voedselallergie

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 2e klas havo | 4198 woorden
  • 16 april 2002
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
49 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Hoofdvraag & Deelvragen:

Wat is voedselallergie?

1 Hoeveel procent van de bevolking heeft voedselallergie?
2 Op welke leeftijd begint voedselallergie vaak?
3 Wat voor soorten allergieën zijn er en wat zijn de symptomen?
4 Hoe kunnen voedselallergieën worden genezen?
5 Zijn er nog bepaalde alternatieve geneeswijzen die ook werken?
6 Zijn er adressen voor mensen met deze aandoening?

Hoofdvraag en antwoord:

“Wat is voedselallergie?”

Mensen met voedselallergieën worden ziek van gewone voedingsmiddelen.
Het afweersysteem reageert abnormaal op gewone eetbare producten. Het lichaam maakt antistoffen tegen bepaalde eiwitten in voedsel, terwijl dat bij mensen die geen voedselallergie hebben, niet gebeurt. Deze antistoffen zetten de allergische reactie in gang, waardoor er allerlei uiteenlopende klachten ontstaan. In principe kan elk voedingsmiddel een reactie oproepen. Bekende boosdoeners zijn koemelk, kippeneieren, pinda’s tarwe, soja en appels en ik kan zelf niet tegen schaaldieren en sommige soorten vis.

Hoeveel van de Nederlandse bevolking heeft last van voedselallergie?

Ongeveer dertig procent van de Nederlandse bevolking heeft de aanleg om allergieën te krijgen. Deze aanleg is ook erfelijk. Zolang je gen voedsel eet waar je niet tegen kan treden er geen verschijnselen op. In Nederland heeft zo’n tien procent van de bevolking last van de allergieën. Tussen de verschillende vormen van eczeem en voedselallergie bestaat een duidelijk verband. Heeft een van de ouders een allergische aandoening, dan bestaat er dertig procent kans dat hun kinderen ook zulke aandoeningen krijgen. Als beide ouders een allergische aandoening hebben dan bestaat een kans van vijftig tot zeventig procent dat het kind ook allergische reacties krijgt. De kans op voedselallergie is dus ook groter als het in de familie voorkomt. Dit zijn de cijfers voor allergische reacties in het algemeen. Voedselovergevoeligheid is een verzamelnaam voor alle overgevoelige reacties op voedsel. De twee belangrijkste vormen zijn voedselallergie en intolerantie. Ongeveer een procent van de Nederlanders heeft last van voedselallergie of intolerantie. Bij zuigelingen varieert het tussen de twee en zes procent.

Op welke leeftijd begint voedselallergie vaak?

Voedselallergie komt het meest voor bij jonge kinderen. Dit komt waarschijnlijk omdat het maagdarmkanaal en het afweersysteem bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld zijn. Daardoor kan de voeding nog niet optimaal worden verteerd en komen er vaker nog hele of delen van intacte eiwitten in de darm.
Omdat de darmwand ook nog niet goed is ontwikkeld, kan een deel van deze eiwitten de darmwand passeren. Dit deel komt vervolgens in aanraking met het afweersysteem, waardoor de kans groter is dat er een afwijkende reactie optreedt in de vorm van allergieën. Nadat het maagdarmkanaal en het afweersysteem wel goed zijn ontwikkeld, wordt de kans op reacties kleiner. Dit zou kunnen verklaren waarom veel kinderen op latere leeftijd over hun allergie heen groeien. Voedselallergie kan wel op elke leeftijd ontstaan en dus niet alleen van jongs af aan. Meestal neemt de allergie af vanaf 45 jaar, maar er zijn ook mensen van 60 jaar en ouder die er nog steeds mee rond lopen of er ineens mee te maken krijgen.
Over de kans op het ontwikkelen van een voedselintolerantie zijn weinig concrete gegevens bekend. Deze aandoening kan zich op elke leeftijd ontwikkelen. Als twee gezinsleden erge allergische klachten hebben (gehad) of als een kind in het gezin een voedselallergie heeft, is het zinvol om van tevoren maatregelen te nemen bij het volgende kind.
Voorbeelden zijn: de baby borstvoeding geven zo mogelijk tot zes maanden. De moeder moet dan tijdens deze periode een dieet volgen zonder producten die vaak een allergie veroorzaken, zie opsomming inde hoofdvraag. Zo’n dieet kan helpen om de voedselallergie bij de baby te voorkomen. Hierbij kan je het beste een advies bij een diëtist vragen. Een diëtist kan samen met de moeder een gevarieerde voeding samenstellen, zodat er geen tekorten zullen ontstaan.
Als borstvoeding niet lukt, kan je het beste een zuigelingenvoeding gebruiken op basis van een eiwithydrolysaat. Dit is voeding waarin de eiwitten al zijn voorverteerd. De grote eiwitdeeltjes zijn daardoor al afgebroken tot kleine deeltjes. Allergische reacties blijven uit omdat er geen grote stukken eiwit de darmwand moeten passeren. Het beste kan je geen bijvoeding geven vóór de leeftijd van zes maanden.

Wat voor soorten allergieën zijn er en wat zijn de symptomen ervan?

Er zijn niet echt verschillen in voedselallergie, omdat het gewoon een van de vele allergieën is. Wel zijn er verschillen in wat voor voedsel de aandoening veroorzaakt en wat de symptomen zijn. De klachten kunnen te maken hebben met:
1. Het maag – darmkanaal } spugen, buikpijn, kolieken, diarree, obstipatie en braken
2. De huid } Jeuk, uitslag, eczeem, galbulten en vocht vasthouden
3. De luchtwegen }Verstopte neus, loopneus, astma
4. Algemenere } Migraine, gewrichtsklachten, gedragsklachten,
anafylactische shock

De ergste reactie die kan optreden door voedselovergevoeligheid is de anafylactische shock. Dit is een levensbedreigende reactie, waarbij allerlei klachten tegelijk optreden en de bloeddruk ineens heel erg daalt. Hierdoor raak je in shock. Gelukkig komt dit maar heel weinig voor. Je moet er wel erg rekening mee houden dat alle genoemde klachten negen van de tien keer door iets anders worden veroorzaakt. Voedsel is dus niet altijd de oorzaak. Een goede diagnose is daarom erg belangrijk om daar achter te komen.

Hoe kan het worden genezen?

Eerst moet je weten wat de oorzaak is van de klachten en of het wel echt voedselallergie is. De eerste dingen waarmee je begint is de medische anamnese:
De aanleg om een allergie te ontwikkelen is mede erfelijk bepaald. Komen in de familie allergische aandoeningen voor, zoals hooikoorts, allergisch astma, eczeem of voedselallergie, dan is de kans dat klachten door voedselallergie worden veroorzaakt groter.
Het is dus erg belangrijk dat de arts en de patiënt dit bespreken.
Dan is er een voedingsanamnese:
De patiënt en een diëtist nemen samen heel nauwkeurig door wat de patiënt eet en drinkt en of er een relatie is tussen de voeding en de klachten. De diëtist bekijkt ook of de voeding volwaardig is, want eenzijdige of onvoldoende voeding kan ook klachten veroorzaken.
Soms kan de diagnose makkelijk worden vastgesteld, maar vaak is het veel puzzelwerk.
Als hulpmiddel moet de patiënt soms een dagboek bijhouden waarin hij alles opschrijft wat hij eet en drinkt. Als onderdeel van het onderzoek mag de patiënt soms een tijdje de verdachte voedingsmiddelen niet eten of drinken. Daarna moet de patiënt de voedingsmiddelen een voor een weer proberen en opnieuw weglaten. Dit heet de eliminatieprovocatie methode. Hierna kunnen er testen worden uitgevoerd, zoals een huidtest of een bloedtest.
Bij een bloedtest wordt het bloed van de patiënt onderzocht op antistoffen tegen bepaalde voedingsbestanddelen. Zo kan je met zekerheid de diagnose vaststellen. Bij een huidtest zijn er verschillende manieren om het uit te voeren. De bekendste zijn de prik en krasplak test.
Bij een priktest wordt het voedingsmiddel of een extract daarvan op de huid gelegd. Daarna prikt de arts met een naaldje door het voedingsmiddel of extract in de huid. Bij een krasplaktest wordt eerst een krasje in de huid gemaakt en het voedingsmiddel of extract wordt erop gelegd en vastgeplakt met huidtape. Ontstaat bij deze testen op de plek van het prikje of krasje een bultje, dan ben je allergisch voor dat betreffende voedingsmiddel.
Als de diagnose is vastgesteld, kan je echt met de behandeling beginnen.
De behandeling klinkt eenvoudig: de patiënt mag de voedingsmiddelen die de klachten veroorzaken niet meer gebruiken. In de praktijk kan dit echter problemen opleveren, vooral als het om veel voedingsmiddelen gaat of om een voedingsmiddel dat in veel andere producten is verwerkt, zoals koemelk. In dat geval is het verstandig om samen met de diëtist een goed dieet op te stellen, waarin alle noodzakelijke voedingsstoffen voorkomen die een mens dagelijks nodig heeft. Een enkele keer bestaat de behandeling ook uit gebruik van medicijnen, al dan niet in combinatie met een dieet. De allergie is nooit helemaal te genezen, maar kan dus wel worden ontzien.

Zijn er nog bepaalde alternatieve geneeswijzen die ook werken?

Naast het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen en het (soms) gebruiken van medicijnen, zijn er alternatieve behandelwijzen waarvan mensen met voedselovergevoeligheid gebruik kunnen maken. Hoewel de aandoeningen niet volledig genezen kunnen worden, zijn er wel mensen die baat hebben bij deze manier van behandelen. De ene benadering kan enkele klachten van de aandoening bestrijden of het voedingsmiddel opsporen; de andere maakt dat sommige mensen zich beter gaan voelen.
Het is niet mogelijk te zeggen welke behandelingswijze een goed effect heeft op welke klacht. Hiervan bestaat geen overzicht. Bovendien kan het effect van persoon tot persoon verschillen.

Voorbeelden van alternatieve behandelingswijzen zijn:
· elektra-acupunctuur; uitgaande van acupunctuurpunten meet men de reactie van het lichaam op een bepaald voedingsmiddel; zo kan je bepalen of er allergie of intolerantie is.
· Toegepaste kinesiologie; waarbij je door het meten van de spierspanning kan vaststellen op welk voedsel iemand allergisch reageert.
· Orthomoleculaire geneeskunde; deze geneeskunde stelt dat er een vitaminetekort in het lichaam kan ontstaan ondanks een gezonde voeding. Door vitamines in hoge doseringen voor te schrijven vul je deze tekorten aan. Hierdoor verandert de stofwisseling, waardoor de overgevoeligheidsreacties op voedingsmiddelen kunne worden beïnvloed.
· Acupunctuur; hierbij ga je uit van banen waarlangs de levensenergie door het lichaam stroomt. Als de energie niet in harmonie is, ontstaan er lichamelijke klachten, zoals bijvoorbeeld voedselovergevoeligheid. De acupunctuurbehandeling heeft tot doel het herstellen van het energie-evenwicht.
· Antroposofische geneeskunde; deze geneeskunde bekijkt de mens in zijn totaliteit (lichaam, ziel en geest). Ziekte wordt gezien als een verstoord evenwicht. Voor de behandeling maakt men gebruik van voedingsvoorschriften, kunstzinnige therapie, psycho-behandeling, bewegingstherapie en medicijnen.
· Homeopathie; homeopathische geneesmiddelen genezen eerst de geest (het spirituele/mentale niveau) en daarna de lichamelijke symptomen. De geneesmiddelen worden gemaakt door natuurlijke stoffen, zoals kruiden en mineralen op een speciale manier te verdunnen.
· Natuurgeneeskunde; deze geneeskunde stelt dat ziekte nooit een storing in een enkel orgaan is, maar een ontregeling van het hele lichaam. Door middel van eliminatie van voedingsmiddelen, darmspoeling, massage, licht - , lucht – en waterbehandeling probeert de natuurarts de zelfgenezende krachten in iemand op te wekken en te ondersteunen.

Zijn er adressen voor mensen met deze aandoening?

Mensen die zelf van dichtbij een voedselallergie meemaken, kunnen veel begrip opbrengen voor de gevolgen hiervan. Stichting voedselallergie heeft over het land verspreid zo’n zestig contactpersonen. Vanuit hun ervaringsdeskundigheid geven ze adviezen. Ze organiseren bijeenkomsten waar mensen met voedselovergevoeligheid elkaar kunnen ontmoeten en erkenning en begrip kunnen vinden.
Ook stichting voedselallergie tijdschrift ”Over Gevoelig Heden” vervult hierin een belangrijke taak. Ervaringsverhalen, tips en recepten, gecombineerd met artikelen van hulpverleners vormen de basis van dit tijdschrift, dat de drieduizend deelnemers van stichting voedselallergie 4 keer per jaar ontvangen.
Stichting Voedselallergie werkt nauw samen met het voedingscentrum LIVO. Deze organisatie verstrekt informatie over voedselovergevoeligheid aan patiënten, consumenten, hulpverleners, zoals artsen en diëtisten, fabrikanten en anderen die beroepsmatig hierbij betrokken zijn.

Adressen:
Stichting voedselallergie
Postbus 207
3860 AE Nijkerk
Tel. 033-4655098, tijdens werkdagen van 9:00 tot 13:00
Fax: 033-4654964
E-mail: info@StichtingVoedselallergie.nl
bestuur@StichtingVoedselAllergie.nl

Voedingscentrum/LIVO
Postbus 85700
2508 CK Den Haag

Allergietelefoon: 070-3068890, tijdens werkdagen van 10:00 tot 13:00 uur
Fax: 070-3547343

Logboek:

Datum Tijd Plaats Verrichtte werkzaamheden

12-3 1 uur school Maken hoofd - en deelvragen
13-3 40 min school Beginnen aan logboek
16-3 1 uur thuis Opzoeken info. > internet
17-3 1 uur thuis Info-folders aangevraagd > internet
19-3 2 uur school Antw. op vragen uitwerken klad
20-3 1 uur school Antw. op vragen verder uitwerken klad
5 min school Veranderen van hoofdvraag en deelvragen
02-4 2 uur thuis Verder uitwerken vragen net
04-4 15 min thuis Afronding v/h verslag
10-4 1 uur school Presentatie verslag

Reflectie:

Ik vond het leuk om dit verslag te maken, omdat ik nu weet hoe het zit met iets waar ik zelf eigenlijk best wel wat mee te maken heb, omdat ik zelf ook een voedselallergie heb. Ik vond het wel moeilijk om plaatjes te vinden en die had ik toch wel nodig voor de illustratie van mijn verslag, anders vind ik het zelf niet zo mooi, maar uiteindelijk heb ik toch een hoop kunnen vinden op mijn eigen Word programma. Ik heb dus ook al geleerd om plaatjes op te zoeken in Word en niet alleen uit een kleiner programmaatje van Word. Jammer dat ik alleen maar één site kon vinden over voedselallergieën en dus niet meer. Blijkbaar zijn er maar weinig informatiebronnen over deze aandoening. Eigenlijk is alles me makkelijk afgegaan en heb ik dus weinig om over te klagen. Ik heb ook niet veel nieuws geleerd over de aanpak van het maken van mijn werkstuk, omdat het zo makkelijk ging. Volgende keer kies ik nog zo’n makkelijk onderwerp!

Bronvermelding:

*Stichting voedselallergie op het internet.
*Het stencil uit de map van ANW, waaruit onderwerpen gehaald konden worden om het
verslag over te schrijven.
*www.voedingscentrum.nl op het internet.

Einde!

Hoofdvraag & Deelvragen:

Wat is voedselallergie?

1 Hoeveel procent van de bevolking heeft voedselallergie?
2 Op welke leeftijd begint voedselallergie vaak?
3 Wat voor soorten allergieën zijn er en wat zijn de symptomen?
4 Hoe kunnen voedselallergieën worden genezen?
5 Zijn er nog bepaalde alternatieve geneeswijzen die ook werken?
6 Zijn er adressen voor mensen met deze aandoening?

Hoofdvraag en antwoord:

“Wat is voedselallergie?”

Mensen met voedselallergieën worden ziek van gewone voedingsmiddelen.
Het afweersysteem reageert abnormaal op gewone eetbare producten. Het lichaam maakt antistoffen tegen bepaalde eiwitten in voedsel, terwijl dat bij mensen die geen voedselallergie hebben, niet gebeurt. Deze antistoffen zetten de allergische reactie in gang, waardoor er allerlei uiteenlopende klachten ontstaan. In principe kan elk voedingsmiddel een reactie oproepen. Bekende boosdoeners zijn koemelk, kippeneieren, pinda’s tarwe, soja en appels en ik kan zelf niet tegen schaaldieren en sommige soorten vis.

Hoeveel van de Nederlandse bevolking heeft last van voedselallergie?

Ongeveer dertig procent van de Nederlandse bevolking heeft de aanleg om allergieën te krijgen. Deze aanleg is ook erfelijk. Zolang je gen voedsel eet waar je niet tegen kan treden er geen verschijnselen op. In Nederland heeft zo’n tien procent van de bevolking last van de allergieën. Tussen de verschillende vormen van eczeem en voedselallergie bestaat een duidelijk verband. Heeft een van de ouders een allergische aandoening, dan bestaat er dertig procent kans dat hun kinderen ook zulke aandoeningen krijgen. Als beide ouders een allergische aandoening hebben dan bestaat een kans van vijftig tot zeventig procent dat het kind ook allergische reacties krijgt. De kans op voedselallergie is dus ook groter als het in de familie voorkomt. Dit zijn de cijfers voor allergische reacties in het algemeen. Voedselovergevoeligheid is een verzamelnaam voor alle overgevoelige reacties op voedsel. De twee belangrijkste vormen zijn voedselallergie en intolerantie. Ongeveer een procent van de Nederlanders heeft last van voedselallergie of intolerantie. Bij zuigelingen varieert het tussen de twee en zes procent.

Op welke leeftijd begint voedselallergie vaak?

Voedselallergie komt het meest voor bij jonge kinderen. Dit komt waarschijnlijk omdat het maagdarmkanaal en het afweersysteem bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld zijn. Daardoor kan de voeding nog niet optimaal worden verteerd en komen er vaker nog hele of delen van intacte eiwitten in de darm.
Omdat de darmwand ook nog niet goed is ontwikkeld, kan een deel van deze eiwitten de darmwand passeren. Dit deel komt vervolgens in aanraking met het afweersysteem, waardoor de kans groter is dat er een afwijkende reactie optreedt in de vorm van allergieën. Nadat het maagdarmkanaal en het afweersysteem wel goed zijn ontwikkeld, wordt de kans op reacties kleiner. Dit zou kunnen verklaren waarom veel kinderen op latere leeftijd over hun allergie heen groeien. Voedselallergie kan wel op elke leeftijd ontstaan en dus niet alleen van jongs af aan. Meestal neemt de allergie af vanaf 45 jaar, maar er zijn ook mensen van 60 jaar en ouder die er nog steeds mee rond lopen of er ineens mee te maken krijgen.
Over de kans op het ontwikkelen van een voedselintolerantie zijn weinig concrete gegevens bekend. Deze aandoening kan zich op elke leeftijd ontwikkelen. Als twee gezinsleden erge allergische klachten hebben (gehad) of als een kind in het gezin een voedselallergie heeft, is het zinvol om van tevoren maatregelen te nemen bij het volgende kind.
Voorbeelden zijn: de baby borstvoeding geven zo mogelijk tot zes maanden. De moeder moet dan tijdens deze periode een dieet volgen zonder producten die vaak een allergie veroorzaken, zie opsomming inde hoofdvraag. Zo’n dieet kan helpen om de voedselallergie bij de baby te voorkomen. Hierbij kan je het beste een advies bij een diëtist vragen. Een diëtist kan samen met de moeder een gevarieerde voeding samenstellen, zodat er geen tekorten zullen ontstaan.
Als borstvoeding niet lukt, kan je het beste een zuigelingenvoeding gebruiken op basis van een eiwithydrolysaat. Dit is voeding waarin de eiwitten al zijn voorverteerd. De grote eiwitdeeltjes zijn daardoor al afgebroken tot kleine deeltjes. Allergische reacties blijven uit omdat er geen grote stukken eiwit de darmwand moeten passeren. Het beste kan je geen bijvoeding geven vóór de leeftijd van zes maanden.

