Europa: een geheel of niet?
Uit de krant blijkt dat een groot deel van de kamerleden eigenlijk niet zo veel af weet van de Europese commissie of de omvang van het Europese budget. 1 Wat zou een reden hiervoor kunnen zijn? Ik denk dat de reden hiervoor simpelweg is dat de kamerleden zich onvoldoende hebben geïnformeerd over deze onderwerpen. Net zoals John Leerdam(PvdA) stond hij net op het punt zich erin te verdiepen. Wanneer de kamerleden zich inderdaad in de veranderingen binnen de Europese Unie hadden verdiept, hadden ze waarschijnlijk meer kennis van zaken gehad en hierdoor ook meer antwoorden goed kunnen beantwoorden.
Test ook je eigen kennis over de EU op pagina 5 van de krant. 2 Verschilt het resultaat met dat van de kamerleden? Nadat ik de test had gemaakt bleek mijn resultaat ongeveer hetzelfde te zijn als dat van de kamerleden. Van de 13 vragen had ik er 5 goed beantwoord. Ik moet eerlijk toegeven dat ik deze vragen goed heb kunnen beantwoorden omdat ik net daarvoor de teksten heb gelezen en hier nuttige informatie uit heb gehaald. Anders had ik waarschijnlijk alle vragen fout beantwoord. Dit komt door dezelfde reden als bij de kamerleden. Ik heb mij onvoldoende verdiept in de veranderingen binnen de Europese Unie.
Toch is er meer dan voldoende informatie over de EU. Bijvoorbeeld op de site van de EU. 3 Kijk op de site van de EU en ga na welk percentage de landbouwuitgaven vormen van de totale uitgaven van de EU. In totaal geeft de Europese Unie per jaar 97.5 miljard euro uit. De landbouwuitgaven beslaan 45% van de totale uitgaven. Dit betekent dat de Europese Unie per jaar 43, 875 miljard euro uitgeeft aan de landbouw. 4 Geef een reden waarom dit percentage niet zal stijgen ondanks de toetreding van tien nieuwe lidstaten. Naar mijn idee zal het percentage van landbouwuitgaven niet zal stijgen ten opzichte van de totale uitgaven omdat de nieuwe lidstaten zelf ook weer geld inbrengen in het budget van de EU. Het totale bedrag van uitgaven aan de landbouw zal wel stijgen maar omdat het totale budget en de totale uitgaven ook stijgen zal het percentage ongeveer gelijk blijven. 5 Noem nog een belangrijke uitgaafpost van de EU. Ruim een derde(35%) van de EU-begroting wordt aan de zogenaamde structuur- en cohesiefondsen uitgegeven. Het geld wordt besteedt aan het verkleinen van de onderlinge economische verschillen binnen de EU en aan het verbeteren van de economische structuur in de EU. Dit betekent dat voornamelijk armere gebieden in de EU (zoals Portugal, Griekenland, Spanje, Noord-Ierland, Zuid-Italië en voormalig Oost-Duitsland) subsidies ontvangen ter verbetering van de economische en sociale ontwikkeling.
Tegenover uitgaven van de EU staan de ontvangsten.
6 Hoe komt de EU aan haar geld?
De EU ontvangt haar inkomsten uit afdrachten van de deelnemende landen.
Deze afdrachten kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën:
• Invoerrechten en landbouwheffingen. Wanneer er producten van buiten de EU worden geïmporteerd naar landen binnen de EU leggen deze landen een heffing op de producten. Deze heffingen moeten worden afgedragen aan de Europese unie. Doordat de in de Europese Unie geproduceerde landbouwproducten vaak een hogere prijs hebben dat producten van buiten de EU leggen deze landen een heffing op de goedkopere producten. Dit doen ze om te voorkomen dat de producten uit de Europese Unie(die duurder zijn) niet meer gekocht worden. De heffing die de landen ontvangen moeten zij afdragen aan de Europese Unie.
Invoerrechten en landbouwheffingen vormen samen 17% van de inkomsten van de Europese Unie.
• BTW-afdrachten
Bij ieder product wat mensen kopen zit een deel belasting bij de prijs inbegrepen. Dit heet BTW. De lidstaten van de EU zijn verplicht om 0.75 procent van hun BTW-inkomsten af te dragen aan Brussel. Alle BTW-afdrachten bij elkaar vormen 39% van de inkomsten van de Europese unie.
• BNP-afdrachten
De vierde inkomstenbron van de EU, de BNP-afdracht, vormt de sluitpost van de EU-begroting. De begroting van de Europese Unie moet namelijk sluitend zijn. Er mag dus niet meer worden uitgegeven dan er binnenkomt. De BNP-afdracht van elke lidstaat hangt af van twee zaken: in de eerste plaats van de vraag hoeveel geld de EU in totaal nodig heeft en in de tweede plaats van het aandeel van het BNP van een lidstaat in het totale EU-BNP. Er wordt eerst gekeken naar hoeveel geld de Europese Unie in totaal nog nodig heeft. Dat wordt bepaald welk aandeel het BNP van een land heeft in de Europese Unie BNP. Dit land betaalt dan dit percentage van het nodige geld aan de Europese Unie. Deze BNP-afdrachten samen vormen ongeveer 44% van de totale inkomsten van de Europese Unie.
Bron:www.minfin.nl
Zo ontvangt elke lidstaat geld van de EU en betaald aan de EU.
7 Op welk onderdeel van de betalingsbalans worden deze geldstromen geregistreerd?
Ik denk op de lopende rekening.
8 Leg uit of Nederland per saldo meer betaald of ontvangt.
Nederland heeft in 1999 ruim 5 miljard euro afgedragen aan de EU
Aan invoerrechten en landbouwheffingen: 1,7 miljard, aan BTW-afdracht 2,0 miljard en aan BNP-afdracht 1,8 miljard. Dit komt op een totaal van 5.5 miljard euro.
Nederland heeft in 1999 van de EU ongeveer 2,3 miljard euro ontvangen, grotendeels in de vorm van landbouwsubsidies: 1,4 miljard. Dit betekent dat de nettobijdrage van Nederland aan de EU ongeveer 3,2 miljard euro bedroeg. Nederland betaalt dus meer dan het ontvangt.
9 Zal dit veranderen als er nieuwe lidstaten bijkomen?
Ik denk dat de afdrachten van Nederland aan de Europese Unie niet veel zullen veranderen wanneer er nieuwe lidstaten bijkomen omdat de hoogte van deze afdrachten precies wordt berekend naar bepaalde inkomsten en het BNP. Dit zal niet veel veraderen wanneer er lidstaten bijkomen. Ik denk dat de ontvangsten van Nederland misschien wel kunnen afnemen. De lidstaten die erbij komen hebben duidelijk een zwakkere economie dan Nederland en zij lopen op veel punten nog achter bij de huidige lidstaten. Er zal in verhouding dus meer geld worden besteedt aan deze landen. Dit kan als gevolg hebben dat Nederland misschien minder geld zal ontvangen. Dat zal betekenen dat de verhouding tussen afdracht en ontvangst van Nederland nog schever wordt en Nederland dan nog meer gaat afdragen dat het ontvangt.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden