Gewrichten
Je armen en benen kunnen bewegen door gewrichten en spieren. De botten die bij dat gewricht horen, kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Niet alle verbindingen kunnen bewegen. Soms zijn ze vergroeid, bijvoorbeeld het heiligbeen. (hiernaast) Het bestaat eigenlijk uit 5 aan elkaar gegroeide wervels.
De schedel bestaat uit een aantal platte botten. Aan de rand zitten kartels, dat heet een naadverbinding. Je ribben hebben een ander soort verbinding; kraakbeenverbindingen of kraakbeen schijven.
Om de gewrichtsknobbel en in de kom zit een laagje kraakbeen. Het zorgt ervoor dat het bot niet slijt en goed kan draaien.
Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht.
Het is een taai vlies dat helemaal om het gewricht heen zit. Daarin wordt gewrichtssmeer gemaakt. Gewrichten die “zwaar werk”moeten doen worden extra verstevigd met gewrichtsbanden.
Je hebt in je lichaam meerdere soorten gewrichten. In je arm zitten er 3. In je schouder zit het kogelgewricht.
Het kogelgewricht kan het meeste bewegen.
De kogel draait in de kom van je schouderblad. Daardoor kan je arm alle kanten op bewegen. Een scharniergewricht zit bijv. in je elleboog. De ellepijp kan alleen heen en weer bewegen net zoals een deur die open en dicht gaat. Het is de verbinding tussen ellepijp en opperarmbeen. Je kunt je onderarm bewegen met een rolgewricht.
Het rolgewricht is een verbinding tussen spaakbeen en ellepijp. Het spaakbeen rolt om de ellepijp.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
echt een vette site ik haal hier echt bijna alles vanaf voor mijn huiswerk en voor het oefenen voor het examen
14 jaar geleden
Antwoorden