Wisselkoers

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 1309 woorden
  • 13 januari 2004
  • 86 keer beoordeeld
Cijfer 6
86 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
1. Wat is de wisselkoers?

De wisselkoers is de prijs van een valuta uitgedrukt in een andere valuta. We onderscheiden vrij zwevende wisselkoersen, beheerst zwevende wisselkoersen en vaste wisselkoersen.

1. Vrij zwevende wisselkoersen
Bij vrij zwevende wisselkoersen wordt de internationale waarde van een munt voornamelijk overgelaten aan het vrije spel van vraag en aanbod op de internationale valutamarkten.
De vraag naar vreemde valuta (bijvoorbeeld de pond) wordt bepaald door betalingen:
- invoer van goederen en diensten (Groot Brittannie exporteert, vraag naar ponden)
- de aankoop van vermogenstitels in vreemde valuta (pond)
Het aanbod van vreemde valuta (bijvoorbeeld de pond) wordt bepaald door vreemde valuta die je ontvangt en niet nodig hebt door:
- de uitvoer van goederen en diensten
- de verkoop van vermogenstitels in vreemde valuta (pond)
Een voorbeeld:
Stel dat de inflatie van Groot Brittannie laag is. Ze kunnen dus goedkoop producten verkopen. Een goede concurrentiepositie. Ze verkopen meer producten, er is dus meer vraag naar de pond. De wisselkoers gaat omhoog.
2. Beheerst zwevende wisselkoersen
Bij beheerst zwevende wisselkoersen mengt de centrale bank zich in het prijsvormingsproces. De centralebank heeft zich ten doel gesteld de nationale valuta met een zekere schommelingmarge te koppelen aan een andere munt. Doordat de centrale bank zelf in grijpt kan de centrale bank ervoor zorgen dat de wisselkoers binnen de afgesproken marge blijft.
De bank kan op twee manieren ingrijpen:
- Directe interventie, dan gaat de centrale bank zelf valuta kopen of verkopen op de valutamarkt.
- Indirecte interventie, dan gaat de centrale bank door middel van het aanpassen van de geldmarktrente beleggers beïnvloeden.
Een voorbeeld:
Stel dat ze in Groot Brittannie de geldmarktrente gaan verlagen. Buitenlandse beleggers krijgen dan minder geld, ze hebben minder rendement, en verkopen hun ponden. De vraag daalt en het aanbod stijgt.
3. Vaste wisselkoersen
Een land kan er voor kiezen zijn munt te koppelen aan de munt van een ander land. Een goed voorbeeld was de koppeling tussen de Duitse Mark en de Nederlandse Gulden. Bij een vaste wisselkoers hebben de betrokken centrale banken zich verplicht onbeperkt elkaars valuta te kopen tegen de afgesproken koers. Het voordeel van een vaste wisselkoers is dat je geen risico hoeft te lopen dat de koers ineens gaat stijgen (je dus meer moet gaan betalen). Zuiver zwevende wisselkoersen komen vrijwel niet voor. De centrale banken houden meestal wel een oogje in het zeil.
2. Wat is gunstiger voor de economie; een hoge of een lage wisselkoers?

De hoogte van de wisselkoers heeft invloed op de concurrentiepositie van een land. Hoe hoger de wisselkoers, hoe duurder producten uit dat land voor buitenlanders worden: de concurrentiepositie verslechtert.
Een voorbeeld:
De VS exporteert pinda’s naar Europa. Een kilo pinda’s kost in de VS $2, -
De wisselkoers is $1, - = €1,- een Nederlander betaald dus voor een kilo pinda’s €2,-
Nu stijgt de wisselkoers: $1, - = €1,25 dan moet die Nederlander ineens €2,50 betalen voor een kilo pinda’s.
Doordat in dit voorbeeld de koers van de Dollar is gestegen, is het product (in dit geval pinda’s) duurder geworden.

Veel landen in Europa exporteren naar de VS. Als de wisselkoers van de euro dus hoog staat is dat ongunstig voor de economie is Europa. Een lage wisselkoers lijkt gunstiger te zijn. Ik zeg met nadruk lijkt, ik zal uitleggen wat ik bedoel.
Als de wisselkoers daalt, dan stijgt de export. Er moet meer geproduceerd worden. Dat betekent weer meer werkgelegenheid. Dat is op zich allemaal goed. Maar als de Amerikanen teveel bij ons willen kopen, meer dan we kunnen maken (te weinig productiecapaciteit), dan gaan de prijzen stijgen. Niet alleen voor de Amerikanen, maar ook voor ons. We zeggen dan dat de interne waarde van de Euro daalt. In andere woorden: je kunt minder kopen met het zelfde bedrag geld.Nog een voordeel van een hoge wisselkoers is dat de olie relatief goedkoop is.
Wat dus nu presies gunstiger is, is niet helemaal duidelijk.
3. Is 1 wisselkoers voor verschillende landen (met de komst van de euro) gunstig of juist ongunstig?

Op 1 januari 1999 is de Economische en Monetaire Unie (EMU) in werking getreden. De belangrijkste doelstelling van de EMU is om de wisselkoers onzekerheid in de gemeenschappelijke Europese markt weg te nemen. E directe voordelen van de invoering van de euro zijn een verlaging van de transactiekosten en een grotere doorzichtigheid van de Europese markt.
Een groot bezwaar tegen de invoering van de Euro is dat een land niet langer economische tegenslagen kan opvangen door middel van interventie. In de EMU bepaald het Europese stelsel van banken het monetaire beleid. Landen kunnen dus niet meer zelf de wisselkoers bepalen als het slecht gaat met de economie. Daarom is het van belang dat de lonen niet harder stijgen dan de productiviteit.
Het opgeven van de mogelijkheid om de wisselkoers zelf te bepalen is, op langere termijn gezien, geen nadeel. Nationale overheden gebruiken interventie om de noodzakelijke, maar veel moeilijkere structurele aanpassingen van de economie uit te stellen.
Als je kijkt naar langere termijn dan is de komst van de Euro en daarmee 1 wisselkoers, eigenlijk wel gunstig.

