WAO Problematiek in Nederland

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 4987 woorden
  • 9 september 2001
  • 121 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
121 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
1.Inleiding

In het kader van de praktische opdracht economie heb ik als onderwerp gekozen de WAO problematiek in Nederland. In de afgelopen periode is er veel publiciteit geweest rondom dit thema. In Nederland is er sinds enkele jaren sprake van sterke economische groei. Dit betekent dat er veel werk is omdat er veel geproduceerd moet worden. In het begin van de jaren 90 waren er veel werklozen en was er weinig werk. Bedrijven ontsloegen massaal hun werknemers. In onze eigen regio werden bijvoorbeeld bij Philips en DAF heel veel mensen ontslagen. Nu de werkloosheid in Nederland spectaculair gedaald is, is er een tekort aan arbeidskrachten. Er wordt veel gesproken over het halen van arbeidskrachten uit andere landen. Het tekort aan verpleegkundigen wil men bijvoorbeeld oplossen door het halen van verpleegsters uit Zuid Afrika. Toch zijn er ook bij ons nog altijd mensen werkloos. Dit zijn mensen die bijvoorbeeld weinig opleiding hebben genoten of die niet kunnen voldoen aan de vraag en de eisen van de bedrijven (kwalitatieve werkloosheid).
Een hele grote groep van mensen die niet aan het werk is, wordt gevormd door de WAO-ers. Dit zijn mensen die voor hun eigen beroep zijn afgekeurd. Dat kan zijn omdat ze ernstige rugklachten hebben of omdat ze bijvoorbeeld overspannen zijn geraakt van hun werk. Nu er veel behoefte (vraag) is aan personeel wordt er steeds meer naar deze groep gekeken. Men vraagt zich af of deze mensen niet toch zouden kunnen werken.
Door het lezen en bespreken van een aantal krantenartikelen wil ik dit thema belichten. Daarnaast heb ik via internet een heleboel informatie kunnen vinden. Een aantal artikelen heb ik in dit werkstuk verwerkt. Ook heb ik informatie aangevraagd bij Cadans. Dit is de instelling die uitkeringen verzorgd voor mensen die in de gezondheidszorg hebben gewerkt.
Ik heb ervoor gekozen om vooral de discussie rondom de WAO problematiek weer te geven en heb minder de nadruk gelegd op de inhoud van de wet en de precieze regeling. In hoofdstuk 2 heb ik een korte toelichting gegeven over de belangrijkste kenmerken van de WAO. Ook is in dit hoofdstuk de geschiedenis van de WAO kort weergegeven. Vervolgens komen in de volgende hoofdstukken de verschillende artikelen en bronnen aan bod.
Ik hoop dat ik met dit werkstuk bereik dat de WAO problematiek van verschillende kanten belicht wordt, daardoor inzichtelijker wordt en ik een eigen mening hierover kan ontwikkelen.

2. WAO: Begripsbepaling en korte schets van de problematiek

Belangrijkste begrippen:

WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. In 1967 ingevoerd, nadien (1976, 1993, 1998) enkele malen ingrijpend gewijzigd. De wet verzekert werknemers tegen het verlies van inkomen als ze door ziekte of gebrek langdurig (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Pas als deze periode een jaar heeft geduurd (dus als iemand zolang in de Ziektewet heeft gezeten) komt een werknemer voor een WAO-uitkering in aanmerking.
WAZ
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. In 1998 ingevoerd als verplichte verzekering voor zelfstandigen, zelfstandige beroepsbeoefenaars, directeur-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten. Geeft ook recht op een bevallingsuitkering. Voor de WAZ geldt een wachttijd van één jaar.
WAJONG
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Ingevoerd in 1998 en bedoeld voor scholieren en studenten. Geeft recht op een uitkering aan gehandicapten die op hun zeventiende jaar arbeidsongeschikt zijn of dat op een latere leeftijd worden nadat ze ten minste een halfjaar daarvoor hadden gestudeerd. Ook deze uitkering gaat na een jaar in en kan in principe tot het 65ste levensjaar doorlopen
hoe beland je in de WAO
Stel, een werknemer meldt zich ziek. Wat gebeurt er dan? Hoe komt hij uiteindelijk in de WAO terecht, of juist niet?
Ziekmelding
Afhankelijk van de afgesloten CAO krijgt de werknemer de eerste twee dagen wel of geen loon doorbetaald. Blijft hij langer ziek, dan betaalt de werkgever (of diens verzekeraar) het loon door, althans minimaal 70 procent daarvan. Meestal schrijven CAO's 100 procent voor. De werkgever behoort vervolgens contact te houden met de werknemer en na te gaan of zijn ziekte wellicht verband houdt met het werk.
Arbodienst
De werkgever is verplicht een contract af te sluiten met een Arbodienst die de zieke werknemer (zonodig een jaar lang) behoort te controleren en te begeleiden.
Bedrijfsarts
De volgende stap is een ontmoeting thuis of in de spreekkamer tussen de arbo-arts (of bedrijfsarts) en de zieke werknemer. Deze arts stelt vast hoe ziek de werknemer is en hoe en wanneer hij weer kan gaan werken.
Uitvoeringsinstelling
Is de werknemer na 13 weken nog ziek, dan is de werkgever verplicht hem aan te melden bij de uitvoeringsinstelling waarbij hij is aangesloten: Gak, SFB, Cadans, GUO of USZO. Deze organisaties, in het kort aangeduid UVI, verstrekken onder meer WAO-uitkeringen en moeten tijdig weten dat er misschien een nieuw WAO-geval aankomt.
Reïntegratieplan
De uitvoerder moet een reïntegratieplan goedkeuren dat hij van de werkgever, meestal via de arbodienst, heeft ontvangen. Dit plan, waarin moet worden aangegeven hoe en wanneer de werkgever had gedacht de zieke werknemer terug te laten keren naar zijn werk is een kort voorstel. Na een halfjaar ziekte moet de werkgever een uitgebreider plan indienen.
WA0-aanvraag
Na acht maanden moet de uitvoeringsinstelling de zieke werknemer erop wijzen dat hij WAO kan aanvragen. Deze moet dat uiterlijk na negen maanden zelf doen bij de UVI. Uiterlijk na elf maanden ziekte moet de werknemer zijn gekeurd door de arts. In de praktijk lukt dit maar in driekwart van de gevallen.
Keuring
Feitelijk bestaat de keuring uit twee delen. Eerst gaat de aspirant-WAO'er naar een verzekeringsarts. Hij kan drie beslissingen nemen: de gekeurde is helemaal arbeidsgeschikt, helemaal ongeschikt of gedeeltelijk tot arbeid in staat. In dit laatste geval volgt een bezoek aan de arbeidsdeskundige die bepaalt tot welke werkzaamheden de zieke werknemer nog wel in staat is. Het loon dat de zieke werknemer daarmee zou kunnen verdienen, vergelijkt de arbeidsdeskundige met het laatst verdiende loon en het verschil bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid.
Bij de WAO-keuring gaat het dus niet om de vraag `hoe ziek bent u?', maar om: `wat kunt u nog?'. De verzekeringsarts kan vinden dat de zieke werknemer weliswaar niet tot werken in staat is, maar dat die situatie over drie maanden wel eens anders zou kunnen zijn. Dan kan er een voorlopige WAO-uitkering worden toegekend en meteen bij de keuring de afspraak worden gemaakt dat over drie maanden een herkeuring zal volgen. Is dit niet het geval, dan is de tweede keuring na vijf jaar. Daarna volgen elke vijf jaar herkeuringen.
Uit de WAO
De zieke werknemer die arbeidsongeschikt is verklaard kan (gedeeltelijk) beter worden. De WAO'er kan dan zelf een herkeuring aanvragen of de arts meldt de uitvoeringsinstantie dat zijn cliënt weer kan werken. Ook kan deze WAO'er zichzelf reïntegreren door een baan te accepteren. Als de inkomsten daaruit hoger zijn dan de uitkering dan wordt deze stopgezet. Dat geldt ook wanneer de WAO'er na vijf jaar niet opnieuw een uitkering aanvraagt. De WAO stopt in elk geval op het moment dat de arbeidsongeschikte 65 en dus pensioengerechtigd wordt. Dan verandert WAO in AOW (Algemene Ouderdoms Wet).
Geschiedenis
De ontwikkeling van de Wet op de arbeidsongeschiktheid in vogelvlucht:
·1967
De WAO treedt in werking en vervangt onder meer de uit 1921 stammende Ongevallenwet. Mensen die niet of slechts gedeeltelijk kunnen werken krijgen een uitkering ter grootte van 80 procent van het gederfde inkomen. Verwacht wordt dat het aantal WAO'ers de 200.000 niet te boven zal gaan.
·1980
WAO blijkt een vat van verborgen werkloosheid.'' Dat is de conclusie uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit.
· 1985
WAO-uitkering gaat omlaag: van 80 naar 70,5 procent.
