Uitbreiding Europese Unie

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 6921 woorden
  • 30 maart 2004
  • 83 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
83 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Inleiding

Onlangs kwam Mevr. Rademakers met het prachtige idee om maar eens een werkstuk voor economie te maken. Zo gezegd zo gedaan. Als onderwerp voor mijn praktische opdracht heb ik de EU gekozen. Omdat de uitbreiding van de EU toch voor de deur staat dus erg recent en goed bespreekbaar is. Een praktische opdracht heeft altijd een hoofdvraag die je doormiddel van deelvragen probeert te beantwoorden. De hoofdvraag luidt:

Is het verstandig om de EU uit te breiden?
Een hoofdvraag is niks zonder de deelvragen en deze luiden:
• Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen?
• Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar?
• Wat houdt de uitbreiding precies in?
• Wat zijn de knelpunten als het gaat om de uitbreiding van de EU?
• Wat zijn de argument voor de uitbreiding van de EU?
• Wat zijn de argumenten tegen de uitbreiding van EU?
Deelvraag 1 Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen?

Al na de eerste wereldoorlog waren er mensen van mening dat de Europese landen afzonderlijk niet zouden kunnen blijven opboksen tegen de groeiende macht van andere wereldstaten en na de tweede wereldoorlog was het duidelijk dat er een Verenigd Europa moest komen. Europa had door de oorlog grote klappen opgelopen en zat financieel volledig aan de grond. Daarom ontstonden er organisaties die hebben bijgedragen tot de vereniging van Europa.

Hoe is het allemaal begonnen?

De eerste stap naar een grotere Europese economische samenwerking was de Europese gemeenschap voor kolen en staal (EGKS), dit verdrag werd in 1951 in Parijs ondertekend en trad op 23 juli 1952 in werking.
Lid van deze organisatie waren Frankrijk, Duitsland, Italië en de landen van de Benelux (België, Nederland en Luxemburg). De EGKS voorzag in volledig vrij verkeer van kolen en staal binnen de zes landen. De oprichting van deze organisatie had vooral een politieke reden. Namelijk, Duitsland en Frankrijk hadden in de twee wereld oorlogen als elkaars vijanden tegenover elkaar gestaan en hadden miljoenen mensen verloren en ook veel materiele schade geleden, dus economische samenwerking zou de kans op nog een oorlog verkleinen.
De ministers van de zes leden van de EGKS besloten de economische samenwerking uit te breiden naar andere sectoren. Op 25 maart 1957 werd het verdrag van Rome gesloten waarin de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en de EGA (Europese gemeenschap voor Atoomenergie ook wel EURATOM genoemd) werden opgericht, dit verdrag trad in werking op 1 januari 1958.
De EEG streefde niet alleen naar betere welvaart, maar moest ook voor betere verhoudingen tussen de landen zorgen. De EEG streefde naar samenwerking op economisch vlak, met nadruk op de landbouw, industrie, handel en een gemeenschappelijke markt. Meteen werd er al een gemeenschappelijk buitentarief ingesteld, en de onderlinge invoerrechten werden geleidelijk aan verminderd.
In de EGA werkten de landen samen op het gebied van de atoomenergie, met nadruk op onderzoek, afvalverwerking en veiligheid.
Op 8 april 1965 werd er in Brussel een fusie verdrag getekend waarin vermeld stond dat er één gemeenschappelijke Commissie en één gemeenschappelijke raad kwam voor de EEG, EGKS en de EGA samen. Zo was het samenwerkingsverband van de EG (Europese Gemeenschap(pen)) ontstaan.
In 1960 had een aantal andere Europese landen, die de samenwerking binnen de EEG te ver vonden gaan, de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) opgericht. Aan de EVA namen deel: het Verenigd Koningrijk, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Portugal, IJsland en Zwitserland, later trad ook Finland toe. Binnen de EVA werden ook de invoerrechten afgeschaft. Later verlieten Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Portugal de EVA om zich bij de EG aan te sluiten. Op 7 februari 1992 werd in het verdrag van Maastricht het EG- verdrag veranderd om in drie stappen tot een economische en Monetaire Unie te komen, de EU (Europese Unie) werd opgericht. Dit verdrag trad op 1 November 1993 in werking. De landen besloten niet alleen op economisch maar ook op politiek vlak samen te
De Europese Unie rust op drie pijlers, het EG-verdrag is er een van, de andere twee zijn het buitenlands- en veiligheidsbeleid en de laatste pijler word gevormd door samenwerking op justitieel en politiek beleid. Het EG-verdrag is een voorbeeld van supranationaliteit, de andere twee pijlers hebben meer het karakter van intergouvernementele samenwerking (samenwerking tussen verschillende regeringen onderling).

De EU heeft sinds de oprichting steeds meer leden gekregen. Het begon met de EG die met: Duitsland, Italië, België, Nederland, Frankrijk, België en Luxemburg begon, daar kwamen in 1973 Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken bij, in 1981 sloot Griekenland zich aan en de EG werd als laatste nog uitgebreid in 1986 met Spanje en Portugal. Sinds de EG een onderdeel is van de EU hebben Oostenrijk, Zweden en Finland zich in 1995 ook nog aangesloten. Ook staan er nog een aantal Europese landen in de wacht rij om lid te worden.

Deelvraag 2 Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar?

Je kunt de EU een beetje vergelijken met de Verenigde Staten van Amerika, een groot land dat is opgebouwd uit verschillende deelstaten. Elk van deze deelstaten heeft een eigen bestuur, maar word ook bestuurd door een overkoepelende regering. Ook de landen van de Europese Unie hebben allemaal hun eigen bestuur.
Om te vermijden dat de wetten in de verschillende landen in tegenstelling zijn met de maatregelen van de EU, hebben de lidstaten een deel van hun macht afgestaan.
Om de Europese Unie te kunnen besturen, zijn er een aantal instellingen en organisaties met elk hun eigen taken en opdrachten opgericht.