4. Wat is er aan de hand met de economie van de VS?

De markt in de VS herstelt niet, de dollar daalt. Amerika heeft een gat op de betalingsbalans. Ze importeren veel meer dan ze exporteren. Omdat de economie van de VS een van de grootste ter wereld is, heeft vele jaren het buitenland het tekort op de betalingsbalans gefinancierd. Hierdoor heeft het buitenlandse inkomen op investeringen en beleggingen in de VS dat van de Amerikanen in het buitenland overstegen.
Een voorbeeld:
Stel de investeringen die de VS in het buitenland heeft gedaan, elk jaar $50 miljard opleveren. Het buitenland investeert in de VS ook $50 miljard. Het geval is echter dat de winst die Amerika in het buitenland maakt, minder snel groeit dan het gat op de betalingsbalans. Dus het volgende jaar krijgt de VS $52 miljard aan investeringen. Maar het buitenland doet voor $55 miljard investeringen in Amerika. Zo wordt het probleem steeds groter.
Doordat veel Amerikanen niet meer sparen wordt de situatie erger. Het buitenland moet nu dollars gaan kopen zodat de VS zichzelf kan financieren. Dit doet het buitenland natuurlijk alleen wanneer de dollarkoers laag is. Of de VS moet de rente hoger houden dan in de landen waar de dollarkopers vandaan komen. Eigenlijk is de economie van de VS een grote luchtbel. Mensen betalen met geld dat ze niet hebben. Als de consument het vertrouwen in de Amerikaanse economie kwijt raakt, krijgen we waarschijnlijk een soort gelijke crash als in 1929, alleen waarschijnlijk nog groter.

Conclusie:

De wisselkoers is de prijs van een valuta uitgedrukt in een andere valuta. Er zijn verschillende soorten wisselkoersen, elk met zijn eigen voordelen. De wisselkoers is best wel ingewikkeld. Aan de ene kant is een lage wisselkoers een negatief teken, maar tegelijkertijd wel gunstig voor de export, maar als er door een lage wisselkoers te veel vraag ontstaat, is het ook weer slecht. Het is moeilijk om de wisselkoers goed te begrijpen.
De komst van de euro en tegelijkertijd 1 wisselkoers heeft veel voordelen, maar ook veel nadelen. Een van die nadelen is dat landen niet meer zelf de wisselkoers kunnen bepalen als het slecht gaat met de economie. De Amerikanen hebben een enorm groot gat op de betalingsbalans, dat het buitenland dan moet dichten door veel dollars te kopen. De Amerikaanse economie is eigenlijk een soort van luchtbel, ze kopen dingen met geld dat ze niet hebben.

Bronvermelding:

Ik heb veel gebruik gemaakt van het internet.

www.nrc.nl/W2/evj/begrip/w/wisselkoers.html

www.krimpenerwaardcollege.nl/lokeco/pagina/wisselkoers.htm

www.praktischeeconomie.nl/nieuwa/k1201/externewaard2.htm

www.mediatheek.thinkquest.nl/~jr079/waarom.htm

tent/samenvattingen/leerlingen/2000/ecl/files_over_economie/betalingsbalans_valutamarkt_en_wisselkoers.htm

Ik heb ook gebruik gemaakt van verschillende boeken:

Geld, financiele markten en financiele instellingen
C. van Ewijk en L.J.R Scholtens

De eurovalutamarkt
Dr. G.P.L van Roij

REACTIES

J.

J.

Ey

Ik heb al veel gebruik gemaakt van je praktische opdracht om te dingen te snappen, maar 1 ding snap ik niet, misschien kan jij het me uitleggen.

Het is dit gedeelte:
Een voorbeeld:
De VS exporteert pinda’s naar Europa. Een kilo pinda’s kost in de VS $2, -
De wisselkoers is $1, - = €1,- een Nederlander betaald dus voor een kilo pinda’s €2,-
Nu stijgt de wisselkoers: $1, - = €1,25 dan moet die Nederlander ineens €2,50 betalen
voor een kilo pinda’s.Doordat in dit voorbeeld de koers van de Dollar is gestegen,
is het product (in dit geval pinda’s) duurder geworden.

Ik snapte die wisselkoersen eerst nooit maar toen ik dit las snapte ik het ineens. Maar toen ik in de lesbrief zat te bladeren kwam ik dit tegen:

Wisselkoersveranderingen hebben invlode op de export-en importprijzen en daarmee op de omvang van de export en import, de werkgelegenheid en de inflatie. Als voorbeeld nemen we eerst een WISSELKOERSSTIJGING van de euro ten opzichte van de dollar. De koers verandert van $1,- = €1,05- naar $1,- = €0,95-.

Dus jij zegt dat bij:
$1, - = €1,- naar $1, - = €1,25
de wisselkoers van de dollar stijgt.

De lesbrief zegt dat bij:
$1,- = €1,05- naar $1,- = €0,95-
de wisselkoers van de euro stijgt.

Ik snap dit op de 1 of andere manier gewoon niet :P Naar mijn idee klopt het niet en is het tegenstrijdig met elkaar. Waarschijnlijk klopt het wel, maar dringt het gewoon niet door. hehe. Zou jij het me misschien kunnen uitleggen hoe dit nou zit.

Mzzl Jeroen en alsvast bedankt.

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.