Practicum Katalase Biologie
VWO 5
Inhoud
- Algemene informatie
- Enzymen
- Katalase
- De aardappel & de lever
- Proef 1
Is het enzym katalase aanwezig in de lever?
- Hypothese
- Doel van de proef
- Materialen
- Methode
- Waarnemingen en resultaten
- Conclusie en discussie
- Extra vragen
- Proef 2
Wat is de invloed van de temperatuur op de werking van katalase?
- Hypothese
- Doel van de proef
- Materialen
- Methode
- Waarnemingen en resultaten
- Conclusie en discussie
- Extra vraag
- Nawoord
Algemene informatie
Enzymen
Enzymen zijn eiwitten, die ervoor zorgen dat een chemische reactie in of buiten de cel wordt versneld of mogelijk wordt gemaakt. Ze fungeren dus als (bio-)katalysatoren en worden tijdens de reactie niet verbruikt.
Een enzym koppelt zich kort aan een substraat, hierdoor ontstaat een enzym-substraat-complex. Dit gebeurt specifiek, meestal past maar één bepaald enzym op één substraat.
De werking en ruimtelijke structuur van enzymen kunnen beïnvloed worden door onder andere de temperatuur. Bij lage temperaturen zijn meeste enzymen inactief en boven de 50 graden Celsius wordt de werking van de enzymen geblokkeerd door denaturatie.
Katalase
Katalase is een enzym dat waterstofperoxide splitst in water en zuurstof, in micro-organismen die in staat zijn tot aerobe ademhaling en aerobe dissimilatie. Waterstofperoxide ontstaat namelijk door aerobe ademhaling en is giftig. Katalase voorkomt dus afsterving van een bacteriecel door het peroxide af te breken.
2 H2O2 à 2 H2O + 2 O2
Aardappel
Aardappelen bestaan voor 77% procent uit water, voor 17% uit zetmeel in de vorm van koolhydraten en voor 2% uit eiwitten.
Lever
De lever is een orgaan waarin de uit voeding opgenomen eiwitten in voor het lichaam bruikbare stoffen worden afgebroken en in plasma-eiwitten worden omgezet, wat later weer wordt afgebroken tot ureum.
Proef 1
Onderzoeksvraag
Is het enzym katalase aanwezig in de lever?
Hypothese
Er is een grote waarschijnlijkheid dat katalase ook in de lever aanwezig is. De lever is namelijk een onderdeel van een organisme met aerobe ademhaling en daardoor zal er ook H2O2 ontstaan in onder andere de lever. Om de H2O2 weg te reageren, zal een enzym nodig zijn, soortgelijk aan katalase. Er is dus een grote kans dat het enzym katalase is.
Doel van het onderzoek
In het onderzoek gaan we H2O2 toevoegen aan aardappel en lever en onze waarnemingen vastleggen. We weten al dat in de aardappel het enzym katalase aanwezig is en gebruiken de aardappel dus als onze positieve controle.
Daarnaast hebben we een blanco buis, die fungeert als negatieve controle. Hiermee kunnen we checken of er niet ook al een reactie optreedt zonder een variabele toe te voegen. Het doel is om te onderzoeken of het enzym katalase ook in de lever aanwezig is, door de waargenomen veranderingen in de buizen te vergelijken.
Hierna vergelijken we onze conclusies en waarnemingen met andere groepjes: dit is ons duplo-experiment
Materialen
- een deel van een aardappel
- Stukjes lever
- 3 reageerbuizen en een reageerbuisrekje
- waterstofperoxideoplossing van 3%
- Maatcilinder van 10 ml
Methode
We gebruiken drie reageerbuizen voor onze proef. We hebben drie gelijke stukjes aardappel gesneden en in de eerste buis gedaan, daarna hebben we in de tweede reageerbuis een kleine hoeveelheid lever gedaan. De derde buis laten we leeg.
Hierna hebben we aan elk van de buizen 5 ml waterstofperoxide-oplossing toegevoegd en de reageerbuizen enkele minuten laten staan.
Buis 1 (aardappel): In de stukjes aardappel is katalase aanwezig, er vindt sowieso een reactie plaats
Buis 2 (lever): Het is nog onduidelijk of hier katalase aanwezig is.
Buis 3 (blanco), Er kan in deze reageerbuis geen reactie plaatsvinden.
Waarnemingen & resultaten
Buis 1: In de reageerbuis met aardappel nemen we al meteen iets waar. In de vloeistof vormen kleine belletjes en het water begint licht te bruisen. Hiernaast ontstaat er langzaam een dunne schuimlaag, die steeds iets hoger wordt. De stukjes aardappel blijven liggen op de bodem van de reageerbuis. De schuimlaag is compact en wordt na een korte tijd niet meer hoger.
Maximale hoogte schuimlaag: 3,2 cm
Buis 2: In de reageerbuis met lever begint de vloeistof te bruisen. Mini-bubbeltjes vormen en aan de onderkant van de reageerbuis blijven ook enkele bubbeltjes ‘zitten’. De lever drijft omhoog en de vloeistof wordt iets minder helder. Er vormt een niet compact schuim, bestaande uit uiteen staande bubbels, die steeds hoger wordt. Uiteindelijk zakt het schuim weer iets.
Maximale hoogte schuimlaag: 6,5 cm
Buis 3: In deze reageerbuis nemen wij geen veranderingen waar. De vloeistof blijft helder en er ontstaat geen schuim.
Duplo-experiment
We hebben onze waarnemingen vergeleken met een de waarnemingen van andere groepjes. De waargenomen veranderingen komen zeer overeen, het enige verschil is de hoogte in schuimlaag. In buis 1 van de duplo-proef, waar de aardappel in zit, vormt zich een minder hoge schuimlaag. Dit is mogelijk te verklaren door de verschillende verhouding vloeistof-aardappel. In de reageerbuis van onze duplo-proef zat namelijk een kleinere hoeveelheid aardappel.
Conclusie en discussie
Schuim ontstaat door de aanwezigheid van eiwitten en het ontstaan van het gas O2. Eiwitten komen vrij uit het citoplasma van opengesneden cellen en komen in contact met H2O2 en O2. Zonder de aanraking tussen eiwitten en O2 treden er geen veranderingen op (zie buis 3), dat betekent ook dat er geen katalase aanwezig is, omdat het enzym katalase de reactie ‘H2O2 à O2 + H2O’ veroorzaakt.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden