Tuinkerszaad

Dit is een onderzoek voor het vak biologie 1,2. De bedoeling was een factor te nemen die wel eens invloed zou kunnen hebben op de groei van tuinkersplantjes. Ik heb gekozen voor kunstmest. 1. ORIËNTATIE A. Het formuleren van de onderzoeksvraag. Heeft kunstmest invloed op de groei van tuinkersplantjes? B: Het opstellen van een hypothese. Hypothese: De tuinkersplantjes zullen sneller groeien met toegevoegd kunstmest. Voorspelling: Ik heb in de encyclopedie naar de gevolgen gezocht die kunstmest heeft op de groei van planten. Samengevat vond ik het volgende: “Behalve licht, koolzuur uit de lucht en water heeft de plant voor haar groei een aantal voedingsstoffen nodig die de natuur slechts in beperkte mate en met een zekere traagheid vrijgeeft. Met name zijn dit verbindingen van stikstof (die als stikstof uit de lucht eerst de grond moet verrijken), benevens fosforzuur, kalium, kalk en magnesium (plus nog een aantal sporenelementen). Deze stoffen worden in de vorm van meststoffen gemaakt. Als men meerdere van de bovenstaande stoffen in één product verwerkt, spreekt men van mengmeststoffen.” Ook staat er dat de afzet van bijvoorbeeld graankorrels in Nederland met 7 tot 15% stijgt als men gebruik maakt van deze kunstmeststoffen. Hieruit concludeer ik dat de plantjes sneller groeien met behulp van kunstmeststoffen. Ik kom tot de volgende voorspelling: Als ik kunstmest bij de plantjes doe, zullen ze sneller groeien, door de stoffen in het kunstmest die de plantjes nodig hebben om goed te kunnen groeien.
2. PLANNING Benodigde materialen: - 2 potten met potgrond. - Kunstmest - 40 tuinkerszaadjes, in elke pot 20 - Water - Een plaats op de vensterbank bij het raam - Tabel om de meetgegevens in de noteren
Ik zet beide potten met de zaadjes op de vensterbank bij het raam. Dit is ongeveer een halve meter boven de radiator, dus er is zeker voldoende warmte. Ik ga bijhouden welke lengte de plantjes in elke pot iedere dag hebben bereikt. Ik neem ongeveer het gemiddelde van de plantjes en elke keer dat ik meet, meet ik drie maal, zodat ik de juiste gemiddelde lengte heb. Ik heb in iedere pot evenveel (20) zaadjes gedaan. Nadat ik de zaadjes heb geplant doe ik er kunstmest bij, in iedere pot evenveel. Ik maak een tabel (zie voor tabel: 3. Uitvoering, hieronder.) en noteer elke dag de gegevens. De plantjes krijgen regelmatig water. 4: COLTROLE Je kunt uit de tabel afleiden dat mijn hypothese verkeerd was. Dit zou kunnen komen doordat ik onterecht concludeerde dat de plantjes sneller zouden groeien uit het stukje wat ik in de encyclopedie las. Ik denk nu, dat er mee bedoeld kon zijn, dat grond met kunstmest in staat was om bijvoorbeeld meer kilogram graan per hectare te produceren. Kunstmest heeft dus géén invloed op de snelheid van het plantje. Dit is dan ook het antwoord op de onderzoeksvraag. Uit de tabel zou je wel kunnen concluderen dat kunstmest de groei van het plantje remt, omdat de plantjes mét kunstmest later uitkomen. Maar dit lijkt mij heel onlogisch omdat het in de landbouw veel gebruikt wordt. Het onderzoek is naar mijn idee wel op de goede manier uitgevoerd en de meetresultaten zijn op één decimaal heel nauwkeurig uitgevoerd. Mijn hypothese is dus alleen niet bevestigd omdat ik een verkeerde conclusie heb getrokken uit het stukje in de encyclopedie. 5. Evaluatie Ik denk niet dat het antwoord en mijn conclusies erg betrouwbaar zijn eigenlijk. Dit komt bijvoorbeeld omdat ik niet kan verklaren waarom de plantjes met de kunstmest later zijn uitgekomen. Uit mijn onderzoek is gebleken dat kunstmest geen invloed heeft op de snelheid van de groei van het plantje. Ik kan het me moeilijk voorstellen dat dat echt zo is. Kunstmest wordt niet voor niks zoveel gebruikt in de landbouwindustrie. De meetresultaten zijn wel betrouwbaar. Mogelijk zijn het andere factoren geweest waardoor de plantjes met de kunstmest later uitkwamen. Ik ben niet erg nauwkeurig geweest wat betreft de hoeveelheid water dat ik de plantjes heb gegeven. Dat kan een mogelijke oorzaak zijn. Ik ben verder geen problemen tegengekomen. Bij de controle heb ik verteld dat ik misschien verkeerde conclusies heb getrokken uit het stukje uit de encyclopedie. Een onderzoeksvraag om het te bewijzen kan zijn: - Heeft kunstmest invloed op de hoeveelheid tuinkersplantjes dat de grond kan produceren? 6: Rapportage Ik begon met het planten van de tuinkerszaadjes. Het leek me wel leuk om te onderzoeken of kunstmest invloed zou hebben op de groei van de zaadjes. Ik las een stukje over kunstmest in de encyclopedie en ik concludeerde daaruit dat de plantjes sneller zouden groeien na toevoeging van kunstmest. Dit verwerkte ik ook in mijn hypothese. Na een paar dagen kwamen de eerste zaadjes uit. In tegenstelling tot mijn verwachtingen was dit in het potje met de zaadjes zonder kunstmest. Het viel me op dat ze heel snel groeiden. Maar ik dacht dat dan de zaadjes met kunstmest als ze uitkwamen wel sneller zouden groeien, een soort groeispurt zeg maar. Een paar dagen later kwamen ook deze zaadjes uit. Ik hield voor mezelf ook bij hoeveel centimeter de plantjes in elke pot groeiden maar er was niet echt sprake van een groeispurt zoals ik had verwacht. Ze groeiden ongeveer even hard. Het enige verschil was dus dat de zaadjes met de kunstmest later uitkwamen. Ik ben blij dat ik al vroeg aan de proef was begonnen, want de zaadjes hadden bijna vier weken nodig om te volgroeien! Bij de zaadjes zonder kunstmest was dit overigens wat minder. Ik had niet gedacht dat ze er zo lang over zouden doen, omdat bijna iedereen pas in de meivakantie de zaadjes plantte en je met de proef door moest gaan tot de plantjes niet meer groeiden. Dit duurde bij mij dus veel langer dan de meivakantie. Als ik de proef nou opnieuw zou uitvoeren, zou ik nauwkeuriger zijn wat betreft het water. Dit zou namelijk een mogelijke oorzaak zijn waardoor de plantjes met de kunstmest later uitkwamen. Misschien doet kunstmest minder goed zijn werk als er teveel water is toegevoegd, of juist te weinig. Ik heb ook de gebruiksaanwijzing niet goed gelezen. Dat zou ik in het vervolg wel doen.