Marktvormen

Wat is nu het beste voor je portemonnee? Wat is nu het beste voor je portemonnee? Dat is wat veel mensen zich afvragen. Welke marktvorm is nu het beste voor de consument? Daarom zal er wat duidelijkheid moeten komen over wat nu de beste marktvorm voor de consument is. In het volgende stuk zal daar per marktvorm worde bekeken wat het de voor en nadelen zijn. Oligopolie, Monopolie, Volkomen concurrentie of Monopolistische concurrentie? Wat is nu echt het beste, velen denken volkomen concurrentie, omdat daarbij de prijzen het laagst zijn. Maar is dit wel het beste? Voor monopolies en oligopolies zijn in landen als Amerika al jaren wetten om ze in de hand te houden en om de consument niet te laten lijden onder hun hoge prijzen. Het is namelijk zo dat een monopolist de enige is op de markt met zijn product, hierdoor heeft hij geen concurrentie en kan hij zijn prijs zelf kan bepalen. Dit is niet erg voordelig voor de consument. Omdat de prijzen daardoor vaak erg hoog komen te liggen. Voordeel is wel dat de overheid wetten heeft om de prijs niet te hoog te laten komen, daardoor hoeft de consument niet te veel te betalen en verdient het bedrijf toch nog genoeg. Nog een voordeel is dat het daardoor zijn producten kan verbeteren, en de kwaliteit van het product hoger ligt. In Nederland zij er eigenlijk niet veel wetten die voor de consument pleiten. Maar neem nu een bedrijf als Microsoft, de Amerikaanse overheid doet er alles aan om de prijzen van hun producten niet verder te laten stijgen, maar het bedrijf verdient wel genoeg om hun producten steeds weer te laten verbeteren. Volkomen concurrentie blijkt al jaren een goede marktvorm te zijn. Dit is omdat er veel aanbieders op de markt zijn, die hetzelfde product aanbieden. Afspraken maken onderling heeft geen zin, want er zijn te veel aanbieders op de markt en word de marktprijs bepaald door de totale markt. De prijs blijft hierdoor laag, omdat de vele aanbieders met elkaar concurreren en de prijzen zo laag mogelijk proberen te houden. Dit is dus weer erg gunstig voor de consument. Voor Volkomen concurrentie, bestaan eigenlijk geen regeltjes van de overheid. De prijs word meestal bepaald op een veiling en daar word de prijs wel in de gaten gehouden zodat de producenten geen verlies gaan lijden. Dit wordt onder andere gedaan door een bodemprijs in te stellen. Oligopolie, deze marktvorm komt vooral voor bij de grotere bedrijven, die dure producten produceren, maar het is al jaren bekend dat deze marktvorm niet goed werkt. Dit is omdat de weinige aanbieders, nog gemakkelijk onderling afspraken kunnen maken over de prijs van hun producten. Hierdoor kan de prijs hoog uitvallen en dit is ongunstig voor de consument. Gelukkig kunnen Oligopolies steeds minder afspraken met elkaar maken. Dit komt omdat er door de jaren heen veel wetten zijn gekomen om dit tegen te gaan. Veel Oligopolies proberen hun klanten te lokken door productdifferentiatie. Dit is wel een voordeel voor de consument, omdat er nu veel extra’s bij de producten zitten. En en word steeds meer onderzoek gedaan om als eerste met zo’n extraatje te komen, wat natuurlijk ook weer een voordeel is. Monopolistische concurrentie komt niet erg veel voor en houdt in dat er een heterogeen product op de markt is en dat er veel aanbieders zijn. Een voorbeeld is hiervan de producten uit een supermarkt. Er zijn veel aanbieders, maar eigenlijk bieden ze allemaal een verschillend product aan. Elk product verschilt wel een beetje van het product van een andere aanbieder, maar eigenlijk is in principe het product hetzelfde. Dit is erg gunstig voor de consument, omdat hij het product kan kiezen die hij wil, met de eigenschappen die hij wil en als hij dat product iets te duur vind, dat kan hij zo overstappen naar een andere aanbieder, met misschien een klein verschil qua eigenschappen. Neem nu bijvoorbeeld hagelslag, dat kan je overal krijgen maar je hebt verschil in merk en in kwaliteit. Dus kan je kiezen of je voor de lage prijs gaat of voor de kwaliteit
De conclusie is dat Monopolie en Oligopolie niet gunstig zijn voor de consument en Monopolistische concurrentie het beste is voor de consument. Dit omdat de consument een vrije keuze heeft naar product, prijs en kwaliteit en als het product te duur wordt kan de consument altijd overstappen naar een andere producent met misschien een kleine verandering in de kwaliteit of eigenschappen. Volkomen concurrentie komt hierbij op de tweede plaats te staan omdat nog steeds de prijs laag is, maar je niet kan kiezen tussen kwaliteit of eigenschappen.