Inhoud:
Voorwoord
Verantwoording van de keuze
Oriëntatie
§ Tijdsbeeld van het klassieke werk
§ Tijdsbeeld van het moderne werk
§ Biografie van de moderne schrijver
§ Biografie van de klassieke schrijver
Onderzoek
§ Formulering van de deelvragen en de hoofdvraag
Verslag
§ Uitwerking van de deelvragen
Conclusie
§ Beantwoording van de hoofdvraag
Slotwoord
Bronvermelding
Voorwoord
Verantwoording van onze keuze
Wij hebben voor “zwarte humor” gekozen, omdat dit onderwerp ons het meest aansprak. De betekenis die wij in het “Van Dale” woordenboek aantroffen voor zwarte humor: zwarte humor ? met een macabere of sinistere ondertoon
De klassieke schrijver waar wij iets over willen vertellen is François Haverschmidt, beter bekend als Piet Paaltjens. De moderne auteur die we met Haverschmidt zullen vergelijken is Ronald Giphart.
We hebben van beide schrijvers een boek gelezen. Van Haverschmidt was dit “Snikken en Grimlachjes” en van Giphart “Gala”.
Tijdsbeeld van het klassieke werk
François Haverschmidt bracht in 1849 zijn eerste dichtbundel uit. Als je naar het tijdsoverzicht kijkt, valt hij met de rest van zijn werk eigenlijk net buiten de Romantiek. Dit was namelijk van ±1800 - ± 1850. De periode die hierop volgde was het Realisme. Toch wordt Haverschmidt meestal als een schrijver uit de Romantiek gezien. Daarom hebben wij een tijdsbeeld geschreven dat gericht is op de Romantiek.
Samenleving
Door de industriële revolutie, die in deze periode plaatsvond, ontstonden er grote verschillen in de samenleving: kinderen moesten vaak in mijnen het werk van volwassenen doen, om geld te verdienen.
De rijke top van de bevolking trok zich niet veel aan van de grote armoede onder de arbeiders. De liberalen wilden voor iedereen gelijke kansen, maar in praktijk kwam daar niet veel van terecht. Aan het eind van de 19e waren het de socialisten die opkwamen voor de armen. Pas daarna werd de situatie voor de arbeiders daadwerkelijk verbeterd.
Door de uitvinding van de stoommachine werden veel ambachtslieden overbodig. Men kon sneller en goedkoper producten produceren.
Uit de koloniën van Europese landen in Azië en Afrika werden veel slaven gehaald. Deze slaven waren de goedkoopste arbeidskrachten die je kon krijgen. Ook werden uit deze koloniën nog veel specerijen en dergelijke gehaald.
Belangrijke thema’s van de literaire werken uit de Romantiek:
- de ongerepte natuur
- het verleden (soms alleen van het eigen land/cultuur)
- het exotische van verre vreemde landen
- het geloof (de persoonlijke beleving)
- de liefde (vooral hartstocht)
- het mysterieuze (dromen, dood, enz.)
- het griezelige en gruwelijke
Sommige schrijvers vluchtten ook in humor: ze konden lachen om die onbevredigende wereld. Maar veel grappen hadden een melancholieke, droevige ondertoon.
Hevig geromantiseerd werd er in Nederland niet. Nederlanders hebben de naam een nuchter volk te zijn. Er verschenen wel, veel gelezen, historische romans.
Tijdsbeeld van het moderne werk
Meestal is het pas na verloop van tijd mogelijk om de een periode te karakteriseren. Men kan pas achteraf vaststellen of er inderdaad over één duidelijk thema geschreven werd. Maar een aantal dingen zijn wel duidelijk anders dan de voorgaand jaren.
De schrijvers van de laatste jaren geven een ontluisterend beeld van het alledaagse leven in de grote stad. Opgegroeid in de moderne welvaartsstaat, wijzen de personages in deze boeken de idealen van hun 'softe' ouders af en leven zij zich uit in een roes van seks en drugs. Het snelle tempo van hun leven vertaalt zich in vaak ultrakorte zinnen. De schrijvers nemen geen blad meer voor de mond. Ze schrijven gewoon wat ze willen en doen dat ook schaamteloos. Er wordt tegenwoordig ook niet meer gek opgekeken als er ruige seksscènes in het boek voorkomen of dat de schrijver zichzelf in zijn boek helemaal blootgeeft.
Vroeger zouden schrijvers hierom heel erg vreemd worden aangekeken en zouden zijn boeken waarschijnlijk ook niet goed verkocht worden.
Dit zegt natuurlijk ook wel wat over in wat voor maatschappij wij nu leven. Alles wordt al heel gauw gewoon gevonden en het kan niet extreem genoeg zijn. We hechten niet zoveel waarde meer aan de oude normen en waarden en zijn niet meer zo bang voor wat andere mensen van jou denken.
Sommige critici spreken bij deze jaren 90 schrijvers van een no future-generatie, anderen over de generatie-Nix, weer anderen over snackbar-realisme. Deze termen zeggen genoeg over wat de critici van deze schrijvers vinden.
Biografie van de klassieke schrijver
François Haverschmidt werd in 1835 in Leeuwarden geboren. Zijn vader was apotheker en wijnkoper. Zijn opa was predikant en Haverschmidt wilde van jongs af aan zijn opa opvolgen. Na het gymnasium ging hij in 1852 theologie studeren in leiden. In zijn studententijd begon hij met het schrijven van gedichten. Door een vriend werd Haverschmidt aangemoedigd om zijn gedichten te laten plaatsen in de Leidse Studentenalmanak. Hij gebruikte niet zijn eigen naam, maar het pseudoniem Piet Paaltjens.
De drukker en uitgever H.A.M Roelants haalde Haverschmidt over om de gedichten die hij in zijn studententijd geschreven had uit te geven. Tegenwoordig is deze bundel bekend als “Snikken en grimlachjes”. Deze bundel werd een groot succes.
Haverschmidt werd vaak uitgenodigd om gedichten voor te dragen. Deze voordrachten werden ook door Roelants uitgegeven, in 1876, onder de titel “Familie en Kennissen”.
François Haverschmidt ging steeds meer twijfelen aan het geloof dat hij verkondigde. Hij voelde zich zeer opgesloten binnen de Hervormde gemeente.
Vooral na het overlijden van zijn vrouw in 1891 werd hij steeds vaker zeer depressief. In 1894 deed hij wat hij in zijn boek “De Zelfmoordenaar” had beschreven. Hij hing zich op.
Werken die van Haverschmidt verschenen:
Poëzie:
§ Barend Krul, grotesk-komisch gedicht in vier zangen (1849)
§ Leven en sterven van Jelle Gal (1849)
§ Snikken en grimlachjes. Academische poëzie van Piet Paaltjens (1867)
§ Nagelaten snikken van Piet Paaltjens (samenst. Hans van Straten) (1961)
§ F. Haverschmidt, de dominee, de dichter, de mens (bloemlezing met inleiding van J.J. Borger) (1968)
§ Ter Gelegenheid Van... (bezorgd door R, Nieuwenhuys) (1981)
Proza:
§ Wat hebt gij gedaan (toespraak) (1870)
§ Familie en kennissen (1876)
§ Mijn eerste gemeente (1880)
§ Steek af naar de diepte (toepsraak) (1889)
§ Uit geest en gemoed (tien preken) (1894)
§ Twee voordrachten (ingeleid door R. Nieuwenhuys) (1981)
§ Dagboeken:
§ Souvenir Beekhuizen (1998)
§ Souvenir Beekhuizen (met aantekeningen van John Jansen van Galen) (1999)
Vertalingen:
§ 'Snikken en Grimlachjes' werd in het Duits en in het Frans vertaald.
Biografie van de moderne schrijver
Ronald Giphart wordt in 1965 geboren in Dordrecht. Zijn vader is huisvestingsambtenaar en zijn moeder, Wijnie Jabaaij, is Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zijn ouders gaan scheiden als Ronald 11 jaar is. Hij blijft bij zijn vader wonen en in 1987 verhuist hij naar Utrecht, waar hij Nederlands gaat studeren. Hij stopt na drie jaar met deze studie, omdat hij schrijver wil worden. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar vraagt hem om een boek te schrijven, naar aanleiding van een tekst in een literair tijdschrift. Hij is dan werkzaam als nachtportier bij ziekenhuis Overvecht en kan 's nachts een groot deel van zijn roman Ik ook van jou schrijven. In 1992 wordt dit debuut uitgegeven. Hiervoor ontving hij het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut van 1992. Vanaf 1994 wordt Giphart fulltime schrijver en richt hij samen met Rob van Erkelens en Joris Moens het tijdschrift Zoetermeer op. Zijn grote voorbeeld is Jeroen Brouwers, een schrijver die hij in zijn eigen boeken ter sprake brengt. Giphart wordt gezien als één van de vaandeldragers van de generatie 'Nix'. In 2000 komt het eerste verfilmde boek Ik ook van jou uit en dit jaar ( 2003) komt een nieuwe film Phileine zegt sorry uit, een verfilming van het gelijknamige boek.
De door hem geschreven boeken:
§ Phileine zegt sorry
§ Ik ook van jou
§ Ik omhels je met 1000 armen
§ Het feest der liefde
§ Giph
§ Gala
§ De voorzitter
Onderzoek
Als onderzoeksvraag hebben wij gekozen voor de vraag “Wat voor rol speelt de zwarte humor in de boeken van François Haverschmidt en Ronald Giphart?”
Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden hebben wij de volgende deelvragen opgesteld:
§ Hoe werd het thema bewerkt/verwerkt in het klassieke werk?
§ Hoe werd het thema bewerkt/verwerkt in het moderne werk?
§ Wat zijn de verschillen tussen het klassieke en moderne werk?
§ Wat zijn de overeenkomsten tussen het klassieke en moderne werk?
Verslag
Onder dit kopje zullen wij alle deelvragen stuk voor stuk beantwoorden.
Hoe werd het thema bewerkt/verwerkt in het klassieke werk?
Zoals eerder al gezegd, was François Haverschmidt een depressief man. Dit kun je ook terugvinden in zijn werk. Hij beschrijft allerlei nare gebeurtenissen. Door gebruik van ironie en satire probeert hij zijn eigen depressie de baas te blijven en een wat vrolijkere wending te geven aan hetgene dat hij wil vertellen. Zijn werken waren vaak semi-autobiografisch.
In de werken van Haverschmidt komen onderwerpen als geloof, (liefdes)verdriet en lijden van het bestaan naar voren.
Hoe werd het thema bewerkt/verwerkt in het moderne werk?
In al zijn boeken schrijft Giphart telkens over dezelfde terugkerende thema’s: liefde, bedrog, dood en verdriet. In zijn boeken draait het ook veel om seks, zijn verhalen worden soms zelfs pornografisch genoemd. Ronald Giphart heeft zijn eigen stijl van schrijven, hij schrijft heel makkelijk (geen moeilijke woorden enz). Hij schrijft ook heel realistisch en gedetailleerd, hij durft ook alles te schrijven. Zo beschrijft hij een seksscène zo uitgebreid net alsof je naar een film zit te kijken. De volgende zin is een typische ‘Giphart zin’: "Zelfs een tongzoen was al ontrouw en dus stonden we op haar kamer minutenlang te slijpen op gevoelige nummers, flush on the mouth, maar onze lippen stijf gesloten”, deze zin komt uit het verhaal “De vinger aan de pols” uit het boek “Het feest der liefde”. Zoals je kan lezen gebruikt hij in deze zin een Engelse uitdrukking, in al zijn verhalen gebruikt hij veel Engelse uitdrukkingen
Wat zijn de verschillen tussen het klassieke en moderne werk?
Er zijn meer verschillen te noemen dan overeenkomsten tussen het werk van Haverschmidt en Giphart. Het grote verschil tussen beide schrijvers ligt onder andere aan het grote tijdsverschil dat tussen de twee zit. Aan het taalgebruik is al te zien dat ze uit heel verschillende tijden komen. Zo schrijft Haverschmidt nog met veel sch’s en veel dubbele klinkers waar we ze nu echt niet meer zouden schrijven. In de tijd die tussen beide schrijvers zit is er veel veranderd aan de manier van schrijven, onderwerpen waarover geschreven worden, hoe erover geschreven wordt en noem maar op.
Wat zijn de overeenkomsten tussen het klassieke en moderne werk?
Natuurlijk zijn er ook overeenkomsten tussen de schrijvers, als eerste het thema: zwarte humor. Ze schrijven beide dus op een macabere en sinistere toon.
Ook baseren beide schrijvers hun verhalen/ poëzie op dingen die ze zelf hebben meegemaakt. Ze zijn beide dus autobiografisch daarbij komt ook nog dat ze schaamteloos over hun gevoelens schrijven. De openhartigheid van Ronald Giphart stuit de wat oudere lezer nog wel eens tegen de borst, maar dit is ook weer de reden dat hij zo populair is bij jongeren. Waarschijnlijk is het met Piet Paaltjens precies hetzelfde geweest, omdat hij ook veel over zijn gevoelens (voor vrouwen) schreef. In die tijd was dat natuurlijk ook niet zo gewoon om zo maar allemaal persoonlijke dingen te ontboezemen.
Conclusie
Wat voor rol speelt de zwarte humor in de boeken van François Haverschmidt en Ronald Giphart?
Zonder de zwarte humor in de boeken van beide schrijvers waren ze waarschijnlijk niet zo bekend geworden.
Haverschmidt maakte vooral gebruik van zwarte humor, om zo zijn depressiviteit een ironische wending te geven. Zo bestonden zijn boeken niet alleen uit gezeur en gezever over zijn zielige leven, maar wist hij er ook nog iets grappigs van te maken.
Giphart daarentegen gebruikt vooral zwarte humor om de lezer te shockeren en natuurlijk te vermaken. Hij had de humor dus niet nodig om verdriet te verwerken of om zijn gevoelens te verbloemen. Een leuke bijkomstigheid is dat deze manier van schrijven leuk wordt gevonden door een groot publiek, alleen de wat oudere lezers stuiten de onderwerpen nogal eens tegen de borst.
Om zo sarcastisch over jezelf te kunnen schrijven moet je wel lef hebben. De zwarte humor is dus erg belangrijk in de boeken van François Haverschmidt en Ronald Giphart.
Slotwoord
In eerste instantie dachten we dat dit wel een leuke en vooral ook zeer leerzame opdracht was. Helaas, naarmate ons onderzoek vorderde zagen we steeds minder het nut in van de opdracht. Het kostte behoorlijk wat tijd en eigenlijk leerde je er niet zo heel veel van. Op zich is het wel leuk om de achtergrond van de schrijvers een beetje beter te leren kennen en om te zien hoe de inhoud van de zwarte humor in de loop van de tijd veranderde, maar op een gegeven moment ging het toch wel vervelen. Alledrie hebben we de dichtbundel “Snikken en Grimlachjes” van F. Haverschmidt gelezen, maar geen van drieën zagen wij de humor in van de gedichtjes. Giphart daarentegen vonden we wel leuk. Misschien komt dat, doordat Giphart een heel moderne schrijver is, die erg beeldend vertellen kan.
Bronvermelding
· http://www.google.nl
· http://www.neder-l.nl/newindex.html?http://www.neder-l.nl/bulletin/2003/02/030222.html
· http://www.scholieren.com
· http://www.geocities.com/Athens/Ithaca/2249/haverschmidtfrancois.html
· http://www.pietpaaltjens.nl/overpietpaaltjens.htm
· http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/paaltjens/
· http://www.giphart.nl
· Het boek Gala van Ronald Giphart
· Snikken en Grimlachjes van Piet Paaltjens
REACTIES
1 seconde geleden