De Europese Commissie

De Europese commissie, het dagelijks bestuur van de Europese unie, is in werking getreden op 1 juli 1967, voor die tijd hadden EGKS, EEG en EURATOM elk hun eigen dagelijks bestuur.
De Europese Commissie is het uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement. De besluiten die door de Ministerraad worden genomen worden door de Commissie tot uitvoer gebracht, Ook ziet ze erop toe dat de Europese verdragen en besluiten worden nageleefd. Wanneer een land wordt betrapt op een overtreding, dan kan de commissie de schuldigen voor het Europese Hof van Justitie dagen.
De Commissie bestaat op dit moment uit twintig onafhankelijke commissarissen (twee uit Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italië en het Verenigd Koninkrijk en één uit de andere landen) die door de lidstaten worden benoemd. De leden van de commissie zijn volkomen onafhankelijk, dus geen staats vertegenwoordigers. De commissarissen worden op hun bekwaamheid gekozen voor een periode van vijf jaar. Ze zijn herbenoembaar.
Zeventien van de twintig leden van de commissie zijn verantwoordelijk voor een eigen politieke portefeuille, vergelijkbaar met de ministers in onze Nederlandse politiek, en de andere drie zijn de voorzitter en de twee vice-voorzitters.
Natuurlijk wordt niet al het werk gedaan door deze twintig mensen, de Commissie beschikt over een hele staf van medewerkers, deze werken grotendeels in Brussel, op het hoofdkwartier van de Commissie. Ook werken er in Luxemburg waar ook vergaderingen van de Europese Unie plaatsvinden.In totaal zijn er zo’n 12.000 ambtenaren. Ook heeft de Commissie naast ambassadeurs in de verschillende landen van de wereld ook afgevaardigden in een aantal wereldorganisaties zoals de VN en de OESO.

Het Europees parlement

Het Parlement is de volks vertegenwoordiging van de EU en ook meteen het omvangrijkste bestuursorgaan. Het Europees Parlement werd tot 1979 gekozen door en uit de nationale parlementen. Sinds 1979 worden de leden van het parlement gekozen door de burgers van de lidstaten via rechtstreekse algemene verkiezingen, in totaal waren er 518 zetels maardoor de hereniging van Duitsland en de komst van Oostenrijk, Finland en Zweden moesten er een aantal zetels worden herverdeeld. Sinds 1 Januari 1996 bedraagt het aantal zetels 626, deze zijn als volgt verdeeld:
Onafhankelijk van de nationaliteit van de parlementsleden zitten ze in 8 politieke fracties namelijk;
Socialisten
Christen democraten
Liberalen
Orthodoxe communisten
Eurocommunisten
Europese democratische fractie
Fractie van verenigde Europese democraten
Het parlement heeft eigenlijk drie functies; Adviserende functie: nadat de voorstellen door de commissie zijn geformuleerd, worden ze ter bespreking voorgelegd aan het parlement, steunend op deze voorstudies bestudeert het parlement de voorstellen grondig. Daarin brengt het Europees Parlement advies uit bij de ministerraad
Controlerende functie: de Europese Commissie en de raad van Ministers worden door het Parlement gecontroleerd en de begroting moet door het Parlement goedgekeurd worden, het is immers de rechtstreekse volksvertegenwoordiging.
Wetgevende functie: sinds 1987 heeft het Parlement enige wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten, ook het recht op amendement (veranderen of verbeteren van een wetsvoorstel) en het vetorecht (verbieden, ongeldig verklaren van wetsvoorstellen) mag het Parlement gebruiken.
Het orgaan dat is belast met de organisatie van de werkzaamheden van het parlement is het bureau, dit bestaat uit:de voorzitter van het Europees parlement plus veertien ondervoorzitters en nog vijf afgevaardigden met een adviserende functie.
Veel van het parlementaire werk vind plaats in de achttien parlementaire commissies ofwel werkgroeppen, om de werkzaamheden van het parlement te versnellen en doeltreffender te maken. De werkgroeppen bestuderen de vraagstukken die in de plenaire vergadering worden besproken. Elk beleidsterrein heeft zijn eigen werkgroep zoals: begroting, landbouw, energie, sociale zaken enzovoorts.Een werkgroep vergadert gemiddeld twee à drie keer per maand in Brussel, de plenaire zittingen vinden elke maand een week lang plaats in Straatsburg. Het secretariaat van het Europees Parlement is in Luxemburg gevestigd.

De Europese Raad (ofwel: Raad van Ministers)
De raad van ministers is een vergadering van ministers van de EU landen, er zetelen ministers uit alle lidstaten. De samenstelling van de vergadering is afhankelijk van het onderwerp dat word besproken, word er bijvoorbeeld gesproken over het mestoverschot, dan komen de ministers van landbouw bij elkaar en zo word dat met elk onderwerp gedaan.
De Europese raad is verantwoordelijk voor het algemeen beleid in de Eu, ze stellen de Europese richtlijnen vast en beslissen over zalen die van Europees belang zijn zoals de visquota en Europese landbouw prijzen. Ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting.
Het voorzitterschap van de ministerraad wisselt om de zes maanden, de lidstaten nemen om de beurt het ministerschap waar.
De leden van de Commissie en het Parlement moeten hun nationale gevoelens aan de kant zetten en Europees denken en handelen, de Leden van de Europese raad moeten ook op nationaal niveau denken, want zij verdedigen ook hun nationale belangen. Gemeenschappelijke behoeften verschillen meestal nogal van nationale belangen, en om tot aanvaardbare besluiten te komen streeft men in de ministerraad naar unanimiteit (al is dit niet voor alle besluiten nodig.)
Het stemmen in de ministerraad word evenredig gedaan met het aantal inwoners van een lidstaat, ik heb hier geen recente informatie over kunnen vinden, maar in de tijd dat de EG nog twaalf leden had beschikte de ministerraad over 76 stemmen, die in overeenstemming waren met het aantal inwoners van de lidstaat. In die tijd waren er in principe 54 stemmen nodig om een wet goed te keuren. De manier van stemmen is hetzelfde gebleven alleen de aantallen kunnen zijn aangepast.
Zoals het Europees parlement de organisatie over laat aan het bureau, zo coördineert en bereidt het Comité van Permanente Vertegenwoordigers de werkzaamheden van de Raad voor. Ook beschikt de ministerraad over zo’n 1900 ambtenaren die vooral de administratie doen.
De Raad van Ministers komt minstens twee keer per jaar bij elkaar.
De Europese Raad moet niet verward worden met de Raad van Europa.

Het Europese hof van Justitie
Het Europese hof van justitie is de rechtsprekende macht van de EU. Het hof bestaat uit vijftien rechters, Deze zijn benoemd door de lidstaten, en uit negen advocaten-generaal, deze benoeming is voor een periode van zes jaar. Het hof van Justitie heeft een eigen bevoegdheid, en de uitspraken die ze doet zijn bindend, dit wil zeggen dat Nationale rechtbanken ondergeschikt zijn aan het Europese hof van Justitie.
Het hof treed in zijn geheel op of in kamers, bestaande uit drie, vijf of zeven rechters.
De belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd, dit kan worden opgesplitst in drie soorten:
De berechting van geschillen, dit gaat over geschillen tussen instellingen, tussen lidstaten, tussen instellingen enerzijds en staten en particulieren anderzijds. Door de rechtstreekse werking van EG-bepalingen en andere EG-wetgeving kunnen particulieren een beroep bij het Hof instellen, dit is bij de meeste andere internationale rechters niet mogelijk.
Het uitbrengen van bindende adviezen: Dat wil zeggen dat het Hof van Justitie wetten, beslissingen en handelingen van de Commissie, de Ministerraad of zelfs van de regering van een lidstaat nietig kan verklaren. Ook vragen nationale rechterlijke instanties vaak om juridisch advies aan het hof.
Het geven van Prejudiciële beslissingen: Uitspraken doen over de achtergronden van wetten en verdragen. Bij twijfel of onduidelijkheid beslist het hof wat de bedoeling van de wetgevers is geweest en wat de precieze inhoud van de wetten is.
Het Europese Hof van Justitie is gevestigd in Luxemburg.

De Europese Rekenkamer
In het EU gaat een heleboel geld om, daarom is er een orgaan in het leven geroepen dat moet toezien op de begroting. De Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd. De Rekenkamer kan het Parlement en de Raad elke onregelmatigheid melden.
De Europese Rekenkamer bestaat uit vijftien leden, uit elke lidstaat één, die voor zes jaar word benoemd door de Raad. Uit het midden van de vijftien ledenkiezen ze een president, deze word voor drie jaar benoemd en is herkiesbaar. De kamer beslist bij absolute meerderheid van stemmen. De Rekenkamer word bijgestaan door een Secretaris-generaal en ongeveer 550 medewerkers. Het is gevestigd in Luxemburg.

De Investeringsbank (EIB)

De Rekenkamer oefent strenge controle uit over de besteding van de Europese financiën. Dit is op zich goed, maar het duurt hierdoor vaak lang voordat er geld beschikbaar komt. Soms is er snel geld nodig, en daarom is de Investeringsbank opgericht. De investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd.
De EIB Is opgericht bij het verdrag van Rome in 1958. De Raad van Gouverneurs heeft eigenlijk de leiding over de investeringsbank. De Raad van Gouverneurs bestaat uit ministers die door elke lidstaat zijn aangewezen, meestal zijn dit de ministers van financiën. Taken van de Raad van Gouverneurs:
Algemene richtlijnen van voor het krediet beleid vaststellen
Balans en jaarverslag goedkeuren
Financiële verplichtingen van de bank aangaan buiten de EU
Besluiten nemen over kapitaal verhogingen
Benoemen van de leden van de raad van bestuur, de directie en het comité ter controle van de boekhouding.
De Raad van bestuur staat onder leiding van de president van de bank en bestaat uit 24 door de lidstaten aangewezen leden en één lid dat door de Europese commissie is benoemd. De Raad van bestuur keurt de opgenomen en verstrekte leningen.
De directie is het uitvoerend orgaan van de bank, zij dragen zorg voorvoor het dagelijks beheer en bereidt de besluiten van de raad van bestuur voor. De directie bestaat uit een voorzitter en zeven vice-voorzitters.
Het comité ter controle van de boekhouding ziet toe op de regelmatigheid van de activiteiten en boekhouding van de bank. Ook werkt het comité ter controle van de boekhouding samen met de Europese Rekenkamer tijdens de externe controle van de activiteiten van de EIB, die betrekking hebben op de begrotingsmiddelen van de Europese Unie of de lidstaten.
De Europese Investeringsbank beschikt niet over de traditionele middelen uit spaardepots of rekeningen courant en kan zich rekenen tot de belangrijkste geldverstrekkers. De EIB profiteert op de kapitaalmarkten van de beste krediet notering, hierdoor kan de bank tegen zeer concurrerende voorwaarden veel geld verhandelbaar maken die nodig zijn voor steun aan investeringen.

De Europese Centrale Bank (ECB)

De komst van een Economische en Monetaire Unie (EMU) heeft geleid tot een nieuwe centrale bank, de Europese Centrale bank. Deze houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro, dit is vergelijkbaar met de vroegere taak van de Nederlansche Bank (DNB). Samen net de nationale centrale banken vormt de ECB het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB).
Het Bestuur van de ECB wordt gevormd door de President en 5 leden. Dit Bestuur, vormt samen met de op dit ogenblik 12 deelnemende Gouverneurs van de nationale centrale banken de Raad van de ECB. De ESCB is een van de politiek onafhankelijke instelling met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit. Daarbij zal het algemeen economisch beleid van de EU ondersteund worden.
De hoofdtaken van de ECB zijn:
Het vaststellen en uitvoeren van het monetaire beleid in de eurozone;
Het zonodig kopen of verkopen van vreemde valuta’s om de koers van de euro te beïnvloeden (zogeheten valuta-interventies);
Het aanhouden en beheren van de officiële reserves van de lidstaten (voorraad vreemde valuta en goud);
Het bevorderen van een soepel werkend betalingsverkeer binnen de eurozone.
Het Eurosysteem is met name bedoeld om de prijsstabiliteit te behouden in de eurozone, zodat de koopkracht van de euro behouden blijft. Dit gebeurt op twee manieren:
Een vooraanstaande rol is toegewezen aan de munteenheid. Deze rol wordt onderstreept door de bekendmaking van een referentiewaarde voor de groei van de geldhoeveelheid in brede zin, waarbij inflatie wordt gezien als een gevolg van het feit dat de beschikbare geldhoeveelheid te groot is in verhouding tot het aanbod van goederen en diensten;
Een beoordeling op basis van allerlei indicatoren en perspectieven ten aanzien van prijsontwikkelingen en risico’s voor de prijsstabiliteit in de eurozone (zoals salarissen, wisselkoersen, rentekoersen op lange termijn en diverse maatregelen ten aanzien van economische bedrijvigheid).


Deelvraag 3: Wat houdt de uitbreiding precies in?

De Europese unie staat op het punt om uit te breiden met tien nieuwe lidstaten, per 1 mei2004 behoren Estland, Letland, Litouwen, polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus tot de EU. Ook staan er nog drie landen in de wacht, Roemenië en Bulgarije die een voorlopige datum van 2007 hebben gekregen en Turkije dat nog niet vergenoeg is gevorderd met de toetredingsonderhandelingen om een datum te krijgen. Maar de grote vraag blijft: Is zo’n grootscheepse uitbreiding wel een verstandige zet van de Europese Unie?

De toetredingscriteria
Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie criteria voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk vlak.
Politieke voorwaarden: Ze moeten stabiele democratieën zijn die minderheden beschermen en mensenrechten eerbiedigen.
Economische voorwaarden: In het kandidaat-land moet een functionerende markteconomie bestaan en het land moet het vermogen hebben om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden; er mag geen staatseconomie bestaan.
Bestuurlijke voorwaarden: Het kandidaat-land moet in staat zijn de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen en de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie onderschrijven. Het land moet in staat zijn de hele Europese wetgeving over te nemen en toe te passen.
Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De kandidaat-landen met dit probleem krijgen van de Europese Unie hulp in de vorm van geld en kennis.
Het totale ‘overnamepakket’ beslaat 85.000 pagina’s, onderverdeeld in 31 ‘hoofdstukken’ (beleidsterreinen), zoals belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken, vrij verkeer van personen en kapitaal. Over de politieke en economische toelatingseisen valt niet te onderhandelen maar bij de overname en uitvoering van de EU-regels is uitstel op bepaalde onderdelen mogelijk. Al deze afspraken komen ook in het uiteindelijke toetredingsverdrag tussen de EU-landen en de Kandidaat –lidstaat. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie.
Ieder land apart bekeken
Om een mening te kunnen vormen over de uitbreiding moet ieder land apart bekeken worden.

Estland
Hoofdstad: Tallinn
Oppervlakte: 45 227 km2
Aantal inwoners: 1.4 Miljard
Taal: Ests, Russisch
Munteenheid: Kroon
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940 opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 9800,-
Bevolkingsgroei: 0,5%
Werkloosheid: 12,4%
Estland voldoet volgens de Europese Commissie aan de politieke criteria, maar moet vooral op economisch en administratief gebied nog belangrijke stappen zetten. Zo schiet het nog tekort aan de uitvoering van de hervorming van het openbaar bestuur, en de transparantie van personeelsbenoemingen en de coördinatie tussen uitvoerende organen. De burgers hebben nog niet genoeg toegang tot het juridisch systeem en de kwaliteit en uitvoering van uitspraken van rechters laat te wensen over. De Esten gaan goed vooruit op het gebied van de integratie van de grote Russische minderheid. Op economisch gebied, zo tekent de Commissie aan, blijft het begrotingstekort te hoog en is er hoge werkloosheid en veel vacatures. Verder is de kwaliteit van het voedsel nog lang niet op EU-peil.
Hoe staat Estland ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie. Met zich meer inspannen voor de naturalisatie van de Russische minderheid
Is trager met het toepassen van de Europese wetgeving over interne markt, landbouw, justitie en binnenlandse zaken, dan het zelf had aangekondigd.
Moet het toezicht voor voedsel veiligheid verbeteren
Moet dringend de aanpassing van de visserij aan de Europese wetgeving verbeteren.Moet het milieu beleid aanpassen en investeren in infrastructuur voor afvalverwerking. Moet wetgeving aanpassen op het gebied van migratie, asiel en witwassen
Moet de grenscontrole versterken en meer doen ter bestrijding van de georganiseerde misdaad.

Letland
Hoofdstad: Riga
Oppervlakte: 64 589 km2
Aantal inwoners: 2.4 miljoen
Taal: Lets, Litouws en Russisch
Munteenheid: Lat
Onafhankelijk sinds: 1918 – 1940 en opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 7700,-
Bevolkingsgroei: -0,8%
Werkloosheid: 7,6%
Letland heeft een markteconomie die voldoet aan de politieke criteria voor toetreding, die heeft macro-economische stabiliteit en die veel vooruitgang heeft geboekt op weg naar toetreding tot de Europese Unie. Maar het moet nog veel doen om het openbaar bestuur te hervormen en corruptie te bestrijden.
Hoe staat Letland ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie
Heeft tekortkomingen van het justitiële systeem nog onvoldoende aangepakt
Heeft vooruitgang geboekt bij de bestrijding van corruptie, maar toch blijft dit een zaak van ‘ernstige zorg’
Heeft zich minder ingespannen voor de versterking van het bestuur dan voor de aanpassing van de wetgeving aan de Europese regelgeving
Moet voorrang geven aan een computersysteem voor de douane
Heeft een voedsel en Veterinaire dienst opgericht, maar moet toch het bestuur versterken om het Europese landbouwbeleid volledig te kunnen uitvoeren
Moet de wetgeving over migratie, witwassen en bescherming van financiële belangen aanpassen.

Litouwen
Hoofdstad: Vilnius
Oppervlakte: 65300 km2
Aantal inwoners: 3.5 miljoen
Taal: Litouws, Russisch en Pools
Munteenheid: Litas
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940, opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 8700,-
Bevolkingsgroei: -0,1%
Werkloosheid: 12,5%
Hoe staat Litouwen ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie
Moet de professionele kwaliteit van rechters en openbare aanklagers verbeteren
Heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt bij bestrijding van corruptie
Heeft de kwaliteit van het bestuurlijk apparaat de laatste jaren aanzienlijk verbeterd
Heeft slechts beperkte vooruitgang geboekt bij aanpassingen op het gebied van landbouw, visserij en milieu
Moet de ambtelijke staf veter opleiden
Moet de laatste aanpassingen aan de Europese wetgevingen doen op terreinen als witwassen, de bescherming van financiële belangen, grensbewaking en asiel.

Polen

Hoofdstad: Warschau
Oppervlakte: 312 658 km2
Aantal inwoners: 39 miljoen
Taal: Pools
Munteenheid: Zloty
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 9200,-
Bevolkingsgroei: 0%
Werkloosheid: 16,7%
Hoe staat Polen ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie
Heeft vooruitgang geboekt bij de hervorming van het justitieel apparaat
Heeft vooruitgang geboekt bij bewaking van de grenzen met Kraliningrad, Wit-Rusland en Oekraïne.
Heeft zoveel corruptie dat dit reden voor ernstige zorg is. Moet politieke, bestuurlijke en zakelijke cultuur ontwikkelen die corruptie kan weerstaan
Heeft de meeste Europese wetgeving overgenomen, maar toont aanzienlijke gebreken bij de toepassing van deze wetgeving bij milieu en voedselveiligheid.
Heeft grote vooruitgang geboekt op terrein van vrije goederen verkeer
Noodzakelijke sanering staal industrie stagneert
Aanpassing belasting regime verloopt traag
Moet de wetgeving over banken en verzekeringen nog aanpassen
Moet aanzienlijke extra inspanningen doen om tijdig het functioneren van de douane te verbeteren
Moet de landbouw wetgeving nog grotendeels aanpassen
Heeft visserij sector nog slechts beperkt aangepast
Versterking van bestuurlijk apparaat houd geen gelijke tred met aanpassing van Nationale wetgeving aan Europese regels
Tsjechië

Hoofdstad: Praag
Oppervlakte: 78 864 km2
Aantal inwoners: 10,3 miljoen
Taal: Tsjechisch
Munteenheid: Tsjechische kroon
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 13 300,-
Bevolkingsgroei: -0,1%
Werkloosheid: 8,5%
De Tsjechische Republiek is één van de koplopers onder de kandidaat-lidstaten. Al in 1997 voldeed het land aan de politieke criteria van de EU. Dit jaar geeft de Commissie ook een voorwaardelijke voldoende voor de markteconomie. Het land heeft een functionerende markt economie. Afgezien van het feit dat Tsjechië nog altijd niet klaar is met de sanering van de grote staatsbedrijven. Een deel van deze ondernemingen is de afgelopen jaren kunstmatig op de been gehouden door leningen van niet-geprivatiseerde banken.
Hoe staat Tsjechië ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie
Moet de hervorming van het openbaar bestuur sneller dan voorzien doorvoeren om te kunnen voldoen aan de eisen van de toetreding
Moet gerechtelijke procedures sneller afwikkelen
Moet extra maatregelen nemen ter bestrijding van corruptie die tot ernstige zorg blijft
Moet extra maatregelen nemen om de moeilijke positie van Roma te verbeteren
Moet meer inspanning doen om het witwassen van geld te bestrijden
Moet zich meer inspannen om milieu wetgeving daadwerkelijk to te passen
Moet de grensbewaking verbeteren.

Slowakije
Hoofdstad: Bratislava
Oppervlakte: 49 036 km2
Aantal inwoners: 5.4 Miljoen
Taal: Slowaaks
Munteenheid: Koruna
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 11.100,-
bevolkingsgroei: 0,1%
werkloosheid: 19,8%
Slowakije moest van ver komen in 1998 was Slowakije nog niet eens begonnen aan onderhandelingen over toetreding tot Europese Unie. Sindsdien heeft Slowakije een ongelooflijke inhaalslag geleverd. Het land heeft inmiddels meer onderhandelingshoofdstukken afgesloten dan de Polen en zit in de groep van landen die als eerste zullen toetreden.
Economisch is de Commissie in grote lijnen tevreden over Slowakije, al waarschuwt Brussel voor een te hoog oplopend tekort op de betalingsbalans en een te hoge werkloosheid. Slowakije heeft met 18,6 procent verreweg de hoogste werkloosheid van de kandidaten.
Hoe staat Slowakije ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie.
Heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt bij hervorming van het ambtenaren apparaat.
Heeft zeer goede vooruitgang geboekt bij zowel overname als toepassing van de Europese wetgeving.
Moet structurele hervormingen doorvoeren om de werkloosheid te kunnen bestrijden.
Heeft het administratieve systeem voor het landbouw beleid nog niet op orde.
Heeft de wetgeving en toepassing daarvan op milieugebied aanzienlijk verbetert.
Moet toepassing van wetgeving op het gebied van justitie en binnenlandse zaken verder verbeteren, in het bijzonder bij grenscontrole en de bestrijding van illegale immigratie en misdaad.
Heeft nog een zwak bestuurlijk apparaat voor de uitvoering van de wetgevingvoor de gemeenschappelijke interne markt.

