Figuranten - Arnon Grunberg

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • 5e klas aso | 3121 woorden
  • 25 februari 2013
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

5.3. Verhaalanalyse

5.3.1. Vertelperspectief

Er is sprake van een ik-vertelperspectief en om precies te zijn gaat het om een vertellende ik. Het vertellend personage is Edwald Stanislas Krieg. Hij verteld over zijn eigen jeugd dat hij heeft beleefd samen met Elvira en Broccoli. Het is dus een terugblik want hij beschrijft de reeds voorbije gebeurtenissen. Dit kan gemakkelijk aangetoond worden met een fragment dat het in dit verhaal gaat over een vertellende ik en niet over een belevende ik. In het volgende fragment verteld Edwald over een vroegere periode in zijn leven.

“Er was een tijd dat ik dacht dat ik aids had. Of nog iets ergers, als dat überhaupt bestaat. […] Ik heb met heel veel niet-frisse types gevreeën. Ik ben zelfs trouwens ook een niet-fris type. Al trek ik wel altijd schone sokken aan als de man van de kakkerlakkenbestrijding komt. Als ik mezelf zou moeten omschrijven bij een beroeptest of bij een psycholoog zou ik alleen maar zeggen: ‘niet-fris type’. […] Ik heb veel mensen willen navolgen. Te veel om op te noemen. Ik heb de mensen bestudeerd om op de mensen te kunnen lijken. Soms zeiden ze dat ik de schaduw van Broccoli en Elvira was.” (Grunberg, 1997, pp. 15-16)

Edwald is geen alwetend personage, je weet enkel zijn eigen gedachten en eigen gevoelens. Je komt dus niet te weten hoe de ander over bepaalde onderwerpen denkt, tenzij het expliciet vermeld wordt en Edwald dit te horen krijgt. We volgen heel het verhaal door zijn ogen. Om even aan te tonen dat je zijn gedachten en gevoelens te weten komt:

“ Ik wist niet wat me overkwam. Dit had ik nog nooit eerder gedurfd en nu zat ik daar onder de tafel en streelde haar benen, alsof ik mijn hele leven niet anders gedaan had dan onder tafels zitten en benen van dames strelen.” (Grunberg, 1997, p. 93)

Doordat je heel het verhaal uit Edwald ogen volgt, weetje soms niet wat de andere personages aan het doen zijn. Je komt enkel gegevens te weten over de personages die zich op dat moment in de buurt van Edwald bevinden. Zo is hij op het einde van het verhaal een hele tijd bij Frederika Stienman en vermindert het contact met Broccoli en Elvira. In deze periode kom je bij gevolg ook niet te weten wat Broccoli en Elvira aan het doen zijn. Ook als hij zelf naar New York gaat om hen te zoeken, vindt hij hen niet. Je weet als lezer niet waar ze zich bevinden en wat ze op dit moment aan het doen zijn, Edwald weet dit ook niet.

5.3.2. Personages

Edwald Stanislas Krieg is een hoofdpersonage. Je volgt het hele verhaal door zijn ogen en komt dus veel informatie over hem te weten en ook via hem krijg je informatie over de andere personages. Hij is dus een genuanceerd personage. Ook verandert hij doorheen het verhaal. In het begin is hij een meeloper van Broccoli en wil hij net zoals Broccoli een beroemde acteur worden. Uiteindelijk gaat Broccoli naar Amerika en vraagt of Edwald meewil, hij weigert dit aanbod en volgt dus voor het eerst Broccoli niet meer. Hij heeft zich erbij neergelegd dat hij er niet zal in slagen om een beroemd acteur te worden en wordt makelaar in krotten. Dit bewijst dat hij een dynamisch personage is, want zijn standpunt en gedachten veranderen door de gebeurtenissen. Edwald is dus een Round character.

Broccoli is ook één van de hoofdpersonages, aangezien hij een goede vriendschapsband heeft met Edwald en daardoor veel tijd met hem doorbrengt. Zijn echte naam is Michaël Eckstein. We komen veel over hem te weten via Edwald en hij is dus een genuanceerd personage. Hij verandert niet doorheen het verhaal en wil zijn ultieme droom nastreven. Hij blijft erin geloven dat hij er ooit zal in slagen om een beroemd acteur te worden en niet zomaar een mislukt figurant zal blijven. Het is een statisch personage.

Elvira Lopez is ook een belangrijk personage. We komen opnieuw veel over haar te weten via Edwald. Het is dus ook een genuanceerd personage. Ze is een actrice en houdt van slapen en dansen. Ze verleidt Broccoli en Edwald. Ze worden beiden verliefd op haar. Elvira heeft met beiden één keer geslachtsgemeenschap. Daardoor komt ze wat sletterig over. Doorheen het verhaal maakt ze geen karakter verandering door. Het is dus een statisch personage.

Er komen ook een heleboel andere personages voor in het verhaal. Zoals mevrouw Frida Meerschwam. Ze is de poetsvrouw van mevrouw Eckenstein en is een ongenuanceerd en statisch personage. Ze verandert niet doorheen het verhaal. Ook Meneer Berk die op Broccoli’s geld moet letten als zijn ouders in Zwitserland zitten, is een ongenuanceerd en statisch personage. Dan heb je ook nog Frederika Steinman waar Edwald een monoloog voor zou schrijven, dat nooit klaar is geraakt. Het is ook een ongenuanceerd en statisch personage. Dit zijn allemaal flat characters. Ze blijven doorheen het verhaal bij hetzelfde standpunt en we komen van hen allemaal niet veel te weten.

Ook worden er enkele typetjes besproken in het verhaal. Een voorbeeld daarvan is Lopatin. Hij is een dikzak die verliefd wordt op een mooi meisje dat werkt in de snackbar waar hij dagelijks heen gaat. Het is dus zeker en vast een flat character want hij is ongenuanceerd en statisch.

A. Edwald Stanislas Krieg en Broccoli

Er wordt nadruk gelegd op de sociale status van beide personages via de kledij. Edwald is niet zo rijk en is een Jood. Er wordt meerdere keren aangehaald in het verhaal via kleren dat hij geen verstand heeft van mode.

“Elvira keek naar me. ‘Je hebt een nieuwe broek gekocht, hè?’ Ik knikte. ‘Ze hebben je bedrogen. Je

billen zijn veel te klein voor die broek. Van achteren lijk je net een opa.’

‘Een opa?’

‘Een opa met zo’n slobberbroek,’ zei ze. ‘Zo’n man die de hele tijd zijn broek moet ophijsen en daarom bretels draagt, zo’n broek heb jij nu aan. Als je nog eens een broek koopt moet je mij maar meenemen. Of Frederika Steinman, dat kan natuurlijk ook.’ Toen ging ze naar het postkantoor om Broccoli te zoeken.” (Grunberg, 1997, p. 261)

Broccoli daarentegen is van rijkere afkomst. Hij woont alleen in het grote huis van zijn ouders en heeft een poetsvrouw in dienst, mevrouw Meerschwam. Ook meneer Berk werkt voor hem en let erop dat het geld niet opraakt. Want volgens Broccoli kun je alles met geld kopen, zelfs het geluk. Ook heeft hij een rekening in Zürich. Hij beschouwt zichzelf ook als een genie en heeft daarom de vereniging van genieën opgericht.

“Ik beloofde dat ik het zou onthouden. ‘Onthouden alleen is niet genoeg.’ Toen voegde hij eraan toe: ‘Je moet weten dat ik een genie ben.’ Hij keek me heel serieus aan, ik wist niet wat ik moest zeggen. ‘Ja,’ zei hij nog een keer, ‘ik ben een genie.’ Hij begon te lachen. […] Broccoli had een vereniging opgericht, de Vereniging voor Genieën. Het was de bedoeling dat ik door ook lid van zou worden. […] ‘Als je maar lang genoeg met me omgaat, word je vanzelf ook een genie.’ We liepen naar de andere kant van de tuin.” (Grunberg, 1997, p. 33)

Hier merk je ook duidelijk dat Edwald in het begin een meeloper was van Broccoli. Hij had net zoals Broccoli ook het ultieme verlangen om beroemd te worden. Uiteindelijk geeft hij deze droom op omdat er buiten Elvira en Broccoli toch niemand anders was die in hem geloofde. Hij verandert en volgt Broccoli niet meer. Broccoli blijft geloven dat het hem zal lukken om beroemd te worden en gaat naar Hollywood om daar een carrière te beginnen samen met Elvira.

