De Zon
Simpele feiten:
De zon is een van de 100.000.000.000 sterren in ons melkwegstelsel.
De diameter is 1.390.000 kilometer.
De temperatuur aan de oppervlakte is: 5.500 graden Celsius.
In de kern is de temperatuur: 15.600.000 graden Celsius.
De druk is: 250.000.000.000 atmosferen.
De zon is veruit het grootste object in ons zonnestelsel het neemt meer als 99,8 % van de totale massa in.
De zon bestaat op het ogenblik uit ongeveer 75% waterstof en 25% helium, dit krijg je tenminste als je gaat zoeken op gewone sites als je er echte wetenschappelijke op naslaat vind je dat op het gebied van atomen 92,1% waterstof en 7,8% helium en 0,1% bestaat uit metalen.
De buitenlaag van de Zon heeft een differentiële rotatie: aan de evenaar roteert het zonsoppervlak eens om de 25,4 dagen; in de buurt van de polen duurt een rotatie langer dan 36 dagen. Dit komt omdat de zon geen vast lichaam is zoals de aarde.
De energie die de zon verlaat is (3,86e33 ergs per seconde* of 386.000.000.000.000.000.000 megawatt). Deze energie wordt geproduceerd door kernfusie reacties. Elke seconde wordt ongeveer 700.000.000 ton waterstof omgezet in ongeveer 695.000.000 ton helium en 5.000.000 ton (=3.86e33 ergs) in energie onder de vorm van gammastraling. Terwijl de straling naar de oppervlakte stijgt wordt ze voortdurend geabsorbeerd en opnieuw uitgestraald aan steeds lagere temperaturen zodat aan de oppervlakte de straling voornamelijk bestaat uit zichtbaar licht. De laatste 20% van de af te leggen weg gebeurt meer door convectie** dan door straling. Het duurt meer dan 50 miljoen jaar vooraleer een foton de oppervlakte bereikt.
*: erg/sec= 1.10^-10 kilowatt
**: convectie: Energietransport door beweging van gassen en vloeistoffen van gebieden met hoge energie naar gebieden met lage energie.
Aan de oppervlakte van de zon, de fotosfeer genoemd, is de temperatuur ongeveer 5500 C. Zonnevlekken zijn "koele" regio's, waar het slechts 4000 C is (de vlekken zien er alleen maar donker uit in vergelijking met de hetere en heldere omgeving). Zonnevlekken kunnen zeer groot worden, meer dan 50.000 km in diameter. Zonnevlekken zijn een ingewikkeld verschijnsel en de interactie met het magnetisch veld van de zon is nog niet volledig begrepen.
Boven de chromosfeer bevindt er zich een ijl gas de corona genoemd, dat miljoenen kilometers ver in de ruimte kan gaan. De corona is alleen zichtbaar tijdens zonsverduisteringen. De temperatuur in de corona kan tot 1.000.000 C bedragen.
Naast licht stoot de zon ook kleine deeltjes, vooral elektronen en protonen, uit. Dit verschijnsel heet de zonnewind. Deze deeltjes razen met een snelheid van 450 km/sec door ons zonnestelsel. Als deze zonnewind de aarde raakt kan het schadelijke gevolgen hebben, namelijk de storing in de radio en televisie verbindingen. Maar het veroorzaakt ook het noorderlicht of de aurora borealis. De ozonlaag houdt nog een groot deel van deze zonnewind tegen. Als die er niet zou zijn dan zouden alle elektronische apparaten ermee ophouden. Het zou ongeveer het zelfde effect hebben als een soort wereldwijde EMP (Electro Magnetic Puls).
De energie die de zon verlaat is niet volledig constant. Ook het aantal zonnevlekken varieert. In de tweede helft van de 17de eeuw was er periode van lage zonneactiviteit, de Maunder Minimum genoemd. Het ging gepaard met een abnormale koude periode in het Noorden van Europa, soms de Kleine IJstijd genoemd. Sinds het ontstaan van het zonnestelsel is de zonnen energie met ongeveer 40% toegenomen.
De Zon is ongeveer 4,5 miljard jaar oud. Sinds haar geboorte heeft ze ongeveer de helft van haar waterstof in haar kern omgezet. Ze zal nog op een "vredevolle" manier gedurende 5 miljard jaar blijven stralen (hoewel haar lichtsterkte in de loop van deze tijd ongeveer zal verdubbelen). Dan zal al de waterstof, de brandstof van de zon, opgebruikt zijn. Net zoals de andere sterren bij de eindfase van hun leven, zal ook de zon grote veranderingen ondergaan. Een van de gevolgen zal zijn dat de aarde totaal zal verwoest worden en dat er een planetaire nevel* zal geboren worden.
*: planetaire nevel: Lagen met gas die een ster aan het eind van zijn leven uitstoot.
Mercurius
Simpele feiten:
De afstand tot de zon is: : 57.910.000 km (0,38 AE)*
De massa van Mercurius: 3,30.10^33 kg
*: AE: Vaak gebruikte astronomische afstand. 1 AE = 149.597.870 km
Dit is de gemiddelde afstand van de Aarde tot de Zon.
Mercurius is ontdekt door de Soemeriërs in de 3de eeuw voor Christus.
Mercurius is slechts door 1 ‘ruimtevoertuig’ bezocht namelijk de Mariner 10. Deze vloog er tussen 1973 en 1974 drie maal langs. Slechts 45% van de oppervlakte werd in kaart gebracht.
