Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Klimaatverandering

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 2172 woorden
  • 31 mei 2001
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
71 keer beoordeeld

Klimaatverandering: Ons energiegebruik brengt het weer in de war! Het klimaat op aarde verandert. De gemiddelde temperatuur stijgt. De top tien van de warmste jaren ooit wereldwijd gemeten zijn allemaal voorgekomen na 1981; de warmste zes allemaal sinds 1990, met 1998 als het allerwarmste jaar. Wereldwijd worden weerrecords gebroken in hitte, droogte en regenval. Poolkappen en gletsjers smelten en de zeespiegel stijgt. Zowel de natuur als onze samenleving dreigen hiervan de dupe te worden. Deze veranderingen in het klimaat en het weer zijn hoogstwaarschijnlijk het gevolg van het broeikaseffect, dat veroorzaakt wordt door met name ons energiegebruik. Dit blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Broeikaseffect, Klimaatverandering en het Weer’, dat in opdracht van het WNF is opgesteld door het Instituut voor milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Op basis van dit rapport concludeert het WNF dat we het klimaatprobleem kernachtig kunnen samenvatten met de zin: "Ons energiegebruik brengt het weer in de war!" Om te voorkomen dat het uit de hand loopt moeten we ons energiegebruik drastisch veranderen. Door energie te besparen. Of door te kiezen voor groene energie of voor zonne-energie. Een aantal gemeenten neemt hierin het voortouw. Probleem: de aarde is een broeikas Klimaatverandering wordt veroorzaakt door het zogenaamde broeikaseffect. Gassen in de atmosfeer werken als een deken rond de aarde. Warmte van de zon, die de aarde bereikt, kan daardoor niet zomaar weer verdwijnen in de ruimte. Gelukkig maar dat de aarde zo'n deken heeft, anders zou het hier veel te koud zijn om te leven.
Broeikaseffect Maar de laatste tientallen jaren wordt de deken te dik. Dit komt grotendeels door menselijke activiteiten. Door het verbranden van fossiele brandstoffen - olie, gas en kolen - voor energieopwekking brengen we CO2 (koolstofdioxide) in de atmosfeer. CO2 heeft een sterke isolerende werking; het is het belangrijkste broeikasgas. De concentratie van CO2 in de atmosfeer wordt steeds hoger. Er blijft dus steeds meer warmte hangen. Hierdoor ontstaat het 'versterkte broeikaseffect', meestal kortweg broeikaseffect genoemd. Een verdubbeling van het CO2-gehalte zal de gemiddelde wereldtemperatuur met 1,5 tot 4,5 graden doen stijgen, zo voorspelt de Klimaatcommissie van de Verenigde Naties. Dat is meer dan de mens op aarde ooit heeft meegemaakt. Klimaatverandering: De gevolgen zijn nu al zichtbaar Het is niet de eerste keer dat de aarde een snelle klimaatverandering doormaakt. Maar het is wel de eerste keer sinds de mens op aarde is. De afgelopen miljoen jaar is de temperatuur niet meer dan één à twee graden ged aald of gestegen, in een zeer rustig tempo. Zo rustig, dat de natuur het kon bijbenen. Maar ook toen met enorme gevolgen. Nu gaat het te snel voor de planten en dieren. Hun natuurlijke omgeving kan niet zo snel 'meegroeien'. Bovendien heeft de mens overal barrières aangelegd. Waar dijken zijn, zullen complete wetlands onder water verdwijnen. En dieren kunnen hun ingebouwde klok niet zomaar instellen op het nieuwe tempo van de seizoenen. Geen enkel ecosysteem zal hetzelfde blijven. Het onvermijdelijke gevolg is dat er veel kwetsbare soorten zullen uitsterven. De gevolgen van klimaatverandering kunnen enorm variëren voor verschillende gebieden op aarde. En ze zijn nu al merkbaar. Het wordt warmer. Of juist kouder Gemiddeld genomen zal de temperatuur op aarde stijgen. Maar plaatselijk kunnen de effecten zeer verschillend zijn. Als de warme Golfstroom een andere koers neemt, krijgt West-Europa tijdelijk een veel kouder klimaat. Elders, in de Sahel bijvoorbeeld, wordt het al 25 jaar steeds warmer. Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor mens en natuur. Gevolgen die nu al zichtbaar worden. De koraalriffen Wat de tropische regenwouden zijn op het land, zijn de koraalriffen voor de zee: tuinen van weergaloze schoonheid met een ongekende soortenrijkdom. Die koraaltuinen worden gebouwd door koraaldiertjes. Ze kunnen alleen daar leven waar het water precies de goede diepte en precies de goede temperatuur heeft. Als het water maar één graad opwarmt of de zeespiegel maar één meter stijgt, zullen ze sterven. En met hen de onderwatertuinen en alle vissen die daar leven. De zoetwaterwetlands Trekvogels leiden op het oog een zorgeloos bestaan. Als hun ingebouwde wekker afgaat, vliegen ze enorme afstanden naar een gebied waar het dat seizoen goed vertoeven is. Maar hoe lang kan dit nog? Talloze wetlands langs de veelgebruikte trekroutes staan onder druk. Voedselrijke slikplaten komen onder water te staan en daar loopt de weg dood voor de trekvogels. Elders vormt de verhoogde verdamping juist de belangrijkste bedreiging voor de wetlands, die langzaam uitdrogen. De pinguïns op de Zuidpool

De mooiste pinguïns ter wereld leven in het meest barre klimaat: op de Zuidpool. Ze broeden hun ei uit ver weg van het water op een ijsveld. Daar hebben ze een goede reden voor. Tegen de tijd dat het jong groot genoeg is om zelf de ijszee in te plonzen, is het ijs gesmolten tot vlakbij het nest. De zee daar is koud en zuurstofrijk en wemelt van het leven. De ijsvelden rond Antarctica worden elk jaar kleiner en daarmee komt de planning van de pinguïns in de knoop. De ijsberen op de Noordpool De verhouding tussen water, sneeuw, ijs en land is op de Noordpool zeer uitgewogen. Minder ijs zou al snel leiden tot dodelijke omstandigheden voor zeehonden, ijsberen, rendieren en zelfs de lokale bevolking. Door de warme zomers duurt het langer voordat het water dichtvriest en de beren op trek kunnen naar hun jachtgebied; de Hudsonbaai. Hier jagen ze op zeehonden. Als ze dan in de Hudsonbaai aankomen, blijkt de prooi schaarser. De zeehonden planten zich namelijk steeds slechter voort. De laatste jaren gaat het dan ook slecht met de ijsberenpopulatie: er worden minder jongen geboren en de ouderdieren zijn verzwakt. De gezondheid van de mens Ook de Wereldgezondheidsorganisatie maakt zich zorgen om het broeikaseffect. Met de stijging van de temperatuur nemen namelijk ook tropische plagen en ziektes toe. Met name in Noord-Amerika rukken vanuit het zuiden termieten en muskieten op. In Noord-Amerika, maar ook in Zuid-Europa, zijn al enkele gevallen van malaria geconstateerd. Als het klimaat opwarmt tot boven de 16 graden in de winter, vergroten malariamuggen hun verspreidingsgebied. Ook tropische ziektes als gele koorts en vijfdaagse koorts (Dengue) en de ziekte van Lyme eisen steeds noordelijker slachtoffers. De rendieren op de Noordpool In de zuidelijke streken van de Noordpool kleurt de lente de witte wereld groen. De ontspruitende toendramossen zijn belangrijk voedsel voor de honderdduizenden rendieren. Massaal trekken ze achter het kiemende groen aan. Maar in 1990 ging het mis. Volgens de biologische klok waren de rendieren precies op tijd, maar de natuur bleek te vroeg. Door de hoge temperatuur was het mos al uitgebloeid. Het verlepte groen bood niet veel voedingswaarde voor de zogende vrouwtjes. Maar ook in de tijden dat mossen bedekt zijn door sneeuw, speelt de verzachting van het klimaat het rendier parten. De dieren krabben de sneeuw met hun voorpoten weg zodat ze kunnen grazen. Maar sinds enkele jaren maakt de sneeuw steeds vaker plaats voor ijzel of ijsregens. De dikke harde laag maakt het mos onbereikbaar voor de dieren. De Europese bossen De laatste bossen van het dichtbevolkte Europa zijn het thuis van een gevarieerde planten- en dierenwereld. Van spechten tot wilde zwijnen, van vlinders tot boommarters. Zulke bossen lijken onverwoestbaar. Ze kunnen zelfs de koudste winters doorstaan, maar als de gemiddelde temperatuur slechts drie graden stijgt, zal eenderde van alle eiken- en beukenbossen ten onder gaan. De zeespiegel stijgt Door de temperatuurstijging smelten gletsjers en poolkappen, met als gevolg dat de zeespiegel zal stijgen. Gebeurt er niets, dan zal de zeespiegel de komen de eeuw zo'n 30 centimeter tot een meter stijgen. Niet voor niets houden regeringen van laaggelegen eilandengroepen als de Malediven er serieus rekening mee dat hun land binnen afzienbare tijd onder de zeespiegel verdwijnt.
De mangrovebossen Mangrovebossen herbergen een gigantische rijkdom aan levensvormen. Een zeespiegelstijging van één meter kan in deze kustbossen ernstige schade aan de natuur toebrengen. In de mangrovebossen bij Bangladesh en India leven de meeste wilde tijgers ter wereld. Ook zijn de bossen met hun ontelbare kreken en uitgestrekte rietlanden een eldorado voor overwinterende trekvogels. Als de zeespiegel stijgt is er voor hen geen plek meer over. Zeker omdat de mangroven zich door de steeds dichter bebouwing niet landinwaarts kunnen terugtrekken. De zeeschildpadden Zeeschildpadden zwerven door de oceanen en maken reizen van duizenden kilometers. Totdat ze op een dag opduiken voor de kust, ergens bij het warme strand waar ze zelf geboren zijn. Ze kruipen aan land om in het zand hun eieren te leggen. Daarna gaan ze weer. De warmte van de bodem broedt de eieren uit. Het WNF helpt bij het beschermen van deze broedstranden. Maar wat gebeurt er als de zeespiegel stijgt en het strand er niet meer Het wordt natter. Of juist droger Een ander klimaat betekent een ander neerslagpatroon. Meer of minder regen, meer of minder verdamping; het heeft groot effect op de natuur. Door vernatting of juist verdroging van hun oorspronkelijke leefgebied slaan soorten op de vlucht of verdwijnen ze voorgoed. De olifanten in Afrika Al miljoenen jaren zwerven olifanten door Afrika. Ze reizen mee met de regens. Waar die vallen is het gras groen en lang. Tegenwoordig worden hun trekroutes maar al te vaak afgesneden door de menselijke beschaving. Ze zijn niet welkom in landbouwgebieden. Nieuwe grillen van het klimaat zorgen voor het uitblijven van de jaarlijkse regens. Steeds vaker zullen olifanten worden opgesloten in onvruchtbare gebieden, door droogte geteisterd. 'Onze' ooievaar in het Zambezi-bekken Het Zambezi-bekken is een van de grootste riviergebieden in Afrika. Klimaatdeskundigen denken dat de Zambezi en haar zijrivieren steeds minder water te verwerken zullen krijgen. De verminderde hoeveelheid regen van de afgelopen vijftien jaar heeft z'n littekens al in het landschap achtergelaten. Nijlpaarden, olifanten, hoefdieren en trekvogels zoals 'onze' ooievaar, zwaluw en koekoek worden daarvan de dupe.
De slingerapen in Zuid-Amerika Hoog in de woudreuzen van het Zuid-Amerikaanse regenwoud wonen slingerapen in kleine familiegroepen. Aan het hoofd staat moeder. Zij kent het bos op haar duimpje en weet precies welke vruchten in welk jaargetijde rijp zijn voor consumptie. Die kennis heeft zij van haar voorouders. Een jaar van plotselinge droogte is een ramp. De bomen staan niet in bloei en maken geen vruchten. Hongersnood dreigt. Het weer wordt extremer IJskoude winters, afgewisseld door bloedhete zomers in de Verenigde Staten. Overstromingen in Bangladesh. Maar ook in Nederland: re gelmatig extreem hoog water in de rivieren en de natste herfst sinds decennia. Dit soort uitschieters komen steeds vaker voor. Het zijn indicaties dat het klimaat niet alleen verandert, maar bovendien wisselvalliger wordt met meer kans op extreme situaties. Oplossing: Een drastische vermindering van de CO2-uitstoot