Wat voor soorten allergieën zijn er en wat zijn de symptomen ervan?

Er zijn niet echt verschillen in voedselallergie, omdat het gewoon een van de vele allergieën is. Wel zijn er verschillen in wat voor voedsel de aandoening veroorzaakt en wat de symptomen zijn. De klachten kunnen te maken hebben met:
1. Het maag – darmkanaal } spugen, buikpijn, kolieken, diarree, obstipatie en braken
2. De huid } Jeuk, uitslag, eczeem, galbulten en vocht vasthouden
3. De luchtwegen }Verstopte neus, loopneus, astma
4. Algemenere } Migraine, gewrichtsklachten, gedragsklachten,
anafylactische shock

De ergste reactie die kan optreden door voedselovergevoeligheid is de anafylactische shock. Dit is een levensbedreigende reactie, waarbij allerlei klachten tegelijk optreden en de bloeddruk ineens heel erg daalt. Hierdoor raak je in shock. Gelukkig komt dit maar heel weinig voor. Je moet er wel erg rekening mee houden dat alle genoemde klachten negen van de tien keer door iets anders worden veroorzaakt. Voedsel is dus niet altijd de oorzaak. Een goede diagnose is daarom erg belangrijk om daar achter te komen.

Hoe kan het worden genezen?

Eerst moet je weten wat de oorzaak is van de klachten en of het wel echt voedselallergie is. De eerste dingen waarmee je begint is de medische anamnese:
De aanleg om een allergie te ontwikkelen is mede erfelijk bepaald. Komen in de familie allergische aandoeningen voor, zoals hooikoorts, allergisch astma, eczeem of voedselallergie, dan is de kans dat klachten door voedselallergie worden veroorzaakt groter.
Het is dus erg belangrijk dat de arts en de patiënt dit bespreken.
Dan is er een voedingsanamnese:
De patiënt en een diëtist nemen samen heel nauwkeurig door wat de patiënt eet en drinkt en of er een relatie is tussen de voeding en de klachten. De diëtist bekijkt ook of de voeding volwaardig is, want eenzijdige of onvoldoende voeding kan ook klachten veroorzaken.
Soms kan de diagnose makkelijk worden vastgesteld, maar vaak is het veel puzzelwerk.
Als hulpmiddel moet de patiënt soms een dagboek bijhouden waarin hij alles opschrijft wat hij eet en drinkt. Als onderdeel van het onderzoek mag de patiënt soms een tijdje de verdachte voedingsmiddelen niet eten of drinken. Daarna moet de patiënt de voedingsmiddelen een voor een weer proberen en opnieuw weglaten. Dit heet de eliminatieprovocatie methode. Hierna kunnen er testen worden uitgevoerd, zoals een huidtest of een bloedtest.
Bij een bloedtest wordt het bloed van de patiënt onderzocht op antistoffen tegen bepaalde voedingsbestanddelen. Zo kan je met zekerheid de diagnose vaststellen. Bij een huidtest zijn er verschillende manieren om het uit te voeren. De bekendste zijn de prik en krasplak test.
Bij een priktest wordt het voedingsmiddel of een extract daarvan op de huid gelegd. Daarna prikt de arts met een naaldje door het voedingsmiddel of extract in de huid. Bij een krasplaktest wordt eerst een krasje in de huid gemaakt en het voedingsmiddel of extract wordt erop gelegd en vastgeplakt met huidtape. Ontstaat bij deze testen op de plek van het prikje of krasje een bultje, dan ben je allergisch voor dat betreffende voedingsmiddel.
Als de diagnose is vastgesteld, kan je echt met de behandeling beginnen.
De behandeling klinkt eenvoudig: de patiënt mag de voedingsmiddelen die de klachten veroorzaken niet meer gebruiken. In de praktijk kan dit echter problemen opleveren, vooral als het om veel voedingsmiddelen gaat of om een voedingsmiddel dat in veel andere producten is verwerkt, zoals koemelk. In dat geval is het verstandig om samen met de diëtist een goed dieet op te stellen, waarin alle noodzakelijke voedingsstoffen voorkomen die een mens dagelijks nodig heeft. Een enkele keer bestaat de behandeling ook uit gebruik van medicijnen, al dan niet in combinatie met een dieet. De allergie is nooit helemaal te genezen, maar kan dus wel worden ontzien.