Hongarije

Hoofdstad: Boedapest
oppervlakte: 93 033 km2
Aantal inwoners: 10,1 miljoen
Taal: Hongaars
Munteenheid: Forint
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 11.900,-
Bevolkings groei: -0,5%
werkloosheid: 6,5%
In 1989 kwam er een eind aan de monopoliepositie van de communistische partij in Hongarije en in 1990 werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Er werd een centrumrechtse regering werd gevormd die een liberaliseringpolitiek voerde. De overgang naar een vrijemarkteconomie verliep niet probleemloos, maar aan het eind van de jaren negentig groeide de economie met ruim 4,5% en daalde de inflatie tot onder de 10%. In 1994 vroeg Hongarije het lidmaatschap van de Europese Unie aan.
Hoe staat Hongarije ervoor?
Voldoet aan de eisen over democratie. Moet nieuwe maatregelen nemen, omdat de bestrijding van corruptie een reden tot zorg blijft.
Roma lijden nog steeds onder discriminatie. Het Roma-beleid is onvoldoende geïntegreerd in de algemene sociale ontwikkeling.
Moet een fundamentele hervorming van de gezondheidszorg doorvoeren.
Heeft afgelopen jaar bestuurlijk slechts weinig vooruitgang geboekt bij landbouw en regionaal beleid.
Moet een agentschap voor voedselveiligheid oprichten.
Heeft met de nieuwe wetgeving goede vooruitgang geboekt op milieu gebied. Is te traag met het invoeren van een administratief systeem voor de landbouw. Heeft vooruitgang geboekt bij de bestrijding van fraude, corruptie, witwassen en georganiseerde misdaad.

Slovenië

Hoofdstad: Ljubljana
oppervlakte: 20 253 km2
Aantal inwoners: 2 miljoen
taal: Sloveens
munteenheid: Tolar
Onafhankelijk sinds: 1991
BBP per hoofd in 2001: € 16 000,-
Bevolkingsgroei: -0,1%
werkloosheid: 11,5%
Hoe staat Slovenië ervoor?
Voldoet aan de eisen van democratie
Met Slovenië erbij gaat de Europese Unie er per saldo op vooruit. Het gemiddelde inkomen van de twee miljoen Slovenen ligt op 72 procent van het Europese gemiddelde. Tegen de tijd van de uitbreiding in 2004 zal het gemiddeld inkomen zeker de 75 procent hebben bereikt, waarmee Slovenië een nettobetaler wordt in plaats van een netto-ontvanger.
Alleen wordt er zorgen gemaakt over de rol van de Sloveense overheid, deze is veel te groot. De Commissie denkt dan ook dat de Sloveense binnenlandse markt voordeel zou hebben bij minder inmenging van de overheid.
Malta


Hoofdstad: Valletta
Oppervlakte: 316 km2
Aantal inwoners: 377 000
Taal: Maltees, Engels
Munteenheid: Maltezer lire
Onafhankelijk sinds: 1964
BBP per hoofd in 2001: € 12 600,-
Bevolkingsgroei: 0,5%
Werkloosheid: 4,5

Hoe staat Malta ervoor?
Voldoet aan de eisen van democratie.
Grote vorderingen op economisch en bestuurlijke aanpassingen die Brussel noodzakelijk acht voordat Malta bij de EU mag. Toch heeft Malta toch nog een aantal tekortkomingen: jacht op vissen en vogels, milieu(afvalverwerking). Maar ook het fiscale regime, te veel vrijstellingen in de BTW heffingen en onevenwichtigheden in de inkomstenbelasting. Ook moet er nog iets gesleuteld worden aan het bestuur en de rechtspraak. Een belangrijk punt is ook de liberalisering van de economie en sanering van de verlieslijdende overheidsactiviteiten.
Cyprus

Hoofdstad: Nicosia
Oppervlakte: 9251 km2
Aantal inwoners: 770 000
Taal: Grieks, Turks
Munteenheid: Cypriotisch pond (op het Griekse deel)
Turks lire (op het Turkse deel)
Onafhankelijk sinds: 1960
BBP per hoofd in 2001: €18 500,-
Bevolkingsgroei: 1,3%
Werkloosheid: 4%
Hoe staat Cyprus ervoor?
Cyprus bestaat uit twee delen, het zuidelijke deel, dat Grieks is en het kleinere Turkse deel. Het Griekse deel van het eiland is relatief welvarend. Al sinds 1984 worden er besprekingen over hereniging gehouden, maar dat is er nog niet van gekomen. Voorlopig zal alleen het Griekse deel toetreden tot de Europese Unie.

Wat zijn de knelpunten als het gaat om de uitbreiding van de EU?