Mercurius omloop is heel excentrisch; in het perihelium* is de planeet slechts 46 miljoen km van de zon verwijderd maar in het aphelium** bedraagt de afstand 70 miljoen km. Het perihelium van de baan beweegt heel langzaam rond de zon. Men noemt dit precessie. 19de eeuwse astronomen observeerden de omloop van Mercurius heel nauwkeurig. Maar de omloop kon niet verklaard worden op basis van de Newtoniaanse mechanica***. Gedurende tientallen jaren kon men de afwijking tussen de waargenomen en de voorspelde positie niet verklaren. Sommigen veronderstelden dat er zich een andere planeet (Vulcanus genoemd) tussen de baan van Mercurius en de zon bevond en verantwoordelijk was voor het verschil. Het echt antwoord kwam echter van Einstein die met behulp van zijn Algemene Relativiteitstheorie**** een verklaring kon geven voor de eigenaardige beweging van de baan van Mercurius. Voor Einstein een bewijs dat zijn relativiteitstheorie wel degelijk werkte.
*: perihelium: Het punt op de omloopbaan van een planeet waar ze zich het kortst bij de zon
bevind.
**: aphelium: De plaats waar een planeet tijdens zijn omloop zich het verst van de zon
bevind.
***: Newtoniaanse mechanica: Op basis van de wetten van Newton.
****: Einstein zijn Relativiteitstheorie: Beschrijft de beweging van hemellichamen onder
invloed van grote zwaartekrachtsgolven of aan
snelheden in de buurt van de lichtsnelheid.
Tot in 1962 dacht men dat een "dag" op Mercurius even lang was als een "jaar", zodat de planeet steeds dezelfde zijde naar de zon keert. Net zoals de Maan t.o.v. de Aarde. Maar in 1965 werd door observatie met doppler radar aangetoond dat dit niet correct is. Nu weten wij dat Mercurius driemaal rond haar as draait in exact dezelfde tijd dat ze tweemaal rond de zon draait.
Venus
Simpele feiten:
De afstand tot de zon is: 108.200.000 km (0,72 AE)
De massa van Venus is: 4,869.10^24 Kg
Venus werd voor de eerste maal bezocht door Mariner 2 in 1962. Daarna hebben verschillende andere ruimtetuigen Venus bezocht (tot op heden meer dan 20), zoals o.a. Pioneer Venus en de Russische Venera 7, het eerste ruimtetuig dat geland is op een andere planeet. Het was Venera 9 die ons de eerste foto's bezorgde van het planeetoppervlak (links). Recent maakte de Amerikaanse Magellan een gedetailleerde kaart van het Venus oppervlak op basis van radarwaarnemingen.
Venus roteert op een ongewone manier rond haar as. De rotatie is heel traag (één Venus dag is gelijk aan 243 aardse dagen, zelfs iets langer dan een jaar op Venus) en bovendien retrogarde*. Daarbij is de periode van de rotatie van Venus en de omloop rond de zon zo gesynchroniseerd dat Venus altijd dezelfde zijde naar de aarde richt wanneer de planeten het dichtst bij elkaar staan.
*: retrogarde: Een omloop die verloopt in wijzerzin bekeken vanaf het centraal object noemt men een retrogarde baan. (de meeste objecten van het zonnestelsel hebben een omloop in tegenwijzerzin).
Venus wordt soms beschouwd als de zusterplaneet van de aarde. In aantal gevallen lijken ze erg op elkaar:
- Venus is maar iets kleiner dan de aarde (95% van de diameter van de aarde, 80% van de massa van de aarde).
- Beiden hebben maar een paar kraters wat er op duidt dat ze een jong oppervlak hebben.
- Hun dichtheid en hun chemische samenstelling zijn hetzelfde.
Door deze overeenkomsten dacht men vroeger dat er onder het dikke wolkenpakket van Venus een aards landschap lag en dat er misschien wel leven was. Maar verdere studie hebben uitgewezen dat Venus erg veel verschilt van de aarde.
De druk van de atmosfeer van Venus op het oppervlak is 90 atmosferen (ongeveer hetzelfde als de druk op 1 km diepte in de aardse oceanen). De atmosfeer is voornamelijk samengesteld uit koolstofdioxide. Er zijn verschillende lagen van wolken, kilometers dik, samengesteld uit zwavelzuur. Deze wolken belemmeren volledig het zicht op het oppervlak. De dichte atmosfeer produceert een broeikaseffect dat de oppervlaktetemperatuur doet stijgen tot 490 C. Het oppervlak van Venus is heter dan dat van Mercurius ondanks dat Venus tweemaal verder van de zon staat.
In de wolken toppen van Venus zijn er enorm sterke winden van 350 km/h. Maar aan de grond is de snelheid maar een paar kilometer per uur.
Het grootste gedeelte van het oppervlak bestaat uit licht golvende vlakten met een weinig relief. Er zijn ook verschillende brede depressies : Atalanta Planitia, Guinevere Planitia, Lavinia Planitia. Er zijn twee grote bergketens : Ishtar Terra in het noordelijk gedeelte (ongeveer de grote van Australië) en Aphrodite Terra in de buurt van de evenaar (ongeveer de grootte van Zuid-Amerika). Ishtar bestaat voornamelijk uit een hoog plateau, Lakshmi Planum, dat omgeven is door de hoogste bergen op Venus inclusief de enorme Maxwell Montes.
