Verslag leggen en Interpreteren
Opdr. 1
1. - Het taalgebruik
- Bronnen van informatie
- Deskundigheid van de schrijver
- Doel en belang van de schrijver
- Gepresenteerde feiten (waar, onwaar, geloofwaardig)
- Gepresenteerde meningen (rechtvaardig of niet)
2. - Vorm een overzicht
- Stel een lijst van vragen op
- Lees de tekst intensief
- Noteer de antwoorden
- Herlees alles grondig
3. Minisamenvatting = in een paar korte zinnen de grote lijn van een tekst aangeven.
Representatieve samenvatting = de inhoud van een oorspronkelijke tekst weer.
Niet-representatieve samenvatting = opnemen wat jij belangrijk vind in een tekst.
4. Signaalwoorden en verwijswoorden.
5. 1. Kernzinnen opzoeken aan het begin of eind van een alinea.
2. Verband tussen kernzinnen vaststellen.
3. Kernzinnen in eigen woorden schrijven.
4. Aantal woorden tellen, onbelangrijke details weglaten.
Opdr.2
1. De aanvraag voor een kwekerij is goedgekeurd.
De aanvraag voor een tuincentrum is afgekeurd.
2. Kweken is een hoofdactiviteit.
De verkoop van producten is van ondergeschikte betekenis.
De voorschriften verzetten zich niet, de voorschriften worden nageleefd met een kwekerij.
Opdr. 3 MEMO
AAN: Dhr. Waterman
VAN:
DATUM:
ONDERWERP: Vergunning aanvraag
Geachte heer Waterman,
Ik heb een brief over de vergunning aanvraag ontvangen.
De voorschriften verzetten zich niet tegen de vestiging van een kwekerij van tuinplanten.
De hoofdactiviteit is het kweken van tuinplanten en de verkoop van producten aan particulieren is van ondergeschikte betekenis.
Een tuincentrum is op grond van de bestemmingsplannen niet mogelijk.
Met vriendelijke groeten,
Opdr. 4
Dhr. J. Waterman
Weidelaan 31
3456 BB Maasdorp
Het college van B&W van de gemeente
Dorpsplein 25
3456 AZ Maasdorp
Onderwerp: Bezwaarschrift
Maasdorp, 17 -04-1996
Geachte gemeente Maasdorp,
Naar aanleiding van de brief die ik van u ontvangen heb op 15 April jl. Stuur ik u deze brief.
In uw brief wijst u mijn aanvraag voor de vergunning af. Ik heb bezwaar tegen de beslissing die u genomen heeft met betrekking tot de vergunning aanvraag.
In uw brief staat vermeld dat de grond voor agrarische doeleinden moet worden gebruikt. Aangezien ik de eigenaar ben van een agrarisch bedrijf zie ik daar het probleem niet van in. Mijn voorstel is dat de kassen eventueel een stuk in de grond gebouwd kunnen worden, waardoor ik aan de eisen voor de hoogte voldoe.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groeten,
Opdr. 6
1. Platform van Juli/Augustus 1995, een reactie op de mening van de heer S.P Roodbergen.
2. Ze willen duidelijk maken dat die periode te lang is en dat je die dieren moet beschermen.
3. Informeren.
Opdr. 7
1. Reactie op de ecologische atlas die uitgebracht is door Schuyt & co.
2. Mensen te waarschuwen voor uitsterving van weidevogels.
3. Geen tussendoelen.
4. De lezers van de tekst.
5. Ik denk dat je er beter een documentaire over uit kunt zenden op t.v zodat je meer mensen bereikt. Ze kunnen het artikel het best voor het broedseizoen publiceren.
Opdr. 8
EIERZOEKMODEL
Sluitingsdatum voor het eierzoeken is 9 april. De stichting wil zoveel mogelijk uitgaan van het belang van de weidevogels. Kuilgras wordt begin mei gemaaid. Nesten worden niet gemarkeerd. 9 april als sluitingsdatum is veel te laat. Eierzoeken toestaan tot uiterlijk 1 april. De boer geeft vergunning aan de eierzoeker die dan verplicht is om nazorg te doen. Geen drempel voor nieuwkomers.
DE WEI GAAT STEEDS MEER OP EEN DIERENTUIN LIJKEN.
Het voortbestaan van veel Nederlandse weidevogels is onzeker.
Kennis is gebundeld in ecologische atlas. Grutto’s, kievitten, tureluurs, watersnippen en kemphanen behoren tot de primaire weidevogels.
Ogen en haken aan de ontwikkeling: predatie, vertrapping en eierrapen.
Profiteerden aanvankelijk van de voedselrijkdom ten gevolge van sterkere bemesting. Oorzaak dat het niet goed gaat: verlaging grondwaterstand, overbemesting, verkaveling, toenemende beweidingsdruk en het verdwijnen van goede graslanden.
Als de eierzoekers de eieren zouden laten liggen, kunnen de vogels eerder broeden en daarmee vernietigende machines kunnen ontlopen.
Opdr. 13
1. Gebeurtenissen, feiten, ontwikkelingen of ervaringen.
2. …….
3. 1) Wetenschappelijk rapport: over een wetenschappelijk onderzoek.
2) Scriptie: werkstuk voor een opleiding, waarin de schrijver aantoont zelfstandig onderzoek te kunnen verrichten.
3) Beleidsnota: rapport met beargumenteerde beleidsvoorstellen.
4) Adviesrapport: rapport met advies op basis van onderzoek.
5) Uitgebreide offerte: offerte met argumentatie van het aangebodene.
4. - memorandum (mededeling in rapport vorm)
- intern rapport
- gespreksverslag
- basisrapport (aantekeningen, logboek)
5. - notulen (verslag van een vergadering)
- jaarverslag van een organisatie
- stageverslag
- excursieverslag
6. De doelen zijn kennis en inzicht leveren.
7. Een schrijfplan maken. Gegevens rangschikken naar onderwerp. De hoofdzaken van de bijzaken onderscheiden.
8. - omslag - inleiding
- titelpagina - kern
- voorwoord - slot
- korte samenvatting - lijsten
- inhoudsopgave - bijlagen
9. - omslag - inleiding
- titelpagina - kern
- voorwoord - conclusie/ discussie/ aanbeveling
- inhoudsopgave - lijsten
- samenvatting - bijlagen
10. Naam auteur, titel en ondertitel, plaats van uitgave, uitgever, jaar van publicatie, druk.
11. Naam van de auteur, titel (tussen aanhalingstekens), naam van het tijdschrift (onderstrepen), jaargang, nummer van de aflevering, jaar van uitgave, begin en eindbladzijde.
12. Titel en ondertitel, organisatie en afdeling, naam van de schrijver, opdrachtgever, plaats en datum van uitgave.
REACTIES
1 seconde geleden