De ideologische verschillen tussen fascisme en communisme
Er is een groot verschil tussen het fascisme en het communisme, fascisme is extreem rechts en communisme extreem links.
Het communisme is een klassenloze samenleving met een economisch systeem gebaseerd op gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen. Fascisme was een zeer autoritair politiek systeem met ultranationalistische beginselen. Er wordt ‘verleden tijd’ gebruikt bij fascisme omdat deze niet meer bestaat, communisme wel.
Hier volgen de punten a t/m e met de verschillen tussen de twee systemen:
a. Bezit van productiemiddelen
Bij het communisme zouden de productiemiddelen in handen komen van de hele gemeenschap, geen klassen meer, Marx noemde dit het socialisme.
Het fascisme had kapitalistische bedrijfsvormen onder staatstoezicht. Industrieën mochten winst blijven maken maar moesten zich bij de leiding neerleggen.
b. De leiding van de staat
Volgens de ideologie van het communisme zou er eigenlijk helemaal geen leider moeten zijn, iedereen is gelijk, iedereen werkt samen, iedereen kan dan ook krijgen wat hij nodig heeft, iedereen werkt hard voor iedereen, voor de hele samenleving, daarom worden geen daden meer gepleegd en is politie niet meer nodig, daarom, als het communisme wereldwijd wordt, zijn er geen oorlogen meer.
Fascisme ging uit van collectivisme, de groep ging altijd boven het belang van het individu. Lagere klassen moesten kritiekloos gehoorzamen aan hun superieuren. Het fascisme kende een grote leider, andere partijen waren verboden.
c. Nationalisme
Het communisme kent geen nationalisme maar kent eerder het internationalisme, het moet zelfs wereldwijd worden, alle nationale symbolen zijn verboden. Uitingen van nationalisme worden bestreden, elk volk heeft recht op zijn eigen culturele identiteit.
Het fascisme was heel erg nationalistisch, erg gericht op eigen volk, cultuur, traditie en geschiedenis. De natie, de groep stond ook boven het individu dus als de natie vooruitging zou het individu ook vooruitgaan. In veel gevallen was er ook sprake van racisme en discriminatie.
d. Etnische groepen
In het communisme mogen de volken hun eigen culturele tradities houden, iedereen heeft er een eigen, onderwijs wordt ook gegeven in de taal van het volk.
Bij het fascisme werd het belang van de eigen groep voorop gesteld. De eigen groep kon bijvoorbeeld de eigen volk zijn, maar die is dan verspreidt over meerdere staten. Het fascisme is tegen alles wat als vreemd aan het eigen volk wordt beschouwd
e. De positie van de vrouw
De vrouw krijgt in het communisme gelijke rechten, echtscheiding wordt erg makkelijk gemaakt, abortus wordt toegestaan (op verzoek van de vrouw), er zijn kindertehuizen van de staat waar de ouders hun kinderen kunnen afstaan.
Vrouwen waren wel belangrijk in het fascisme, ze moesten kinderen maken, en hoe meer kinderen hoe beter, hoe meer soldaten er later zouden zijn voor het volk. Maar ze werden tegelijkertijd gediscrimineerd, ze mochten niet werken, werkloosheid ontstond o. a. door (werkende) vrouwen.
Het communisme in de praktijk is heel anders verlopen, dit is inderdaad alleen ideologisch, hoe Karl Marx het zich had voorgesteld, als gelijke, probleemloze samenleving.
Het fascisme ontstond in Italië onder de leiderschap van Mussolini en werd verder toegepast in Duitsland door Hitler, het werd dan nationaal-socialisme genoemd.
Het is duidelijk dat ze beide met andere gedachten zijn ontstaan.
Er is een groot verschil tussen het fascisme en het communisme, fascisme is extreem rechts en communisme extreem links.
Het communisme is een klassenloze samenleving met een economisch systeem gebaseerd op gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen. Fascisme was een zeer autoritair politiek systeem met ultranationalistische beginselen. Er wordt ‘verleden tijd’ gebruikt bij fascisme omdat deze niet meer bestaat, communisme wel.
Hier volgen de punten a t/m e met de verschillen tussen de twee systemen:
Bij het communisme zouden de productiemiddelen in handen komen van de hele gemeenschap, geen klassen meer, Marx noemde dit het socialisme.
Het fascisme had kapitalistische bedrijfsvormen onder staatstoezicht. Industrieën mochten winst blijven maken maar moesten zich bij de leiding neerleggen.
b. De leiding van de staat
Volgens de ideologie van het communisme zou er eigenlijk helemaal geen leider moeten zijn, iedereen is gelijk, iedereen werkt samen, iedereen kan dan ook krijgen wat hij nodig heeft, iedereen werkt hard voor iedereen, voor de hele samenleving, daarom worden geen daden meer gepleegd en is politie niet meer nodig, daarom, als het communisme wereldwijd wordt, zijn er geen oorlogen meer.
Fascisme ging uit van collectivisme, de groep ging altijd boven het belang van het individu. Lagere klassen moesten kritiekloos gehoorzamen aan hun superieuren. Het fascisme kende een grote leider, andere partijen waren verboden.
c. Nationalisme
Het communisme kent geen nationalisme maar kent eerder het internationalisme, het moet zelfs wereldwijd worden, alle nationale symbolen zijn verboden. Uitingen van nationalisme worden bestreden, elk volk heeft recht op zijn eigen culturele identiteit.
Het fascisme was heel erg nationalistisch, erg gericht op eigen volk, cultuur, traditie en geschiedenis. De natie, de groep stond ook boven het individu dus als de natie vooruitging zou het individu ook vooruitgaan. In veel gevallen was er ook sprake van racisme en discriminatie.
d. Etnische groepen
In het communisme mogen de volken hun eigen culturele tradities houden, iedereen heeft er een eigen, onderwijs wordt ook gegeven in de taal van het volk.
e. De positie van de vrouw
De vrouw krijgt in het communisme gelijke rechten, echtscheiding wordt erg makkelijk gemaakt, abortus wordt toegestaan (op verzoek van de vrouw), er zijn kindertehuizen van de staat waar de ouders hun kinderen kunnen afstaan.
Vrouwen waren wel belangrijk in het fascisme, ze moesten kinderen maken, en hoe meer kinderen hoe beter, hoe meer soldaten er later zouden zijn voor het volk. Maar ze werden tegelijkertijd gediscrimineerd, ze mochten niet werken, werkloosheid ontstond o. a. door (werkende) vrouwen.
Het communisme in de praktijk is heel anders verlopen, dit is inderdaad alleen ideologisch, hoe Karl Marx het zich had voorgesteld, als gelijke, probleemloze samenleving.
Het fascisme ontstond in Italië onder de leiderschap van Mussolini en werd verder toegepast in Duitsland door Hitler, het werd dan nationaal-socialisme genoemd.
Het is duidelijk dat ze beide met andere gedachten zijn ontstaan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden