Charles Darwin

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • 5e klas vwo | 760 woorden
  • 4 november 2003
  • 81 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
81 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Charles Robert Darwin was een Britse bioloog. Hij werd geboren op 12 februari 1809, in Engeland. Op zestienjarige leeftijd werd hij door zijn vader naar de Uni-versiteit van Edinburgh gestuurd, in de hoop een medische loopbaan te beginnen. Hij studeerde daar twee jaar en kreeg een groeiende belangstelling voor mestke-vers en enkele andere onderwerpen uit de natuurwetenschappen. Uiteindelijk vertelde Charles zijn vader dat hij geen arts wilde worden, waarover hij later schreef:
"Hij was woedend omdat ik in een ijdele sportieveling veranderd was; volgens hem had ik mezelf daartoe bestemd."


Nadat hij gestopt was met zijn studie, besloot hij om geestelijke te worden. In 1828 ging hij aan de Universiteit van Cambridge studeren. Tijdens zijn studie theologie las hij ‘De bewijzen van het christendom’. Dit beroemde boek beschrijft hoe alle organismen, zelfs zeer complexe, zonder twijfel door een buitengewoon intelligente God geschapen zijn. Deze God zou elk van hen hebben ontworpen om een bepaalde rol in de natuur te vervullen. Darwin was bijzonder onder de in-druk van de gebruikte indeling en logische gedachtegang. Hij bestudeerde het boek zo nauwkeurig dat hij het zou uit zijn hoofd had kunnen schrijven. In 1831 studeerde hij af.

Charles Darwin begon interesse te ontwikkelen voor fossielen, dieren en plan-ten. Nadat hij een dagboek van een ontdekkingreiziger had gelezen, wilde hij zelf ook graag op expeditie.Hij reisde de halve wereld rond en zag in de natuur van alles dat hem opviel, bijvoorbeeld dat organismen vaak veel en veel meer nakomelingen produceren dan er in leven blijven. En ook dat er allerlei planten en dieren bestaan die wel erg op elkaar lijken, terwijl ze toch, vaak op hele be-langrijke onderdelen, ook verschillen. Andere hadden juist eigenschappen die helemaal nergens goed voor leken. Uit zijn waarnemingen leidde Darwin af dat in de natuur bepaalde mechanismen aan het werk waren die ervoor zorgden dat soorten veranderen, dat ze soms uitsterven, maar dat er ook steeds nieuwe ont-staan.
Darwins theorie ging uit van twee principes: ‘erfelijke variatie' en ‘natuurlijke selectie'. Hij zag dat de mens bij het kweken van planten en het fokken van dieren de exemplaren kiest met eigenschappen die daar het meest van pas ko-men. Zo bedacht hij dat de natuur dat ook doet, met het doel soorten te ontwik-kelen die steeds beter zijn in staat zijn om te overleven in specifieke omstan-digheden. In de struggle for life waren het volgens Darwin altijd de sterkste die de meeste kans maakten te overleven (survival of the fittest), wat weer een ver-sterking van de soort tot gevolg had. Zijn ideeën waren dat:
a) dieren altijd meer nakomelingen krijgen dan er daadwerkelijk overleven, om te zorgen dat de soort overleeft
b) nakomelingen soms veranderingen laten zien tegenover hun ouders, doordat er mutaties (toevallige veranderingen) hebben plaatsgevonden in de genen
c) deze veranderingen erfelijk zijn;
d) deze veranderingen invloed hebben op het leven van zo’n nakomeling. Meestal zijn mutaties in het nadeel, maar het kan ook voorkomen dat het in het voordeel werkt voor de nakomeling. Dan zal deze ook weer nako-melingen krijgen met dezelfde eigenschappen, maar de nakomelingen die dit gen niet hebben zullen dan uitsterven.(survival of the fittest - natuurlijke selectie).
e) als dit proces zich heel vaak en heel lang herhaalt, de verschillen tussen de gemuteerde individuen en niet-gemuteerde individuen zo groot worden dat ze
1. niet meer met elkaar kunnen paren of geen (vruchtbaar) nage-slacht kunnen krijgen
2. elkaar niet meer als partners zien of
3. zich in heel verschillende leefomgevingen hebben gevestigd, waar-door ze elkaar niet meer tegenkomen.
f) het ook zo kan zijn dat de individuen elkaar uitkiezen op uiterlijk. Als het fenotype van het ene deel van die soort is veranderd, zullen ze elkaar niet meer verkiezen tot partners. Dit heet seksuele selectie. Een voorbeeld hiervan is het verkiezen van een partner op basis van kleur.

In 1859 publiceerde Darwin de resultaten van zijn wereldreis en onderzoeken in het boek 'Over het ontstaan der soorten', een werk waar enorm veel over te doen is geweest. Het boek kreeg veel kritiek vanuit allerlei hoeken. Veel wetenschap-pers hadden bezwaar tegen zijn methode om voorspellingen te gebruiken in de wetenschap, maar de meeste kritiek kwam van religieuze kant: als de evolutie echt heeft plaatsgevonden, dan is het scheppingsverhaal uit de Bijbel niet waar, of in elk geval niet letterlijk waar. In deze tijd was dit natuurlijk erg schokke-rend, omdat een groot deel van de bevolking toch wel heilig geloofde in de Bijbel. Toch heeft Charles Darwin tot op de dag van vandaag nog veel aanhangers.


Bronnen: http://home.hetnet.nl/~y-isik/evolutie/index.htm
www.wikipeda.nl
www.scholieren.nrc.nl

REACTIES

L.

L.

hey joyce, drank je wel voor je werkstuk dieje hierop scholieren.com heb gezet!!! ik heb er heel veel aan gehad!
groeten, lennart pluim
Elspeet

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.