Aarde
Simpele feiten:
De omloop afstand rond de zon is: 149.600.000 km
De Diameter van de Aarde is: 12.756,3 km
De massa van de Aarde is: 5,976.10^24 Kg
De Aarde is verdeeld in verschillende lagen namelijk:
0- 40 km Korst
10- 400 km Boven mantel
400- 650 km Overgangszone
650-2700 km Onder mantel
2700-2890 km Deze laag (wordt soms ingedeeld bij de onderste mantel)
2890-5150 km Buiten kern
5150-6378 km Binnen kern
De kern bestaat bijna volledig uit ijzer (of nikkel/ijzer). Temperaturen in het centrum van de kern kunnen oplopen tot 7500 C, heter dan het oppervlak van de Zon. De ondermantel bestaat waarschijnlijk voornamelijk uit silicium, magnesium en zuurstof, in minder mate is er ook ijzer, calcium en aluminium. De bovenmantel bestaat voornamelijk uit ijzer- en magnesiumsilicaten en ook uit calcium en aluminium. Het meeste van het inwendige weten wij dank zij seismologische technieken; buiten een gedeelte van de bovenmantel dat het aardoppervlak bereikt als lava van vulkanen kunnen wij niets van het inwendige rechtstreeks onderzoeken. De korst bestaat voornamelijk uit kwarts. Als we de aarde globaal bekijken is haar chemische samenstelling (basis is de massa) als volgt :
34,6% IJzer
29,5% Zuurstof
15,2% Silicium
12,7% Magnesium
2,4% Nikkel
1,9% Sulfide
0,05% Titaan
In tegenstelling tot de andere aardse planeten, is de korst van de aarde verdeeld in verschillende vaste platen die los van elkaar drijven op de top van de hete mantel. Dit fenomeen is gekend als platentektoniek, het wordt ook wel continentendrift genoemd. Eigenlijk doen er zich twee processen voor : het uit elkaar drijven en het in elkaar schuiven. Wanneer twee platen van elkaar wegdrijven ontstaat er een nieuw korst door het opwellende magma. Wanneer twee platen naar elkaar toe drijven en de één onder de andere doorschuift wordt ze vernietigd in de mantel. Soms is er een dwarse beweging waardoor platen elkaar raken (bv. de Sint Andreas Breuk in Californië) of voegen continentale platen zich samen (vb. Indië/Eurazië). Er zijn (op dit ogenblik) acht grote platen:
Noord-Amerika Plaat : Noord-Amerika, westen van de Noord-Atlantische Oceaan en Groenland
Zuid-Amerika Plaat : Zuid-Amerika en westen van de Zuid-Atlantische Oceaan
Antartica Plaat : Antartica en de "Zuidelijke Oceaan"
Europese Plaat : oosten van de Noord-Atlantische oceaan, Europa en Azië uitgezonderd Indië
Afrikaanse Plaat : Afrika, oosten van de Zuid-Atlantische Oceaan en het westen van de Indische Oceaan
Indisch-Australische Plaat : Indië, Australië, Nieuw Zeeland en het grootste gedeelte van de Indische Oceaan
Nazca Plaat : oosten van de Stille Oceaan en Zuid-Amerika
Pacifi Plaat : grootste gedeelte van de Stille Oceaan (en de zuidelijke kust van Californië)
Er zijn ook meer dan twintig kleinere platen zoals de Arabische en de Filipijnse Platen.
71% van de aarde is bedekt met water, de Aarde is de enige planeet waar water in vloeibare vorm voorkomt. Water was op de Aarde noodzakelijk voor het ontstaan van leven. Maar er zijn een hoop wetenschappers die denken dat dit op andere planeten dan ook zo moet zijn. Deze mening deel ik zelf niet, persoonlijk vind ik dat die wetenschappers niet zo bekrompen moeten zijn. En om mijn mening kracht bij te zetten: er is een microbe gevonden die op siliconen gebaseerd is en niet op water.
De Aarde heeft ook een maan die de naam Maan draagt.
De Maan
Simpele feiten:
De afstand van de Aarde tot de Maan is: 384.400 km.
De diameter van de Maan is: 3476 km.
De massa van de Maan is: 7,35.10^22 Kg.
De Maan werd als eerste bezocht door het Russische ruimtetuig de Luna 2. Dit was in 1959.
De Maan is het enige hemellichaam waar de mens op geland is, de eerst persoon die op de Maan liep was Niel Armstrong. Toen sprak hij de legendarische woorden ‘This is a small step for a man, but a big step for mankind’.
De aantrekkingskracht tussen de Aarde en de Maan ligt onder andere aan de oorzaak van de getijden. De aantrekkingskracht van de Maan op de Aarde is groter langs de zijde van de Aarde die naar de maan gekeerd is en langs de oppositiezijde. Omdat de Aarde, en in het bijzonder de oceanen, geen vaste substantie is wordt de zijde die naar de maan staat een klein beetje uitgerekt door de aantrekkingskracht van de Maan. Door de aantrekkingskracht van de Maan ontstaan er op de aarde twee uitstulpingen, één in de richting van de Maan en één in de tegenovergestelde richting. De uitstulpingen op de aardkorst zijn zo goed als verwaarloosbaar, maar bij de oceanen zijn ze goed zichtbaar. En omdat de aarde sneller rond zijn eigen as draait dan dat de Maan rond de aarde beweegt zijn er elke dag twee getijden.
De korst van de maan is gemiddeld 68 km dik en varieert van ongeveer 0 km onder Mare Crisium tot 107 km ten noorden van de krater Korolev, die gelegen is op de achterzijde van de maan. Onder de korst is er een mantel en mogelijk ook een smalle kern. Eigenaardig genoeg, de maan is zwaarder aan de kant van de aarde zodat het centrum van de massa met ongeveer 2 km afwijkt richting aarde t.o.v. het echte geometrische centrum. De korst aan de zijde van de aarde is dunner dan aan de achterzijde van de maan.De maan heeft geen magnetisch veld. Maar sommige gesteenten zijn magnetisch wat er op wijst dat er in vroegere tijden een magnetisch veld op de maan geweest zou zijn. Door het ontbreken van een atmosfeer en een magnetisch veld is het maanoppervlak bloot waterstofdeeltjes van de zonnewind opgeslorpt door de maangesteenten De studie van de door Apollo meegebrachte maangesteenten zijn van groot belang voor de betere kennis van de zonnewind. De waterstof in de maangesteenten zou in de toekomst nuttig kunnen zijn voor brandstof op aarde.
