WW uitkering

6.6

Praktische opdracht door een scholier
3e klas havo | 2865 woorden
18 december 2007
10 keer beoordeeld

6.6

10 keer beoordeeld

Taal

Nederlands

Vak

Economie

Inhoud Pagina
InhoudInleiding 1 2
Werkeloosheidsuitkering 2
Theorie 2
Werkeloosheidsuitkering in Nederland. 3
Werkeloosheidswet 3,4
Stukje over 2006 4,5,6
Werkeloosheid Nu 6
Wat levert het CWI mij aan Documentatie 7
- Als u uw baan kwijt raakt 7
- CWI en uw gegevens 7
- Een WW – uitkering, en nu 7
- Een reïntegratiecoach 7
- Kunt u met een uitkering ook voor uzelf beginnen 8
Mijn mening 9
Bronnen 9
Bijlage 10

Inleiding:

Een sociaal economisch onderwerp is voor mij toch wel de WW-uitkering.
Dit heeft vele voordelen. Wanneer je iemand weer aan een baan kunt helpen heeft dit verre gevolgen.
In het sociale leven van de werkloze wordt het leven weer aangenamer en ook voor de economie is dit een groot verbeterpunt.
Hoe minder werklozen hoe beter de economie zal draaien.
Maar wat nu wanneer een invalide werkloos raakt, en niet meer aan een baan kan komen.
Of wanneer er immigranten zijn die hier een verblijfsvergunning krijgen, maar ook geen baan kunnen krijgen. Hoe zit dat dan?
Hiervoor gaan we kijken naar de zogeheten werkeloosheidswet ook wel de WW - wet.
Wanneer je een WW-uitkering krijgt wordt je financieel geholpen, en moet je steeds sollicitaties doen om werk te vinden.

Werkeloosheidsuitkering:

Een werkloosheidsuitkering is een uitkering door een overheidsinstelling aan een werknemer die buiten zijn of haar schuld werkloos wordt en in staat en bereid is te werken.
De werkloosheidsuitkering moet dus worden onderscheiden van uitkeringen wegens ziekte en invaliditeit, contractueel of wettelijke verplichte uitkeringen door werkgevers, en gewone en vervroegde pensioenuitkeringen. In tegenstelling tot Nederlandse bijstandsuitkeringen en uitkeringen door het Belgische OCMW is de werkloosheidsuitkering niet afhankelijk van het vermogen van de ontvanger. Verder moet de werkloosheidsuitkering worden onderscheiden van werkverschaffing, waarbij voormalige werklozen een loon krijgen voor onrendabel werk. Ook bestaan er in veel landen aparte regelingen voor ontslagen ambtenaren en politici. Doorgaans eindigt de werkloosheidsuitkering meestal wanneer de ontvanger een nieuwe baan gevonden heeft, zich als zelfstandig ondernemer vestigt of de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Indien de werkloze geen vrijstelling heeft, is de werkloze verplicht passend werk te aanvaarden en actief naar werk te zoeken.

Theorie

Veel economen zijn van mening dat een werkloosheidsuitkering een negatief effect op de welvaart heeft omdat werklozen daardoor minder geneigd zijn om snel een andere baan te zoeken. Anderen zijn juist van mening dat een werkloosheidsuitkering de werklozen een betere mogelijkheid biedt de meest geschikte baan te zoeken. In de ogen van de eersten is het bijvoorbeeld een zegen voor de maatschappij als een leraar de dag na zijn ontslag als schoonmaker aan het werk moet, volgens de tweede groep is dit vernietiging van maatschappelijk kapitaal.

De werkloosheidsuitkering in Nederland
In Nederland geldt de Werkloosheidswet. Een werkloosheidsuitkering wordt alleen verstrekt aan mensen die te voren een bepaalde tijd gewerkt hebben, dus niet aan schoolverlaters. Ook werknemers die hun ontslag aan zich zelf te danken hebben, zoals mensen die met hun ontslag hebben ingestemd of op staande voet ontslagen zijn komen niet in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering.