· 1987
Iemand die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, krijgt na één jaar werkloosheid niet langer een volledige uitkering, maar blijft op het niveau van zijn gedeeltelijke WAO-uitkering.
· 1991
Kabinet besluit nieuwe WAO'ers een uitkering te verstrekken die aan leeftijd is gekoppeld. Mensen jonger dan 50 jaar gaan er op achteruit.
· 1992
Het wetsvoorstel leidt na lange strijd bijna tot een kabinetscrisis, totdat de regeringsfracties begin 1993 overeenstemming bereiken.
· 1993
Parlementaire enquêtecommissie-Buurmeijer concludeert dat ingrijpende veranderingen nodig zijn in de sociale zekerheid. Een van de conclusies is dat werkgevers en werknemers eendrachtig gebruik hebben gemaakt van de WAO als aantrekkelijke route om werknemers kwijt te raken.
· 1993
Op 1 augustus gaat de Wet terugdringing beroep op regelingen arbeidsongeschiktheid in: WAO'ers jonger dan 50 jaar moeten worden herkeurd en het begrip `passende arbeid' wordt verruimd. Dit betekent dat WAO-ers sneller dan voorheen werk moeten aanvaarden. Verder wordt de WAO-uitkering afhankelijk gemaakt van leeftijd, waardoor alleen 58-jarigen nog de volledige 70 procent krijgen.
· 1994
Regeerakkoord kabinet-Kok: premiedifferentiatie en marktwerking in de WAO moeten in 1998 750 miljoen gulden opleveren. Hoe meer mensen uit een bedrijf in de WAO belanden, hoe meer premie de werkgever moet betalen en andersom.
· 1995
Kabinet vraagt advies aan SER (Sociaal Economische Raad) over wetsvoorstel Pemba (premiedifferentiatie en marktwerking bij verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid). Werkgevers kunnen uitvoering van de WAO-verzekeringen onderbrengen bij particuliere verzekeraars.
· 1996
Staatssecretaris Linschoten past wetsvoorstel Pemba aan en stuurt het voor advies naar de Raad van State. De Raad gaat akkoord met premiedifferentiatie per bedrijf(stak) maar verwerpt het marktwerkingsdeel van het voorstel. Linschoten introduceert een afgebakende periode waarin werkgevers de arbeidsongeschiktheidsuitkering van hun werknemers betalen, die later wordt bepaald op vijf jaar. Linschotens opvolger De Grave stelt de premiedifferentiatie niet langer afhankelijk van de bedrijfstak, maar van de grootte van de onderneming.
· 1998
De wet Pemba wordt ingevoerd.
· 1999
Staatssecretaris Hoogervorst presenteert maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de stijging van het aantal WAO'ers eind 2001 beperkt blijft tot 930.000 en niet uitkomt op 946.000.
3. Krantenartikelen en commentaar

a. PvdA en D66 tegen WAO plan
Commentaar
Het artikel komt uit het Brabants Dagblad van 11 oktober 2000. Ik heb dit artikel gekozen omdat het betrekking heeft op een nieuw plan van de regering. In hoofdstuk 2 heb ik in het kort de geschiedenis van de WAO geschetst. Dit eindigt met het plan van staatssecretaris Hoogervorst om de stijging van het aantal WAO-ers tegen te gaan. In het artikel hierboven lees je eigenlijk een nieuw plan.
In dit geval gaat het niet om een daling van het aantal WAO-ers maar om een daling van de kosten van de WAO. De staatssecretaris stelt voor om niet meer te kijken naar iemands leeftijd, maar naar het aantal jaren dat iemand gewerkt heeft. Hij wil op deze manier berekenen hoe lang en hoeveel WAO iemand krijgt. Met deze plannen verwacht hij na 8 jaar zo’n 300 miljoen gulden minder te hebben uitgegeven.
Tegenstanders van het plan stellen dat vooral herintredende vrouwen door deze maatregel benadeeld worden. Zij hebben namelijk minder jaren gewerkt omdat ze voor de kinderen hebben gezorgd. De staatssecretaris zegt dat hij hiermee rekening zal houden. Hij wil de tijd dat ze voor de kinderen hebben gezorgd meetellen bij de gewerkte jaren. De plannen hebben alleen betrekking op ‘nieuwe’ gevallen en dus niet op mensen die nu al in de WAO zitten.
Ik vind 300 miljoen gulden minder uitgeven (over 8 jaar !) eigenlijk niet zo’n heel groot resultaat. Ook bereik je er niet echt mee dat er minder mensen in de WAO komen, je geeft alleen minder geld aan ze uit. Als mensen echt ziek zijn en niet kunnen werken hebben ze recht op een inkomen. Dat is al minder dan wanneer je wel zou werken. Nu wordt dat dan nog minder. Dat vind ik niet eerlijk.

b.Wetsvoorstel werpt nieuwe drempel op voor WAO instroom
Commentaar
Dit artikel komt uit de Volkskrant van 7 oktober 2000. Het heeft betrekking op hetzelfde plan als waarover in het vorige artikel werd gesproken. In dit geval wordt de mening van twee mensen weergegeven; Bart Dirks en Gijs Herderschee. Dit zijn twee verslaggevers van de Volkskrant. Uit de kop van het artikel blijkt dat zij vinden dat door deze plannen minder mensen in de WAO zullen instromen. Ik dacht dat het ging om minder geld uitgeven. Door dit artikel te gebruiken hoop ik het verhaal beter te begrijpen.
De schrijvers zeggen het als volgt: Tot nu toe was het zo: Hoe ouder je was, hoe meer en langer recht je op WAO uitkering had. Het nieuwe plan zegt dat je moet kijken naar hoe lang iemand gewerkt heeft. Oudere mensen hebben meestal het langst gewerkt. Behalve herintredende vrouwen. Die beginnen pas veel later te werken en hebben daardoor minder jaren gewerkt in totaal. In plaats van WAO betekent dit dat ze, als ze niet meer kunnen werken, geld van de bijstand moeten krijgen. Dat krijg je alleen als je man niks of weinig verdient. WAO kreeg je altijd, ook als je man rijk was. Het kost dus minder geld. Ik begrijp uit het artikel dat de staatssecretaris denkt dat mensen sneller weer gaan werken als ze minder lang een WAO uitkering hebben. Hij heeft het over een grotere stimulans om werk te aanvaarden. Dat kan volgens mij alleen maar als je dus niet echt ziek bent.
c.Commissie Donner moet passend slot schrijven voor WAO drama
Commentaar
Dit artikel komt uit de Volkskrant van 12 oktober 2000. Ik heb dit artikel uitgekozen omdat ik zag dat het over de WAO ging. Toen ik het voor de eerste keer las, vond ik het best moeilijk. Ik heb hulp gevraagd van mijn moeder. Er wordt eigenlijk een verhaal verteld. Het gaat over mensen die in de WAO zitten omdat ze psychische klachten hebben. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die overspannen zijn geraakt van hun werk. Ik heb gelezen dat dit de grootste groep is binnen de WAO. Dat had ik niet gedacht. Ook zeggen ze dat deze groep maar steeds groter wordt. Het verhaal gaat zo:
Iemand wordt ziek, is overwerkt. Hij gaat naar de dokter, die zegt doe maar even rustig aan. In zijn bedrijf wordt hij vervangen door een ander. Dan moet hij naar de bedrijfsarts (Arbodienst). Die vinden het moeilijk om mensen weer terug te laten keren naar het bedrijf. Ze zijn bang dat het mislukt. Ze zeggen, we moeten maar rustig bekijken hoe het gaat. De overspannen man vindt het moeilijk om terug te gaan naar zijn werk, is bang dat hij het werk weer niet aan kan. Uiteindelijk gaat er een jaar voorbij. Dan denkt iedereen dat afkeuren maar het beste is.
Wat me is opgevallen is dat ze het makkelijker vinden om mensen met rugpijn terug te laten gaan naar hun bedrijf dan mensen die overspannen zijn. Er zijn bepaalde beroepen waar overspannen zijn en psychische klachten vaker voorkomen. Leraar is zo’n voorbeeld ! Vaak werken deze mensen eerst een heleboel jaren en dan gaat het ineens niet meer. Dit komt heel veel voor. Dit betekent dat ze het werk wel aankunnen. Je zou ze dus kunnen begeleiden, hoe deed je het eerst, toen het wel lukte. Als je iedereen maar laat afkeuren heb je straks geen leraren meer. (!)
d.Start neemt 1500 WAO-ers jaar in dienst
Commentaar
Dit artikel heb ik van Internet gehaald maar komt origineel uit de Volkskrant van 5 oktober 2000. Ik heb dit artikel gekozen omdat het hier gaat over WAO-ers die weer aan het werk gaan. Het uitzendbureau Start wil aan 1500 WAO-ers een contract voor een jaar aanbieden. Ze krijgen dan 10 % extra boven hun uitkering. Als ze dan echt aan het werk gaan via Start, dan krijgen ze 30 % extra. Het gaat in eerste instantie om mensen die uit de gezondheidszorg komen en die hun uitkering van Cadans krijgen.
Ik vind het wel een goed plan. Je krijgt direct iets extra’s als je meedoet en Start verdient pas wat als ze voor jou een baan hebben. Dat betekent dat ze veel voor je zullen doen. Het is eigenlijk een proeftijd van een jaar waarin de werkgever en de WAO-er kunnen wennen en bekijken of het wel gaat. En als het niet lukt dan is de WAO-er niet meteen zijn uitkering kwijt.
e. Bijna helft Turken en Marokkanen is arbeidsongeschikt
Posted - 2 October 2000 8:35
'Bijna helft Turkenen Marokkanen isarbeidsongeschikt'door Sjuul Paradijshttp://www.telegraaf.nl DEN HAAG - Bijna de helft van alle Marokkaanse en Turkse mannen in ons land tussen de 40 en 64 jaar is arbeidsongeschikt.Dat stelt het VVD-Kamerlid Henk Kamp vandaag in de Tweede Kamer tijdens een debat over arbeidsdeelname van allochtonen.Bij de Marokkaanse mannen boven de 40 jaar gaat het om een percentage van 43 procent en bij de Turken in de deze leeftijdsgroep om 40 procent. Bovendien ontvangen 2500 arbeidsongeschikten in Marokko en 3300 Turken een wao-uitkering in hun vaderland.De liberaal baseert zich daarbij op een enquête 'sociale positie en voorzieningengebruik allochtonen' van het onderzoeksbureau ISEO. Het onderzoek is verricht ten behoeve van de minderhedenrapportage 1999 van het Sociaal en Cultureel Planbureau.In vergelijking met Nederlanders zouden Turken en Marokkaanse mannen verhoudingsgewijs acht tot negen keer vaker arbeidsongeschikt zijn, heeft Kamp berekend.Uitleg "Dit mag onder geen voorwaarde als feit geaccepteerd worden. De onderste steen moet boven. Hoe kon dit gebeuren", stelt Kamp, die hierover vandaag uitleg eist van de ministers Vermeend (Sociale Zaken) en Van Boxtel (Integratie)."Ik wil weten of de cijfers kloppen en hoe deze wantoestand wordt gecorrigeerd", aldus het Kamerlid. "Het gaat om mensen die zelf zeggen arbeidsongeschikt te zijn. Er is misschien een zekere marge in de cijfers, maar dit is natuurlijk ernstig."Kamp gelooft niet dat bijna de helft van de Turkse en Marokkaanse mannen tussen de 40 en 64 jaar arbeidsongeschikt is en afhankelijk is van een uitkering. "De geënquêteerden zeggen arbeidsongeschikt te zijn. Dat wil nog niet zeggen dat ze allemaal een wao-uitkering krijgen."Hij tekent daarbij aan dat het hier niet gaat om de eerste generatie gastarbeiders die eind jaren zestig al naar Nederland kwam en na werkzaam te zijn geweest in de mijnen, de bouw en de metaal- en textielindustrie naar de wao afvloeide."Deze gastarbeiders van het eerste uur zijn inmiddels allemaal met pensioen", aldus Kamp, die verrast zegt te zijn door de uitkomst van de enquête. Volgens de liberaal is het hoge arbeidsongeschiktheidspercentage niet het gevolg van het jarenlang verrichten van zwaar fysiek werk in de Nederlandse industrie.Gezondheid "Volgens een onderzoek uit 1998 is de gezondheid van Turkse en Marokkaanse ouderen zelfs beter dan die van autochtone ouderen", stelt Kamp, zoekend naar de oorzaak. "Ligt het aan de arbeidsongeschiktheidsregels, aan de keuringsartsen of aan de betrokkenen zelf?"De politicus herinnert eraan dat een werkgever financieel wordt gestraft als een werknemer in de wao terechtkomt. "Hoe zal een werkgever zich opstellen tegen sollicitanten van Turkse en Marokkaanse afkomst bij een zo hoog arbeidsongeschiktheidsrisico?", vraagt Kamp zich af.De VVD'er probeert met cijfers verder aan te tonen dat deelname van allochtonen aan het arbeidsproces veel lager ligt dan bij Nederlanders. Bij Turken en Marokkanen zou respectievelijk slechts 40 procent en 37 procent daadwerkelijk werken, terwijl 66 procent van de Nederlanders werkt.