In het begin zijn Broccoli en Edwald goede vrienden. Ze doen alles samen en ze willen beiden experimenteren op seksueel gebied. Beiden hebben ze de droom om iets te betekenen in de maatschappij, ze willen een beroemd acteur worden. Ze ontmoeten Elvira, een actrice van Afghaanse afkomst. Ook zij deelt dezelfde droom. Ze worden beiden verliefd op Elvira en hebben beiden één keer seks met haar. Edwald vraagt zich telkens af waarom het maar één keer gebeurde. Broccoli is precies wat jaloers en daaruit kan je afleiden dat hij ook verliefd op Elvira is.

 “’Dat is goed’, mompelde hij. ‘Heel goed. Elvira erbij, dat ontbrak er nog maar aan.’ Ik moest denken aan hoe hij met Elvira had gezoend in haar keuken, en hoe ik had toegekeken zonder da ze het wisten. Of misschien wisten ze het maar lieten ze niets merken. Ik wist dat hij net zo naar Elvira verlangde als ik, misschien nog wel meer, en ik hoopte dat hij me ooit alles over haar zou vertellen wat ze mij niet verteld had. […] Ik had haar willen omhelzen, maar ze gaf geen enkel teken dat ze omhelsd wilde worden.” (Grunberg, 1997, pp. 160-162)

Je merkt ook dat Elvira wat met de voeten van beide jongens speelt. Ze zijn beiden verliefd op haar, maar zij toont geen enkel teken dat ze verliefd is op één van de twee. Uiteindelijk wil Broccoli na de vele mislukkingen zelf een film gaan produceren met Elvira in de hoofdrol. Er komen maar drie mensen kijken, maar toch zegt Broccoli dat het een succes is geweest en hij blijft er bij dat hij een beroemd acteur zal worden. Intussen tijd heeft Edwald een rol in een toneelstuk gekregen, daar ontmoet hij Frederika. Hij belooft haar een monoloog te schrijven en daardoor heeft hij minder tijd voor Broccoli en Elvira. De vriendschapsband verdwijnt stilaan en Broccoli begint Elvira voor hem alleen te winnen. Want uiteindelijk gaan de twee samen naar Hollywood om daar de ultieme droom werkelijkheid te laten worden. Edwald wil niet mee en heeft nooit meer iets gehoord van Elvira en Broccoli. Hij heeft de droom opgegeven en heeft zich gerealiseerd dat het hem toch nooit zal lukken. Hij is nu een makelaar in New York.

B. Elvira Lopez

Dit is een actrice van Afghaanse afkomst. Volgens Broccoli was ze ook een succesvol actrice. Het is een genuanceerd personage omdat we via Edwald veel over haar te weten komen. We weten dat ze houdt van slapen en dansen. Ze heeft net zoals Broccoli en Edwald het ultiem verlangen om beroemd te worden. Ze houdt altijd een rood notieboekje bij zich waar ze soms gegevens in opschrijft. Zelf is ze ook niet rijk en Broccoli betaald bijna alles voor haar omdat hij geloofd dat ze beroemd zal worden. Hij besluit zelfs een film te gaan produceren met haar in de hoofdrol. Broccoli zou alles eraan doen om te maken dat ze succes heeft en beroemd wordt, dit duidt erop dat hij verliefd is op haar. Maar ook Edwald is verliefd op haar. Beiden gaan ze met haar één keer naar bed. Voor Edwald betekent dit meer, maar Elvira ziet naar bed gaan met iemand eerder als een oefening.