Werkeloosheidswet

Werkloosheidswet of WW is een Nederlandse wet, en een werknemersverzekering die daarin wordt geregeld, die werkloze werknemers, met voldoende arbeidsverleden (voldoen aan de weken -eis) en beschikbaar voor arbeid, een werkloosheidsuitkering garandeert. De eerste versie van de wet dateert van 1949.
Een aanvraag dient men in bij het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen), en de uitvoering hiervan geschiedt door het UWV(Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen). De WW wordt gefinancierd met de premies die automatisch op de lonen worden ingehouden. Het UWV controleert ook of aan de voorwaarden wordt voldaan.
Aan toegang tot de WW is zoals vermeld een aantal voorwaarden gesteld. Ook tijdens het ontvangen van de uitkering zal de werkloze, of uitkeringsgerechtigde, alles moeten doen om weer aan het werk te kunnen. Dit betekent dat per vier weken minimaal vier concrete sollicitatie -activiteiten moeten worden verricht. Hoe langer men werkloos is, hoe minder kieskeurig men zal kunnen zijn. Het UWV beoordeelt of men zich genoeg heeft ingespannen.
Indien er sprake is van onvoldoende inspanning, bedrog, of het anderszins niet naleven van de regels, kan de uitkering worden stopgezet of door het UWV worden verlaagd door daarop een maatregel toe te passen. Ook kan een boete worden opgelegd.
Een andere voorwaarde is dat men niet verwijtbaar werkloos mag zijn geworden. Verwijtbaar werkloos is een persoon die zelf een baan heeft opgezegd, of als het gedrag dusdanig is geweest dat dit heeft geleid tot ontslag. Verwijtbaar werkloos is men in ieder geval als men op staande voet is ontslagen, en dit ontslag is niet aangevochten of wel aangevochten en terecht beoordeeld door de kantonrechter. Andere gevallen van verwijtbare werkloosheid kunnen zijn:
Het opzeggen van een vaste baan voor een tijdelijk contract, tenzij men in de vaste betrekking sowieso werkloos zou zijn geworden;
Zelf ontslag nemen zonder dat daar een acute noodzaak voor is. Gepest worden of het op andere wijze niet naar de zin hebben is geen acute noodzaak;
Een ontslag niet aanvechten of aangeven het "er wel mee eens" te zijn.
De gevolgen zijn dat men pas weer een WW-uitkering zal kunnen ontvangen als er opnieuw WW -rechten zijn "opgebouwd". In de bezwaarprocedure zal in een hoorzitting het recht op WW nogmaals beoordeeld worden.
Vanaf 1-10-2006 gelden de volgende regels:
Voorwaarde is dat men in de afgelopen 36 weken in tenminste 26 weken heeft gewerkt. Als dat zo is voldoet men aan de wekeneis. Men ontvangt een uitkering van 3 maanden. De eerste twee maanden ontvangt men 75% van het laatst verdiende loon, de derde maand 70 %.
Als men naast de wekeneis voldoet aan de jareneis: men heeft in de afgelopen 5 jaar tenminste 4 jaar gewerkt dan ontvangt men, inclusief de eerste drie maanden, per gewerkt jaar 1 maand uitkering. Alle jaren tot en met 1997, vanaf het kalenderjaar waarin men 18 jaar werd, tellen sowieso mee als zogenaamd fictief arbeidsverleden, daarna tellen alleen de jaren waarin men werkelijk gewerkt heeft. De uitkering bedraagt 70% van het laatst verdiende loon (met een maximum van ca 180 euro per dag).
Het inschrijven bij het CWI om een WW uitkering te krijgen heeft een heel stappenplan.
(Dit zit bijgeleverd in de Bijlage).
Wanneer je een uitkering wilt ga je naar een bureau van het CWI en maakt daar vervolgens een afspraak.

Toen ik zelf in het CWI gebouw liep te Gouda viel mij het volgende op:
Er waren heel veel balies waar u terecht kunt nadat u al eerder op het bureau was geweest voor een afspraak. Na zo’n afspraak gemaakt te hebben (waarbij u informatie meekrijgt over wat u gevraagd kan worden tijdens zo’n gesprek, is bijgeleverd in Bijlage) kunt u terecht bij een balie. Daar stellen ze u dan de desbetreffende vragen, en gaan ze kijken of u bestemd bent voor een uitkering of om te kijken wat voor een baan geschikt voor u is.