Mars
Simpele feiten
De omloopafstand van Mars om de zon is: 227.940.000 km
De diameter van Mars is: 6.794 km
De massa van Mars is: 6,4219.10^23
Mars is als eerste bezocht door de Mariner 4 in 1965. Nog niet zolang geleden was er ook een expeditie naar Mars toe die het beste bekend is onder de naam de ‘Padfinder’. Daarbij zijn een hoop foto’s genomen van de oppervlakte van Mars. Deze foto’s zijn openbaar gemaakt en er zijn cd-rom’s uitgegeven met die foto’s. Zelf heb ik ook zo’n cd-rom gehad, maar die is een tijd geleden kapot gegaan.
De baan van Mars is vrij elliptisch. Een gevolg daarvan is een temperatuurschommeling van 30 graden al naargelang de afstand van Mars tot de zon. De Vikinglanders hebben vastgesteld dat de temperatuur op de bodem van Mars varieert van -80 C tot +20 C.
Op uitzondering van de aarde na, heeft Mars het meest gevarieerde en interessantste terrein van alle aardse planeten, sommige delen zijn zelfs heel spectaculair:
Olympus Mons: de grootste berg in het zonnestelsel die ongeveer 24 km boven de omliggende vlakte uitsteekt. Hij heeft een basisdiameter van meer dan 500 km en is omringd door een steile rotwand van 6 km hoog (rechts).
Tharsis: een zeer grote uitstulping op het Marsoppervlak van ongeveer 4000 km lengte en 10 km hoogte.
Valles Marineris: een canyon van 4000 km lang en van 2 tot 7 km diep (helemaal rechts).
Hellas Planitia : een inslagkrater in het zuidelijk gedeelte van 6 km diep en 2000 km in diameter.
Mars heeft een heel dunne atmosfeer die voornamelijk bestaat uit de weinige resten van de vroegere koolstofdioxide (95,3%) en ook stikstof (2,7%), argon (1,6%) en zelfs een weinig zuurstof (0,15%) en water (0,03%). De gemiddelde druk op het oppervlak van Mars is slechts 7 millibar (minder dan 1% van de aarde). Maar de druk varieert enorm met de hoogte, zo is in de diepste bassins de druk ongeveer 9 millibar terwijl bij de top van de Olympus Mons de druk ongeveer 1 millibar is. Maar de atmosfeer is dik genoeg om stofstormen mogelijk te maken die gedurende maanden over heel de planeet waaien. Alhoewel, net zoals op Venus, de atmosfeer voornamelijk uit koolstofdioxide bestaat is wegens de geringe dichtheid het broeikaseffect verantwoordelijk voor een temperatuursstijging van slechts 5 graden Celsius.
Op 6 augustus 1996 bracht David McKay het nieuws dat er organische bestanddelen gevonden zijn in meteorieten afkomstig van Mars. Verder suggereerde de auteur dat deze bestanddelen samen met andere minerale componenten een aanwijzing is van vroegere Martiaanse microörganismen.
Alhoewel McKay aanvankelijk erg overtuigend klonk, werd dit ondertussen toch al erg in vraag gesteld.Organismen afkomstig van Mars of niet, het bracht in ieder geval heel wat publiciteit te weeg voor het vernieuwd Marsonderzoek.
Mars heeft ook nog 2 manen namelijk: Phobos en Deimos.
Phobos
Simpele feiten:
De afstand vanaf de kern van Mars naar Phobos is: 9.378 km.
De diameter van Phobos is: 22,2 km
De massa van Phobos is: 1,08.10^16 Kg.
De baan van Phobos rond Mars ligt onder de synchronisatie hoogte. Zij komt op in het westen, beweegt heel snel langs de hemel en gaat onder in het oosten, en dit tweemaal per dag. Phobos staat zo kort bij Mars dat ze op sommige plaatsen nooit boven de horizon van Mars komt en dus ook nooit zichtbaar is.
Phobos is ten dode opgeschreven: omdat zijn omloop zo laag bij Mars is wordt hij als maar meer aangetrokken. In minder dan 100 miljoen jaar zal Phobos ofwel uiteenvallen in een ring ofwel neerstorten op het oppervlak van Mars.
Het Russische ruimtetuig Phobos-2 heeft ontdekt dat er op Phobos een kleine hoeveelheid gas ontsnapt. Jammer dat het kontakt met Phobos-2 verbroken was voor hij kon vaststellen waaruit dit gas bestaat. Men vermoedt dat het water is.
Phobos en ook Deimos worden gezien als ingevangen meteorieten.
Deimos
Simpele feiten:
De afstand van Deimos tot Mars is: 23.459 km.
De diameter dan Deimos is: 12,6 km.
De massa van Deimos is: 1,8.10^15 Kg.
Verder is er niet zoveel over Deimos te vertellen, want het is het zelfde als Phobos.
Phobos en Deimos zijn trouwens allebei C-type asteroïden zijn.
C-type: bevat meer dan 75% van de gekende asteroïden: extreem donker (albedo 0,03); gelijkende op koolstofhoudende chondriet meteorieten; ongeveer dezelfde samenstelling als de zon maar geen waterstof, helium en andere vluchtige stoffen.
Jupiter
Simpele feiten:
De afstand van Jupiter tot de Zon is: 778.330.000 km (5.20 AE)
Het diameten van Jupiter is: 142.984 km (equatoriaal)
De Massa van Jupiter is: 1,900.10^27
Jupiter werd voor het eerst bezocht door Pioneer 10 in 1973 en later volgden nog Spioneer 11, Onager 1, Onager 2 en Plissés. En op dit ogenblik bevindt Gallen zich in een baan rond Jupiter.
De gasplaneten hebben geen vast oppervlak, het gas waaruit ze bestaan wordt dichter naarmate men dieper afdaalt in de planeet (Men gaat er vanuit dat de straal en de diameter van de gasplaneten overeenkomt met de plaats waar de druk gelijk is aan 1 atmosfeer). Wanneer wij vanop aarde of vanuit een ruimtetuig naar Jupiter kijken zien wij de toppen van de wolken hoog in de atmosfeer (een beetje boven de hiervoor beschreven 1 atmosfeer hoogte).
Jupiter bestaat uit ongeveer 90% waterstof en 10% helium er zijn ook sporen van methaan, water, ammoniak en "gesteenten". Dit lijkt sterk op de samenstelling van de primaire Zonnenevel waaruit het volledige zonnestelsel is gevormd.
Onze kennis van de binnenzijde van Jupiter (en de andere gasplaneten) is indirect en dit zal nog wel een tijd zo blijven. De Galileo atmosferische sonde was slechts afgedaald tot op de 25 bar niveau toen de communicatie verbroken werd.
Daar valt opzich ook veel over te vertellen.
Jupiter heeft waarschijnlijk een kern bestaande uit gesteenten van ongeveer 10 tot 15 aardmassa's.
Juist boven de kern bevindt zich het grootste gedeelte van de massa in de vorm van vloeibaar metallisch waterstof. Deze toch wel exotische vorm van waterstof (het meeste voorkomende element in het heelal) is alleen mogelijk onder extreme omstandigheden waar er een druk is van meer dan 4 miljoen bar. Dit is het geval in het binnenste van Jupiter (en Saturnus). Vloeibaar metallisch waterstof bestaat uit geioniseerde protonen en elektronen. Door de temperatuur en de druk in het binnenste van Jupiter is waterstof vloeibaar en geen gas. Vloeibaar waterstof is een elektrische geleider en is de bron van het magnetisch veld van Jupiter. Deze laag bevat waarschijnlijk ook Helium en sporen van verschillende vormen van "ijs".
De buitenste laag is hoofdzakelijk samengesteld uit moleculair waterstof en helium dat vloeibaar is langs de binnenkant van Jupiter en gasvormig langs de buitenzijde. De atmosfeer zoals wij die kunnen zien van op afstand is de top van deze laag. Water, koolstofdioxide, methaan en andere eenvoudige moleculen zijn in kleine hoeveelheden aanwezig.
De Grote Rode Vlek (GRV) wordt reeds meer dan 300 jaar vanop aarde geobserveerd. (de ontdekking ervan wordt toegeschreven aan Cassini, of Robert Hooke in de 17de eeuw). De Grote Rode Vlek heeft een ovale vorm van ongeveer 12.000 op 25.000 km, groot genoeg om tweemaal de aarde te omvatten. Andere kleinere maar gelijkaardige vlekken zijn gekend sedert tientallen jaren (foto rechts). Infrarood observaties en de richting van zijn rotatie tonen aan dat de Grote Rode Vlek een hoogdrukgebied is waarvan de wolktoppen duidelijk hoger zijn dan de omringende omgeving. Dezelfde structuren werden ook op Saturnus en Neptunus teruggevonden. Men heeft geen idee hoe het mogelijk is dat dergelijke fenomen zo lang kunnen blijven bestaan.
Verder is er nog veel meer te vertellen over Jupiter maar het overgrote deel daarvan berust op giswerk dus daar ga ik geen aandacht aan besteden aangezien dit werkstuk op feiten gebaseerd moet zijn.
Jupiter heeft wel heel veel manen namelijk: Metis, Adrastea, Amalthea, Thebe, Io, Europa, Ganymedes, Callisto, Leda, Himalia, Lysithea, Elara, Ananke, Carme, Pasiphae en Sinope.
Ik ga niet alle manen beschrijven alleen de interessante.
Metis, Adrastea, Amalthea en Thebe zijn niet echt interessant het zijn gewoon astroiden die in een baan rond Jupiter hangen.
Metis:
De afstand tot Jupiter is: 128.000 km
De diameter van Metis is: 40 km
De massa van Metis is: 9,56.10^16 Kg
Adrastea:
De afstand tot Jupiter is: 129.000 km
De diameter dan Adrastea is: 20 km
De massa van Adrastea is: 1,91.10^16 Kg
Amalthea:
De afstand tot Jupiter is: 181.300 km
De diameter van Amalthea is: 189 km
De massa van Amalthea is: 7,17.10^18 Kg
Thebe:
De afstand tot Jupiter is: 222.000 km
De diameter van Thebe is: 100 km
De massa van Thebe is: 7,77.10^17
Io
Simpele feiten:
De afstand tot Jupiter is: 422.000 km
De diameter van Io is: 3630 km
De massa van Io is: 8,93.10^22
Het oppervlak van Io is totaal verschillend van alle andere lichamen in ons zonnestelsel. De eerste beelden die de Voyager doorstuurden verraste de wetenschappers erg. Zij dachten dat Io inslagkraters zou vertonen net zo als bij aardse lichamen en dat ze uit hun aantal de ouderdom van het oppervlak konden afleiden. Er zijn echter zo goed als geen inslagkraters op Io.
Analyse van de Voyagerbeelden deed de wetenschappers besluiten dat de lavastromen op Io samengesteld zijn uit verschillende componenten van gesmolten zwavel. Alhoewel uit latere infraroodbeelden genomen van op aarde blijkt dat ze te heet zijn voor vloeibaar zwavel. De meest aannemelijke theorie op dit ogenblik is dat de lava op Io bestaat uit gesmolten silicatengesteenten. Recente HST* observaties geven aan dat het materiaal rijk is aan natrium.
*: HST: Hubble Space Telescope: gelanceerd in april 1990 en hersteld in december 1993. HST kan ons gedurende lange tijd beelden en spectra bezorgen. Een belangrijke meerwaarde tot de hogere resolutiebeelden van de planetaire sondes.
Europa
Simpele feiten:
De afstand tot Jupiter is: 670.900 km
De diameter van Europa is: 3138 km
De massa van Europa is: 4,80.10^22 Kg
Europa is een maan die helemaal met ijs bedekt is. Er zijn theorien dat er onder dat ijs een oceaan ligt, en dat daar mogelijk leven is.
Het meest opvallende bij Europa zijn de donkere strepen die kriskras terug te vinden zijn over heel het oppervlak. Het bevriezen en bijgevolg uitzetten van de onderliggende waterlagen zou er de oorzaak kunnen van zijn. Maar er zijn te veel strepen zo dat dit wellicht niet de enige oorzaak is.
Ganymedes
Simpele feiten:
De afstand tot Jupiter is: 1.070.000 km
De diameter van Ganymedes is: 5262 km
De massa van Ganymedes is: 1,48.10^23 Kg
Voor de passage van Galileo ging men er van uit dat Ganymedes samengesteld was uit een stenen kern omgeven door een grote mantel van water en waterijs en oppervlak van ijs. Uit de eerste resultaten van Galileo blijkt dat Callisto eenvormig is samengesteld, terwijl Ganymedes bestaat uit drie verschillende lagen : een kleine gesmolten ijzerenkern met daar rond een mantel van silicatengesteenten en een ijslaag aan het oppervlak. Eigenlijk lijkt Ganymedes wat de samenstelling betreft erg op Io, met die uitzondering dat Ganymedes nog een een bijkomende ijslaag heeft.
In de meeste opzichten zijn de kraters gelijk aan deze op de maan. Maar er zijn ook verschillen. De kraters zijn relatief ondiep en in plaats van een centrale berg (zoals bij de maan en Mercurius) hebben de meeste kraters een centrale put. Waarschijnlijk te wijten aan de weke ijskorst die op geologische tijdschaal het oppervlak afvlakt .
Tijdens de eerste passage ontdekte Galilei een magnetsich veld rond Ganymedes. Dit veld bevindt zich binnen het grotere magnetisch veld van Jupiter. Wellicht wordt het magnetisch veld op dezelfde wijze gegenereerd als bij de aarde : door omwenteling van geleidend materiaal in de kern.
Callisto
Simpele feiten:
De afstand tot Jupiter is: 1.883.000 km
De diameter van Callisto is: 4800 km
De massa van Callisto is: 1,08.10^23 Kg
In tegenstelling tot Ganymedes, heeft Callisto weinig of geen interne structuur; de satelliet is min of meer samengesteld uit ijs (40%) en ijzer/gesteenten (60%).
Het oppervlak van Callisto is volledig bedekt met kraters. Het oppervlak is heel oud, zoals de hooglanden van de Maan en Mars. Callisto heeft het oudste en meeste bekraterde oppervlak van het zonnestelsel; en heeft naast een paar inslagen 4 miljard jaar geleden geen enkele wijziging ondergaan.
De grootste kraters zijn omringd met een serie ringen die voor een gedeelte zijn afgevlakt door de trage beweging van het ijs. De grootste krater noemt Valhalla, 4000 km in diameter. Valhalla is een goed voorbeeld van een meerdere ringen bassin , het resultaat van een zware inslag. Ander voorbeelden zijn Asgard op Callisto, Mare Orientale op de Maan en Caloris Basin op Mercurius.
Er zijn ook nog acht kleine maantjes waar eigenlijk ook niks interessants over bekend is.
Leda:
Afstand tot Jupiter: 11.094.000 km
Diameter van Leda: 16 km
Massa van Leda: 5,68.10^15 Kg
Himalia:
Afstand tot Jupiter: 11.480.000 km
Diameter van Himalia: 186 km
Massa van Himalia: 9,56.10^18 Kg
Lysithea:
Afstand tot Jupiter: 11.720.000 km
Diameter van Lysithea: 36 km
Massa van Lysithea: 7,77.10^16 Kg
Elara:
Afstand tot Jupiter: 11.737.000 km
Diameter van Elara: 76 km
Massa van Elara: 7,77.10^17 Kg
Ananke:
Afstand tot Jupiter: 21.200.000 km
Diameter van Ananke: 30 km
Massa van Ananke: 3,82.10^16 Kg
Carme:
Afstand tot Jupiter: 22.600.000 km
Diameter van Carme: 40 km
Massa van Carme: 9,56.10^16 Kg
Pasiphae:
Afstand tot Jupiter: 23.500.000 km
Diameter van Pasiphae: 50 km
Massa van Pasiphae: 1,91.10^17 Kg
Sinope:
Afstand tot Jupiter: 23.700.000 km
Diameter van Sinope: 36 km
Massa van Sinope: 7,77.10^16 Kg
Saturnus
Simpele feiten:
De afstand tot de Zon: 1.429.400.000 km (9,54 AE)
De diameter van Saturnus: 120.536 km
De massa van Saturnus: 5,68.10^26 Kg
Saturnus is duidelijk zichtbaar met het blote oog en is dan ook reeds gekend sedert de oudheid. Galileo was in 1610 de eerste die Saturnus observeerde door een telescoop. Galileo merkte de eigenaardige verschijnsels rond Saturnus op maar raakte er door in verwarring : de oorzaken waren de beperkte waarnemingsmogelijkheden van destijds en de drastische wijzigingen van de beelden van de ringen van Saturnus tijdens de omloop rond de zon. Het was Christiaan Huygens die in 1695 een correcte interpretatie gaf van het verschijnsel rond Saturnus dat wij nu kennen als de ringen. Lange tijd dacht met dat Saturnus het enige hemellichamen met ringen was. In 1977 werden een paar dunne ringen rond Uranus ontdekt en een paar jaar later ontdekte men er ook rond Jupiter en Neptunus
Zoals Jupiter, bestaat Saturnus uit ongeveer 75% waterstof en 25% helium met sporen van water, methaan, ammoniak en "gesteenten", net zoals de samenstelling van de primaire Zonnenevel waaruit ons zonnestelsel is gevormd.
