Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Inleiding 2
Hoofd en Deelvragen 3
Deelvraag 1 4
Deelvraag 2 5
Deelvraag 3 6
Deelvraag 4 10
Deelvraag 5 11
Hoofdvraag 12
Conclusie 13
Bronnen 14
Inleiding
We hebben voor dit onderwerp gekozen omdat het ons erg interessant leek om meer over deze planten te weten te komen. Het zijn planten waar iedereen wel eens van gehoord heeft maar waar bijna niemand echt eens wat dieper op in gegaan is door ze bijvoorbeeld eens te bestuderen en eens goed te bekijken hoe ze nou eigenlijk werken. Dit merk je ook aan de reacties van andere mensen uit bijvoorbeeld de klas, als iemand aan ons vraagt wat we als onderwerp hebben en we ze dan vertellen dat we het over vleesetende planten doen, is toch iedereen er eigenlijk wel in geïnteresseerd. Ze vinden het allemaal interessant om te weten hoe de vleesetende plant nou eigenlijk echt werkt, en dat stimuleerde ons nog meer om dit echt als onderwerp te houden en aan deze po te werken.
Hoofd en Deelvragen
Hoofdvraag : Wat is de functie van vleesetende planten in hun omgeving?
Deelvraag1 : Welke vleesetende planten zijn er?
Deelvraag2 : Waar komen ze voor?
Deelvraag3 : Hoe vangen ze hun prooi?
Deelvraag4 : De vleesetende plant in Nederland?
Deelvraag5 : Waarom eten ze vlees?
Deelvraag 1
Welke vleesetende planten zijn er?
Bij het beantwoorden van deze vraag kunnen we niet alle soorten beantwoorden, we hebben daar niet genoeg informatie voor kunnen vinden. We hebben gewoon van alle meest bekende vleesetende planten de namen en in de andere deelvragen ook de antwoorden op de vraag waar ze leven, hoe vangen ze hun prooi, enz. Hieronder zie je een lijstje met alle vleesetende planten die wij bespreken in onze po:
Vleesetende planten die op het land leven:
- Venus vliegenval
- Zonnedauw
- Vetblad
- Trompetbekerplant
Vleesetende planten die op het water leven:
- Waterradplant
- Blaasjeskruid
Deelvraag 2
Waar komen ze voor?
De Venus vliegenval:
Deze vleesetende plant komt in het wild alleen nog maar voor in Noord-Amerika. Hij leeft dan in de moerassen
Zonnedauw:
De zonnedauw komt vooral voor in Europa in de voedselarme moerassen, maar ook in de rest van de wereld in soortgelijke gebieden kan hij voorkomen.
Vetblad:
Het vetblad komt vrijwel overal voor waar het vochtig is en waar meer begroeiing is. Er is dus geen specifiek gebied waar de plant veel voorkomt.
Trompetbekerplant:
Deze vleesetende plant word alleen aangetroffen in het zuiden van Amerika, de gele trompetbekerplant is tevens de grootste vleeseter onder de planten.
Waterradplant:
Deze plant is ook een plant zonder een specifieke plaats waar hij veel voorkomt, het is een plant dus hij komt voor in wateren, en de temperatuur moet wel hoog zijn, dus alleen in gebieden waar het gemiddeld zo’n 20 graden is.
Blaasjeskruid:
Voor deze vleesetende plant geld eigenlijk hetzelfde als voor de waterradplant, maar het moet wel een grote plas of iets dergelijks zijn, want het is een plant die wel 2 meter kan bedekken, dit is dan niet een plant maar een heleboel die als een groep op het water drijven.
Deelvraag 3
Hoe vangen ze hun prooi?
De venus vliegenval:
Deze vleesetende plant word ook wel “vliegenvangertje” genoemd. Deze plant vangt zijn prooi, bijvoorbeeld dus een vlieg, door zijn prooi te vangen in een soort van kooi. Met kooi bedoelen wij dan zijn bladeren waar aan de rand een soort van stekels zitten (de tralies) die dichtklappen zodra tastharen worden aangeraakt. De kooi klapt niet dicht als er maar 1 haartje word aangeraakt, pas als hetzelfde haartje binnen ongeveer 20 seconden weer word aangeraakt, of als er meerdere haartjes tegelijkertijd worden aangeraakt klapt de kooi pas dicht. De vliegen worden op 2 manieren naar de kooi toe gelokt. De eerste manier waarop dat gebeurd is door de kleuren van de bladeren, deze bladeren hebben een mooie rode kleur, daar komen de insecten op af. De andere manier is doormiddel van nectar die de plant via klieren in de bladeren afscheid, veel insecten komen op deze nectar af omdat ze het lekker vinden en zodra ze dan op de bladeren zitten, en dus in de kooi zitten klapt deze dicht. Meteen nadat dit is gebeuren stromen de verteringssap toe. Door dat sap verteerd de prooi en dat sap waarin dan het beestje is opgelost word dan opgenomen door de plant. Soms blijft de kooi wel wekenlang dicht zitten totdat de prooi helemaal verteerd is en dan alleen nog maar de onverteerbare delen over zijn. Dan gaat de kooi weer open voor een nieuwe prooi.
We hebben eigenlijk niet kunnen vinden wat er met de onverteerbare delen van de prooi gebeurd, maar wij denken dat deze delen zo klein zijn dat ze gewoon door bijvoorbeeld de wind worden weggewaaid.
De Zonnedauw:
Bij de zonnedauw is de bovenkant van het blad dicht bezet met roodachtige tentakels. En elke tentakel draagt een druppel heldere kleverige vloeistof die als dauw in de zon glinstert (vandaar ook de naam Zonnedauw). De tentakels dienen niet alleen om een insect “vastgelijmd” te houden, ze kunnen ook bewegen. Aan de rand staan de grootste tentakels. Als een insect daar landt, zullen die tentakels naar binnen buigen zodat de prooi mooi in het midden van het blad beland, daar zitten immers de klieren die verteringssappen afscheiden. De tentakels van de Zonnedauw gaan niet eeuwig mee, slechts driemaal kan zo’n tentakel buigen, daarna sterft hij af. Zuinigheid is dus geboden.
Als er een klein mugje op een van de buitenste tentakels beland wordt het door die ene tentakel naar het midden verplaatst. Bij grotere prooien gaan verschillende tentakels samenwerken bij het verplaatsen.
Waardoor de prooi naar de Zonnedauw toe gelokt word is niet helemaal duidelijk. De plant scheid geen nectar af. Sommige mensen denken dat de prooi naar de op dauw lijkende vloeistof afkomt. Anderen denken dat de vloeistof een voor insecten aantrekkelijke geur bevat die voor mensen niet waarneembaar is. Wat het kloppende antwoord is, is niet bekend.
De zonnedauw word meestal aangetroffen samen met Veenmos, dat is zo omdat Veenmos veel vocht vasthoud en daar profiteert de Zonnedauw van als het droog is en dan zelf geen vocht meer heeft.
Het Vetblad:
Het Vetblad is een klein plantje wat zo’n 5 centimeter groot word, je moet het voorstellen als een soort hoopje bladeren. De bladeren zitten vol met kleine druppeltjes slijm, deze druppeltjes zijn niet met het blote oog te zien. Deze druppeltje ruiken net zoals beschimmeld brood, en door die geur worden insecten aangetrokken. Als zo’n aangetrokken insect op het blad gaat zitten begint de plant via allerlei klieren in het blad vocht af te geven, zoveel dat het insect er tenslotte in stikt. Het is duidelijk dat het hier om kleine insecten gaat anders werkt het natuurlijk niet. Als de prooi eenmaal gestikt is wordt het als ware omarmd door het blad, waarna dan verteringssappen worden afgescheiden en dan word de prooi verteerd en de sappen met de verteerde prooi worden dan opgenomen door de plant.
Het Vetblad vangt alleen insecten in de zomer en in het warmer wordende gedeelte van de lente, de rest van het jaar haalt de plant alle benodigde voedingsstoffen uit de grond.
De Trompetbekerplant:
Het is vrij duidelijk waaraan deze plant zijn naam te danken heeft, door zijn uiterlijk.
De manier waarop deze plant zijn prooi vangt is doormidden van een soort van valkuilachtig iets.
Aan de rand bij de ingang zitten klieren die nectar maken; een zoete, geurende vloeistof waardoor insecten worden gelokt. De insecten gaan de beker in, op zoek gaan naar nóg meer lekkers. Daar belanden ze in een waterbad waaruit ze niet meer kunnen ontsnappen. De binnenkant van de wand is zó glad en glibberig dat de insectenpootjes er geen grip op hebben. Ze verdrinken. De vloeistof in de beker bevat bacteriën of verteringssappen. Die werken in op het insect, net als maag- en darmsappen bij mensen en dieren. Zo verandert het water in de beker in een voedzaam soepje met alle stoffen die de plant nodig heeft.
Grote bekerplanten worden soms bezocht door andere insecteneters. Zo zit er wel eens een kikkertje bovenin te wachten op een lekker hapje. Als hij te diep de plant ingaat, glijdt hij over de gladde randen naar beneden. Hij kan niet meer ontsnappen en wordt verteerd. Larven van verschillende insecten zijn ongevoelig voor de verteringssappen uit
de vleesetende bekerplanten; zij kunnen er in leven zonder er last van te hebben. Ze eten de onverteerbare resten die achterblijven op de bodem van de kelk. De bekerplanten hebben daar óók baat bij. Want de resten kunnen gaan rotten als ze lange tijd op de bodem blijven liggen. De Dracula\'s bekerplant heeft zelfs een speciaal kamertje waarin mieren leven. Die nemen zo nu en dan een duik in de beker om er iets lekkers uit te halen.
De Waterradplant:
Over de Waterradplant valt eigenlijk weinig te vertellen behalve dan dat hij op het wat leeft en ongeveer 5 centimeter groot word en gewoon op het water drijft en geen wortels heeft en dus al zijn voedingsstoffen uit zijn prooi moet halen. Het principe van een prooi vangen is hetzelfde als bij de Venus vliegenval. Het is eigenlijk dezelfde plant alleen dan op het water.
Het Blaasjeskruid:
Bij deze plant was het zeer moeilijk om uit te leggen hoe hij werkt want we konden er geen plaatjes van vinden en de informatie die we over deze plant hadden gaf hierover ook weinig informatie. Hetgeen wat we er van kunnen hebben gemaakt is dat het een plant is die net zoals de Waterradplant op het water leeft en dat hij ongeveer 2 meter lang kan worden maar dat is dan niet een plant maar meerdere planten die helemaal door elkaar heen groeien en zo ongeveer 1 plant vormen. Het vangen van een prooi gebeurd ongeveer zo, als het insect de tastharen aanraakt klapt het open. Het deurtje gaat snel dicht en het insect is gevangen. Wij weten niet precies wat wij hier ons bij moeten voorstellen maar het komen volgens ons erop neer dat de prooi als het ware opgeslokt word zodra het gaat zitten door allemaal bladeren die er rond omheen zitten, maar of dit helemaal klopt weten wij niet zeker.
Deelvraag 4
De vleesetende plant in Nederland?
We gaan nu kijken of er nog vleesetende planten voorkomen in Nederland en zo ja, waar. Eigenlijk is deze vraag al zo ongeveer beantwoord in deelvraag 2, maar goed.
De volgende vleesetende planten kom je tegen in Nederland:
- De Zonnedauw: Je komt ze niet meer zo veel tegen als vroeger, maar de plaatsen waar je ze nog kunt vinden zijn vennen. Vennen zijn kleine moerassige meertjes, die vennen vindt je in de heidevelden van: Noord-Brabant, Noord-Limburg en Drenthe.
- Het Vetblad: Deze vind je op dezelfde plekken als de Zonnedauw, en op een paar andere gebieden met veel begroeiing.
Bij de bovenstaande planten hebben we het natuurlijk over de planten die nog in het wild voorkomen, maar je kunt ook gewoon een vleesetende plant in een tuinzaak kopen zoals Intratuin. Een van de meest populaire vleesetende planten die je kunt kopen is de Venusvliegenval, dit komt door zijn mooie methode die hij gebruikt om zijn prooi te vangen, dit spreekt mensen kennelijk erg aan. Wij denken dat die interesse komt door allerlei verhalen die de ronde gaan over vleesetende planten waarvan iedereen wel eens gehoord heeft toen hij klein was, iedereen weet dat dit onzin is maar toch zijn het altijd wel mooie verhalen en zeker als je klein bent vind je dat erg interessant. Maar als je echt weet hoe het eigenlijk werkt word het helemaal interessant en daarom is het dus het aanbevelen waard om eens een plantje te kopen en die te bestuderen.
Deelvraag 5
Waarom eten ze vlees?
De reden waarom de bijzondere planten vlees eten is om hun voedsel aan te vullen, want ze komen meestal voor op plaatsen waar weinig voedsel in de grond zit. We denken ook dat deze planten door de natuur speciaal voor deze gebieden zijn “ontworpen”. Er zijn natuurlijk ook andere planten in deze gebieden maar die hebben ook speciale aanpassing zoals bij het, bij de Zonnedauw genoemde, Veenmos, deze plant kan zoals gezegd heel goed vocht vasthouden voor de drogere tijden. Dit is een speciale eigenschap om te overleven en zo hebben de vleesetende planten de speciale eigenschap dat ze een levende prooi kunnen vangen en die kunnen “opeten” om zo te overleven.
Hoofdvraag
Wat is de functie van vleesetende planten in hun omgeving?
Dit vonden wij de moeilijkste vraag om te beantwoorden. Het is heel moeilijk om te zeggen wat de precieze functie van deze planten is tegenover hun omgeving omdat het niet echt duidelijk naar oren komt uit het gedrag van deze planten. We denken ook dat de invloed gewoon hetzelfde is als alle andere planten in de omgeving van een vleesetende plant, dat houd volgens ons dus in dat ze samen zorgen dat het ecosysteem overeind blijft en dat niet de ene plant helemaal verdrukt word of uitsterft maar dat alles gewoon goed verdeeld is tussen de verschillende planten die op die plaats voorkomen. En misschien is het ook zo dat de vleesetende planten behalve op het ecosysteem van de planten, ook, in tegenoverstelling tot andere planten, ook invloed hebben op het ecosysteem van insecten. Daarmee bedoelen we dat ze er misschien ook voor zorgen dat er bijvoorbeeld niet teveel insecten komen want dat zou schadelijk zijn voor het ecosysteem, dat kun je vergelijken met bijvoorbeeld roofvogels die ervoor zorgen dat er niet te veel ongedierte zoals muizen komen want anders zouden die muizen ervoor zorgen dat er teveel planten worden aangevreten e.d. en dat dus het ecosysteem word aangetast. Dat is het enige wat we over de hoofdvraag kunnen zeggen.
Conclusie
Het grote deel van de conclusie is al te lezen in de beantwoording van de hoofdvraag. Maar wat we nog meer wilden zeggen is dat we erg veel plezier hebben gehad in het maken van deze po, niet dat we het leuk vinden om te typen en dergelijke maar omdat we een leuk onderwerp hadden wat we echt interessant vonden was het toch wel leuk om te doen. Ook vooral de reacties van mensen uit de klas waren leuk, want zoals al eerder gezegd was iedereen toch best wel nieuwsgierig naar de werking van de vleesetende planten en het zijn ook gewoon er boeiende planten om naar te kijken. Het is ook echt iets heel anders dan andere planten want bij deze planten krijg je ook echt het gevoel dat de plant leeft, en dat is bij andere planten niet zo erg duidelijk. Het meest spectaculaire om te zien is hoe een val van een Venus vliegenval dichtklapt. Als je zo’n plantje koopt zet je hem op je kamer neer en dan prik je met bijvoorbeeld een luciferhoutje op een blaadje en dan lijkt het echt of hij het willen pakken (zie plaatje bij deelvraag 3 bij Venus vliegenval).
Als met al, wij hopen dat u aan het lezen van deze po net zoveel plezier heeft beleefd als dat wij aan het maken hebben beleefd.
Bronnen
Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- http://vit.op.het.net/plant/derya.htm
- http://www.artis.nl/modules/e_vlplant_01.html#1
Inhoudsopgave 1
Inleiding 2
Hoofd en Deelvragen 3
Deelvraag 1 4
Deelvraag 2 5
Deelvraag 3 6
Deelvraag 4 10
Deelvraag 5 11
Hoofdvraag 12
Conclusie 13
Bronnen 14
Inleiding
We hebben voor dit onderwerp gekozen omdat het ons erg interessant leek om meer over deze planten te weten te komen. Het zijn planten waar iedereen wel eens van gehoord heeft maar waar bijna niemand echt eens wat dieper op in gegaan is door ze bijvoorbeeld eens te bestuderen en eens goed te bekijken hoe ze nou eigenlijk werken. Dit merk je ook aan de reacties van andere mensen uit bijvoorbeeld de klas, als iemand aan ons vraagt wat we als onderwerp hebben en we ze dan vertellen dat we het over vleesetende planten doen, is toch iedereen er eigenlijk wel in geïnteresseerd. Ze vinden het allemaal interessant om te weten hoe de vleesetende plant nou eigenlijk echt werkt, en dat stimuleerde ons nog meer om dit echt als onderwerp te houden en aan deze po te werken.
Hoofd en Deelvragen
Hoofdvraag : Wat is de functie van vleesetende planten in hun omgeving?
Deelvraag2 : Waar komen ze voor?
Deelvraag3 : Hoe vangen ze hun prooi?
Deelvraag4 : De vleesetende plant in Nederland?
Deelvraag5 : Waarom eten ze vlees?
Deelvraag 1
Welke vleesetende planten zijn er?
Bij het beantwoorden van deze vraag kunnen we niet alle soorten beantwoorden, we hebben daar niet genoeg informatie voor kunnen vinden. We hebben gewoon van alle meest bekende vleesetende planten de namen en in de andere deelvragen ook de antwoorden op de vraag waar ze leven, hoe vangen ze hun prooi, enz. Hieronder zie je een lijstje met alle vleesetende planten die wij bespreken in onze po:
Vleesetende planten die op het land leven:
- Zonnedauw
- Vetblad
- Trompetbekerplant
Vleesetende planten die op het water leven:
- Waterradplant
- Blaasjeskruid
Deelvraag 2
Waar komen ze voor?
De Venus vliegenval:
Deze vleesetende plant komt in het wild alleen nog maar voor in Noord-Amerika. Hij leeft dan in de moerassen
Zonnedauw:
De zonnedauw komt vooral voor in Europa in de voedselarme moerassen, maar ook in de rest van de wereld in soortgelijke gebieden kan hij voorkomen.
Vetblad:
Het vetblad komt vrijwel overal voor waar het vochtig is en waar meer begroeiing is. Er is dus geen specifiek gebied waar de plant veel voorkomt.
Trompetbekerplant:
Waterradplant:
Deze plant is ook een plant zonder een specifieke plaats waar hij veel voorkomt, het is een plant dus hij komt voor in wateren, en de temperatuur moet wel hoog zijn, dus alleen in gebieden waar het gemiddeld zo’n 20 graden is.
Blaasjeskruid:
Voor deze vleesetende plant geld eigenlijk hetzelfde als voor de waterradplant, maar het moet wel een grote plas of iets dergelijks zijn, want het is een plant die wel 2 meter kan bedekken, dit is dan niet een plant maar een heleboel die als een groep op het water drijven.
Deelvraag 3
Hoe vangen ze hun prooi?