We hebben het bij het volgende stukje over het jaar 2006:

Goed nieuws van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): ‘werkloosheid blijft dalen’. In de periode maart-mei kende ons land 430.000 werklozen. Dat was 5,8% van de beroepsbevolking. In diezelfde periode vorig jaar waren dat er nog 501.000 ofwel 6,8% van de beroepsbevolking. Een daling van de werkloosheid met 71.000 personen.
Niet iedereen profiteerde even sterk van die daling. In totaal liep de werkloosheid terug van 501.000 naar 430.000. Dat is een daling met iets meer dan 14%. Onder mannen was de afname sterker dan onder vrouwen. Het aantal werkloze mannen daalde met bijna 18% van 248.000 naar 204.000. Onder vrouwen liep de werkloosheid met ruim 10% veel minder terug. Opmerkelijk en verheugend is de procentuele daling van de werkloosheid onder jongeren (15-24 jaar). Die nam af met meer dan 23% (van 112.000 naar 86.000). Maar ook hier kwamen de vrouwen er minder goed vanaf. Terwijl de werkloosheid onder mannelijke jongeren met 29% verminderde, liep dat cijfer voor de vrouwelijke jongeren met maar 17% terug. Een andere groep die minder dan gemiddeld profijt trok waren de oudere werknemers (45-64 jaar). Het aantal werklozen in die groep ging van 142.000 naar 133.000. Dat is een daling met nog geen 6,5%.
De daling van de werkloosheid is een signaal dat het beter gaat met de Nederlandse economie. Vorig jaar groeide ons bruto binnenlands product (bbp) met 1,1%. Dat was een stuk minder dan de productiegroei in de Verenigde Staten (3,5%) en Japan (2,6%). We zaten zelfs nog onder het armzalige gemiddelde van het eurogebied (1,3%). Voor 2006 en 2007 zien onze groeicijfers er heel wat florissanter uit. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht voor 2006 en 2007 een bbp -groei van respectievelijk 3 en 2,75%. Ook andere instellingen -zoals de Europese Commissie, de OESO (de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en het IMF (Internationaal Monetair Fonds) hebben zonnige verwachtingen voor de Nederlandse economie gepubliceerd.
Tussen productie en werkloosheid bestaat een negatief verband. Als het bbp stijgt, wordt er meer geproduceerd. Om die productie voor elkaar te krijgen, is arbeid nodig: het aantal banen neemt toe. Maar het aantal arbeidsplaatsen stijgt niet gelijk op met de productie. Want in dezelfde periode neemt in de regel ook de arbeidsproductiviteit toe. Dat is vooral het gevolg van het inzetten van steeds snellere en slimmere machines die het productieproces minder arbeidsintensief maken. Daarnaast kan ook een groei van de beroepsbevolking roet in het eten gooien. Als het aantal vacatures even snel stijgt als de beroepsbevolking blijft het aantal werklozen constant. Door ontgroening en vergrijzing zal deze factor een steeds minder grote rol gaan spelen. In tegendeel zelfs. In de komende decennia gaan we met een krimpende beroepsbevolking te maken krijgen.
Het bovenbeschreven verband tussen productie en werkloosheid gaat vooral op als er sprake is van zogenoemde conjunctuurwerkloosheid (Dit is werkloosheid die optreedt bij onderbesteding: de situatie waarin de bestedingen tekort schieten om wat geproduceerd kan worden ook daadwerkelijk af te nemen).
Dat wil zeggen werkloosheid die wordt veroorzaakt doordat de bestedingen in een economie te laag zijn. Aangenomen dat de positieve conjunctuur in Nederland nog een aantal jaartjes aanhoudt, mogen we dus verwachten dat die vorm van werkloosheid steeds verder wordt teruggedrongen. Jammer genoeg is er ook nog een andere vorm van werkloosheid die minder gemakkelijk op te lossen is: de zogeheten structuurwerkloosheid. Structuurwerkloosheid (Werkloosheid die bestaat of ontstaat ten gevolge van de structuur van de productie en de veranderingen daarin. Het gaat daarbij om frictiewerkloosheid, seizoenswerkloosheid, werkloosheid van minder geschikte, werkloosheid ten gevolge van te weinig creatie van arbeidsplaatsen, werkloosheid doordat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet op elkaar aansluiten, werkloosheid doordat sommige producten niet meer gemaakt worden of doordat de productie naar het buitenland is verplaatst. In tegenstelling tot conjunctuurwerkloosheid verdwijnt structuurwerkloosheid niet door de bestedingen op te voeren) ontstaat bijvoorbeeld doordat de scholing of ervaring van de werkzoekenden ervaring niet goed aansluit bij de eisen die werkgevers stellen. De vacatures die het gevolg zijn van een grotere productie kunnen in dat geval niet opgevuld worden. Naarmate het conjuncturele herstel verder doorzet, zullen werkgevers steeds meer moeite krijgen geschikt personeel te vinden. En daarmee komt dan ook een einde aan de opgaande conjunctuur. Een probleem van Nederland, en overigens ook van bijna alle andere Europese economieën, is dat de rol van de structuurwerkloosheid in de afgelopen decennia almaar is toegenomen. Wil Europa in de race blijven met de Verenigde Staten, Japan, China en andere Aziatische landen, dan zal het vraagstuk van de structuurwerkloosheid met voorrang moeten worden opgelost. Ik doe een paar suggesties voor de Nederlandse situatie. Jongeren zouden sterkere prikkels moeten krijgen om te kiezen voor technisch/wiskundig getinte opleidingen. En eerherstel voor de aloude ambachtsschool zou het aantal drop-outs op de VMBO -scholen kunnen verminderen.

Werkeloosheid nu

De werkloosheid in het eerste kwartaal van 2007 bedroeg 5,3%, oftewel gemiddeld 379.000 personen. Dit cijfer is vrijwel gelijk aan dat over december 2006 tot en met februari 2007. Toen kwam het op 5,1% uit. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Wat leverde de CWI aan documentatie aan mij:

- Als u uw baan kwijt raakt.
Wanneer u zelf ontslag neemt krijgt u geen uitkering, tenzij daar een goede rede voor is.
Wanneer u een vaste baan heeft en beide partijen zijn eens over het ontslag zult u een uitkering krijgen, wel moet de werkgever letten op het opzegtermijn.
Wanneer u het niet eens bent met het ontslag moet uw werknemer een ontslagvergunning aanvragen bij het CWI of de arbeidsovereenkomst ontbinden via de kantonrechter. Dat wil zeggen dat hij goed beargumenteerd moet zijn om u te kunnen ontslaan. U kunt hulp vragen van de ondernemingsraad, uw vakbond of een bureau voor rechtshulp.Zij checken of alles volgens de desbetreffende regels verloopt.
Een collectief ontslag: Dit houdt in dat er 20 of meer mensen tegelijkertijd ontslagen worden.
Ontslag via de kantonrechter: U schrijft een brief aan de rechter over het oneens zijn met uw ontslag en waarom dit zo is, vraag de rechter om schadevergoeding volgens de zogenaamde kantonrechterformule. Dit is belangrijk voor uw eventuele WW – uitkering.
- CWI en uw gegevens = Informatie voor werkzoekende
Dit gaat over hoe het CWI met uw gegevens om gaat, hoe zij aan uw gegevens komen. Hoe de uitwisseling met uw gegevens gaan. Hoe lang het CWI deze bewaart, uw rechten hier over. Je kunt met uw CWI -adviseur meekijken tijdens het invoeren van uw gegevens, ze laten corrigeren indien nodig of het zelfs stoppen. Een klacht indienen zo nodig of een bezwaar. Dit alles is ook in een wet - en regelgeving weer terug te zien.
- Een WW – uitkering, en nu? Dit is nodig om te weten wat de benodigdheden zijn voor een WW – uitkering. De regels die gelden tot de geen die een uitkering aangevraagd heeft weer een baan heeft zijn de volgende:
- Houd u zich aan de gemaakte afspraken met uw adviseur
- Solliciteer op passend werk en accepteer aangeboden werk
- Blijf beschikbaar voor werk
- Geef vakantie, ziekte of zwangerschap aan UWV door
- Geef veranderingen in uw situatie door, bijvoorbeeld een verandering in inkomen
- Verleng uw inschrijving bij CWI op tijd
Wat gebeurt er nou als u zich niet aan de regels houdt: Dan kan u een korting krijgen op uw uitkering. Bedragen die u te veel heeft gekregen weer terugbetalen. U kunt zelf een boete krijgen. Dit kan ook door informatie achterhouden, of wijzigingen niet op tijd doorgeven, dan pleegt u namelijk fraude wat kan leiden tot rechtsvervolging.
- De Reïntegratiecoach, een reïntegratiecoach WW is een medewerker van UWV die meestal werkt op een CWI – kantoor. Iedereen die een WW – uitkering ontvangt, kan door de reïntegratiecoach WW worden uitgenodigd voor een gesprek.
De gesprekken met zo’n coach gaan over uw kansen in de arbeidsmarkt, uw eigen plannen, het behoud van uw WW – uitkering of als er twijfel is over het feit of u wel een uitkering mag krijgen, omdat de UWV bijvoorbeeld twijfelt aan de reden van uw ontslag etc. Aan het einde van het gesprek wordt er een verslag gemaakt van het gesprek wat u moet ondertekenen.