Commentaar
Het artikel heb ik van internet gehaald. Het stond oorspronkelijk in de Telegraaf van 2 oktober 2000. Ik heb dit artikel uitgekozen omdat de kop boven het artikel nogal opvallend was. Bijna de helft van alle Turkse en Marokkaanse mannen zou arbeidsongeschikt zijn. Dit is vastgesteld in een onderzoek. Als je dit vergelijkt met Nederlandse mannen dan zouden Turkse en Marokkaanse mannen 8 tot 9 keer zo vaak arbeidsongeschikt zijn. In het artikel wordt de vraag gesteld hoe dit kan. Ligt het aan de mannen zelf ? Worden ze sneller afgekeurd door de arts ? Hebben ze lichamelijk zwaarder werk gedaan ? Het antwoord blijft onbekend dus je kunt alleen maar raden naar de ware reden. Ik denk dat deze mannen vaak lichamelijk zwaar werk hebben gedaan. Daardoor wordt je eerder ziek en krijg je sneller klachten. Ik denk niet dat artsen deze mensen sneller afkeuren. Misschien wordt er wel snel gedacht dat ze geen ander werk kunnen doen omdat ze de Nederlandse taal niet goed spreken. Dan moet je meestal lichamelijk werk doen, wat ze dan niet meer kunnen. Je hebt meer informatie nodig om hierover een conclusie te kunnen trekken.
4. Andere bronnen en commentaar

a.Interview met WAO-er
Licht zittend werk
Naam: Sariata de Haas (29), woonplaats: Amsterdam
vroeger beroep: bejaardenverzorgster, in de WAO: van 1996 tot oktober 1998, huidig beroep: receptioniste
Ik werkte als bejaardenverzorgster in het Eduard Douwes Dekkerhuis in Amsterdam-Noord. In 1994 kreeg ik pijn in mijn linkerheup. De pijn werd erger en erger, maar ik bleef doorgaan met werken. Artsen van het AMC constateerden dat ik een heupafwijking had. Normaal gesproken is een heup rond. Die van mij is vlak. Ik was nog te jong voor een kunstheup. Je moet weten dat een kunstheup ongeveer tien jaar meegaat en dat hij maar tot twee keer toe kan worden vervangen. Ik zou dan over twintig jaar misschien helemaal niet meer kunnen lopen. De artsen in het AMC konden niets doen.
In het Amstelveenziekenhuis zagen ze wel mogelijkheden. Ik ben daar drie keer geopereerd, voor een standverandering van de heup, een bekkentransplantatie en om pennen van de eerste operatie uit mijn heup te halen. De laatste operatie was in april 1998. De operaties leverden niet het gewenste resultaat op. Ik heb nu nog steeds pijn omdat de botten niet aan elkaar willen groeien. Bovendien loop ik erg moeilijk doordat de heup versleten is. Een terugkeer in de zorg was uitgesloten, omdat ik voor dat werk 100 procent werd afgekeurd. Ik schreef me in bij het Arbeidsbureau. Daar had ik weinig aan. Als ze iets aanboden, bleek ik niet over de juiste papieren te beschikken.
Ik bleef proberen. In mei, vlak na de laatste operatie, belde ik Cadans op, ik wilde opnieuw worden gekeurd. Ik was namelijk nog nooit lichamelijk gekeurd. Alle keuringen die via Cadans gingen, waren tot dan toe schriftelijk gebeurd, dat is vreemd, omdat het gebruikelijk is om lichamelijk te worden gekeurd. Als ik daarnaar vroeg, wezen ze me er op dat ik nog operaties voor de boeg had.
Ze zouden me bericht geven. Ik hoorde niets. In juli belde ik weer. `Iedereen is nu op vakantie mevrouw, belt u in augustus nog maar even terug', zeiden ze mij. Daar wordt je op een gegeven moment moedeloos van. Sta je voor de zoveelste keer in je eentje in het oerwoud. Uiteindelijk werd ik in november 1998 gekeurd. Ze keurden me definitief voor 25 tot 35 procent af. Ik mocht, zoals dat heet, `licht zittend werk' gaan verrichten. Het is aan de keuringsarts te danken dat ik nu weer aan het werk ben. Hij kwam met Arbeidsintegratie op de proppen. Anders was dat voor mij altijd onbekend gebleven. Zo kwam ik dus eigenlijk per toeval aan de baan bij televisieproducent Gert Berg Producties. Ik neem telefoontjes aan en verwerk faxen. Ik werk, met behoud van WW-uitkering, veertig uur in de week. Ondanks dat ik dit leuk werk vind, is het niet de baan naar mijn hart. Dat zal altijd de zorg blijven.
Van de week kreeg ik weer papieren van Cadans in de brievenbus. Ik moet opnieuw een WW-uitkering aanvragen. Bovendien heb ik volgens hen nog steeds sollicitatieplicht. Dat kan helemaal niet, dacht ik. Toen ik ze belde, bleken ze niet eens te weten dat ik weer een baan heb.''

