Arbeidstekorten in de verloskunde

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 1623 woorden
  • 5 maart 2003
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
21 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding.

Zo’n tien jaar geleden waren Nederlanders nog erg tevreden over de zorg in de Nederlandse ziekenhuizen. Nu begin 2003, wordt de gezondheidssector tot de top 3 van de problemen in de Nederlandse samenleving gerekend. Hieronder valt ook de verloskunde waarin men niet kan komen aan voldoende werknemers. Door het grote tekort aan arbeidskrachten ontstaan ook enorme wachttijden. Wat is nu de oorzaak van de tekorten aan arbeidskrachten in de verloskunde en wat doet de overheid om dit probleem op te lossen? En de maatregelen die ze hiervoor hebben getroffen helpen die het tekort te verminderen?

Arbeidsmarkt in Nederland.

Niet alleen in de verloskunde zijn er arbeidstekorten, maar meerdere sectoren hebben met dit probleem te kampen. Zoals het onderwijs, de politie en veel sectoren in de zorg.
Gebrek aan arbeidskrachten remt de economische groei en is slecht voor de welvaart. Mensen komen bijvoorbeeld op wachtlijsten te staan, of kinderen krijgen vrij vanwege het tekort aan leraren.
Er is sprake van steeds meer werkloosheid. Doordat het met de economie ontzettend slecht ging (na 11 september 2001) nam het aantal verborgen werklozen toe. Verborgen werklozen zijn werklozen die niet staan ingeschreven bij het CWI. Deze niet-geregistreerde werklozen worden niet meegeteld bij de officiële werkloosheid.
Nederland begint steeds grijzer te worden, wat als gevolg heeft dat oudere mensen in AOW (Algemene Ouderdom Wet) komen en er dus weer (meer) banen vrij komen.

Hoe is de situatie van arbeidstekorten in de verloskunde momenteel?

Op dit moment is er een enorm te kort aan verloskundigen. Vooral in de (achterstandswijken van) grote steden, daar is het zelfs zo groot dat thuis bevallen soms zelfs onmogelijk is geworden, maar ook op locaties verspreid over het gehele land bestonden (dreigende) capaciteitsproblemen. Na afronding van je studie als verloskundige kun je meteen aan de slag, dat komt natuurlijk doordat er veel vraag naar verloskundigen is. Doordat er de afgelopen jaren ontzettend veel bevallingen hebben plaatsgevonden ( in 998 is er zelfs een babyboom geweest in Nederland!). Omdat er in deze tijd nog steeds niet erg veel interesse is in de opleiding als verloskundige en het een hoop geld kost om de opleiding te behouden blijft het een zware last voor de overheid. Nu er de laatste tijd weer meer interesse lijkt te komen voor deze sector hoopt de overheid op een voorspoedig herstel van het tekort dat er in de gezondheidssector is geweest. Maar dat zal dan nog een poos duren. Een groot probleem wat optrad in het Rijnlandziekenhuis in Leiderdorp is dat die tussen elf uur s’ avonds en zeven uur s’ ochtends geen spoedeisende hulp meer kunnen verlenen en patiënten doorwijzen naar het Leids Universitair Medisch Centrum waar die hulp nog wel mogelijk is. En door het tekort aan verloskundigen en kinderartsen moet het Bethesda-Ziekenhuis in Assen de afdeling verloskunde en kindergeneeskunde binnenkort zelfs voor enkele weken sluiten.

Wat is de reden van de arbeidstekorten in de verloskunde?

Voor de bovenstaande problemen worden veel redenen genoemd die dit arbeidstekort zouden veroorzaken. Ten eerste kan deze sector maar een bepaald aantal mensen per jaar opleiden, voor je afstudeert moet je namelijk minstens 60 bevallingen zelfstanding hebben begeleid. Dus als er 30 mensen in een klas zitten, zijn er al 1800 bevallingen nodig voor die ene opleiding. Er zijn niet veel steden waar er zoveel kinderen per jaar worden geboren dus wordt er veel in externe stages gedaan (bijvoorbeeld in ziekenhuizen die niet specifiek bij de vroedvrouwenschool horen, of in een buitenpraktijk). Daarbij moeten ze natuurlijk nog begeleid worden door professionele verloskundigen, wat natuurlijk ook weer veel tijd en zo veel geld kost. En andere reden is dat veel mensen dit beroep niet zo aantrekkelijk vinden, vooral mannen maken vaak opmerkingen als: ‘Verzorging is vrouwenwerk’ en ‘verzorging is poetswerk’. Ook opmerkingen als: ‘Het verdient niet goed’ en ‘Dit is een beroep dat iedereen kan doen’ worden vaak gemaakt. Een aantal mensen die in deze sector werken stoppen ermee omdat: ze bijvoorbeeld zelf zwanger zijn, er komt een gezinsuitbreiding, het werk is lichamelijk te zwaar, ze hebben onregelmatige diensten en weinig mogelijkheden voor kinderopvang. Dat betekent dat wanneer er op dit gebied al het een en ander beter geregeld zou zijn, er veel personeel zou kunnen worden behouden. Ook veel kinderartsen, huisartsen, gynaecologen en kraamverzorgende hebben veel met pasgeboren baby’s te maken, maar een aantal artsen hebben zich daarvan teruggetrokken. De vrouw (ook als ze de baby nog draagt) en de pasgeboren baby blijven gewoon patiënt van de dokter en kunnen voor ziektes, controles en problemen die met de gezondheid te maken hebben altijd bij hun dokter terecht, maar het echt bezig houden met de zwangerschap van de vrouw, de controles, de onderzoeken die ook allemaal door een verloskundige of gynaecoloog kunnen worden gedaan laten sommige dokters dan ook liever door deze mensen uitvoeren zodat de dokter meer tijd heeft voor de patiënten die hij aan geen ander kan toevertrouwen (behalve aan andere specialisten met kennis op dat gebied). Dat heeft veel te maken met de vergrijzing, de medische vooruitgang en de toenemende welvaart daardoor stijgt de vraag naar meer en betere zorg voortdurend en daarmee ook de kosten, wat ook weer een gigantisch probleem ter sprake brengt. De werkelijke uitgaven in de zorg zijn ver achtergebleven bij de groei die volgens de norm noodzakelijk was. Voor het inlopen van achterstanden is nog eens 2.6 miljard euro extra nodig voor de totale zorg waarvan 0,8 miljard euro voor de ziekenhuissector. Er is dus een hele hoop geld nodig om al deze problemen op te lossen. Maar de ziekenhuissector is bereid maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen voor een snelle, goede en doelmatige patiëntenzorg voor iedereen. Dit kunnen zij echter niet zonder de benodigde handelingsvrijheid en randvoorwaarden die de overheid moet scheppen. Er zal dus nog van alles moeten gebeuren in ons land om weer een goede gezondheidssector te creëren en terug te krijgen. In een artikel van 04-01-’03 stond dat dit geld dat telkens weer nodig is om de ontwikkelingen bij te houden dat de hoeveelheid geld die al belegd is in de gezondheidssector en dat nog gevraagd word ontzettend uit de pan rijst. De kosten zijn niet bij te houden.

Wat probeert de overheid aan dit probleem te doen?

