Nederlands Globe opdrachten:
Opdracht 14:
1. Bepaal de thematiek van het motto ‘Ontuitgegeven Toneelspel’ en geef aan welk verband er bestaat tussen het motto en de thematiek van de gehele roman.
De thematiek van het \'Onuitgeschreven Toneelspel\' is oneerlijkheid of onrechtvaardigheid. In het boek Max Havelaar lijkt mij dit woord eigenlijk wel het hoofdonderwerp. Onrechtvaardigheid over hoe de mensen in Lebac worden behandeld die Max Havelaar aan het licht wil brengen. Vandaar past het stuk wel in de geheel roman, die over ongelijkheid en oneerlijkheid gaat.
2. Leg uit (zie het fragment uit het begin van het eerste hoofdstuk) dat de naam
Droogstoppel goed gekozen is en dat deze de man doeltreffend typeert.
Droogstoppel is goed gekozen omdat het een heel simpele man is. Hij gaat al 20 jaar naar de beurs en ondergaat elke dag hetzelfde. Hij doet zijn plicht zonder erbij na te denken. Hij heeft geen enkele interesse in andere mensen en is alleen maar bezig met geld verdienen. Hij is een saaie en krenterige man.
3. Wat is de visie van Droogstoppel op literatuur (‘verzen op-zichzelf’)?
Droogstoppel vindt literatuur niet nuttig. Hij vindt dat het allemaal leugens zijn (verzen maken is een ambacht maar niet zo moeilijk).
4. Geef uit het gesprek tussen Havelaar en Verbrugge een voorbeeld van uitbuiting van de Javaanse bevolking door de regent, de inlandse vorst.
R15-16: \"welnu, de dag na zyn dood heeft de regent volk opgeroepen om zyn sawahs te bewerken… zonder betaling\"
5. Wat is het probleem van de regent zoals dat blijkt uit het gesprek tussen Havelaar en Verbrugge? Bestaat er een relatie tussen het probleem van de regent en het cultuurstelsel
De regent heeft zelf geld nodig. Het heeft te maken met het cultuurstelsel omdat de regent zelf een deel moet weggeven. Nu \"moet\" hij de Javanen uitbuiten om nog meer te verbouwen omdat hij zelf geld nodig heeft. 6. Beschrijf de taakopvatting en het karakter van Havelaar zoals dat blijkt uit het gesprek met Verbrugge. Verwijs in je antwoord naar relevante passages in de tekst
Het is duidelijk dat Havelaar boven de controleur staat \"Meneer havelaar, ik heb nog nooit gediend onder iemand als u.\" Het blijkt hij een goed karakter heeft en een goed gevoel voor rechtvaardigheid voor de javanen hij neemt zijn taak erg serieus.
7a. Maak met relevante verwijzingen naar fragmenten uit de tekst duidelijk dat
Droogstoppel en Havelaar duidelijk verschillende karakters hebben.
Droogstoppel en Havelaar hebben duidelijk verschillende karakters. Droogstoppel is niet geïnteresseerd in het leed van andere mensen en het kan hem niks schelen als er onrecht aangedaan wordt. Max Havelaar vindt dit allemaal wel erg en trekt het zich aan en probeert er iets aan te doen.
7b. Welk personage vind je symphatiek? Waarom?
Ik vind Max Havelaar sympathiek. Hij staat ergens voor en probeert alles zo goed mogelijk te doen. Hij staat ergens voor en probeert zijn idealen waar te maken.
8. Wat is het leidmotief in het Saïdjah en Adindaverhaal.
Een leidmotief is de herhaling in de tekst van een concreet voorwerp. In het Saïdjah en Adindaverhaal is het leidmotief de buffel die elk jaar afgepakt wordt.
9. Hoe wordt in het Saïdjah en Adindaverhaal het optreden van het Nederlandse gezag beschreven?
Het Nederlands gezag wordt als verschrikkelijk en wreed beschreven. De Buffel, het dier waarvan gehouden werd en dat een bron van inkomsten vormde, wordt zonder genade afgepakt en geslacht. Adinda wordt vermoord en ernstig mishandeld.
10. Leg het verband uit tussen de gelezen fragmenten uit Max Havelaar of De koffieveilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappij en de fragmenten uit de troonsredes en een toespraak van Van Hoëvell (zie opdracht 4).
Het verband tussen de troonredes en de gelezen fragmenten is dat ze allemaal over Nederlands-Indië gaan, de kolonie van Nederland. Ook gaan ze allemaal over de handel die gedreven wordt. De troonredes gaan erover dat dit goed gaat en de fragmenten over de onderdrukking die het Nederlands-Indische volk ondervind door de Nederlanders
11. Welke rol speelt het onderscheid tussen fictie en non-fictie bij het verhaal over Saïdjah en Adinda? Verwijs voor je antwoord naar relevante passages in de fragmenten. Het verschil is dat de details erbij verzonnen zijn om het verhaal interessanter te maken. Maar in grote lijnen is het verhaal echt, of zou het echt kunnen zijn. De rol die het onderscheid tussen fictie en non-fictie speelt bij het verhaal over Saïdjah en Adinda is het zorgen voor interesse van de mensen die het lezen maar ook dat toch de realiteit voor een groot deel wordt beschreven. De non-fictie dikt alles extra aan en zorgt ervoor dat het interessanter en leuker wordt om te lezen. “Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda’s en Saïdjahs waren…” 12. Welke strekking heeft de brief die Havelaar aan de resident van Bantam schrijft? De brief word geschreven om de beschuldigingen tegen regenten duidelijk te maken en de resident aan te zetten tot actie over te gaan. 13. Wat is volgens Multatuli de hoofdstrekking van zijn boek? Dat er verkeerde dingen door residenten worden gedaan en dat daar iets aan gedaan moet worden. 14. Welk(e) fragment(en) die je gelezen hebt, sluiten aan bij de hoofdstrekking? In het laatste fragment van het boek is dit te zien, maar ook in de brief en in het gesprek met de resident. 15a. Leg uit welk verband er bestaat tussen de briefvan de ambtenaar Eduard Douwes Dekker aan Brest van Kempen en de brief van Max Havelaar aan de resident van Bantam. Bij beide worden misstappen door middel van brieven aan anderen duidelijk gemaakt. 15b. Ga naar aanleiding van beide brieven in op de problematiek rond het onderscheid fictie en non-fictie. Ondersteunt de brief aan Brest van Kempen Multatuli’s bewering in het Saïdjah en Adindaverhaal dat hij stukken voor zich heeft liggen waarop hij zich baseert? Beargumenteer je antwoord. De verhalen van saida, zo zegt max havelaar zelf, zijn geen totale non fictie en ook geen totale fictie. Het zijn dingen die gebeuren maar niet echt stukken waar hij zich op kan baseren 15c. Draagt voor jou kennis van de brief aan Brest van Kempen bij aan het waarheidsgehalte van het boek? Beargumenteer je antwoord. Ja, hierdoor weet je dat er echt iets gebeurd is. 16a. Wat is het verband tussen het verhaal over Saïdjah en Adinda en Idee 304? Het verband is dat idee 304 uitleg geeft over een detail van het verhaal. 16b. Heeft dit verband te maken met het waarheidsgehalte van het boek? Er wordt hier uitleg gegeven over beeldspraak. 17. Leg beargumenteerd uit in hoeverre jij Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij kenmerkend vind voor de Romantiek. Het is heel duidelijk dat er door de schrijver geleden wordt en dat is een kenmerk voor de romantiek, maar dat hij er zelf iets aan probeert te doen en niet passief reageert is dan weer niet kenmerkend voor de romantiek. De tijdsgeest van de romantiek en Dekkers positie hierin. De romantiek was in de 19e eeuw. Van 1800 tot 1880. In deze periode draaide het vooral om het gevoel. Tijdens de Romantiek leefde men in onvrede met het hier en nu. Dit noemde men ook wel ‘Weltschmerz’. Echte kenmerken van de romantiek zijn: - men vond vaak troost in de natuur - historische romans. (vroeger was alles beter) - geloof - humor (zwarte humor, leedvermaak) - droom
Eduard Douwes Dekker had als pseudoniem de naam Multatuli, deze naam stond ervoor dat hij veel had geleden. Hij had onvrede met het Nederlandse bestuur in Indië. Daarom past hij wel in de Romantiek. Godsdienst en Geloof Over het officiële christendom van zijn tijd heeft Multatuli zijn meest sarcastische bladzijden geschreven. Wat hij scherp afkeurde, was de hypocriete moraal die sprak over het liefhebben van de naaste, terwijl die naaste buiten het kerkgebouw van zijn vrijheid beroofd werd of als arbeider geëxploiteerd, dit alles onder auspiciën van dezelfde christelijke God. Over het leerstuk van de goddelijke Voorzienigheid gaf Multatuli een vader en zoon het volgende gesprek in de mond: \'Zie eens, mijn zoon, hoe wijs de Voorzienigheid alles gemaakt heeft. Die vogel legt zijn eieren in deszelfs nest. De jongen zullen uitkomen tegen de tijd dat er wormpjes en vliegjes zijn om dezelve te voeden. Dan zingen zij een loflied ter ere van de Schepper, die Deszelfs schepselen overlaadt met weldaden...\' \'Zingen die wurmen mee, papa?\' Opvoeding en Onderwijs Multatuli vond de betekenis van opvoeding en onderwijs zeer hoog. Hij vond de verhouding tussen ouders en kinderen geen formele gezagsverhouding maar een verhouding die ontspringt uit het hart en het gevoel. Hij vindt dat het onderwijs de nadruk moet leggen op het leren denken. Het moet niet gebaseerd zijn op het verwerven van kennis. Hij ziet een scherpe tegenstelling tussen voelen en denken. Hij vindt dat we kinderen te veel sturen. Doordat men kinderen te veel wil sturen naar wat goed is, wekt men tegenzin voor het leren. Hij vindt dat men kinderen te goed wil opvoeden en onderwijzen. Democratie In politiek opzicht was Multatuli een tegenstander van het parlementaire stelsel, zoals dat in Nederland door de liberalen werd toegepast. Het feit dat in die tijd alleen de meest welgestelde Nederlanders naar de stembus mochten, zodat de Staten-Generaal niet het hele volk vertegenwoordigden, bracht hem ertoe de Tweede Kamer \'een pronkkamer van Nederlandse middelmatigheden, een museum van misdadige nietigheid\' te noemen. Toen de liberale voorman Thorbecke in 1872 stierf, schreef Multatuli 107 sarcastische grafschriften voor deze voorvechter van het parlementaire systeem. Eén voorbeeld: Hier ligt de man die naar z\'n beste weten, Het Volk belette zich aan biefstuk ziek te eten. En om de gewoonte van kauwen en malen niet te verliezen, Gaf hij \'t een papieren kieswet tussen de kiezen.
Vrouwenemancipatie
Een ander punt dat bij Multatuli steeds ter sprake kwam, is de onvrijheid waartoe de wetten, maar vooral ook de zeden de vrouw in onze maatschappij dwingen. Over de opvoeding van de meisjes schreef hij in zijn \'Ideën\':
\'Wat maakt gij van onze dochters, o zeden! Gij dwingt ze tot liegen en huichelen. Ze mogen niet weten wat ze weten, niet voelen wat ze voelen, niet begeren wat ze begeren, niet wezen wat ze zijn. Dat doet geen meisje. Dat zegt geen meisje. Dat vraagt geen meisje. Zo spreekt geen meisje... Ziedaar schering en inslag van de opvoeding. En als dan zo\'n arm ingebakerd kind gelooft, berust, gehoorzaamt... als ze, heel onderworpen, haar lieve bloeitijd heeft doorgebracht met snoeien en knotten, met smoren en verkrachten van lust, geest en gemoed... als ze behoorlijk verdraaid, verkreukt, verknoeid, heel braaf is gebleven dat noemen de zeden braaf! - dan heeft ze kans dat deze of gene lummel haar \'t loon komt aanbieden voor zoveel braafheid, door \'n aanstelling tot opzichtster over z\'n linnenkast, tot uitsluitend-brevetmachine om zijn eerwaard geslacht aan de gang te houden. \'t Is wel de moeite waard!\'
Multatuli vind dat de zeden de vrouw tot een knechtje maken. De wet bepaalt dat de vrouw wel rechten heeft en geen knechtje is van de man, maar de zeden bepalen anders. De zeden onderdrukken de vrouw en maken haar tot het knechtje van de man. De vrouw wordt door de man ondergeschikt gemaakt en is maar een huishoudstertje, Multatuli is het daar niet mee eens. Hij snapt niet waarom mensen de opvoeding en het onderwijs van hun dochter verwaarlozen, omdat ze toch maar huisvrouw hoeft te worden. Hij is het daar dus niet mee eens. Multatuli verkeerde in hoge kringen bij vrouwenbewegingen en zijn tweede vrouw Mimi kwam ook uit zo’n beweging.
Verlicht koningschap
Multatuli was tegen de dictatuur, hij wilde Trias Politica, scheiding van machten. Het verlicht koningschap heeft dat, het is een soort democratie. Multatuli wilde een regeringsvorm zonder regering, maar dat kan natuurlijk niet, maar met het verlicht koningschap kon hij dat het beste benaderen. Multatuli werd in Lebak ontslagen omdat hij zich verzette tegen het bestuur van toen. Hij vond het niet eerlijk dat de regent alle macht had en kon bepalen wat er gebeurde en waar de mensen werkten, ook pakte hij alles af van die mensen, voor zichzelf. Hij kwam daartegen in opstand en omdat hij te fel daarin was werd hij ontslagen. De regering die we nu in Nederland hebben komt sterk overeen met de ideeën van Multatuli.
De regent heeft zelf geld nodig. Het heeft te maken met het cultuurstelsel omdat de regent zelf een deel moet weggeven. Nu \"moet\" hij de Javanen uitbuiten om nog meer te verbouwen omdat hij zelf geld nodig heeft. 6. Beschrijf de taakopvatting en het karakter van Havelaar zoals dat blijkt uit het gesprek met Verbrugge. Verwijs in je antwoord naar relevante passages in de tekst
11. Welke rol speelt het onderscheid tussen fictie en non-fictie bij het verhaal over Saïdjah en Adinda? Verwijs voor je antwoord naar relevante passages in de fragmenten. Het verschil is dat de details erbij verzonnen zijn om het verhaal interessanter te maken. Maar in grote lijnen is het verhaal echt, of zou het echt kunnen zijn. De rol die het onderscheid tussen fictie en non-fictie speelt bij het verhaal over Saïdjah en Adinda is het zorgen voor interesse van de mensen die het lezen maar ook dat toch de realiteit voor een groot deel wordt beschreven. De non-fictie dikt alles extra aan en zorgt ervoor dat het interessanter en leuker wordt om te lezen. “Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda’s en Saïdjahs waren…” 12. Welke strekking heeft de brief die Havelaar aan de resident van Bantam schrijft? De brief word geschreven om de beschuldigingen tegen regenten duidelijk te maken en de resident aan te zetten tot actie over te gaan. 13. Wat is volgens Multatuli de hoofdstrekking van zijn boek? Dat er verkeerde dingen door residenten worden gedaan en dat daar iets aan gedaan moet worden. 14. Welk(e) fragment(en) die je gelezen hebt, sluiten aan bij de hoofdstrekking? In het laatste fragment van het boek is dit te zien, maar ook in de brief en in het gesprek met de resident. 15a. Leg uit welk verband er bestaat tussen de briefvan de ambtenaar Eduard Douwes Dekker aan Brest van Kempen en de brief van Max Havelaar aan de resident van Bantam. Bij beide worden misstappen door middel van brieven aan anderen duidelijk gemaakt. 15b. Ga naar aanleiding van beide brieven in op de problematiek rond het onderscheid fictie en non-fictie. Ondersteunt de brief aan Brest van Kempen Multatuli’s bewering in het Saïdjah en Adindaverhaal dat hij stukken voor zich heeft liggen waarop hij zich baseert? Beargumenteer je antwoord. De verhalen van saida, zo zegt max havelaar zelf, zijn geen totale non fictie en ook geen totale fictie. Het zijn dingen die gebeuren maar niet echt stukken waar hij zich op kan baseren 15c. Draagt voor jou kennis van de brief aan Brest van Kempen bij aan het waarheidsgehalte van het boek? Beargumenteer je antwoord. Ja, hierdoor weet je dat er echt iets gebeurd is. 16a. Wat is het verband tussen het verhaal over Saïdjah en Adinda en Idee 304? Het verband is dat idee 304 uitleg geeft over een detail van het verhaal. 16b. Heeft dit verband te maken met het waarheidsgehalte van het boek? Er wordt hier uitleg gegeven over beeldspraak. 17. Leg beargumenteerd uit in hoeverre jij Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij kenmerkend vind voor de Romantiek. Het is heel duidelijk dat er door de schrijver geleden wordt en dat is een kenmerk voor de romantiek, maar dat hij er zelf iets aan probeert te doen en niet passief reageert is dan weer niet kenmerkend voor de romantiek. De tijdsgeest van de romantiek en Dekkers positie hierin. De romantiek was in de 19e eeuw. Van 1800 tot 1880. In deze periode draaide het vooral om het gevoel. Tijdens de Romantiek leefde men in onvrede met het hier en nu. Dit noemde men ook wel ‘Weltschmerz’. Echte kenmerken van de romantiek zijn: - men vond vaak troost in de natuur - historische romans. (vroeger was alles beter) - geloof - humor (zwarte humor, leedvermaak) - droom
Eduard Douwes Dekker had als pseudoniem de naam Multatuli, deze naam stond ervoor dat hij veel had geleden. Hij had onvrede met het Nederlandse bestuur in Indië. Daarom past hij wel in de Romantiek. Godsdienst en Geloof Over het officiële christendom van zijn tijd heeft Multatuli zijn meest sarcastische bladzijden geschreven. Wat hij scherp afkeurde, was de hypocriete moraal die sprak over het liefhebben van de naaste, terwijl die naaste buiten het kerkgebouw van zijn vrijheid beroofd werd of als arbeider geëxploiteerd, dit alles onder auspiciën van dezelfde christelijke God. Over het leerstuk van de goddelijke Voorzienigheid gaf Multatuli een vader en zoon het volgende gesprek in de mond: \'Zie eens, mijn zoon, hoe wijs de Voorzienigheid alles gemaakt heeft. Die vogel legt zijn eieren in deszelfs nest. De jongen zullen uitkomen tegen de tijd dat er wormpjes en vliegjes zijn om dezelve te voeden. Dan zingen zij een loflied ter ere van de Schepper, die Deszelfs schepselen overlaadt met weldaden...\' \'Zingen die wurmen mee, papa?\' Opvoeding en Onderwijs Multatuli vond de betekenis van opvoeding en onderwijs zeer hoog. Hij vond de verhouding tussen ouders en kinderen geen formele gezagsverhouding maar een verhouding die ontspringt uit het hart en het gevoel. Hij vindt dat het onderwijs de nadruk moet leggen op het leren denken. Het moet niet gebaseerd zijn op het verwerven van kennis. Hij ziet een scherpe tegenstelling tussen voelen en denken. Hij vindt dat we kinderen te veel sturen. Doordat men kinderen te veel wil sturen naar wat goed is, wekt men tegenzin voor het leren. Hij vindt dat men kinderen te goed wil opvoeden en onderwijzen. Democratie In politiek opzicht was Multatuli een tegenstander van het parlementaire stelsel, zoals dat in Nederland door de liberalen werd toegepast. Het feit dat in die tijd alleen de meest welgestelde Nederlanders naar de stembus mochten, zodat de Staten-Generaal niet het hele volk vertegenwoordigden, bracht hem ertoe de Tweede Kamer \'een pronkkamer van Nederlandse middelmatigheden, een museum van misdadige nietigheid\' te noemen. Toen de liberale voorman Thorbecke in 1872 stierf, schreef Multatuli 107 sarcastische grafschriften voor deze voorvechter van het parlementaire systeem. Eén voorbeeld: Hier ligt de man die naar z\'n beste weten, Het Volk belette zich aan biefstuk ziek te eten. En om de gewoonte van kauwen en malen niet te verliezen, Gaf hij \'t een papieren kieswet tussen de kiezen.
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
Kiki, het is echt helemaal top! Ik heb er echt heel veel aan gehad!!!
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
zeer goed gedaan meisje!!!!
19 jaar geleden
Antwoorden