Commentaar
Dit interview stond op de NRC pagina van internet. Daar is een groot thema over de WAO gemaakt. Ik vond het leuk om dit interview in mijn werkstuk te gebruiken omdat nu eindelijk eens een WAO-er zelf aan de beurt komt. Tot nu toe ging het alleen maar over de WAO-ers. Het verhaal van deze vrouw is een voorbeeld van iemand die door lichamelijke klachten in de WAO is beland. Ze kon haar werk in de verzorging niet meer doen omdat ze aan haar heup geopereerd moest worden. Ook lees je hoeveel moeite ze heeft moeten doen om geholpen te worden en om gekeurd te worden. Wat ik gek vind is dat ze bij Cadans niet eens wisten dat ze weer aan het werk was. Dat zouden ze toch moeten merken omdat ze dan geen uitkering meer kreeg. Ze zijn met haar eigenlijk ook niet aan de gang gegaan om haar naar ander werk te krijgen. Als ze dat zelf niet had gedaan, had niemand geweten dat ze best op kantoor kon werken. Misschien gaat dat bij de Turkse mannen ook wel zo; niemand probeert ze weer aan het werk te krijgen.
b.Wet Rea (spoor 1 en 2)
Deze informatieboekjes heb ik aangevraagd bij Cadans. Ze zijn in het plastic mapje bijgevoegd.
Commentaar
De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten is vanaf 1 juli 1998 van kracht.
Doel van de wet is de kansen op de arbeidsmarkt vergroten voor mensen die door ziekte of gebrek moeilijk toegang hebben tot deze markt, de zogenaamde arbeidsgehandicapten. REA maakt het voor de werkgever aantrekkelijker om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen of te houden. Voorwaarde voor het krijgen van subsidie in het kader van de reïntegratiewet is dat het gaat om het in dienst nemen of in dienst houden van arbeidsgehandicapte werknemers.
REA heeft de volgende hoofdelementen:
· Bij aanname van een arbeidsgehandicapte werknemer dan krijgt de nieuwe werkgever subsidie.
· Herplaatsing bij de eigen werkgever: dan krijgt de werkgever ook subsidie (herplaatsing budget)
· Subsidie voor behoud eigen werk
· Als de kosten hoger zijn dan het (her)plaatsingsbudget: Pakket-op-maat
· Persoonsgebonden voorzieningen, bijvoorbeeld aanpassingen aan de werkplek
· Als de WAO-er ziek wordt dan wordt het loon doorbetaald maar kost het de nieuwe werkgever niets
· Werkgevers die een WAO er in dienst nemen hoeven minder basispremie WAO te betalen
· Loonsuppletie aan werknemer; als iemand minder verdient als in zijn oude werk kan hij aanvulling op het loon krijgen
· Proefplaatsing en reïntegratie-uitkering, om uit te proberen of het wel lukt met de nieuwe baan
Ik vind dit een goede wet. Het gaat er zoveel mogelijk om mensen weer aan het werk te krijgen. Voor de werknemer zijn er voordelen en ook de nieuwe baas krijgt subsidie. Ook wordt het beter geregeld om bij je eigen baas terug te keren.
c. Veiling van WAO-ers
Commentaar
Het artikel heb ik van internet gehaald. Het heeft oorspronkelijk in het weekblad Intermediair gestaan en is geschreven door P. van de Kwast. Ik heb dit artikel genomen omdat ik de titel wel grappig vond. Veiling van WAO-ers, wat bedoelen ze daar mee ?
Omdat in Nederland momenteel heel veel behoefte is aan personeel (veel vraag) en er maar weinig geschikt aanbod is, gaat men zich nu richten op de grote groep die arbeidsongeschikt is. Toen er grote werkloosheid was, waren deze mensen niet echt nodig. Maar nu denkt men toch wat aan ze te hebben. Er zijn allerlei commerciële uitzendbureaus die mogen proberen om deze WAO-ers aan het werk te krijgen. Hiervoor krijgen die bureaus geld. In het artikel betwijfelen ze of dit wel zal lukken. Er wordt gezegd dat mensen in Nederland hele hoge eisen aan zichzelf stellen. Ze werken hard en houden van samenwerken. Als het samenwerken niet lukt of als ze te weinig presteren dan worden deze mensen niet meer geaccepteerd in het bedrijf. Dan belanden ze uiteindelijk in de wao. “Mensen die niet meekomen vliegen er onmiddellijk uit”. De veiling van Wao-ers zal geen succes hebben, denkt de schrijver. Want het merendeel van hen kan niet meer meekomen.