Zijn er nog bepaalde alternatieve geneeswijzen die ook werken?

Naast het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen en het (soms) gebruiken van medicijnen, zijn er alternatieve behandelwijzen waarvan mensen met voedselovergevoeligheid gebruik kunnen maken. Hoewel de aandoeningen niet volledig genezen kunnen worden, zijn er wel mensen die baat hebben bij deze manier van behandelen. De ene benadering kan enkele klachten van de aandoening bestrijden of het voedingsmiddel opsporen; de andere maakt dat sommige mensen zich beter gaan voelen.
Het is niet mogelijk te zeggen welke behandelingswijze een goed effect heeft op welke klacht. Hiervan bestaat geen overzicht. Bovendien kan het effect van persoon tot persoon verschillen.

Voorbeelden van alternatieve behandelingswijzen zijn:
· elektra-acupunctuur; uitgaande van acupunctuurpunten meet men de reactie van het lichaam op een bepaald voedingsmiddel; zo kan je bepalen of er allergie of intolerantie is.
· Toegepaste kinesiologie; waarbij je door het meten van de spierspanning kan vaststellen op welk voedsel iemand allergisch reageert.
· Orthomoleculaire geneeskunde; deze geneeskunde stelt dat er een vitaminetekort in het lichaam kan ontstaan ondanks een gezonde voeding. Door vitamines in hoge doseringen voor te schrijven vul je deze tekorten aan. Hierdoor verandert de stofwisseling, waardoor de overgevoeligheidsreacties op voedingsmiddelen kunne worden beïnvloed.
· Acupunctuur; hierbij ga je uit van banen waarlangs de levensenergie door het lichaam stroomt. Als de energie niet in harmonie is, ontstaan er lichamelijke klachten, zoals bijvoorbeeld voedselovergevoeligheid. De acupunctuurbehandeling heeft tot doel het herstellen van het energie-evenwicht.
· Antroposofische geneeskunde; deze geneeskunde bekijkt de mens in zijn totaliteit (lichaam, ziel en geest). Ziekte wordt gezien als een verstoord evenwicht. Voor de behandeling maakt men gebruik van voedingsvoorschriften, kunstzinnige therapie, psycho-behandeling, bewegingstherapie en medicijnen.
· Homeopathie; homeopathische geneesmiddelen genezen eerst de geest (het spirituele/mentale niveau) en daarna de lichamelijke symptomen. De geneesmiddelen worden gemaakt door natuurlijke stoffen, zoals kruiden en mineralen op een speciale manier te verdunnen.
· Natuurgeneeskunde; deze geneeskunde stelt dat ziekte nooit een storing in een enkel orgaan is, maar een ontregeling van het hele lichaam. Door middel van eliminatie van voedingsmiddelen, darmspoeling, massage, licht - , lucht – en waterbehandeling probeert de natuurarts de zelfgenezende krachten in iemand op te wekken en te ondersteunen.

Zijn er adressen voor mensen met deze aandoening?

Mensen die zelf van dichtbij een voedselallergie meemaken, kunnen veel begrip opbrengen voor de gevolgen hiervan. Stichting voedselallergie heeft over het land verspreid zo’n zestig contactpersonen. Vanuit hun ervaringsdeskundigheid geven ze adviezen. Ze organiseren bijeenkomsten waar mensen met voedselovergevoeligheid elkaar kunnen ontmoeten en erkenning en begrip kunnen vinden.
Ook stichting voedselallergie tijdschrift ”Over Gevoelig Heden” vervult hierin een belangrijke taak. Ervaringsverhalen, tips en recepten, gecombineerd met artikelen van hulpverleners vormen de basis van dit tijdschrift, dat de drieduizend deelnemers van stichting voedselallergie 4 keer per jaar ontvangen.
Stichting Voedselallergie werkt nauw samen met het voedingscentrum LIVO. Deze organisatie verstrekt informatie over voedselovergevoeligheid aan patiënten, consumenten, hulpverleners, zoals artsen en diëtisten, fabrikanten en anderen die beroepsmatig hierbij betrokken zijn.

Adressen:
Stichting voedselallergie
Postbus 207
3860 AE Nijkerk
Tel. 033-4655098, tijdens werkdagen van 9:00 tot 13:00
Fax: 033-4654964
E-mail: info@StichtingVoedselallergie.nl
bestuur@StichtingVoedselAllergie.nl

Voedingscentrum/LIVO
Postbus 85700
2508 CK Den Haag

Allergietelefoon: 070-3068890, tijdens werkdagen van 10:00 tot 13:00 uur
Fax: 070-3547343

Logboek:

Datum Tijd Plaats Verrichtte werkzaamheden

12-3 1 uur school Maken hoofd - en deelvragen
13-3 40 min school Beginnen aan logboek
16-3 1 uur thuis Opzoeken info. > internet
17-3 1 uur thuis Info-folders aangevraagd > internet
19-3 2 uur school Antw. op vragen uitwerken klad
20-3 1 uur school Antw. op vragen verder uitwerken klad
5 min school Veranderen van hoofdvraag en deelvragen
02-4 2 uur thuis Verder uitwerken vragen net
04-4 15 min thuis Afronding v/h verslag
10-4 1 uur school Presentatie verslag

Reflectie:

Ik vond het leuk om dit verslag te maken, omdat ik nu weet hoe het zit met iets waar ik zelf eigenlijk best wel wat mee te maken heb, omdat ik zelf ook een voedselallergie heb. Ik vond het wel moeilijk om plaatjes te vinden en die had ik toch wel nodig voor de illustratie van mijn verslag, anders vind ik het zelf niet zo mooi, maar uiteindelijk heb ik toch een hoop kunnen vinden op mijn eigen Word programma. Ik heb dus ook al geleerd om plaatjes op te zoeken in Word en niet alleen uit een kleiner programmaatje van Word. Jammer dat ik alleen maar één site kon vinden over voedselallergieën en dus niet meer. Blijkbaar zijn er maar weinig informatiebronnen over deze aandoening. Eigenlijk is alles me makkelijk afgegaan en heb ik dus weinig om over te klagen. Ik heb ook niet veel nieuws geleerd over de aanpak van het maken van mijn werkstuk, omdat het zo makkelijk ging. Volgende keer kies ik nog zo’n makkelijk onderwerp!

Bronvermelding:

*Stichting voedselallergie op het internet.
*Het stencil uit de map van ANW, waaruit onderwerpen gehaald konden worden om het
verslag over te schrijven.
*www.voedingscentrum.nl op het internet.

Einde!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.