Kansen in de maatschappij

Mijn positie in de maatschappij is op het moment nog niet zo hoog. Ik zit op de opleiding VMBO. Ik heb hiervoor HAVO gedaan, maar ik had er geen zin meer in. Als ik mijn HAVO had afgemaakt, dan zou ik waarschijnlijk een iets hogere positie hebben. Als je naar mijn gezin kijkt, staan we eigenlijk best wel weer hoog in de maatschappij. Mijn vader is zelfstandig ondernemer, en heeft een communicatie bedrijf. Voor dit werk heeft hij best wel een hoge opleiding moeten doen. Het zat niet echt in zijn aanleg. Mijn opa is dan ook wel zelfstandig ondernemer van een aannemers bedrijf, maar mijn vader heeft het bedrijf niet van hem overgenomen. Hij heeft het dus te danken aan zijn eigen inzet. Omdat mijn vader een eigen bedrijf heeft, staan wij als gezin best hoog op de maatschappelijke ladder. Ik heb met mijn werk ook niet echt een hoge positie in de maatschappij. Ik werk 8 uurtjes in de week bij Albert Heyn. Dat is natuurlijk niet echt dat je zegt een goede baan, maar het is ook maar een bijbaantje. Ik vind mijn school dit jaar even veel belangrijker dan mijn werk omdat het mijn examen jaar is. Ik moet dit jaar halen om hoger in de maatschappij te kunnen staan. Ik kan dan mijn vervolg opleiding gaan doen, en dat is toch weer een stapje hoger. Toch heb ik dan nog geen gelijke kansen aan iemand die bijvoorbeeld zijn VWO diploma haalt. Ik vind dus dat er geen gelijke kansen zijn. Maar dat is ook heel logisch. Wie meer leert en zijn best doet, kan hoger op de maatschappelijke ladder komen, en verdient meer, of heeft een hogere status. Ik denk dat ik ooit nog best wel hoog op de maatschappelijke ladder ga komen. Ik ken mezelf een beetje en ik denk dat als ik eenmaal mijn MBO diploma heb, dat ik dan nog verder ga studeren aan het HBO. Dat zijn mijn persoonlijke eigenschappen. Ik ben heel nieuwsgierig, dus ook wel een beetje leergierig. Ook wil ik altijd beter zijn dan iemand anders. Ik vind dit geen slechte eigenschap, maar juist een goede. Dat motiveert mij om juist nog meer mijn best te doen. Ook hoop ik meerdere diploma’s te halen zodat ik meerdere kansen heb om te werken, en zo misschien steeds iets hoger op de maatschappelijke ladder te komen. Ik kon er ook voor kiezen om hierna nog een keer naar de HAVO te gaan, maar als ik nu naar het MBO ga, heb ik meer tijd om te leren, en zo hoger op de maatschappelijke ladder te komen. Dit was mijn uitleg over mijn positie op de maatschappelijke ladder van nu. Over een jaartje of 3 denk ik dat het wel anders is. Als ik mijn VMBO diploma heb, ga ik naar de secretaresse school. Dit is een bekende particuliere school. Als je als secretaresse zijnde gaat solliciteren en je hebt de naam van die school op je CV staan, dan zit je gelijk goed. Er zitten daar eigenlijk alleen kinderen van rijke en welvarende ouders, maar mijn ouders vinden dat ik net zo een grote kans moet hebben als deze kinderen. Daarom zijn zij bereid om mij naar die school te sturen. Mijn ouders willen graag dat ik belangrijk voor de Nederlandse maatschappij ben. Als ik eenmaal secretaresse ben, heb ik ook een aardig grote kans in de maatschappij. Tenminste, dat ligt eraan bij wat voor bedrijf ik terecht kom. Het kan zijn dat ik de secretaresse van de directeur van Nationale Nederlanden word maar ook dat ik secretaresse word van een klein bedrijf. In het eerste geval zou ik hoger te komen staan als in het tweede geval. Dit komt omdat de directeur verantwoordelijk is voor het bedrijf en ik ben verantwoordelijk voor bijvoorbeeld zijn post. Dat zijn dan ook groepsbelangen. Als ik klanten van mijn directeur goed behandel, zijn zij ook tevreden. Ik moet mezelf dan aan hun normen en waarden aanpassen. Zij vinden het belangrijk dat hun bericht bijvoorbeeld dezelfde dag nog bij de directeur aankomt. Ik moet er dan voor zorgen dat ik deze norm gaat uitvoer. Ik zou mijn maarschappelijke positie dan mede te danken hebben aan mijn vader en moeder door mij naar die school te sturen. Maar aan de andere kant moet ik er zelf hard voor gaan werken. Met mijn hobby sta ik op zich ook wel hoog in de maatschappij. Ik voetbal op een voetbal club die heel hoog speelt. Ik heb hierdoor een hogere positie in de maatschappij dan bijvoorbeeld iemand die bij een amateur club speelt. Als ik zou willen kan ik door groeien naar het Nederlandse elftal voor vrouwen. Dit is natuurlijk geen eerlijke kans. Niet iedereen kan echt heel goed voetballen. Ik zeg niet dat ik zo goed ben. Maar het is gewoon de waarheid. Niet iedereen kan ooit in het Nederlandse vrouwen elftal komen. Ik vind dat eigenlijk geen sociale ongelijkheid. Mensen die niet kunnen voetballen bijvoorbeeld, hebben weer een groot stel hersens, en die kunnen heel goed leren. Iedereen heeft zo zijn specialiteit.