Mijn mening is dat het best kan werken als aan de Wao-ers echt aandacht wordt besteed. Uit het verhaal van de mevrouw uit het interview lees je dat ze juist zelf wel wilde, maar niet geholpen werd. Als je nu wel geholpen wordt bij het vinden van ander werk, zal dat zeker wel helpen.
d.Kwaliteit WAO keuringen aangepakt
Commentaar
Dit artikel heb ik van internet afgehaald. Het komt van de speciale pagina van LISV. (Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen). Datum is 31 mei 2000. Zij geven informatie over de WAO en houden alle cijfers bij voor de minister. In het artikel wordt gemeld dat het beter moet worden met de WAO keuringen. Daartoe is een convenant afgesloten tussen LISV en de UVI’s. een convenant is een overeenkomst.
Dit betekent sneller keuren door artsen, achterstanden in de keuringen wegwerken, 90 % van de keuringen moet op tijd gebeuren. Hiervoor komt er extra geld.
Het blijkt dat er een grote achterstand is in de keuringen en men ook niet tevreden is over de kwaliteit. Ik begrijp uit het artikel dat er met het extra geld de achterstand kan worden weggewerkt. Dat is volgens mij belangrijk. Als je in de Wao zit wordt je steeds opnieuw gekeurd. Je kunt namelijk ook beter worden. Als je beter bent kun je weer aan het werk. Als je keuring wordt uitgesteld ga je dus later aan het werk dan eigenlijk nodig is. Ook andersom komt voor. Je kunt niet meer werken, je wordt ziek maar je keuring wordt maar uitgesteld. Je weet dan maar steeds niet of je in de Wao komt en hoeveel geld je krijgt.
5. Samenvatting

Voor dit werkstuk heb ik heel veel materiaal kunnen gebruiken. Bijna elke dag staat er wel wat in de krant over de WAO. En op internet waren er wel meer dan 2000 pagina’s over dit onderwerp te vinden. Ik heb er veel van geleerd. Mij is duidelijk geworden dat er heel veel mensen zijn die werkloos zijn omdat ze arbeidsongeschikt zijn en dus in de WAO zitten. Heel lange tijd was daar niet zo veel aandacht voor. Toen waren er genoeg gewone werklozen die een baan moesten krijgen. Nu er steeds minder werklozen zijn wordt er meer en meer gekeken naar de WAO-ers. Er zijn verschillende zaken die hierbij een rol spelen:
- De medische keuringen moeten sneller en beter
- De uitkeringen worden lager en minder lang
- Er komt steeds meer geld om WAO-ers aan het werk te helpen
- Steeds meer mensen komen in de WAO door psychische problemen
- Er is een nieuwe wet (REA) om WAO-ers aan het werk te krijgen
- Je komt minder snel in de WAO terecht
Dit is in het kort een samenvatting van wat ik heb gelezen. Eigenlijk is het jammer dat je bijna nergens leest wat het resultaat tot nu toe. Dat komt omdat men eigenlijk pas bezig is met deze nieuwe plannen. In de toekomst moet duidelijk worden of het helpt. Maar voor mensen die echt niet kunnen werken omdat ze ziek zijn moet de WAO volgens mij wel altijd blijven. Dan heb je toch nog wat geld om van te leven. En ik denk dat de meeste mensen toch liever werken dan ziek thuis zitten. Dus met de hulp die ze nu kunnen krijgen zullen ze wel blij zijn.
Ik vond dit werkstuk leuk en heb er veel over geleerd.

REACTIES

E.

E.

Hallo,
Vergeet niet, dat we allemaal langer moeten werken. Dus de kans dat we in een WIA situatie komen wordt groter. De bedrijven zitten niet te wachten op deze mensen. Bovendien krijgen ze problemen als de zorgverzekeringen duurder worden. Immers, ze zijn chronisch ziek. Dus hebben hogere kosten, maar minder inkomen. Zit jij in loonklasse tot 21.000 Euro bruto per jaar, krijg je het heel zwaar. Dus handen af van deze groep. Behalve hun gezondheidsprobleem, krijgen zij ook financiele en sociale problemen. Dit wordt veer te licht ingeschat. En ze worden door de samenleving met de nek aangekeken, omdat ze volgens de algemene denkwijze, te lui of niet echt ziek zouden. Ze hebben echt wel zwakke lichaamlijke en/of geestelijke chronische problemen. Dus blijf met je poten van deze mensen af.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.