“Die avond ben ik met hem naar bed gegaan. Ik zag het meer als een oefening; ik was al heel lang niet meer met iemand naar bed gegaan. Maar hij dacht dat het meer was dan een oefening.” (Grunberg, 1997, p. 94)

Ze speelt wat met hun voeten. Ze doet alsof alles vanzelfsprekend is volgens Edwald. Uiteindelijk gaat ze met Broccoli mee naar Hollywood om daar beroemd te worden. Vanaf dan weten we niet meer wat er verder gebeurd aangezien het verhaal verteld wordt vanuit de ogen van Edwald.

C. Lopatin

Dit is een typetje. Zijn uiterlijk is zijn persoonlijkheid. Hij is een dikzak die veel kan eten en die verliefd was op een mooi meisje. Elke dag gaat hij ontbijten in een lunchroom waar dat meisje werkt. Natuurlijk ziet dit meisje niets in hem en is ze niet verliefd op hem. Als lezer krijg je een vermijdende houding tegen over Lopatin. Je zou hem liever niet kennen en vermijden.

“Lopatin kwam net als Broccoli iedere dag lunchen in lunchroom ’t Haantje in de Leidsekruisstraat. Lopatin had een baard en een snor, maar helemaal boven op zijn hoofd was hij bezig kaal te worden en hij had een tamelijk dikke buik. Hij droeg altijd bretels, bij voorkeur rode. Ik schatte hem tussen de dertig en de veertig. Lopatin kon heel veel eten. Hij besteld soep, een broodje en dan taart en koffie na. […] Tussen het eten door maakte hij geluiden die nog het meest op gegrom leken. […] Zijn baard en snor zaten tegen die tijd vol met etensresten. Dan wandelde Lopatin naar de wc. […] De meeste mensen wilden niet te dicht in de buurt van Lopatin zitten. […] Lopatin hield van Mimi, maar Mimi niet van hem.” (Grunberg, 1997, pp. 54-55)

Hier merk je door de uitvoerige beschrijving van Lopatin, dat hij wordt voorgesteld zoals een echte dikzak. Hij wordt overdreven voorgesteld. Je kan hem visueel in je hoofd voorstellen en dat is ook de bedoeling van de schrijver. Ook verder in het verhaal komt Lopatin nog terug, met de zelfde typerende kenmerken.

“Voor Lopatin was er chocoladetaart.” (Grunberg, 1997, p. 115)

5.2.3. Thema en motieven

Er zijn twee verschillende thema’s terug te vinden in mijn verhaal. Ik onderscheid een hoofdthema en een neventhema. Telkens zal ik ze bespreken met de motieven die dit bepaald thema ondersteunen.

A. Hoofdthema

Het boek gaat over beroemd worden, het verlangen naar succes. Ze willen iemand anders zijn, een persoon die het heeft gemaakt in de maatschappij. Ze willen hier volledig voor gaan en krijgen ook enkele kleine rolletjes, maar uiteindelijk draait alles uit op een mislukking. Ook de film die Broccoli voor Elvira heeft geproduceerd trekt geen bezoekers. Maar toch geven ze de hoop niet op. Daarom verzinnen ze op een avond Operatie-Brando. Ze willen zoveel mogelijk op Marlon Brando lijken omdat hij succes heeft.

“We hebben ons voorgenomen om op Marlon Brando te gaan lijken,’ vertelde ik. ‘Dan drinken we op Marlon Brando,’ zei Elvira. We tilden allemaal ons glas op. ‘Op Marlon Brando,’ zeiden we.” (Grunberg, 1997, p. 186)

Enkel Edwald heeft door dat ze dit ultiem verlangen nooit zullen realiseren. Hij legt zich hier bij neer en wordt makelaar. Hij is veranderd van een werkloze naar een geldwolf. Dit geeft gevolgen voor de vriendschap met Broccoli en Elvira, die langzaam verdwijnt. Broccoli en Elvira blijven er bij dat ze succes zullen hebben als ze naar Amerika zijn. Jammer genoeg weten we als lezer niet of ze dit ooit hebben gevonden of dat het maar bij een droom, een verlangen bleef.

Een eerste motief bij dit thema is het rode opschrijfboekje van Elvira. Hier noteert ze alles in wat ze denkt dat belangrijk is. Ze wil dit later uitbrengen om zo ook een vorm van beroemdheid te creëren. Ze denkt dat het ook een succes kan worden.

“Ze had een roodgeblokt opschrijfboekje bij zich en een potlood dat ze af en toe door een van haar krullen stak.” (Grunberg, 1997, p. 51)

Een tweede motief is het bestek van mevrouw Eckenstein. Ze wil voordat ze vluchten naar Mexico, zeker en vast haar bestek mee hebben. Zonder bestek gaat ze niet weg. Ook wil ze een hotel beginnen in Mexico. Voor een hotel te beginnen heb je bestek nodig. Net zoals je figuranten nodig hebt voor een film te maken.

“’Waarom Mexico?’ vroeg Broccoli ten slotte. ‘Ze wil daar een hotel beginnen.” Ik keek weer naar de koffer met het bestek.” (Grunberg, 1997, p. 184)

Broccoli denkt dat hij alles kan kopen met geld, ook het geluk en het succes. Hij heeft altijd wel zijn creditcard op zak. Als hij ontdekt dat ze plotseling leeg is, heeft hij nog altijd de rekening in Zürich. Hij denkt ook dat hoe meer geld hij investeert in de film voor Elvira, hoe meer succes de film zal hebben. Uiteindelijk kwamen er maar drie mensen kijken, maar toch blijft hij erbij dat het een groot succes was.

B. Neventhema

Een tweede thema dat ik terug vond in het boek was experimenteren op seksueel vlak. Dit kan ook zijn door de leeftijd van Edwald en Broccoli. Maar in het begin heeft Edwald enkel nog maar ‘seks met zichzelf’ en denkt hij erover na hoe het zou zijn om bijvoorbeeld iemand op de navel te kussen. Het sluit ook aan bij het hoofdthema, aangezien dat Edwald toch een beetje verlangt naar seksueel contact. Ook vraagt hij zich af waarom Elvira maar één keer geslachtsgemeenschap wou en niet meerdere keren. Dat getuigd ook van het verlangen er naar. En het verlangen naar succes op seksueel gebied.

“Daarna heeft Elvira ons afgetrokken. Eerst Broccoli en toen mij. We hadden wel met haar naar bed gewild, maar ze zei dat dat niet kon. Dat het haar ontzettend speet, maar dat het echt niet kon vandaag. […] Ik keek naar Broccoli en naar haar hand. Ik vond het adembenemend. Niet omdat zij zo mooi was, of omdat de liefde zo mooi is. […] Toen ging ze op mij zitten. Op mijn buik, met haar rug naar mijn gezicht. Ik streelde haar rug, en later draaide ze zich om, en kuste ik haar navel. Ik had nog nooit de navel van een vrouw gekust, ook niet van een man trouwens.” (Grunberg, 1997, pp. 181-182)

Dit fragment toont aan dat dit voor Edwald nog heel nieuw is. Hij kijkt met bewondering en leert hoe het allemaal gaat. Zo probeert hij zelf dingen uit dat hij nog nooit eerder heeft gedaan, zoals iemand op de navel kussen. Het ondersteunend motief bij dit thema is kussen geven. Het staat voor een soort verbondenheid met de ander. Er worden alle soorten kussen gegeven, zowel handkussen, kussen op de wang als kussen op de mond. Met volgend fragment toon ik het verband tussen het thema en dit motief aan.

“Broccoli knoopte haar blouse los en kuste haar borstjes, die ik voor de eerste keer zag. Misschien had ik weg moeten gaan, want naast zoiets blijf je niet liggen. […] Ook ik kuste haar borstjes en ik kuste haar tepels. Als in een reflex. Ik dacht er niet over na.” (Grunberg, 1997, p. 98)                      

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.