Vergelijking vroeger en nu

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • Klas onbekend | 512 woorden
  • 27 mei 2014
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
31 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Vergelijking vroeger en nu

Grootte van het gezin en gevolgen.
Vroeger hadden de mensen meer kinderen omdat ze dan meer inkomsten hadden. Nu zijn er meestal minder kinderen waardoor het rustiger is in huis. Vroeger moest de oudste meer helpen in het huishouden dan de rest van de familie. Nu is het meestal gelijk verdeeld wie er helpt.

Woonsituatie
Nu is er meer luxe dan vroeger. Vroeger waren de huizen kleiner, dus was er minder plaats voor keukens of badkamers waardoor mensen vaak bij buren of familie moesten gaan. Nu is het anders, bijna elk huis heeft wel een keuken en een badkamer.

Schoolleven
De meeste kinderen vroeger gingen te voet of met de fiets naar school omdat er toen nog geen openbaar vervoer was. Nu gaat bijna niemand meer te voet, behalve de kinderen die dicht bij de school wonen. Bijna iedereen gaat met het openbaar vervoer. Vroeger hadden de kinderen minder huiswerk dus besteedden ze er minder tijd aan. Nu besteden we meer tijd aan huiswerk omdat we meer hebben. Lichamelijke straffen waren er veel vroeger. Nu mag dat allemaal niet meer dus zijn er taken of moet je langer op school blijven. De meeste mensen die vroeger naar school zijn gegaan, willen niet nu naar school gaan, ze vonden het toen beter. Wij daar in tegen zouden het ons niet kunnen voorstellen hoe het is om vroeger op school te zitten dus zouden we nu zeggen als we mochten kiezen, maar met minder huiswerk.

Vrije tijd
Vroeger hadden kinderen meer vrije tijd omdat ze minder huiswerk hadden. Vroeger speelde ze buiten met vrienden, nu bestaat er zo iets als internet. Vroeger gingen mensen minder op stap omdat er weinig te doen was, behalve de kermis of langs gaan bij familie. Nu gaan mensen vaker op rijs naar andere landen, dat is nu veel makkelijker. Vroeger ging je meestal werken nadat je gedaan had met school. Of als er geldnood was stopte je met school om dan te gaan werken. Nu kan je gaan werken vanaf je 15e  , dat geld is dan van jouw. Vroeger was het meestal voor de familie en kreeg je soms geld. Vroeger gingen mensen vaak op bezoek bij familie of vrienden. Nu doen we nog altijd hetzelfde.

Sociaal- economische situatie 
De meeste kinderen krijgen om de week of om de maand zakgeld. Vroeger kreeg men soms iets, meestal als ze gaan werken waren. Vroeger ging alleen de man werken, de vrouw bleef thuis en deed het huishouden. Nu gaan meestal beide ouders werken. De kinderen gingen vroeger ook gaan werken als ze volwassen waren. Nu is het niet noodzakelijk om te gaan werken als kind. Tenzij je in geldnood zit. Vroeger hadden mensen veel minder geld dan nu. Ze waren niet echt arm, maar ze hadden gewoon minder geld dan we nu hebben.

De val van godsdienst
Vroeger was iedereen praktisch gelovig, ze gingen bijna elke zondag naar de kerk. Nu zijn er meer godsdiensten gekend dus zijn er meer verschillen. Er zijn ook veel niet- gelovigen, vroeger zou dat een schande zijn.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.