• de hervorming van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek en de structuurfondsen. Bijna de helft van de Europese begroting (die thans 82 miljard euro bedraagt) gaat op aan landbouwsubsidies. Al jaren wordt door politici verkondigd dat deze politiek op de helling moet, maar met name Frankrijk - de grootste belanghebbende bij de landbouwsubsidies - wil hier niets van weten. Veel huidige lidstaten vrezen echter dat het huidige landbouwbeleid na de uitbreiding onbetaalbaar zal worden, gezien de omvangrijke landbouwsector in een aantal kandidaat-lidstaten. Het spreekt voor zich dat deze landen, Polen voorop, protesteren tegen de mogelijkheid dat de riante landbouwsubsidies, waar hun West-Europese collega's wèl decennia lang van hebben kunnen profiteren, aan hun neus voorbijgaan.
• Een andere hobbel vormen de structuur- en regiofondsen van de EU; geld uit de Europese begroting dat wordt gebruikt om relatief arme regio's in de EU te ondersteunen. Ruim éénderde van de Europese begroting gaat hieraan op. Met de aansluiting van een aantal arme landen in zicht leidt dit ook al tot krenterigheid bij de huidige lidstaten: kan dit straks allemaal nog wel betaald worden? Daarnaast gaan landen natuurlijk hun eigen belangen verdedigen. Spanje bijvoorbeeld is op het ogenblik de belangrijkste profiteur van de structuurfondsen: tot 2006 ontvangt het van de EU 43 miljard euro voor haar achtergebleven regio's. Als er over een paar jaar landen bij de EU komen die veel armer zijn dan Spanje, zal dat land op termijn veel minder geld uit de structuur- en regiofondsen krijgen
• Een ander heikel punt in de onderhandelingen over de uitbreiding betreft het vrije verkeer van arbeid in de uitgebreide Europese Unie. Met name Duitsland en Oostenrijk maken zich zorgen over de instroom van arbeidskrachten uit Oost-Europese landen na de uitbreiding, of beter gezegd, de politici in die landen maken zich zorgen over de angst die hiervoor onder hun eigen bevolking leeft. Duitsland en Oostenrijk willen hun arbeidmarkt voor een periode van maximaal 7 jaar gesloten houden voor arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten. Het is een maatregel die vernederend over moet komen bij de bevolking van Oost-Europese landen: in feite blijven ze jarenlang tweederangs EU-burgers. Ook zal het bij Oosteuropeanen herinneringen oproepen aan vroegere tijden: in het destijds door het westen gedemoniseerde 'Oostblok' mochten de mensen ook niet reizen; nu wordt het hen voor lange tijd onmogelijk gemaakt zich te vestigen in verschillende Westeuropese landen. De maatregel is in strijd met het 'Handvest van Grondrechten' dat op de Eurotop van Nice is aangenomen. Ook op dit punt is het voor de nieuwe lidstaten echter een kwestie van slikken of stikken.

• Het totale ‘overnamepakket’ beslaat 85.000 pagina’s, onderverdeeld in 31 ‘hoofdstukken’ (beleidsterreinen), zoals belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken, vrij verkeer van personen en kapitaal. Deze omzetting kost heel erg veel geld en tijd.

Wat zijn de argumenten voor de uitbreiding van de EU?

• Politiek gezien hebben met name de lidstaten aan de oostgrens van de Unie er belang bij dat de Oost-Europese landen zich voegen in de liberale democratische ordering van de EU. Eenmaal formeel onderdeel van de groot Europese invloedsfeer kunnen deze landen beter gecontroleerd worden.
• In geopolitieke zin versterkt de uitbreiding de politieke macht van de EU op wereldschaal.
• Als nieuwe lidstaten hebben de Oost-Europese landen meer mogelijkheden om een deel van de door de EU constant rondgepompte hoeveelheid geld naar zich toe te trekken.
• Aansluiting bij EU positief effect op de positie van sommige bevolkingsgroepen die op het ogenblik in Oost-Europa vaak moeilijk hebben. Denk aan de homoseksuele bevolking.
• Politieke stabiliteit, maatschappelijke zekerheid , rust en vertrouwen is van groot belang voor iedere samenleving. Sociaal kapitaal van de eerste orde.
• We zien dat er een gedisciplineerde werking is op potentiële lidstaten met het uitzicht op EU uitbreiding
• Als de Eu uitbreid en de binnengrenzen vallen weg, dan komen er ineens 75 miljoen nieuwe consumenten bij, er ontstaat dan de grootste markt voor handel en investeringen in de wereld.
Als de EU de nieuwe lidstaten helpt met het opbouwen van een evenwichtige economie, dan werpt dit na verloop van tijd zijn vruchten af en zal de EU er ook economisch voordeel uithalen.

Wat zijn de argumenten tegen de uitbreiding van de EU?

• Lidstaten moeten een enorm pakket aan EU wetgeving overnemen, ze moeten de elementaire kenmerken van een democratie vastleggen en alle voorwaarden creëren
voor een stabiele markteconomie.
• Het is een zeer kostbare aangelegenheid die toetreding van zoveel lidstaten in eens. (zie deelvraag over de knelpunten)
En dat gaat ten kosten van ons, de belastingbetaler.
• Meer landen erbij en een uitbreiding van de bevoegdheden zal onherroepelijk leiden tot een bureaucratisch ``monster```
• Veel van de toekomstige lidstaten zijn pas een aantal jaren onafhankelijk, waarschijnlijk realiseren deze landen zich niet dat lid worden van de Europese Unie betekent dat ze een groot deel van hun bestuurlijke vrijheid opgeven.
• De kandidaat landen zijn er nog niet altijd klaar voor, er zijn nog een hoop overgangsmaatregelen afgesproken waar nog niet aan wordt voldaan. De bestuurscultuur in het oosten is heel anders dan in het westen, corruptie en georganiseerde misdaad, zijn niet zomaar te onderdrukken of te stoppen.
• Eigenlijk alle genoemde punten in de deelvraag knelpunten kunnen gezien worden als argument tegen de uitbreiding.

Conclusie

Met deze conclusie wil ik nog een aantal dingen herhalen die belangrijk waren voor begrijpen van de EU materie. Tevens zal ik op elke deelvraag antwoord geven en als laatst proberen een goed geformuleerd antwoord op de hoofdvraag te geven : Is het verstandig om de EU uit te breiden?

Hoe is de Europese Unie tot stand gekomen?
De Europese unie is tot stand gekomen door de samenwerking van enkele Europese landen, die uit angst voor een volgende oorlog en als steun voor de opbouw na de tweede wereld oorlog, bij elkaar gekomen zijn. Aan deze samenwerkingsverbanden, namen steeds meer Europese landen deel en het nam ook steeds complexere vormen aan. De EEG, EGKS en EGA gingen samen over in de EG en deze groeide uit tot doordat de organisaties zijn samengevloeid in de EG en dit is later één van de drie pijlers van de EU geworden
Hoe zit het bestuur van de Europese Unie in elkaar?
De Europese Unie bestaat uit allerlei organisaties en organen die elk hun eigen taken, bevoegdheden en opdrachten hebben. Deze instellingen werken onderling veel samen en controleren elkaar streng. Ook adviseren ze elkaar over bepaalde onderwerpen om goede beslissingen te kunnen nemen.
De Europese commissie is het dagelijks bestuur en het uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement.
Het Europees parlement adviseert de ministerraad bij voorstellen van de commissie, controleert de Europese commissie en de ministerraad, moet de begroting goedkeuren en heeft wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten.
De Europese raad stelt de Europese richtlijnen vast en beslist over zalen die van Europees belang zijn, ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting.
Het Europese hof van Justitie is de rechtsprekende macht van de EU, haar belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd. De Europese Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd.
De Europese Investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd. De Europese Centralebank houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro.
Wat houdt de uitbreiding precies in?
De Europese unie staat op het punt om uit te breiden met tien nieuwe lidstaten. Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie criteria voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk vlak. Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie.
Wat zijn de knelpunten als het gaat om de uitbreiding van de EU?
• de hervorming van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek en de structuurfondsen.
• Een andere hobbel vormen de structuur- en regiofondsen van de EU; geld uit de Europese begroting dat wordt gebruikt om relatief arme regio's in de EU te ondersteunen.
• Een ander heikel punt in de onderhandelingen over de uitbreiding betreft het vrije verkeer van arbeid in de uitgebreide Europese Unie.
• Het totale ‘overnamepakket’ beslaat 85.000 pagina’s, onderverdeeld in 31 ‘hoofdstukken’ (beleidsterreinen), zoals belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken, vrij verkeer van personen en kapitaal. Deze omzetting kost heel erg veel geld en tijd.
Wat zijn de argument voor de uitbreiding van de EU?
• Lidstaten oostgrens hebben het meeste voordeel.
• Meer macht EU.
• Nieuwe lidstaten meer geld naar zich toetrekken.
• Voordeel bij sommige bevolkingsgroepen
• Politieke stabiliteit
• Gedisciplineerde werking op poteniele lidstaten
• Grotere afzetmarkt
Wat zijn de argumenten tegen de uitbreiding van EU?
• Nieuwe lidstaten moeten een norm pakket en wetgeving overnemen.
• Zeer kostbare aangelegenheid. (zie deelvraag knelpunten)
• Bureaucratisch monster
• Bestuurlijke vrijheden moeten opgegeven worden
• Cultuur is vaak anders. Denk aan het bestuur. (corruptie)
Hoofdvraag: ``Is het verstandig om de EU uit te breiden?``

Als je antwoord wil geven op deze vraag moet je het als het ware van twee kanten belichten. Van economische kant en van de sociale kant. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de economische kant van de uitbreiding van de EU kost het erg veel geld om EU uit te breiden met 10 nieuwe landen. Als we kijken naar de landbouwsubsidies en de structuur- en regiofondsen die op gaan aan de nieuwe lidstaten is dit enorm. Ik zal dus de komende jaren erg veel geld verwacht worden van de belastingbetaler, en dat zijn wij. Maar aan de andere kant is de uitbreiding van 10 nieuwe lidstaten ook een economische voordeel voor ons. Doordat de grenzen open gegooid worden heeft West Europa een afzetmarkt van 75 miljoen mensen erbij. Dit zal je wel over een langer tijdbestek moeten zien. Want ik denk niet dat we meteen bij de uitbreiding er financieel voordeel van hebben. Je zal dus eerst moeten investeren in de toekomst voordat het voordeel voor het westen heeft.

Als je naar de sociale kant van het verhaal kijkt dan hebben de nieuwe lidstaten recht op de toetreding bij de EU. Landen hebben politiek, economisch en bestuurlijk de boel op zijn kop moeten zetten om maar aan de eisen van de EU te voldoen. Natuurlijk voor hun eigen best wil. Vele landen hebben jarenlang ellende achter de rug en het is tijd dat deze landen uit de stront getrokken worden. Ik vind dat deze landen ook recht op alle vrijheden en economische voordelen die westerse landen de afgelopen 20 jaar hebben gehad. Als rijke westerse landen ben je het eigenlijk ook verplicht om de landen te helpen die er economisch en politiek niet erg stabiel voor staan. Je zou het namelijk ook fijn vinden als jou zouden helpen in tijden van nood. Het zal inderdaad de komende jaren erg veel geld kosten om deze landen erboven op te brengen. Maar uiteindelijk moet je met z´n alle deze wereld in evenwicht en stabiliteit houden zowel economisch, politiek als bestuurlijk en dat kan niet als er zoveel verschil zit tussen rijke westerse landen en het arme Oostblok.

Bronnen

europa.eu.int/comm/enlargement/index_nl.html
www.nrc.nl/dossiers/EU
www.groenlinks.nl/partij/europa/ dossier/uitbreiding.html
www.computable.nl/artikels/buitlan4/i1104tax.htm
www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=41733
www.volkskrant.nl/buitenland/1034227329256.html
europa.eu.int/comm/enlargement/dwn/ opinions/czech/cz-op-nl.pdf
www.rnw.nl/achtergronden/html/ned021024.html
www.vrtnieuws.net/nieuwsnet_master/default/ nieuws/overzicht/040324bedrijvennietklaar
www.planet.nl/planet/show/id=69412/ contentid=457992/sc=8b1caf

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.