Het Nivel heeft 3 scenario’s opgesteld. Om te bepalen hoeveel personen er tot verloskundige moeten worden opgeleid om aan de vraag in 2010 te voldoen.
Dan zouden er volgens het eerste scenario in de komende vier jaar jaarlijks minimaal 103 eerstejaars verloskunde moeten beginnen. Dit omdat er in 2010 veel minder geboortes worden verwacht dan er in 2000 waren, de full -time werkweek is van 52 naar 40 uur gedurende 46 weken per jaar verlaagd.
Het tweede scenario houdt er ook rekening mee dat goede verloskundige zorg meer tijd kost (per cliënt) dan er nu aan besteed wordt. In dat geval zijn er de komende vier jaar jaarlijks minstens 155 eerstejaars verloskunde nodig om in 2010 aan de vraag te voldoen.
Het derde scenario houdt er tevens rekening mee dat bijna alle huisartsen in de toekomst stoppen met het verlenen van verloskunde, dus zullen er om aan de vraag in 2010 te voldoen de komende vier jaar jaarlijks minimaal 222 eerstejaars verloskundigen nodig zijn.
Een paar jaar geleden werd de opleiding tot verloskundige verkort. Hieruit ontstonden positieve en negatieve meningen. Want hoewel het vaak oudere en gemotiveerde mensen waren, hadden ze nog niet genoeg bevallingen meegemaakt en veel minder kennis en ervaring dan verloskundigen van de reguliere opleiding. Bovendien leidt de verkorte opleiding alleen op tot kraamverzorgende.
Ook werden de opleidingsplaatsen voor de opleiding verloskunde van 120 naar (uiteindelijk) max. 240 plaatsen verhoogd en heeft er praktijkverkleining plaatsgevonden van 150 naar 120 bevallingen per jaar.
Deze maatregelen zijn genomen zodat het huidige unieke systeem van de verloskundige zorg in Nederland gehandhaafd kon worden, waarvan de thuisbevalling een belangrijk onderdeel is.

Hebben de maatregelen die tegen dit tekort worden genomen een gunstig effect?

(Veel) mensen waren bang dat er op sommige plaatsen alleen nog maar ziekenhuisbevallingen konden plaatsvinden vanwege de tekorten aan verloskundigen. Maar door de maatregelen die zijn genomen door de overheid kunnen de thuisbevallingen gehandhaafd blijven en hoeven de tekorten niet te leiden tot meer ziekenhuisbevallingen. De maatregelen hebben dus wel degelijk effect hoewel de tekorten nog niet helemaal opgelost zijn, is er vooruitgang te zien. Verwacht wordt dat in 2006 alle problemen opgelost zullen zijn.

Conclusie.

De maatregelen die getroffen zijn hebben dus wel degelijk effect. Toch zou er meer door de overheid gedaan kunnen worden. Per jaar zijn er nog steeds genoeg aanmeldingen voor de opleiding maar wordt er door de regering steeds voor een bepaald aantal opleiding geld gegeven, dit bedrag is reeds verhoogd evenals de opleidingsplaatsen. Maar het werk van een verloskundige is lichamelijk nog steeds ontzettend zwaar, ze werken onregelmatige diensten en hebben weinig mogelijkheden voor kinderopvang. De overheid zou moeten zorgen voor meer flexibele of 24-uurs opvang, d.mv. het geven van subsidies. Op dit moment is er vooral ‘8 tot 6’ kinderopvang waar arbeiders met onregelmatige diensten niets of weinig aan hebben.
Het werk zelf is lichamelijk ontzettend zwaar, ook hier zou iets aan gedaan moeten worden. Verloskunde is mensenwerk, geen machinewerk en zal uiteindelijk toch door mensen gedaan moeten worden. Maar verloskunde zou bijvoorbeeld met z ’n tweeën gedaan kunnen worden, waardoor het tilwerk etc. verdeeld wordt en een verloskundige minder last ondervind.

Literatuurlijst:

Wij hebben de volgende bronnen van het internet gebruikt:

1. http://www.nivel.nl/verloskundige/index.shtml
2.http://www.gobnet.nl/opleidingen/o075veo.htm
3.http://www.nivel.nl/onderzoeksthemas/zorgaanbod/verloskunde/verloskunde.shtml
4. http://www.nivel.nl/publicaties/w4.shtml
5. http://www.gezondheidslijn.nl/info.asp?ID=archieffaq&fid=4705

Een persbericht van 21 mei 2002

Ook hebben wij vragen gesteld aan 2 verloskundigen in opleiding:
Esther van Weerdenburg en
Erika Thijsse

En de antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over de verloskunde gebruikt.
Ook hebben wij informatie uit de lesbrief ‘Arbeidsmarkt’ gebruikt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.