen was, in het hiernamaals voort te zetten. Zijn laatste woorden waren volgens Plato's apologie: Het is tijd om te scheiden, ik om te sterven, gij om te leven. Wie van ons het beste deel heeft? Dat weet de godheid alleen. Plato Plato werd in 428 voor Christus in Athene geboren. Hij was afkomstig uit een van de grote politieke families van Athene. Zijn vader Ariston stamde af van Codrus, de laatste koning van Athene, en zijn moeder stamde af van de beroemde Atheense wetgever Solon. Plato was aanvankelijk niet geïnteresseerd in de filosofie. Hij liep twee keer met de hoofdprijs weg bij de Isthmische Spelen, maar hij was blijkbaar toch niet goed genoeg om mee te mogen doen aan de Olympische Spelen. Dus probeerde hij in plaats daarvan een groot tragediedichter te worden. De juryleden van de grote dichtcompetities waren niet onder de indruk van zijn werk. Toen hij er niet in bleek te slagen Olympisch goud te halen of een literaire held te worden, legde hij zich er bijna bij neer dat hij nooit meer dan een politicus zou zijn. Maar eerst wilde hij toch de filosofie nog even proberen, en hij zocht Socrates op. Het was liefde op het eerste gezicht. En negen jaar lang hing Plato aan Socrates' lippen om zoveel mogelijk ideeën van de oude meester in zich op te nemen. Maar hoewel hij zijn ware roeping gevonden had, bleef ook de politiek wel aantrekkelijk. Gelukkig zag hij daar al snel vanaf dankzij het gedrag van de Atheense politici. Socrates werd ter dood veroordeeld. Plato's geliefde leraar werd ten onrechte beschuldigd van goddeloosheid en het bederven van de jeugd. Plato was een van de beroemdste filosofen van het oude Griekenland en introduceerde de term filosofie, de 'liefde voor de wijsheid'. Plato schreef zijn filosofische teksten in de vorm van dialogen. Het zijn dialogen, door twee of meer personen gevoerd, waarin meestal Socrates, wiens wijsgerige methode van gesprek-voeren door Plato is vereeuwigd, de leiding heeft. Maar het lastige is dat vaak niet duidelijk is of de standpunten van Socrates of van Plato afkomstig zijn. Zijn belangrijkste theorie is die van de ideeën. Hij meende dat de objecten in de fysische wereld een afspiegeling zijn van een ideale wereld van de ‘Ideeën'. De taak van de filosoof was volgens hem om deze Ideeën te kennen en deze kennis aan anderen over te brengen. Plato's ideeënleer is veel bekritiseerd omdat ze niet praktisch genoeg zou zijn. Plato's eigen leer werd tegen hem gebruikt, er werd gezegd dat in plaats van de wereld te beschrijven, hij alleen maar een idee over de wereld beschreef. Ook is wel gezegd dat Plato's ideeënwereld alleen maar in de geest bestond en niets te maken had met de werkelijkheid. Na de dood van zijn leraar vertrok Plato uit Athene. Twaalf jaar lang zou hij blijven zwerven. In 386 voor Christus kocht Plato een stuk land in het heilige bos van de Academie. Dat lag ongeveer anderhalve kilometer van Athene. Midden in dit bos stichtte Plato de Academie. Deze school wordt vaak gezien als de eerste universiteit. Hij stierf in 347 voor Christus en werd begraven in de Academie. Aristoteles Aristoteles werd geboren in Stagira in 384 voor Christus. Zijn vader was Nikomachos, zijn moeder Phaestis. Zijn vader was arts, en een vriend van de Macedonische koning Amyntas. Hij was vroeg wees. Op zijn zeventiende jaar vertrok hij al naar Athene en werd in de Academie van Plato opgenomen. Aristoteles is een van de belangrijkste wijsgeren uit de oudheid. Vooral zijn logica heeft een grote invloed gehad op de latere filosofie. Het belangrijkste element van deze logica is de leer van de oordelen. Aristoteles ging ervan uit dat alle zintuiglijke kennis in principe waar is. Maar pas in ons verstand leggen wij verbanden tussen de ervaringen, in de vorm van oordelen. Je ziet bijvoorbeeld: vrouw, zwart haar. Je vormt zelf vervolgens het oordeel, de vrouw heeft zwart haar. Waarover wij spreken (vrouw) is het ‘subject', wat wij ervan zeggen (zwart haar) is het ‘predikaat'. Het meest algemene predikaat is ‘zijn'. Van alle dingen kan je namelijk zeggen dat ze zijn. Van de logica zei Aristoteles dat hij deze opvatte als een leerschool voor het denken. "Het is de leer van de principes waarop ons denken gebaseerd moet zijn, willen wij de juiste conclusies trekken uit onze waarnemingen". Aristoteles hield zich ook bezig met biologie, hij heeft de natuur heel uitgebreid bestudeerd. Zo stelde hij bijvoorbeeld vast dat ‘worden' niet de overgang is van niets naar iets, maar van potentie (het zaadje) naar verwerkelijking (de boom). Hij verliet de Academie van Plato pas weer na twintig jaar, na de dood van zijn leraar. In 323 werd ook hij aangeklaagd wegens goddeloosheid. Anders dan Socrates, die de gifbeker dronk, verliet hij de stad, en hij stierf een jaar later in Chalcis. De 3 filosofen Socrates heeft zijn leven lang gestreden tegen de gedachte dat normen en waarden slechts relatieve betekenis hebben en tegen de opvatting dat zekere kennis, met name op ethisch gebied, niet mogelijk zou zijn. Volgens Socrates was het wel degelijk mogelijk kennis te verwerven die algemeen geldig is. Waarheid is een objectief gegeven en de taak van de mens is het die objectieve waarheid te achterhalen. Niet de mens is de maat van alle dingen, niet de mens bepaalt wat dapper is of rechtvaardig, maar er zijn algemeen geldende definities van ‘dapperheid' en ‘rechtvaardigheid'. Plato zou geïnspireerd kunnen zijn door deze gedachte van zijn meester, en hieruit zou zijn ideeënleer voortgevloeid kunnen zijn. Plato slaagde erin de lijnen uit de voorafgaande filosofie bij elkaar te brengen. Alles wat we op aarde waarnemen, was volgens Plato maar een afspiegeling van de ideeën. De ideeën kan je alleen leren kennen door het denken. Het hoogste in de ideeënwereld is de idee van het goede. Wie de idee van het goede aanschouwd heeft, beschikt over zekere kennis omtrent alle goed en kwaad en zal dus altijd de juiste keuze maken. Hij beschikt over een absolute norm, waaraan hij ieder individueel geval kan afmeten. Van Socrates is bekend dat hij ook van mening was dat er maar één goed ding is: kennis, en maar één slecht: onwetendheid. Socrates was van mening dat wie kennis heeft, ook automatisch goed zal handelen. Deze visie duidt men aan als het socratisch determinisme; wie het goede ziet, zal het goede doen. Want niemand doet uit vrije wil en bewust slechte dingen. Door slechte dingen te doen beschadig je namelijk je eigen ziel en met de nadelen daarvan zal je in dit leven of in het hiernamaals mee te maken krijgen. Plato was een overtuigend aanhanger van het socratisch determinisme. Zijn ideeënleer heeft een duidelijke ethische component. De ideeën vormen de absolute waarheid, het ware zijnde. Ook voor Plato gaat de zuiverheid van het geweten boven alles. Wie de keus heeft tussen onrecht doen en onrecht lijden, moet altijd voor het laatste kiezen. Wie onrecht doet, beschadigt zijn ziel en benadeelt zichzelf daarmee op de ergste manier. De ideeën van Plato waren onvergankelijk en onveranderlijk. En ze zijn één, dat wil zeggen dat telkens maar één idee staat tegenover een veelheid aan individuele dingen: er bestaat een groot aantal paarden, maar slechts één idee ‘paard'. Het kost weinig moeite in Plato's ideeën de definities van Socrates terug te vinden. Socrates zocht naar algemene definities, die op alle individuele gevallen toepasbaar zijn. Door te weten wat ‘rechtvaardigheid' is, zijn we in staat over iedere daad of opvatting uit te maken of hij rechtvaardig is of niet. Plato gaat wel een belangrijke stap verder door aan deze definities een zelfstandig, onafhankelijk bestaan toe te kennen. Deze definities zijn volgens Plato transcedent aan de dingen op aarde. Dat wil zeggen dat ze behoren tot een hogere werkelijkheid; het zijn de ideeën in de ideeënwereld, die slechts voor het denken toegankelijk zijn. Duidelijk is dat Plato aan het denken meer waarde toekent dan aan de zintuiglijke waarneming. Op diverse plaatsen in zijn werken zegt hij dit onomwonden. De geest is het hogere, betere deel van de mens; het lichaam is het lagere en het vormt een belemmering voor de geestelijke ontplooiing. Doel van het filosoferen is de geest zoveel mogelijk vrij te maken van het lichaam. Dan pas zal de geest in staat zijn de ideeën te aanschouwen. In feite is dit aanschouwen niets anders dan een herkennen, want voor de geboorte heeft de geest de ideeën direct waargenomen. Kennis is dus in feite niets anders dan herinnering. Zijn roem dankt hij niet alleen aan de inhoud van zijn werken, maar ook aan de manier waarop ze geschreven zijn. De dialoogvorm was voor Plato van essentieel belang. Echte kennis is volgens hem herinnering en kan alleen in een filosofisch gesprek verkregen worden. Dit heeft hij waarschijnlijk ook geleerd van zijn meester, want die gaf les op deze manier. De dialoog is een afbeelding van het filosofisch gesprek en verdient dus de voorkeur boven andere vormen van geschreven filosofie. Plato's leerling, Aristoteles, schreef twee omvangrijke werken over ethiek. "Het goede in ieder vakgebied en bij iedere handeling, is dat waarnaar alles streeft", schrijft hij in één van zijn boeken. Zo is dus voor de geneeskunde het doel -dus het goede- de gezondheid; voor de krijgskunst de overwinning; voor de economie de rijkdom. Eén goed is er dat door alle mensen omwille van zichzelf begeerd wordt: het geluk (de eudaimonia). Dat is het hoogste goed. Het is geen middel om iets anders te bereiken, maar een doel op zichzelf. De vraag is echter wat geluk precies is en waardoor het tot stand komt. Voor Aristoteles komt geluk overeen met morele deugd. Hierbij is het denken een onmisbare factor. Van een moreel goede handeling kan alleen sprake zijn wanneer de handeling het gevolg is van een bewuste bedoeling. Daarnaast hechtte Aristoteles belang aan bepaalde uiterlijke goederen, zoals gezondheid en een zekere welstand. Dit is weer een verschil met Plato en Socrates. Socrates vond welstand eerder een slechte eigenschap dan een goede, en Plato was van mening dat het lichaam een belemmering vormde voor de geestelijke ontplooiing. Aristoteles geeft een uitvoerige beschrijving van de morele deugden die bij een vrije burger in een vrije staat passen. Elke van deze deugden vormt het (gulden) midden tussen twee uitersten: dapperheid bijvoorbeeld vormt het midden tussen lafheid en overmoed (hybris). Met zijn koppeling van geluk aan morele goedheid en geestelijke ontwikkeling komt Aristoteles natuurlijk dicht in de buurt van Socrates en Plato. Rond 1510 bracht de schilder Rafael in een van de pauselijke vertrekken in het Vaticaan een groot fresco aan waarop hij een aantal beroemde filosofen uit de Oudheid afbeeldde. Het centrum van de voorstelling wordt ingenomen door Plato en Aristoteles. Plato wijst omhoog, Aristoteles wijst naar de aarde. Hiermee heeft Rafael het verschil tussen beide denkers uitstekend in beeld gebracht. Voor Plato bevindt zich het ware zijnde in een hogere werkelijkheid: de ideeën zijn transcedent. Voor Aristoteles bevindt de ware werkelijkheid zich op aarde, om ons heen, juist in de individuele dingen. De algemene begrippen zijn niet transcedent, ze bevinden zich in onze geest, waar ze gevormd zijn door waarneming. Een overeenkomst met Plato is dus dat Aristoteles ook de geest en de waarneming erg belangrijk vond. Aristoteles dacht dat als we bijvoorbeeld veel verschillende dieren waarnemen, er door abstractie in onze geest het algemene begrip ‘dier' ontstaat. Deze algemene begrippen leiden dus geen zelfstandig bestaan; ze zijn niet transcedent, maar aanwezig in de individuele dingen, dus immanent. Voor het probleem van de verandering in de natuur heeft Aristoteles een realistische oplossing gevonden. Verandering is voor hem niet een overgang van ‘niet-zijn' naar ‘zijn' of omgekeerd. Neem het voorbeeld van een eikel die uitgroeit tot een eik. Van de eik kun je niet zeggen dat hij niet-eik is; de eikel is potentieel reeds een eik. Verandering is dus niets anders dan de realisering van een mogelijkheid, een overgang van ‘potentieel zijn' naar ‘actueel zijn'. Aristoteles' realistische instelling komt in al zijn werken tot uitdrukking. Hij probeerde greep te krijgen op de werkelijkheid door haar in al haar facetten te bestuderen en te beschrijven. Hij was de laatste wetenschapper die alle kennis van zijn tijd overzag. Aristoteles' invloed is enorm geweest en heeft tot diep in de Middeleeuwen een overheersende rol gespeeld. Bronvermelding Socrates helden van de geest, Dr. A. Vloemans

blz. 7 t/m 12, blz. 39 t/m 51
Plato, Paul Strathern
blz. 5 t/m 37
Uilen van Athene, leven en leer van Klassieke filosofen, Diogenes Laërtius
blz. 39 t/m 49
De beknopte geschiedenis van de antieke filosofie, E. de Strycker
blz. 64/65, 69 t/m 74
Aristoteles, Dr. P. van Schilfgaarde blz. 13 t/m 18
Encyclopedie Encarta 2000, Winkler Prins
onderwerpen: Socrates, Plato, Aristoteles

REACTIES

K.

K.

Heey bedankt mate m(?)
mzzls

19 jaar geleden

R.

R.

hoi
ik lees net je stuk over filosofie. de basis is vrij goed maar wat betreft de uitleg over wat filosofie is zou ik toch graag een opmerking willen maken.
het is namelijk zou dat tijd in feiten niet bestaat en dit stellen de filosofen der discussie maar als je het hebt over waar de eersten filosofen zich mee bezig houden zit je toch egt op het verkeerde spoor die hielden zich namelijk voor al bezig met waar de wereld uit is op geboud niet zo zee als hoe we het nu leeren in de bio lessen maar meer van uit de vraag hoe komt het aan zijn vorm kleur en geluid in die tijd dachten ze namelijk dat zowel mens als dier een universelen vorm had ( er was een basis voorm en de rest is het af gietsel daar van) en die kreeg een bestaans voor door lucht aarde water of vuur. dit is overigens een van de velen teorien van die tijd dezen werden van af de tijd van plato ( socrates zijn leerling ) uit gedcht en besproken rond 1750 kregen we anderen filosofen die hielden zich niet meer bij voor baat met de maatschapij bezich of met de natuur wetten zoals hun voorgangers. dit waren de sofisten.

mijn excussus als het betweterig over komt.
het leek me hanig om toch even te weten de hooft lijn is overigens wel goed en het is prettig geschreven :0

vriendelijke groetjes roxanne

16 jaar geleden

T.

T.

er zou wel wat meer over Aristoteles mogen

12 jaar geleden

L.

L.

Een zeer goed werkstuk, ik heb er veel aan gehad. Dankjewel!

11 jaar geleden

R.

R.

ik vind dat het wel wat directer mag, alles is zo langdradig....

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.