Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Calvijn

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • Klas onbekend | 2305 woorden
  • 7 april 2004
  • 65 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
65 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Calvijns Jeugd en Bekering

In de buurt van de havenstad Amiens, ten noorden van Parijs, ligt het plaatsje Noyon. Daar werd in 1509, op de 10e Juli, Johannes Calvijn geboren.
Zijn vader, Gerard Calvijn, was een schipperszoon. Zijn voorouders waren rivierschippers geweest. Zijn moeder, Jeanne Franc, was de dochter van een hotelier. Zij was een vrome, ernstige vrouw, die grote invloed uitoefende op haar kinderen.
Zijn vader had een helder verstand en doordat hij verschillende kerkelijke en wereldlijke betrekkingen bekleedde, waren zijn ouders niet arm.

In het dorpje Noyon was het bijgelovigheid zeer groot. Verschillende zeldzame religiën kon men daar zien. Ik zal er enkele van opnoemen. Daar werd bijvoorbeeld zorgvuldig een stukje van de doornenkroon bewaard die Jezus gedragen had toen hij voor Pontius Pilatus stond. In Noyon hadden ze het grote voorrecht enige haren van Johannes de Doper in hun bezit te hebben. Ook beschikten ze over echt manna en het wonderlijke brood, waarmee God het volk Isräel veertig jaren in de dorre woestijn gevoed en onderhouden had. Ja, ze waren in Noyon toch wel buitengewoon bevoorrecht, want ze hadden zelfs nog brood dat overgeschoten was toen Jezus de menigte van vijfduizend mannen eten gaf. Bij hun prachtige verzameling bevond zich bovendien ook nog een tand van de Heere Jezus. Ze waren er trots op dat hun geboorteplaats zulke schatten bewaarde. Ik hoef natuurlijk niet te zeggen dat dit alles op leugen en bedrog berustte. Ook hier werd vervuld het Schriftwoord: “Ik zal ze een geest der dwaling geven, dat ze de leugen zullen geloven”. Aan de andere kant was het voorbeeld dat de geestelijken gaven diep en diep treurig. Er ontstonden vechtpartijen tussen monniken en priesters zomaar in het openbaar op straat. Deze vechtpartijen kwamen herhaaldelijk voor tot groot vermaak of grote ergernis van de omstanders.
In dat dorp groeide Calvijn op. Doordat zijn vader aardig wat geld had, mocht Calvijn meestuderen bij het huisonderwijs dat aan de kinderen van een edelman werd gegeven. Dagelijks kwam hij bij die adellijke familie aan huis. Met die jongelui groeide hij op. Zij waren zijn speelkameraden. Hierdoor kreeg Calvijn echter een uitstekende opvoeding, waar hij zijn gehele leven de gunstige vruchten van geplukt heeft. Hij raakte thuis in hogere stand en dat is hem ook op latere leeftijd bijgebleven.hij kon zich in de hoogste standen later makkelijk bewegen, want hij wist hoe het hoorde.
Johannes Calvijn had van de Heere een goed verstand en een uitstekend geheugen gekregen. Daarbij kwam dat hij niet lui maar zeer ijverig was. Hoeveel zijn er die de gaven hun door God geschonken niet gebruiken. Dat is dwaas en zondig. Daarvoor heeft de Heere die niet gegeven. Bij Calvijn was dat niet zo. Hij woekerde met al zijn gaven en talenten.
Zijn vader die dit heel goed begreep legde voor zijn zoon een schitterende toekomst weg. Hij liet zijn zoon voor priester studeren. Dan zouden de rijkste kerkelijke betrekkingen voor hem openstaan. Op twaalfjarige leeftijd werd hij tot kapelaan benoemd, dat was een goede betaalde kerkelijke betrekking. Maar die twaalfjarige jongen kon toch het werk van een kapelaan nog niet verrichten, zul je denken? Nee, maar dat werd ook niet van hem geëist. Dat hoefde hij ook niet te doen. Het werk werd gedaan door een arme priester, maar de rijke inkomsten waren voor Calvijn. Dat gebeurde in die dagen wel vaker. Het is wel eens gebeurd dat een kleuter van vier tot bisschop werd benoemd en het is ook wel eens een keer gebeurd dat een jongen van acht jaar de hoge waardigheid van kardinaal bekleedde. Een betrekking die schatten opbracht.
In 1523 woedde in Noyon de pest die velen dood maakten. Ook de zorgzame moeder, Jeanne Franc, stief in deze tijd. Het is niet bekent of zij aan de pest gestorven is. Het overlijden van Calvijns moeder was voor de jeugdige Calvijn een zware slag. Wat zal hij zijn moeder gemist hebben.
In datzelfde jaar gingen de kinderen uit de adellijke familie, met wie Calvijn meestudeerde, naar Parijs en Calvijn mocht ook mee. De veertienjarige knaap verliet Noyon en kwam voor de eerste keer in zijn leven in Parijs. Zijn oom, een slotenmaker, nam hem in zijn huis. In Parijs kreeg hij les in het Latijn, want dat zal hij later nodig hebben. Wat zien we ook hierin de voorzienigheid van God. Door al deze dingen werd Calvijn klaar gemaakt voor de grote taak die hem later wachtte. God bereidde hem voor, voor het werk waartoe God hem geroepen had.
Met grote ijver studeerde Calvijn. Het leven van veel studenten was zeer losbandig, maar Calvijn deed hier niet aan mee. Hij was van jongs af een ernstige, stille jongen,die niet aan de goddeloosheden van de andere studenten niet de minste behoefte had. Hij was goed Rooms en geloofde alles wat de Roomse kerk leerde. Hoe kon het ook anders, want hij was er in opgegroeid.
Zijn vader leefde in vriendschap met de Roomse geestelijken in Noyon en zijn moeder had hem steeds voorgehouden eerbied te hebben voor de kerk. We zien de jeugdige knaap menigmaal op gezelschappen waar de bijbel gelezen en bestudeerd werd. Dat was echter, zelfs in die dagen al, gevaarlijk. De vervolging woedde immers in Parijs, want ook daar was het licht der Hervorming doorgedrongen.
De geschriften van Luther werden in het geheim gelezen en bestudeerd. God heiligde dat aan het hart van velen. Dat duldde Rome echter niet en de brandstapels rookten. Dat hielp niet, want de Heere werkte door. Ook Calvijn en velen van hem werden hierdoor niet afgeschikt. Rustig ging men door met het onderzoeken van Gods Woord. Men werd niet roekeloos of overmoedig, daarvoor waren de gevaren te dreigend. Wanneer ze in het geheim zo’n vergadering hielden werden er wachten uitgezet die waarschuwden wanneer er gevaar dreigde. Door dit Schriftonderzoek werd het voor Calvijn steeds duidelijker dat de Roomse kerk op veel punten dwaalde en van Gods Woord afweek. Ook voor Calvijn was de Bijbel hét middel, waardoor hij steeds duidelijker laat inzien, dat de Roomse leer rechtstreeks indruiste tegen het woord van God.
Calvijn brak nog niet met de Roomse kerk en hij volgde trouw de lessen op school, maar de leerstellingen van de kerk blindelings geloven deed hij niet meer. Daarvoor had het zaad van Gods Woord te diepe wortels geschoten bij hem.

Zo studeerde hij enige jaren in de hoofdstad van Frankrijk en hij maakte grote vorderingen, zo veel dat hij al spoedig in de hoogste klassen geplaatst werd. Zijn leraren waren zeer tevreden over hem.
Dan komt er plotseling een verandering. Zijn vader kreeg heftige ruzie met de geestelijken. Toegeven wilde hij niet en daardoor veranderde de jarenlange vriendschap in felle vijandschap. En moest nu zijn zoon Johannes ook nog priester worden? Geen sprake van vond de vader van Calvijn. Hij zou al zijn invloed aanwenden om dat te verhinderen. Hij gebood zijn zoon om met die studie op te houden. Calvijn gehoorzaamde zijn vader. Hij hield met de studie voor priester op en ging in de plaats daarvan in de rechten studeren. Ook op deze manier zou hij later een uitstekenden uitgangspositie kunnen verkrijgen. Daarom verliet Calvijn Parijs en werd student op de universiteit te Orleans. Ook in deze stad wierp hij zich met alle krachten op de studie en werkte met grote ijver. Tot middernacht toe zat hij gebogen over zijn studieboeken. Begaf hij zich eindelijk ter ruste, dan overdacht hij nog geruime tijd hetgeen hij geleerd had. ’s Morgens heel vroeg stond hij al weer op en zette zich opnieuw aan de studie. Het is dan ook heel begrijpelijk dat hij geweldige vorderingen maakte, omdat hij weinig rust maakte. Zijn gezondheid leed eronder. Hij ging er slecht uitzien, bleek en mager. In Orleans heeft zijn gezondheid een knak gekregen die hij nooit meer te boven gekomen is.
Zijn leraren waren zeer over hem tevreden. Soms gebeurde het dat Calvijn, wanneer een leraar door ziekte of door andere omstandigheden niet op school kon komen, de plaats van zo’n leraar innam. Dan gaf híj les aan de studenten. Op twintigjarige leeftijd was hij doctor.
Ook in Orleans kwam hij in aanraking met mannen die heimelijk voorstanders van de Hervorming waren. Ook in Orleans onderzocht hij met anderen ijverig Gods Woord en dat onderzoek werd door de Heere aan zijn hart geheiligd.
In 1531 stierf ook zijn vader en Calvijn keerde in Parijs terug, want hij was in Orleans afgestudeerd.
In 1533 kwam de grote omkeer in het leven van Calvijn. Hij was toen vier en twintig jaar oud. In dat jaar greep God hem in zijn hart en werd krachtdadig tot God bekeerd. Luther heeft jarenlang geleefd in grote strijd en zielsangsten. Bij Luther duurde het jaren voordat hij geloofde dat Jezus voor hem gestorven was. Bij Calvijn heeft het niet zolang geduurd, maar ging het veel sneller. Ook heeft hij zichzelf als een zondaar voor leren kennen. Ook in zijn hart is plaats gemaakt voor het borgwerk van de Heere Jezus. Nu is het zo dat de mensen Jezus zomaar aanroepen, maar je moet eerst plaats voor Hem maken in je hart. Calvijn ziet dit in.
De vreselijke zielsangsten die Luther heeft moeten doorworstelen heeft Calvijn niet gehad, maar hij heeft wel innerlijk doorleeft, dat wil zeggen door eigen schuld Gods gunst en gemeenschap te moeten missen. Hij heeft innerlijk doorleeft dat het van zijn kant onmogelijk was om ooit met God verzoend te worden.
De grote vraag bij Luther in zijn leven was:”Hoe word ik met God verzoend?”
De grote vraag bij Calvijn in zijn leven was:”Hoe komt God aan zijn eer?”
Al was de weg der bekering dan ook verschillend, beide zijn op dezelfde grondslag zalig geworden. Beiden hebben leren kennen dat alleen het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Vanaf dat ogenblik koos Calvijn zeer beslist aan de zijde der verdrukte Protestanten. Hij bedankte voor de kerkelijke inkomsten, die hij jaarlijks ontving.
In Parijs woedde er een vervolging tegen de Protestanten. De martelingen die de Protestanten aandeed waren erg wreed. De Roomse beulen hadden een wipgalg uitgevonden. De slachtoffers werden opgehangen boven een vuur. Iedere keer als de kleren vlam vatten werden ze snel opgetrokken buiten het bereik van de vlammen. Daardoor duurde het lijden van de martelaren veel langer dan vroeger toen de wipgalg nog niet was uitgevonden. Zo af en toe was Calvijn getuige van het lijden van de Protestanten. Dan zou Calvijn er wel naar toe lopen. Dan zou hij dat martelende vuur wel uit elkaar willen trappen. Dan zou hij die arme mensen wel willen bevrijden. Dan stormde het in zijn ziel. Maar hij bedwong zichzelf. Dan drukte hij zijn nagels diep in zijn vlees om zich te kunnen beheersen. Hij troostte zichzelf met de gedachte dat de kroon der overwinning voor de slachtoffers weggelegd was.