De venus vliegenval:
Deze vleesetende plant word ook wel “vliegenvangertje” genoemd. Deze plant vangt zijn prooi, bijvoorbeeld dus een vlieg, door zijn prooi te vangen in een soort van kooi. Met kooi bedoelen wij dan zijn bladeren waar aan de rand een soort van stekels zitten (de tralies) die dichtklappen zodra tastharen worden aangeraakt. De kooi klapt niet dicht als er maar 1 haartje word aangeraakt, pas als hetzelfde haartje binnen ongeveer 20 seconden weer word aangeraakt, of als er meerdere haartjes tegelijkertijd worden aangeraakt klapt de kooi pas dicht. De vliegen worden op 2 manieren naar de kooi toe gelokt. De eerste manier waarop dat gebeurd is door de kleuren van de bladeren, deze bladeren hebben een mooie rode kleur, daar komen de insecten op af. De andere manier is doormiddel van nectar die de plant via klieren in de bladeren afscheid, veel insecten komen op deze nectar af omdat ze het lekker vinden en zodra ze dan op de bladeren zitten, en dus in de kooi zitten klapt deze dicht. Meteen nadat dit is gebeuren stromen de verteringssap toe. Door dat sap verteerd de prooi en dat sap waarin dan het beestje is opgelost word dan opgenomen door de plant. Soms blijft de kooi wel wekenlang dicht zitten totdat de prooi helemaal verteerd is en dan alleen nog maar de onverteerbare delen over zijn. Dan gaat de kooi weer open voor een nieuwe prooi.
We hebben eigenlijk niet kunnen vinden wat er met de onverteerbare delen van de prooi gebeurd, maar wij denken dat deze delen zo klein zijn dat ze gewoon door bijvoorbeeld de wind worden weggewaaid.
Bij de zonnedauw is de bovenkant van het blad dicht bezet met roodachtige tentakels. En elke tentakel draagt een druppel heldere kleverige vloeistof die als dauw in de zon glinstert (vandaar ook de naam Zonnedauw). De tentakels dienen niet alleen om een insect “vastgelijmd” te houden, ze kunnen ook bewegen. Aan de rand staan de grootste tentakels. Als een insect daar landt, zullen die tentakels naar binnen buigen zodat de prooi mooi in het midden van het blad beland, daar zitten immers de klieren die verteringssappen afscheiden. De tentakels van de Zonnedauw gaan niet eeuwig mee, slechts driemaal kan zo’n tentakel buigen, daarna sterft hij af. Zuinigheid is dus geboden.
Als er een klein mugje op een van de buitenste tentakels beland wordt het door die ene tentakel naar het midden verplaatst. Bij grotere prooien gaan verschillende tentakels samenwerken bij het verplaatsen.
Waardoor de prooi naar de Zonnedauw toe gelokt word is niet helemaal duidelijk. De plant scheid geen nectar af. Sommige mensen denken dat de prooi naar de op dauw lijkende vloeistof afkomt. Anderen denken dat de vloeistof een voor insecten aantrekkelijke geur bevat die voor mensen niet waarneembaar is. Wat het kloppende antwoord is, is niet bekend.
De zonnedauw word meestal aangetroffen samen met Veenmos, dat is zo omdat Veenmos veel vocht vasthoud en daar profiteert de Zonnedauw van als het droog is en dan zelf geen vocht meer heeft.
Het Vetblad:
Het Vetblad is een klein plantje wat zo’n 5 centimeter groot word, je moet het voorstellen als een soort hoopje bladeren. De bladeren zitten vol met kleine druppeltjes slijm, deze druppeltjes zijn niet met het blote oog te zien. Deze druppeltje ruiken net zoals beschimmeld brood, en door die geur worden insecten aangetrokken. Als zo’n aangetrokken insect op het blad gaat zitten begint de plant via allerlei klieren in het blad vocht af te geven, zoveel dat het insect er tenslotte in stikt. Het is duidelijk dat het hier om kleine insecten gaat anders werkt het natuurlijk niet. Als de prooi eenmaal gestikt is wordt het als ware omarmd door het blad, waarna dan verteringssappen worden afgescheiden en dan word de prooi verteerd en de sappen met de verteerde prooi worden dan opgenomen door de plant.
Het Vetblad vangt alleen insecten in de zomer en in het warmer wordende gedeelte van de lente, de rest van het jaar haalt de plant alle benodigde voedingsstoffen uit de grond.
Het is vrij duidelijk waaraan deze plant zijn naam te danken heeft, door zijn uiterlijk.
De manier waarop deze plant zijn prooi vangt is doormidden van een soort van valkuilachtig iets.
Aan de rand bij de ingang zitten klieren die nectar maken; een zoete, geurende vloeistof waardoor insecten worden gelokt. De insecten gaan de beker in, op zoek gaan naar nóg meer lekkers. Daar belanden ze in een waterbad waaruit ze niet meer kunnen ontsnappen. De binnenkant van de wand is zó glad en glibberig dat de insectenpootjes er geen grip op hebben. Ze verdrinken. De vloeistof in de beker bevat bacteriën of verteringssappen. Die werken in op het insect, net als maag- en darmsappen bij mensen en dieren. Zo verandert het water in de beker in een voedzaam soepje met alle stoffen die de plant nodig heeft.
Grote bekerplanten worden soms bezocht door andere insecteneters. Zo zit er wel eens een kikkertje bovenin te wachten op een lekker hapje. Als hij te diep de plant ingaat, glijdt hij over de gladde randen naar beneden. Hij kan niet meer ontsnappen en wordt verteerd. Larven van verschillende insecten zijn ongevoelig voor de verteringssappen uit
de vleesetende bekerplanten; zij kunnen er in leven zonder er last van te hebben. Ze eten de onverteerbare resten die achterblijven op de bodem van de kelk. De bekerplanten hebben daar óók baat bij. Want de resten kunnen gaan rotten als ze lange tijd op de bodem blijven liggen. De Dracula\'s bekerplant heeft zelfs een speciaal kamertje waarin mieren leven. Die nemen zo nu en dan een duik in de beker om er iets lekkers uit te halen.
Over de Waterradplant valt eigenlijk weinig te vertellen behalve dan dat hij op het wat leeft en ongeveer 5 centimeter groot word en gewoon op het water drijft en geen wortels heeft en dus al zijn voedingsstoffen uit zijn prooi moet halen. Het principe van een prooi vangen is hetzelfde als bij de Venus vliegenval. Het is eigenlijk dezelfde plant alleen dan op het water.
Het Blaasjeskruid:
Bij deze plant was het zeer moeilijk om uit te leggen hoe hij werkt want we konden er geen plaatjes van vinden en de informatie die we over deze plant hadden gaf hierover ook weinig informatie. Hetgeen wat we er van kunnen hebben gemaakt is dat het een plant is die net zoals de Waterradplant op het water leeft en dat hij ongeveer 2 meter lang kan worden maar dat is dan niet een plant maar meerdere planten die helemaal door elkaar heen groeien en zo ongeveer 1 plant vormen. Het vangen van een prooi gebeurd ongeveer zo, als het insect de tastharen aanraakt klapt het open. Het deurtje gaat snel dicht en het insect is gevangen. Wij weten niet precies wat wij hier ons bij moeten voorstellen maar het komen volgens ons erop neer dat de prooi als het ware opgeslokt word zodra het gaat zitten door allemaal bladeren die er rond omheen zitten, maar of dit helemaal klopt weten wij niet zeker.
Deelvraag 4
De vleesetende plant in Nederland?
We gaan nu kijken of er nog vleesetende planten voorkomen in Nederland en zo ja, waar. Eigenlijk is deze vraag al zo ongeveer beantwoord in deelvraag 2, maar goed.
De volgende vleesetende planten kom je tegen in Nederland:
- De Zonnedauw: Je komt ze niet meer zo veel tegen als vroeger, maar de plaatsen waar je ze nog kunt vinden zijn vennen. Vennen zijn kleine moerassige meertjes, die vennen vindt je in de heidevelden van: Noord-Brabant, Noord-Limburg en Drenthe.
- Het Vetblad: Deze vind je op dezelfde plekken als de Zonnedauw, en op een paar andere gebieden met veel begroeiing.
Deelvraag 5
Waarom eten ze vlees?
De reden waarom de bijzondere planten vlees eten is om hun voedsel aan te vullen, want ze komen meestal voor op plaatsen waar weinig voedsel in de grond zit. We denken ook dat deze planten door de natuur speciaal voor deze gebieden zijn “ontworpen”. Er zijn natuurlijk ook andere planten in deze gebieden maar die hebben ook speciale aanpassing zoals bij het, bij de Zonnedauw genoemde, Veenmos, deze plant kan zoals gezegd heel goed vocht vasthouden voor de drogere tijden. Dit is een speciale eigenschap om te overleven en zo hebben de vleesetende planten de speciale eigenschap dat ze een levende prooi kunnen vangen en die kunnen “opeten” om zo te overleven.
Hoofdvraag
Wat is de functie van vleesetende planten in hun omgeving?
Dit vonden wij de moeilijkste vraag om te beantwoorden. Het is heel moeilijk om te zeggen wat de precieze functie van deze planten is tegenover hun omgeving omdat het niet echt duidelijk naar oren komt uit het gedrag van deze planten. We denken ook dat de invloed gewoon hetzelfde is als alle andere planten in de omgeving van een vleesetende plant, dat houd volgens ons dus in dat ze samen zorgen dat het ecosysteem overeind blijft en dat niet de ene plant helemaal verdrukt word of uitsterft maar dat alles gewoon goed verdeeld is tussen de verschillende planten die op die plaats voorkomen. En misschien is het ook zo dat de vleesetende planten behalve op het ecosysteem van de planten, ook, in tegenoverstelling tot andere planten, ook invloed hebben op het ecosysteem van insecten. Daarmee bedoelen we dat ze er misschien ook voor zorgen dat er bijvoorbeeld niet teveel insecten komen want dat zou schadelijk zijn voor het ecosysteem, dat kun je vergelijken met bijvoorbeeld roofvogels die ervoor zorgen dat er niet te veel ongedierte zoals muizen komen want anders zouden die muizen ervoor zorgen dat er teveel planten worden aangevreten e.d. en dat dus het ecosysteem word aangetast. Dat is het enige wat we over de hoofdvraag kunnen zeggen.
Conclusie
Het grote deel van de conclusie is al te lezen in de beantwoording van de hoofdvraag. Maar wat we nog meer wilden zeggen is dat we erg veel plezier hebben gehad in het maken van deze po, niet dat we het leuk vinden om te typen en dergelijke maar omdat we een leuk onderwerp hadden wat we echt interessant vonden was het toch wel leuk om te doen. Ook vooral de reacties van mensen uit de klas waren leuk, want zoals al eerder gezegd was iedereen toch best wel nieuwsgierig naar de werking van de vleesetende planten en het zijn ook gewoon er boeiende planten om naar te kijken. Het is ook echt iets heel anders dan andere planten want bij deze planten krijg je ook echt het gevoel dat de plant leeft, en dat is bij andere planten niet zo erg duidelijk. Het meest spectaculaire om te zien is hoe een val van een Venus vliegenval dichtklapt. Als je zo’n plantje koopt zet je hem op je kamer neer en dan prik je met bijvoorbeeld een luciferhoutje op een blaadje en dan lijkt het echt of hij het willen pakken (zie plaatje bij deelvraag 3 bij Venus vliegenval).
Als met al, wij hopen dat u aan het lezen van deze po net zoveel plezier heeft beleefd als dat wij aan het maken hebben beleefd.
Bronnen
Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- http://vit.op.het.net/plant/derya.htm
- http://www.artis.nl/modules/e_vlplant_01.html#1
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
weet je ook waar vleesetende planten GROEIEN
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
zet er eens bij hou oud ze kunnen worden of weet je dat niet. daar stoor ik me erg aan
9 jaar geleden
Antwoorden