Ligging.
Noorwegen heeft een oppervlakte van bijna 325.000 km2, dit is 8,5 keer zo groot als Nederland. Met 4,5 miljoen inwoners heeft Noorwegen het minste aantal inwoners van Scandinavië. De absolute ligging van Zuid-Noorwegen is tussen de 5 en 10 graden oosterlengte en tussen de 58 en 62 graden noorderbreedte. Noorwegen is een van de 4 landen van Scandinavië. De westkant ligt aan de Atlantische oceaan, en aan het oosten grenst het aan Zweden. Het land kan onderverdeeld worden in de volgende toeristische gebieden: Oslo en Oslofjord (zuidoost), Sorlandet (zuid), De Fjordenkust (west), de hoogvlakten in Midden Noorwegen en Noord Noorwegen. Het land is geschikt voor natuurliefhebbers, liefhebbers van actieve vakanties zoals bergsport, fietsen, kanoen, hengelen, wintersport, wandelen en gletsjertochten. Ook autorondreizen en cruises langs de fjordenkust wordt veel gedaan.
In het binnenland van Zuid-Noorwegen met zijn vele meren, ligt het berggebied Joyunheim (tot ruim 2400 m hoog), in het noordoosten begrensd door Gudbrandsdal met vele boerderijen uit de 16de en 17de eeuw. Het kenmerkendste hooggebergtetype van Noorwegen is echter de fjell (hoogvlakte), bijv. de Dovrefjell waar men 's zomers kan skiën. Noorwegen telt vele gletsjers, o.a. de Jostedalsgletsjer, de grootste van Europa. Voss is centrum van een gebied met eeuwenoude dorpen. In Zuid-Noorwegen vindt men de meeste stavkirken, middeleeuwse kerkjes met een zeer typische bouw.
Landschappelijke kenmerken.
In Zuid-Noorwegen vind je uitgestrekte bossen, hoge bergen, diepe dalen, blauwgrijze gletsjers en weidse fjorden. Langs de kust eet een ontelbaar aantal zeevissen zich in de algenzone dik en rond. De hier meest voorkomende vissoorten zijn kabeljauw, koolvis, pollak en verschillende platvissoorten. De veelsoortigheid is zo groot dat men meestal een boek nodig heeft om achter de naam van de gevangen vis te komen. De vangst vertoont dan ook een enorme schakering. Vooral wanneer een van de prachtige lipvissen op het aas is afgekomen. Met al de fjorden, eilandjes en klippen is de Noorse kustlijn meer dan 30.000 km lang. Dankzij de warme Golfstroom kan het gehele jaar door goed worden gevist. Noorwegen is een van de bergachtigste landen van Europa. Het land is feitelijk gelegen langs een lange bergkam. De Noorse bergen zijn gevormd door gletsjers ten tijde van de ijstijd. Daardoor zien ze er heel anders uit dan bijvoorbeeld de Alpen. Noorwegen kent bijvoorbeeld een groot aantal hoogvlaktes. De bekendste hoogvlakte is de Hardangervidda.
Vanwege de lage bevolkingsdichtheid van Noorwegen leven er nog een groot aantal wilde dieren in de natuur. Ook planten hebben alle ruimte in Noorwegen. Dieren die in Noorwegen in het wild voorkomen zijn onder andere: rendieren, wolven, elanden, herten, beren, lynxen, bevers, otters en lemmings. Uiteraard is Noorwegen ook interessant voor vogelliefhebbers. Zo komt onder andere de bekende papegaai duiker aan de kust voor. De Noorse meren, rivieren en kustwateren zijn over het algemeen rijk aan vis. Voor binnenwater zijn echter wel vergunningen nodig.
Klimaat
De jaarlijkse neerslag in mm in Zuid-Noorwegen verschilt: aan de westkust is het zo’n 1200-2000 en aan de zuidkust 800-1200 mm per jaar. Dit verschil komt doordat er dwars door Noorwegen een gebergte loopt waardoor je twee verschillende klimaten krijgt. De temperatuur in januari is in het oosten ook een stuk kouder, namelijk -15 tot -10 graden, dan in het westen, namelijk –10 tot –5 graden. De temperatuur in juli is in het zuidoosten 17,5 tot 20 graden en in het westen 10 tot 15 graden.
In het (zuid)oosten van het land zijn uitgestrekte naaldbossen, maar het (zuid)westen is minder dicht bebost. De Noren zijn gek op het plukken van bessen en paddestoelen. Beide zijn (met uitzondering van een aantal soorten) toegestaan. Vooral bij paddestoelen is echter een goede kennis van groot belang.
In verhouding tot de weinige beschikbare landbouwgronden is de opbrengst van de akkerbouw, tuinbouw en veeteelt erg groot. Om afhankelijkheid van het buitenland te voorkomen worden de boeren zwaar gesubsidieerd en de prijzen van agrarische producten kunstmatig hoog gehouden. Zo wordt in Zuid-Noorwegen het verbouwen van graan gestimuleerd, om in de gebieden die niet voor graanproductie geschikt zijn, veeteelt mogelijk te maken, die (zij het zwaar gesubsidieerd) nog enigszins rendabel is. Op deze wijze wordt ook geprobeerd de ontvolking van vooral Noord-Noorwegen tegen te gaan. Het bosbezit is voor ongeveer twee derde in handen van boeren en wordt meest kleinschalig geëxploiteerd in combinatie met het boerenbedrijf voor houtproductie. De meeste Noorse huizen worden nog steeds van hout gebouwd. De zee speelt nog altijd een belangrijke rol in de Noorse economie. De export van visproducten levert jaarlijks miljarden Noorse kronen op. In 1977 is een 200-mijlszone ingesteld. De viskwekerij (o.a. zalm en forel) is een groeiindustrie die steeds belangrijker wordt. Noorwegen heeft de grootste gebieden met natuurschoon in Europa. Het bekendst is de door fjorden ingesneden westkust met de vele eilanden. In de fjorden monden de rivieren vaak met watervallen uit. Door de bergen wordt Noorwegen op een natuurlijke manier verdeeld in een aantal regio's. Vestlandet (het west land) is het bekendste in het buitenland, omdat de bekende fjorden hier liggen. De belangrijkste stad in deze regio is Bergen. Østlandet (het oost land) heeft als centrum de stad Oslo. Deze regio is wat vlakker dan Vestlandet en heeft dus ook meer landbouw en uitgestrekte bossen. Sørlandet (het zuid land) is de zuidelijke regio. Deze ligt rond de stad Kristianstad. Dit is het warmste gebied van Noorwegen. Trøndelag is het gebied rond Trondheim. Trondheim is de derde stad van Noorwegen en historisch zeer belangrijk. Nord Norge (Noord Noorwegen) is de laatste regio. Deze regio is de minst bevolkte regio. Onder deze regio vallen onder andere de bekende Lofoten eilanden groep.
Bevolkingskenmerken.
Geschiedenis De eerste sporen van mensen zijn van rond 8000-9000 voor Christus, dus van vlak na de ijstijd. Vanwege de bergen woonden de mensen er geïsoleerd van elkaar en daardoor ontstonden een groot aantal kleine onafhankelijke staten. Rond het jaar 700 bestond Noorwegen uit zo'n 30 staten.
De vikingtijd begon in 793 met de plundering van een klooster en duurde tot 1066, dat was het jaar dat
Willem de Veroveraar Engeland veroverde. In deze tijd werd Noorwegen één land met één koning. Tijdens deze periode zeilden veel Noren (en Denen en Zweden) naar verschillende landen in Europa (en een beetje Azië en Afrika). Vooral in Noord Engeland, Ierland en Schotland zijn veel plundertochten geweest, maar ook in Nederland zijn de Vikingen actief bezig geweest. Eerst waren het vooral plunderingen, maar daarna werd het steeds meer kolonisatie en handel.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
er ziten super veel fouten in de tekst ! ! !
16 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
hee es ik heb er super veel aan gehad (....)
neej ff geen tijd om alles te lezen maar wel vet hoor!!!
xxxxxxxx Bette
18 jaar geleden
Antwoorden