Weduwen en wezen vertroostte Calvijn in hun rouw en droefheid. Hij drong zelfs door in de gevangenissen om zijn geloofsgenoten te bemoedigen en hun bij te staan in hun smart en ellende. Calvijn moest op deze manier de aanzicht trekken. Zijn naam werd met dankbaarheid genoemd in de Protestantse gezinnen. Calvijns naam werd ook genoemd in de donkere cellen van de gevangenissen. De naam van Calvijn werd echter ook genoemd bij de vergaderingen van de Roomse ketterjagers. Zijn vijanden loerden op zijn leven. Die ketter moest gedood worden.
In datzelfde jaar 1533 kreeg de universiteit te Parijs een nieuwe directeur. Deze man heette Nicolaas Cop. Hij was een grote vriend van Calvijn. Samen hebben ze de openingsrede opgesteld.
Toen die dag aanbrak was de kerk tot in alle hoeken gevuld met heel veel mensen. De professoren van de universiteit waren natuurlijk aanwezig. Ook waren er verschillende leden van het koninklijk hof. Als Nicolaas Cop de preekstoel beklimt spitsen alle mensen hun oren. Onder diepe stilte wordt er geluisterd.
De gehele rede was Protestants. De Franciscanen waren woedend. Zij scholden Nicolaas Cop uit voor “ketter”en dienden een aanklacht tegen hem in. Al snel kreeg hij hierover een bevelschrift om zich voor de rede te verantwoorden voor het Franse Parlement (de Franse regering). Door vrienden werd hij echter gewaarschuwd dat bevel niet op te volgen en niet voor het parlement te verschijnen, want zijn doodvonnis stond van te voren vast. Hij vluchtte weg en die vlucht redde hem van de brandstapel.
Veel Roomse mensen vonden dat Calvijn medeschuldig was aan die rede. Daarom werd Calvijn gevangen genomen. Terwijl hij rustig les gaf aan een groepje jonge studenten, viel plotselingluid en dreigend de klopper waarin hij zich bevond. Zijn vrienden trachtten hem nog te redden. Het kamertje waar Calvijn op dat moment les gaf lag op de tweede verdieping. Snel scheurden zijn jeugdige vrienden een paar beddenlakens in repen, knopten die ijlings aan elkaar, bonden de uiteinden stevig aan elkaar vast aan een mand en lieten daarin hun leermeester Calvijn zakken. Calvijn bereikte veilig de begane grond en door de achtertuinen en langs stille straatjes vluchtte hij naar een vriend waar hij die nacht logeerde. Hij was net op tijd ontsnapt, want even later stormden de soldaten het kamertje binnen, waar hij een poosje geleden nog les gegeven had. Boos tuurden Calvijns achtervolgers door het geopende venster naar buiten. Vloekend en scheldend haastten de soldaten weer naar beneden. De aanvoerder van deze groep baalde, omdat zijn kostbare buit als het ware tussen zijn vingers was doorgeglipt. Toch gaf hij de moed nog niet op. Ogenblikkelijk werden er schildwachten bij alle poorten van Parijs geplaatst die nauwkeurig toekeken op iedereen die de stad verlaten wilde. Op die manier trachtten zij toch Calvijn nog gevangen, want deze moest nog in de stad zijn, maar God waakte over Calvijn. Calvijn vermomde zich en zo ontvluchtte Calvijn de gevaarlijke stad Parijs. Wat zal zijn hart onrustig geklopt hebben toen hij door de donkere poortopening naar buiten stapte waar de vrijheid was.

REACTIES

J.

J.

alles overgenomen uit de kerkgeschiedenis van Joh. vreugdenhil?!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.