Het broeikaseffect vormt een serieuze bedreiging voor mens en natuur. Het vraagt dus om een zeer serieuze aanpak. Het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer is de eerste stap. De Klimaatcommissie van de Verenigde Naties stelt dat de CO2-uitstoot wereldwijd met 60% omlaag moet. Bij een eerlijke verdeling houdt dit in dat de uitstoot in de rijke landen zelfs met 80% moet afnemen. Dit percentage staat in schril contrast met de reductiedoelstelling van de Nederlandse overheid: 3% minder CO2 in het jaar 2000 en stabilisatie na 2000. En zelfs daarvan wordt de haalbaarheid in twijfel getrokken. Terecht? Uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht, verricht in opdracht van het WNF, blijkt dat de CO2-uitstoot in Nederland de komende decennia met 80% omlaag kan. Zelfs bij een economische groei van 2%. Door de technische mogelijkheden en duurzame energiebronnen goed te benutten. Effecten CO2-reductietechnologieën De bijgaande illustratie laat de belangrijkste manieren zien om CO2-emissies te reduceren, rekening houdend met een voortgaande economische groei. Voorbeelden van besparing op eindgebruik zijn zuinige apparaten of zuinige auto's. Voorbeelden van besparing op conversie zijn warmtepompen, warmtekrachtinstallaties en brandstofcellen. Voorbeelden van besparing op materiaalgebruik zijn betere produktontwerpen (bijvoorbeeld kleinere cd-spelers) of het gebruik van minder kunstmest in de landbouw. Drastische vermindering Met dit perspectief voor ogen, zet men zich in voor drastische vermindering van de CO2-uitstoot, door energiebesparing en toepassing van duurzame energiebronnen. Door mensen bewust te maken van het klimaatprobleem. Door lobby. En door proefprojecten die bewijzen dat praktische en betaalbare oplossingen voorhanden zijn. Groene energie raakt nooit op Wat zouden we moeten zonder elektriciteit? Stroom is voor elk huishouden een onmisbare vorm van energie. En ook een schone vorm, tenminste zo lijkt het. Toch is elektriciteit belastend voor het milieu. De meeste elektriciteitscentrales verbranden namelijk gas, steenkool of olie om energie op te wekken. Bij de verbranding komen gassen en zuren vrij met schadelijke gevolgen voor de natuur. Zuinig omgaan met elektriciteit is een uitstekende manier om het milieu te ontzien. De energiebedrijven bevorderen dit via hun milieu-aktieprogramma, het MAP. Maar daarnaast is het goed om stroom te gebruiken die duurzaam is opgewekt, zoals windenergie, zonne-energie, biomassa of waterkracht, de zogenaamde groene energie. Nederlandse energiebedrijven bieden hun klanten de mogelijkheid te kiezen tussen traditioneel opgewekte energie met fossiele brandstoffen of groene energie, ook wel ecostroom genoemd. Voor groene energie wordt geen apart elektriciteitsnet aangelegd. Dat is ook niet nodig. Groene energie is precies hetzelfde als de traditionele elektriciteit, het wordt alleen anders geproduceerd. Met als verschil dat groene energie wordt opgewekt met energiebronnen die nooit opraken. Onuitputtelijke energiebronnen die het milieu niet of nauwelijks belasten.

REACTIES

P.

P.

dankjewel!

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.