- Kan ik met een uitkering ook voor mezelf beginnen?
Als u een eigen bedrijf wilt starten gaat daar een hoop onderzoek aan vooraf, zoals kijken wat de Kamer van Koophandel er van vind, een hoede vestegingsplaats, hoeveel geld er voor nodig is,of er een vergunning voor nodig is, en adviezen opvragen over verzekeringen.
Vervolgens kunt u een ondernemingsplan opzetten waarbij u verschillende vragen kunt beantwoorden zoals:’’Wie u bent,welke motivatie en doelstelling u heeft, wat u gaat bieden en waarom, aan wie, hoe gaat u zich onderscheiden in de markt, wat de plan van aanpak is, wat het kost en wat het moet opleveren natuurlijk.
Bij de Kamer van Koophandel kunt u terecht voor meer informatie over het opstellen van een ondernemingsplan.
U kunt uw uitkering nog 6 maanden behouden nadat u uw reïntegratiecoach hebt laten weten over uw ondernemingsplan, en u mag er die 6 maanden dan ook aan werken.
U hoeft deze 6 maanden dan geen sollicitaties meer uit te voeren. Als dit dan al opdrachten en inkomsten verzorgd worden deze wel omgerekend met uw uitkering.Tijdens de startperiode van uw nieuwe bedrijf wordt er nog 6 maanden doorbetaald als voorschot, al wordt er wel een nieuw bedrag berekend voor uw uitkering. Dit wordt als volgt gedaan, na twee jaar berekend de UWV hoeveel u moet terug betalen dit ligt er maar net aan hoeveel winst u heeft gedraaid met uw nieuwe bedrijf. Wanneer er geen winst wordt gemaakt hoeft u dus ook niks terug te betalen.
Wanneer u veel verdiend kunt u ook de uitkering stop zetten. U kunt altijd weer terugvallen op de WW uitkering wanneer uw onderneming niet aanslaat. Dit moet dan wel binnen 18 en 38 maanden liggen anders kunt u niet meer terug vallen op de WW uitkering.

Mijn Mening

Zelf ben ik zeker voor de Werkeloosheidswet. Je hebt er ten slotte zelf voor betaald tijdens de jaren dat je werkte. Je hebt dus een soort spaarpot gecreëerd voor die mensen die het nodig hebben. Des te fijner is het als je er zelf ook gebruik van maakt. Je hebt er dus eigenlijk gewoon recht op. Dat ze het niet zomaar krijgen is ook goed anders wordt er misbruik van gemaakt door werklozen die niet gewerkt hebben. Deze worden dus onder druk gezet werk te zoeken en te solliciteren.
Waardoor men sneller een baan kan vinden wat de economie positief kan beïnvloeden.