Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Boekverslag maken

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 800 woorden
  • 3 oktober 2014
  • 75 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
75 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Waar moet je op letten bij het maken van een boekverslag?

BOEKVERSLAG 
• Voor- en achternaam + klas 
• Voor dit boekverslag wordt je vooral beoordeeld op inhoud, maar ook op zinsbouw, 
spelling, leestekens en verzorging 
• Je hoeft de vragen niet over te schrijven, maar je antwoordt wel in (hele) Nederlandse 
zinnen. Je antwoordt dus niet “leuk” maar: “ik vond het boek leuk.” 
1. Wat is de titel van je boek? 
2. Wie is de schrijver? 
3. Hoeveel bladzijden heeft het? 
4. Leg de titel uit: waarom heeft de schrijver deze titel gekozen volgens jou? 
5. Waarom heb je dit boek uitgekozen? 
6. Vertel zoveel mogelijk over de hoofdpersoon: hoe heet hij / zij? Hoe ziet de 
hoofdpersoon eruit? Heeft de hoofdpersoon een vriendje of vriendinnetje? Wat weet je 
over zijn familie? 
TIP: probeer je hoofdpersoon eens te interviewen. Dus je bedenkt vijf vragen waar jouw 
hoofdpersoon antwoord op geeft, en je zorgt er voor dat die vijf antwoorden de lezer een 
goed beeld geven van wie de hoofdpersoon is en wat zijn rol is in het verhaal. 
7. Wat vond je het meest opvallende deel van het boek? Dus wat vond je spannend, 
ontroerend, vervelend, etc. 
8. Waar speelt dit boek zich (voornamelijk) af? Gebruik je boek om dit uit te leggen. 
Bijvoorbeeld: Het boek speelt zich vooral in de stad af. Het gaat namelijk over een 
jongetje die in een grote flat woont en flats kom je vooral in de stad tegen. Bovendien is 
zijn vader tramconducteur en trams horen ook bij de grote stad.
9. In welke tijd speelt jouw verhaal zich af? Ook hier gebruik je je boek om je antwoord uit 
te leggen. Bijvoorbeeld: 
Het boek speelt zich af in de middeleeuwen. Dat denk ik omdat de hoofdpersoon een 
schildknaap is, die zelf ridder wil worden. Ridders horen thuis in de Middeleeuwen. 
10. Schrijf een samenvatting van het boek in ongeveer 200-300 woorden. Je vertelt het 
verhaal in hoofdlijnen. Je vertelt iets over het begin, het midden en natuurlijk het eind. 
11. Maak een tijdlijn bij je boek. Je begint bij de vraag “hoe lang duurt dit boek eigenlijk”? 
We hebben het dan over de tijd die in dit boek verstrijkt. In Roodkapje is dat 
bijvoorbeeld 1 dag, maar bij Harry Potter is dat (per boek) steeds een heel schooljaar. 
Het verhaal begint namelijk aan het einde van de zomervakantie, vlak voordat Harry 
weer naar school gaat, en het avontuur is afgelopen als het schooljaar weer voorbij is. Vervolgens geef je op die tijdlijn de belangrijkste gebeurtenissen aan. Bij Roodkapje ziet 
dat er als volgt uit: 
Moeder vraagt Roodkapje de wolf eet De jager komt 
roodkapje om naar komt de grootmoeder en iedereen wordt 
Grootmoeder te wolf tegen op en dan gered 
gaan Roodkapje 
Ochtend----------------------------------------middag-------------------------------------------avond
12. Geef je uitgebreide mening over dit boek. Je schrijft hier een stukje van ongeveer 150 
woorden. Dat doe je als volgt: 
interessant 
oninteressant 
onbegrijpelijk 
begrijpelijk 
ingewikkeld 
ontroerend 
somber 
waardeloos / 
waardevol 
opwindend 
veelzeggend 
(niet) leerzaam 
eenvoudig 
nieuwsgierigmaked 
saai / spannend 
lastig / eenvoudig 
eng 
onsamenhangend 
origineel 
oppervlakkig 
diepzinnig 
shockerend 
indrukwekkend 
slaapverwekkend 
vreemd 
smerig 
herkenbaar 
helemaal niet 
herkenbaar 
droevig 
grappig 
zielig 
echt / werkelijk 
onrealistisch / 
ongeloofwaardig 
mooi 
lelijk 
zet me aan het 
denken 
zet me niet aan het 
denken 
echt 
onecht 
braaf 
Bij je bespreking kies je minstens vijf woorden uit het rijtje hierboven, en licht je je 
antwoord toe. Bijvoorbeeld: “Ik vond Harry Potter en de Relieken van de Dood een beetje 
een ongeloofwaardig boek. Het kan toch niet dat er ergens in Engeland een geheime 
toverschool is waar wij niets vanaf weten? Maar ik vond het boek ook wel ontroerend, 
vooral de stukjes waar Harry Potter over zijn ouders nadenkt. Het lijkt mij heel erg om 
je ouders al op zulke jonge leeftijd te moeten verliezen.” 
En zo ga je door tot je ongeveer 150 woorden hebt geschreven. Met vijf woorden moet 
dat ongeveer wel lukken, maar je mag er natuurlijk ook best meer gebruiken. 
Zie je trouwens dat een boek bespreken niet zwart-wit is? Je kan een boek dus 
bijvoorbeeld best ongeloofwaardig vinden, maar in sommige stukjes wel weer een beetje 
ontroerend. Met een moeilijk woord noem je dat ‘genuanceerd’ - dat betekent dat je in 
je antwoord rekening probeert te houden met allerlei verschillende aspecten van dat 
onderwerp.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.