Wat moet je als leraar in het basisonderwijs kunnen?
Een goede leraar kan de klas aan en laat zien dat hij overwicht heeft. Als leraar heb je veel taken. Hieronder staan verschillende dingen die je moet kunnen als je een goed leraar wilt zijn:
» Lessen voor bereiden
» Lesgeven
» Leerlingen begeleiden
» Consequent zijn
» Goed met mensen om kunnen gaan
» Schoolzaken organiseren
Voorbereiding van de lessen
Eén van die taken is het voorbereiden van de lessen. Je moet dan ook erg veel thuis doen. Je probeert thuis de dingen uit die je in de les wilt gaan doen, zodat het in één keer goed kan gaan. Je maakt dan alvast een soort schema van de dingen die je wilt gaan doen in de les. Wil je bijvoorbeeld uitleg geven over een bepaalde opdracht uit het rekenboek, bedenk dan alvast hoe je dit gaat aanpakken. Wil je een keer iets creatiefs gaan doen, dan kost dit je ook erg veel tijd. Als leraar moet je er voor zorgen dat alle spullen aanwezig zijn en dat je een voorbeeld van het knutselwerkje hebt gemaakt. Je hoeft natuurlijk niet alles thuis te doen. Je hebt soms ook tijd genoeg om in de les of voor schooltijd om dingen voor te bereiden.
Het lesgeven
Het belangrijkste van je taak als leraar is het lesgeven aan je leerlingen. Het lesgeven verschilt per groep. Meestal laat je als leraar de leerlingen op maandag ochtend in een kring zitten, zodat ze kunnen vertellen over hun weekend. Dit verschilt wel in welke groep je lesgeeft. Geef je les aan groep 1 of 2 dan doe je dit op een hele andere manier dan in de hogere groepen. In groep 1 en 2 geef je les door middel van spelen. In groep 2 begin je dan ook al met het voorbereiden op groep 3. Je leert ze rekenen door middel van spelletjes. Geef je als leraar les aan groep 3, dan is dit heel erg anders. De leerlingen zitten aan vaste tafeltjes en hebben les uit normale lesboeken. Je geeft dan al les door middel van verschillende vakken, zoals: schrijven, rekenen, lezen, geschiedenis, aardrijkskunde, natuur, handvaardigheid, gymnastiek en muziek. De belangrijkste vakken die de leerlingen leren in groep 3 zijn; Lezen, schrijven en rekenen. De rest van de vakken krijg je in de andere groepen op school. Als je stof gaat uitleggen kan dit individueel, in groepjes of voor de hele klas. Je kunt de leerlingen ook op verschillende manieren aan het werk zetten. Je zegt bijvoorbeeld dat je nu een uurtje zelfstandig werken wilt. Maar je kunt de leerlingen ook in groepjes laten werken zodat ze er samen uit kunnen komen. In sommige klassen geef je aan het eind van de dag huiswerk op. Op de dag dat het af moet zijn bespreek je dit gezamenlijk met de klas. Zo zien en leren de kinderen wat ze goed of fout hebben gedaan. Je geeft ook een aantal toetsen in het schooljaar. Zo kan je als leraar zien wat een leerling wel of niet snapt. En je kunt natuurlijk zelf bepalen hoe je les geeft. Iedere leraar heeft zijn eigen methode.
Het begeleiden van leerlingen
Als leraar moet je ook leerlingen kunnen begeleiden. Het maakt niet uit waarmee, het kan met school te maken hebben maar ook met een thuis situatie. Je moet dan ook het gedrag van de leerlingen observeren in de groep. Is een leerling er open en durft alles te zeggen is dat geen probleem dan weet je snel genoeg of die leerling iets wel of niet snapt. Maar is een leerling heel erg gesloten en durft niet veel te zeggen dan moet je daar als leraar achter komen. Dit kan door middel van vragen stellen aan de leerling. Je moet er achter komen wat er vast zit bij de leerling, hoe het komt dat hij of zij niet veel durft te zeggen. Je moet als leraar ook erg goed kunnen luisteren naar een leerling. Of als je lastige kinderen in de klas hebt, pak die dan zorgvuldig aan. Dit doe je door ze straf te geven als ze iets doen wat niet mag. Of geef de leerling juist meer aandacht. Kinderen die erg veel moeite hebben met leren geef je wat extra ondersteuning. Dit hoort allemaal bij je taak als leraar.
Met mensen omgaan
Je moet erg goed met mensen kunnen omgaan als je leraar bent. Die verschillende mensen zijn:
» De ouders van de leerlingen
» De leerlingen
» Je collega’s
Er zijn natuurlijk nog veel meer personen waar je goed mee om moet kunnen gaan als leraar. Maar erg belangrijk is dat je met de ouders van de leerlingen kunt omgaan. Als de ouders zich niet op kun gemak voelen bij de leraar is dit geen goed teken. Zij laten toch weer elke dag kun kind over op school. Als er problemen thuis zijn en de ouders van een leerling willen hier over praten moet je daar goed naar kunnen luisteren. Dit kan namelijk een achterstand opleveren voor de leerling op school.
Ook moet je als leraar goed met je collega’s kunnen opschieten. Je hebt hier elke dag weer mee te maken. Soms heb je meerdere van dezelfde groepen. Je geeft bijvoorbeeld les in groep 4 en er zijn nog één of twee groepen 4 dan moet je afspraken maken met je collega’s die ook in groep 4 les geven. Je moet afspreken wanneer je iets leert aan de kinderen zodat er niet veel verschil is tussen de groepen.
Organisatie
Je moet als leraar ook wel eens helpen met een activiteit organiseren, zoals een schoolreisje, verschillende feesten of misschien wel een projectweek. Dit kost je natuurlijk extra tijd en je moet er voldoende tijd is steken zodat alles goed geregeld is en het goed voorloopt. Hierbij hoort ook het vergaderen. Niet iedereen vindt dit even leuk. Maar het moet toch gebeuren. In de vergaderingen bespreek je hoe de zaken ervoor staan. Hoe je bijvoorbeeld iets moet aanpakken in een les of misschien is er wel een nieuwe methode. Zo zijn er heel veel dingen die er besproken worden in een vergadering.
Als leraar ben je enthousiast bezig met je werk. Je wilt dat alle leerlingen later een goed baan krijgen. En daar ben je nu al mee bezig al leraar.
Een goede leraar kan de klas aan en laat zien dat hij overwicht heeft. Als leraar heb je veel taken. Hieronder staan verschillende dingen die je moet kunnen als je een goed leraar wilt zijn:
» Lessen voor bereiden
» Lesgeven
» Leerlingen begeleiden
» Consequent zijn
» Goed met mensen om kunnen gaan
» Schoolzaken organiseren
Voorbereiding van de lessen
Eén van die taken is het voorbereiden van de lessen. Je moet dan ook erg veel thuis doen. Je probeert thuis de dingen uit die je in de les wilt gaan doen, zodat het in één keer goed kan gaan. Je maakt dan alvast een soort schema van de dingen die je wilt gaan doen in de les. Wil je bijvoorbeeld uitleg geven over een bepaalde opdracht uit het rekenboek, bedenk dan alvast hoe je dit gaat aanpakken. Wil je een keer iets creatiefs gaan doen, dan kost dit je ook erg veel tijd. Als leraar moet je er voor zorgen dat alle spullen aanwezig zijn en dat je een voorbeeld van het knutselwerkje hebt gemaakt. Je hoeft natuurlijk niet alles thuis te doen. Je hebt soms ook tijd genoeg om in de les of voor schooltijd om dingen voor te bereiden.
Het lesgeven
Het belangrijkste van je taak als leraar is het lesgeven aan je leerlingen. Het lesgeven verschilt per groep. Meestal laat je als leraar de leerlingen op maandag ochtend in een kring zitten, zodat ze kunnen vertellen over hun weekend. Dit verschilt wel in welke groep je lesgeeft. Geef je les aan groep 1 of 2 dan doe je dit op een hele andere manier dan in de hogere groepen. In groep 1 en 2 geef je les door middel van spelen. In groep 2 begin je dan ook al met het voorbereiden op groep 3. Je leert ze rekenen door middel van spelletjes. Geef je als leraar les aan groep 3, dan is dit heel erg anders. De leerlingen zitten aan vaste tafeltjes en hebben les uit normale lesboeken. Je geeft dan al les door middel van verschillende vakken, zoals: schrijven, rekenen, lezen, geschiedenis, aardrijkskunde, natuur, handvaardigheid, gymnastiek en muziek. De belangrijkste vakken die de leerlingen leren in groep 3 zijn; Lezen, schrijven en rekenen. De rest van de vakken krijg je in de andere groepen op school. Als je stof gaat uitleggen kan dit individueel, in groepjes of voor de hele klas. Je kunt de leerlingen ook op verschillende manieren aan het werk zetten. Je zegt bijvoorbeeld dat je nu een uurtje zelfstandig werken wilt. Maar je kunt de leerlingen ook in groepjes laten werken zodat ze er samen uit kunnen komen. In sommige klassen geef je aan het eind van de dag huiswerk op. Op de dag dat het af moet zijn bespreek je dit gezamenlijk met de klas. Zo zien en leren de kinderen wat ze goed of fout hebben gedaan. Je geeft ook een aantal toetsen in het schooljaar. Zo kan je als leraar zien wat een leerling wel of niet snapt. En je kunt natuurlijk zelf bepalen hoe je les geeft. Iedere leraar heeft zijn eigen methode.
Het begeleiden van leerlingen
Als leraar moet je ook leerlingen kunnen begeleiden. Het maakt niet uit waarmee, het kan met school te maken hebben maar ook met een thuis situatie. Je moet dan ook het gedrag van de leerlingen observeren in de groep. Is een leerling er open en durft alles te zeggen is dat geen probleem dan weet je snel genoeg of die leerling iets wel of niet snapt. Maar is een leerling heel erg gesloten en durft niet veel te zeggen dan moet je daar als leraar achter komen. Dit kan door middel van vragen stellen aan de leerling. Je moet er achter komen wat er vast zit bij de leerling, hoe het komt dat hij of zij niet veel durft te zeggen. Je moet als leraar ook erg goed kunnen luisteren naar een leerling. Of als je lastige kinderen in de klas hebt, pak die dan zorgvuldig aan. Dit doe je door ze straf te geven als ze iets doen wat niet mag. Of geef de leerling juist meer aandacht. Kinderen die erg veel moeite hebben met leren geef je wat extra ondersteuning. Dit hoort allemaal bij je taak als leraar.
Met mensen omgaan
Je moet erg goed met mensen kunnen omgaan als je leraar bent. Die verschillende mensen zijn:
» De ouders van de leerlingen
» De leerlingen
» Je collega’s
Er zijn natuurlijk nog veel meer personen waar je goed mee om moet kunnen gaan als leraar. Maar erg belangrijk is dat je met de ouders van de leerlingen kunt omgaan. Als de ouders zich niet op kun gemak voelen bij de leraar is dit geen goed teken. Zij laten toch weer elke dag kun kind over op school. Als er problemen thuis zijn en de ouders van een leerling willen hier over praten moet je daar goed naar kunnen luisteren. Dit kan namelijk een achterstand opleveren voor de leerling op school.
Organisatie
Je moet als leraar ook wel eens helpen met een activiteit organiseren, zoals een schoolreisje, verschillende feesten of misschien wel een projectweek. Dit kost je natuurlijk extra tijd en je moet er voldoende tijd is steken zodat alles goed geregeld is en het goed voorloopt. Hierbij hoort ook het vergaderen. Niet iedereen vindt dit even leuk. Maar het moet toch gebeuren. In de vergaderingen bespreek je hoe de zaken ervoor staan. Hoe je bijvoorbeeld iets moet aanpakken in een les of misschien is er wel een nieuwe methode. Zo zijn er heel veel dingen die er besproken worden in een vergadering.
Als leraar ben je enthousiast bezig met je werk. Je wilt dat alle leerlingen later een goed baan krijgen. En daar ben je nu al mee bezig al leraar.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
ik heb er veel aan gehad voor mij werkstuk
groetjes je mooibooyy
12 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
misshien kon je meer vertellen over middlebareschool leraren en mentoren
12 jaar geleden
Antwoorden