Het Concertgebouw
Een nieuwe concertzaal De voorganger van het huidige Concertgebouw lag in de Plantage, in de buurt van Artis. Deze concertzaal werd de Parkzaal genoemd. Het Park bezat een eigen orkest, het Parkorkest. Dit orkest stond onder leiding van Willem Stumpff, die later de zakelijke leiding van het huidige Concertgebouw op zich heeft genomen. Het niveau van het Parkorkest was niet zo hoog. Dat bleek vooral duidelijk toen het Parkorkest vergeleken werd met de Meininger Hofkapelle, die in november 1885 in Amsterdam optrad. Het was duidelijk dat er veel beter gemusiceerd kon worden. Men vond dat er een goede concertzaal met een goed orkest moest komen. Dit idee was trouwens ook al voor het optreden van de Meininger Hofkapelle opgekomen; bijna drie jaar daarvoor werd er in het tijdschrift De Amsterdammer het volgende geschreven: 'Reeds lang was er gesproken over het onvoldoende van de Parkzaal, dat ze te klein was voor grote, te groot voor kleine muziekuitvoeringen, dat er te veel haperde aan de inrichting achter 't orkest, dat er geen orgel was. Thans was de tijd daar en het kon wel niet anders of het initiatief moest uitgaan van den boezem der maatschappij, die het classieke tegen den stroom van opera's bouffe en chansonnetten handhaaft, en allereerst in de gelegenheid was na te gaan wat in dit opzicht als behoefte mocht gelden. De Parkzaal werd afgebroken. En er moest een nieuw concertgebouw komen. Een voorlopige commissie werd gevormd, die de plannen voor de bouw van een nieuwe concertzaal moest gaan voorbereiden. Als plaats voor een nieuw concertgebouw werd gedacht aan de terreinen achter het Rijksmuseum, waarvan de bouw op dat moment in volle gang was. Dit gebied bestond uit weilanden, boerderijen en kwekerijen, doorsneden door slootjes. Vanaf de P.C Hooftstraat in de richting van de plaats waar nu het Concertgebouw staat, heette de huidige Van Baerlestraat toen Houbrakenstraat. Dit terrein hoorde bij de gemeente Nieuwer-Amstel. De Amsterdamse burgemeester en wethouders hadden er eerst geen bezwaar tegen als er op die plaats een concertgebouw gebouwd werd. Er was namelijk een wetsontwerp ingediend om Amsterdam aan de zuidzijde te kunnen uitbreiden. Omdat zij er vanuit gingen dat het wetsontwerp zou worden aangenomen, keurden ze de bouw van een concertgebouw op die plaats goed. Het wetsontwerp voor de uitbreiding van de stad werd echter ingetrokken. Dit zou betekenen dat het concertgebouw dan in de gemeente Nieuwer-Amstel zou komen te liggen en het plan werd afgekeurd. De Amsterdamse burgemeester en wethouders kwamen toen met het aanbod van een terrein aan de noordzijde van de Ceintuurbaan bij de Van Woustraat. De grond daar was eigenlijk bestemd voor de aanleg van een park (het Sarphatipark), maar dat zou wel opgeschoven kunnen worden tot tegen de Van Woustraat. Er zou dan een stuk grond van 70 are vrij komen, dat aan de commissie in erfpacht zou worden gegeven. De commissie vond dit voorstel uiteindelijk niet geschikt, dus er is niets mee gedaan. Er werd nog steeds gedacht aan de Houbrakenstraat, maar daar dit plan (nog) niet goedgekeurd was, richtte de commissie de aandacht op iets anders. In maart 1882 werd bij een bespreking van de commissie een begroting gemaakt van het plan. Uit deze begroting bleek dat er f 400.000,- nodig zou zijn. Maar op 22 april 1882 stond in het Algemeen Handelsblad dat er pas een bedrag van ongeveer 250.000 gulden bij elkaar was. Dit was dus nog veel te weinig. Nu was dus niet alleen de plaats voor een concertgebouw, maar ook de financiering een probleem. Hoewel er weinig geld binnen was bleek het in verband met de onderhandelingen met de gemeente over de locatie toch handig om een naamloze vennootschap op te richten. Vijf dagen later stond in dezelfde krant in een verslag van een vergadering van de commissie, dat de commissie ' de onderhandelingen met het gemeentebestuur zou voortzetten en zo mogelijk, eene grootere oppervlakte zien te krijgen. Maar daartoe had het bestuur de machtiging der aandeelhouders noodig en vroeg daarom de vergadering: 1) Om de commissie te machtigen indien het oorspronkelijk bedoelde terrein bezwaren mocht opleveren, het voor den bouw en de exploitatie benoodigde terrein te aanvaarden op zoodanige plaats en onder zoodanige voorwaarden als het meest in het belang der op te richten vennootschap zullen zijn. 2) Om de vennootschap tot den bouw en de exploitatie van een concertgebouw te constitueren, indien minstens 250 aandelen van f 1000,- zullen zijn geplaatst.' De commissie kreeg de machtiging en de N.V.Het Concertgebouw kon worden opgericht. Uit de onderhandelingen kwam uiteindelijk dat ze toch op het gewenste terrein mochten bouwen. Op 8 juli 1882 werd de vennootschap opgericht. De vijf aangestelde aandeelhouders die over de dagelijkse zaken en de administratie gingen waren Petrus Antonius Ludovicus van Ogtrop, Mr Jerôme Alexander Sillem, Dirk Herbert Joosten, Wilhelm Cnoop Koopmans en Hendrik Jan de Marez Oyens. Op 21 maart 1883 werd het stuk grond gekocht, dat toen nog steeds voor een groot gedeelte in de gemeente Nieuwer-Amstel lag. Het grootste probleem van de N.V. was nog steeds dat er niet voldoende geld was. In november 1883 was er nog steeds maar ongeveer f 250.000 en uit de nieuwe begroting was gebleken dat er ruim 450.000 gulden nodig was. Er werd uiteindelijk een hypotheek van drie ton afgesloten omdat er voor de inrichting (waaronder een orgel) werd gerekend op ongeveer een ton. De grond -en funderingswerken werden aanbesteed. De aannemers waren J. Schoonenburg en C.J. Maks, die voor f 79.760,- het werk aannamen. Deze werkzaamheden, zoals het inheien van de 2186 palen, waren al op 15 november 1883 al voltooid. Door de financiële problemen duurde het lang voor de aanbesteding van de verdere bouw rond was. Dat gebeurde pas op 19 februari 1885. J. Zuiderhoek mocht de bouw doen voor f 257.333,- De bouw van het Concertgebouw heeft geduurd van 1883 t/m 1886. In november 1887 werden ijzeren hekken met een totale lengte van tweehonderdvijftig m om het Concertgebouw en de tuin geplaatst. Op 11 april 1888 was de officiële opening van het Concertgebouw.
Het ontwerp Er waren natuurlijk genoeg architecten die graag het ontwerp van een concertgebouw wilden maken, maar de commissie besloot een besloten prijsvraag uit te schrijven, wat in die tijd vrij gebruikelijk was bij zulk soort belangrijke gebouwen. De besloten prijsvraag hield in dat vijf belangrijke architecten mochten meedoen en dat uiteindelijk van een van hen het ontwerp uitgekozen zou worden. Hiervoor werden de architecten A.L. van Gendt, G.B. Salm, Th.G. Schill, C. Muysken en Th. Sanders uitgenodigd. De beroemde architect Cuypers, die ook de architect was van het Rijksmuseum, het Centraal Station en de Vondelkerk, die toen nog in aanbouw waren, werd gevraagd als jurylid. Aan de architecten die een ontwerp mochten maken werden allerlei eisen gesteld. Voor het gebouw was een stuk grond van 70 x 55 m beschikbaar en voor de tuin 60 x 55 m. Er moesten minstens vijftien vertrekken komen, die aan verschillende eisen moesten voldoen. En er moest o.a. een grote - en een kleine concertzaal komen, solistenkamers, stemkamers, directiekamers, een woning voor de kastelein en een restauratiezaal. De kosten mochten f 280.000 zijn, maar volgens Muysken en Sanders was dat veel te weinig, dus dat bedrag werd verhoogd tot drie ton. De Grote Zaal moest langwerpig-rond of ovaal zijn. (het verschil daartussen is dat er bij langwerpig-rond twee zijden voor een deel recht lopen, terwijl er bij ovaal helemaal niets recht loopt). Verder moest hij veertig meter breed zijn en moest er plaats zijn voor maar liefst tweeduizend mensen. Het orkestpodium moest gebouw worden als een soort amfitheater, waardoor je ook de achterste muzikanten kan zien. Er mocht eventueel een balkon komen. De Kleine zaal moest ovaal zijn. De grootste lengte moest negentien meter zijn en de grootste breedte vijftien meter. Deze zaal hoefde maar vierhonderdvijftig mensen een plaats te kunnen bieden. Bij zijn eerste ontwerp gaf Van Gendt de Grote Zaal alleen ronde hoeken aan de zijde tegenover het orkest. De Grote Zaal bevindt zich in dit ontwerp op de begane grond en is zo hoog dat er geen verdieping meer bovenop zit. Op de eerste verdieping zit de Kleine Zaal, die wordt afgedekt met een koepel. De koepelachtige daken, de traptorens aan de voorkant met een boogvormige daklijst en alle ronde vensteropeningen geven het geheel een Franse indruk. De eerste begroting van Van Gendt kwam uit op f 331.552,- De jury was nogal teleurgesteld over de inzendingen. Ze kozen uiteindelijk de twee beste ontwerpen uit; dat van Van Gendt en dat van Salm. Salm en Van Gendt mochten allebei met een gewijzigd plan komen. Van Gendt had zijn gewijzigde ontwerp in maart 1883 klaar. Hij had de Grote Zaal minder breed gemaakt maar wel weer met een iets grotere lengte. Het plafond was wat verhoogd. Alle hoeken van de zaal waren nu rond en het orkestpodium was nu niet minder breed dan de rest van de zaal. Van Gendt schatte de kosten nu op f 309.112,- Uit de twee nieuwe inzendingen werd het ontwerp van Van Gendt gekozen. Voordat de opdracht voor de bouw aan A.L.van Gendt werd gegeven was er al wat voorbereidend werk gedaan door P.J.H Cuypers. In 1881 had Cuypers schetsen gemaakt van een concertgebouw met een tuin en een muziektent, dat moest gaan lijken op de Tonhalle in Düsseldorf. P.J.H. Cuypers, die zelf vijf aandelen had, gaf later ook nog advies over bouwkundige zaken. Het eerste schetsontwerp van Cuypers bestond uit een orthogonaal systeem, wat betekent dat de lijnen loodrecht op elkaar staan. De voorgevel leek op die van het Centraal Station, voornamelijk door de gelijkzijdige driehoek die bij beiden een basis van 25° had. Het idee om het concertgebouw te bouwen aan de Houbrakenstraat kwam overigens ook van Cuypers. In november maakte Van Gendt een definitief ontwerp van het Concertgebouw. Op het definitieve ontwerp heeft het gebouw een 'grootste lengte' van 77,5 meter en een 'grootste breedte' van drieënvijftig meter. De Grote Zaal, met afmetingen van 44 x 27.8 x 17.5 meter, neemt twee verdiepingen in beslag, omdat hij heel hoog is. De zaal is beneden en boven helemaal omgeven door gangen van 2,7 meter breed. Oorspronkelijk waren de deuren van de Grote Zaal van glas, zodat de toeschouwers die op de gang stonden te wachten alvast konden bekijken waar ze ongeveer wilden zitten. Het balkon van de Grote Zaal rust op achttien gietijzeren zuilen. Langs de wanden zitten, zowel beneden als boven, eenentwintig bogen. Onder elke bovenste boog staat de naam van een componist. Ook op het balkon staan namen van componisten, maar die waren er niet vanaf het begin. Ze zijn er later bijgezet omdat er nogal wat nieuwere componisten waren, zoals Rafaël en Debussy, die nog geen plaatsje hadden. De Kleine Zaal heeft een grootste lengte van twintig meter en een grootste breedte van vijftien meter. Het podium van de Kleine Zaal kan worden weggehaald. Het gebouw heeft in totaal drie ingangen voor publiek en aan de westkant zitten enkele zij-entrees voor de koorleden en musici. Naast de hoofdingang zijn de aanplakborden versierd met ornamenten met een hoofd, omringd door lauwertakken. De orgelkast, die ook is ontworpen door Van Gendt, is 8,3 meter breed en in het midden 10,4 meter hoog. Het orgel zelf is gemaakt door Maarschalkerwaard. Boven de zaal die tegenwoordig Spiegelzaal heet, heeft Van Gendt een bestuurskamer, een bibliotheek en twee solistenkamers ontworpen. In de Grote Zaal zijn een aantal dingen beschilderd door Eduard Cuypers, een neef van P.J.H. Cuypers. Van Gendt maakte ook een ontwerp voor de tuin met daarin een muziektent. Van deze tuin en van de muziektent is nu niets meer over. Ze zijn weggehaald om er huizen neer te kunnen zetten.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
Hoi
Ik vond je CKV verslag over het Concertgebouw en het ziet er eigenlijk best wel bruikbaar uit. Ik heb het al een beetje aangepast aan mijn eigen taalgebruik enzo. Maar ik vroeg me dus af of je de foto's die gemaakt hebt ook nog naar mij toe zou kunnen mailen ofzo. Je kan me ook altijd even via MSN aanspreken.
Alvast heel erg bedankt,
Pepe
22 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Geen commentaar op je werkstuk eigenlijk.. heb vrij weinig tijd, dus ik print m zo maar gewoon, maar ik had een vraagje... Is dit werkstuk bruikbaar voor ckv? En wat voor cijfer kreeg je ervoor?
20 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
echt super dat je je verslag hierop heb gezet.. ik heb er echt veel aan, want kan zelf echt helemaal niks over concertgebouw vinden!
THANX xxx Liesje
19 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
ik vond het een errug goed werkstuk
Thanx Carola
19 jaar geleden
Antwoorden