Saturnus binnenzijde is vergelijkbaar met die van Jupiter : een ijzeren kern en vloeibaar metallisch waterstof. Er zijn ook sporen van verschillende soorten ijs .
Saturnus binnenste is heel heet (12000 C in de kern) en Saturnus geeft meer straling af aan de ruimte dan het ontvangt van de zon. Het grootste gedeelte van de energie wordt net zoals bij Jupiter gemaakt door het Kelvin-Helmholtz mechanisme. Maar dit mechanisme is onvoldoende voor de volledige warmte die de planeet uitstraalt. Een andere bron zou de helium kunnen zijn diep in het binnenste van Saturnus.
De bandenstructuur die zo nadrukkelijk aanwezig is bij Jupiter is heel wat minder duidelijk bij Saturnus. Van op aarde zijn er geen details zichtbaar in de wolkentoppen het was dus wachten op de Voyager passages om de bewegingen in Saturnus atmosfeer te bestuderen. Saturnus heeft net zoals Jupiter ovale vlekken in de atmosfeer (rode vlek rechts). In 1990, werd door HST, een enorme grote witte wolk waargenomen in de buurt van de evenaar die niet zichtbaar was tijdens de Voyager passages. In 1994 werd een andere, kleinere storm waargenomen.
Saturnus heeft 19 manen, of satellieten zoals ze vaker worden genoemd, namelijk:
Afstand Straal Massa
Satelliet (km) (km) (kg) Ontdekker Datum
--------- -------- ------ ------- ---------- -----
pan 134000 10 ? Showalter 1990
Atlas 138000 14 ? Terrile 1980
Prometheus 139000 46 2,70e17 Collins 1980
Pandora 142000 46 2,20e17 Collins 1980
Epimetheus 151000 57 5,60e17 Walker 1980
Janus 151000 89 2,01e18 Dollfus 1966
Mimas 186000 196 3,80e19 Herschel 1789
Enceladus 238000 260 8,40e19 Herschel 1789
Tethys 295000 530 7,55e20 Cassini 1684
Telesto 295000 15 ? Reitsema 1980
Calypso 295000 13 ? Pascu 1980
Dione 377000 560 1,05e21 Cassini 1684
Helene 377000 16 ? Laques 1980
Rhea 527000 765 2,49e21 Cassini 1672
Titan 1222000 2575 1,35e23 Huygens 1655
Hyperion 1481000 143 1,77e19 Bond 1848
Iapetus 3561000 730 1,88e21 Cassini 1671
Phoebe 12952000 110 4,00e18 Pickering 1898
Deze lijst kom van internet van de site: http://www.infoster.be/negepl/saturn.html
Uranus
Simpele feiten:
De afstand tot de zon is: 2.870.990.000 km (19.218 AE)
De diameter van Uranus is: 51.118 km
De massa van Uranus is: 8,686.10^25 Kg
Uranus, de eerste ontdekte planeet in moderne tijden, werd per toeval ontdekt door William Herschel op 13 maart 1781 : aanvankelijk dacht hij, dat hij een komeet ontdekt had. Uranus werd vroeger reeds verschillende keren eerder waargenomen, maar men dacht dat het om een simpele ster ging. Herschel noemde de planeet Georgium Sidus", naar de toenmalige Engelse koning George III. De naam "Uranus" werd voorgesteld door Bode in overeenstemming met de andere planeten die genoemd werden naar figuren uit de klassieke mythologie. Uiteindelijk werd in 1850 de naam "Uranus" algemeen aanvaard.
Alle planeten draaien rond hun as in de buurt van het eclipticavlak*, maar de draaias van Uranus verschilt ongeveer 90 graden met het eclipticavlak. In de periode dat de Voyager 2 Uranus passeerde was de zuidpool van de planeet naar de zon gericht. De polen van de planeet zijn om beurten naar de zon gericht en ontvangen dus afwisselend meer energie van de zon dan in de buurt van de evenaar van de planeet. Nochtans de gebieden in de buurt van de evenaar zijn warmer dan rond de polen. Het mechanisme dat hier toe leidt is nog niet gekend.
*: eclipticavlak: dat is de lijn waarom de planeten draaien.
En dit is eigenlijk al het interessante en belangrijke wat er over Uranus te vertellen is.
Uranus heeft ook nog 15 manen. Maar aangezien daar ook niks interessants over tevinden is, of er is niks over bekend dat zou ook nog kunnen zet ik er maar weer zo’n schema in net als bij Saturnus:
Afstand Straal Massa
Satelliet (000 km) (km) (kg) Ontdekker Datum
--------- -------- ------ ------- ---------- -----
Cordelia 50 13 ? Voyager 2 1986
Ophelia 54 16 ? Voyager 2 1986
Bianca 59 22 ? Voyager 2 1986
Cressida 62 33 ? Voyager 2 1986
Desdemona 63 29 ? Voyager 2 1986
Juliet 64 42 ? Voyager 2 1986
Portia 66 55 ? Voyager 2 1986
Rosalind 70 27 ? Voyager 2 1986
Belinda 75 34 ? Voyager 2 1986
Puck 86 77 ? Voyager 2 1985
Miranda 130 236 6,30e19 Kuiper 1948
Ariel 191 579 1,27e21 Lassell 1851
Umbriel 266 585 1,27e21 Lassell 1851
Titania 436 789 3,49e21 Herschel 1787
Oberon 583 761 3,03e21 Herschel 1787
Neptunus
Simpele feiten:
De afstand tot de Zon is: 4.504.000.000 km (30,06 AE)
De diameter van Neptunus is: 49.532 km
De massa van Neptunus is:1,0247.10^26 Kg
Na de ontdekking van Uranus bleek als snel dat de omloopbaan van Uranus niet overeenkwam met de wetten van Newton. Men ging er vanuit dat een nog niet ontdekte planeet verantwoordelijk was voor de storingen van de omloop van Uranus. Neptunus werd voor het eerst waargenomen door Galle in 1846 in exact die plaats die berekend was door Adams en Le Verrier. Meteen ontstond er een internationale discussie over wie van de twee, Adams of Le Verrier, als eerste de juiste positie van de nieuwe planeet voorspeld had. Uiteindelijk kregen zij beiden de eer.
Tijdens de Voyager passage was er op Neptunus een Grote Donkere Vlek aanwezig, ongeveer half zo groot als de Grote Rode Vlek van Jupiter( ongeveer dezelfde diameter als de aarde). De wind op Neptunus "blaast" de Grote Donkere Vlek westwaarts tegen ongeveer 300 meter/seconde . Voyager 2 zag ook een kleine onregelmatige witte wolk die om de 16 uur eenmaal rond Neptunus draaide, gekend als de "Scooter". Sommige vermoeden dat het een rookpluim is die opstijgt uit de onderste regionen van de atmosfeer, maar de echte aard van de wolk blijft een mysterie.
Uit waarnemingen met de HST in 1994 bleek dat de Grote Donkere Vlek niet meer zichtbaar was! Ofwel is ze verdwenen ofwel wordt ze op dit ogenblik verborgen door andere verschijnselen in de atmosfeer. Een paar maand later ontdekte HST een nieuwe donkere vlek op het noordelijk halfrond van Neptunus. Hieruit kan men afleiden dat de temperatuur van atmosfeer snel wijzigt , wellicht te wijten aan de lichte veranderingen in de temperatuurverschillen tussen de top en de bodem van de wolken.
Over Neptunus is verder bijna niks bekend, dat komt voor het grootste gedeelte omdat het zo ver weg ligt.
Neptunus heeft 8 manen, maar aangezien daar ook weer niks over bekend is komt er hier weer een schema:
Afstand Straal Massa
Satelliet (000 km) (km) (kg) Ontdekker Datum
--------- -------- ------ ------- ---------- -----
Naiad 48 29 ? Voyager 2 1989
Thalassa 50 40 ? Voyager 2 1989
Despina 53 74 ? Voyager 2 1989
Galatea 62 79 ? Voyager 2 1989
Larissa 74 96 ? Voyager 2 1989
Proteus 118 209 ? Voyager 2 1989
Triton 355 1350 2,14e22 Lassell 1846
Nereide 5509 170 ? Kuiper 1949
Pluto
Simpele feiten:
De afstand tot de zon is: 5.913.520.000 km (39.5 AE) (dit is de gemiddelde afstand)
De diameter van Pluto is: 2274 km
De massa van Pluto is: 1,27.10^22 Kg
Pluto werd ontdekt in 1930 door een gelukkig toeval. Berekeningen, die achteraf foutief bleken te zijn, voorspelden een planeet voorbij Neptunus. Deze berekeningen waren gebaseeerd op afwijkingen in de baan van Uranus en Neptunus. Niet bewust van deze fout speurde Tombaugh van het Lowell Observatorium in Arizona de hemel zorgvuldig af en vond Pluto.
Pluto is de enige planeet die nog niet bezocht is door een ruimtetuig. Zelfs met de Hubble Space Telescoop kan men nauwelijks kenmerken van de oppervlakte zien
De samenstelling van Pluto' is niet gekend, maar uit de dichtheid (ongeveer 2 mg/cm3) kan men afleiden dat het waarschijnlijk een mengeling is van 80% gesteenten en 10% waterijs net zoals bij Triton. Het oppervlak lijkt te zijn bedekt met ijs van methaan, stikstof en koolstofdioxide.
Pluto heeft ook nog een maan of satelliet, het is maar net hoe je het wilt noemen.
De naam van deze maan/satelliet is Charon.
Charon
Simpele feiten:
De afstand tot Pluto: 19.640 km
De diameter van Charon: 1172 km
De massa van Charon: 1,90.10^21 Kg
Charon werd ontdekt door J. Christy in 1978. Voor 1978 dacht men dat Pluto een stuk groter was: Charon staat zo kort bij Pluto zodat men dacht dat het over één hemellichaam ging.
In verhouding tot de moederplaneet is Charon de grootste maan van het zonnestelsel. Voor de ontdekking van Charon viel die eer onze eigen maan te beurt. Sommigen beschouwen Pluto/Charon als een dubbelplaneet i.p.v. een planeet en een maan.
De samenstelling van Charon is niet gekend, maar de lage dichtheid (1,4 gm/cm3) geeft aan dat ze lijkt op de ijsmanen van Saturnus (zoals o.a. Rhea). Het oppervlak is waarschijnlijk bedekt met waterijs.
REACTIES
1 seconde geleden