1. Waarom heb je dit boek gekozen?

Ik heb dit boek gekozen omdat ik van heel veel mensen hoorde dat het een heel leuk, mooi en zielig boek is.

2. A. Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat.

Op de voorkant van het boek staat Judith die zich beschermt tegen de klappen van haar moeder.

B. Wat heeft de illustratie op de voorkant met de inhoud van het boek te maken?

De illustratie op de voorkant heeft met het verhaal te maken omdat Judith vaak wordt geslagen door haar moeder en ze zich ertegen moet beschermen.

3. Geef een titelverklaring.


Het boek heet Blauwe plekken omdat Judith vaak geslagen wordt door haar moeder en er blauwe plekken van krijgt.

4. Tot welk genre behoort dit boek?

Het boek behoort tot de genre eigentijdse verhalen

5. A. Wat is het onderwerp (thema) van dit boek?

Het onderwerp is kindermishandeling. Omdat Judith helemaal bont en blauw geslagen en geschopt wordt door haar moeder.

B. Welke bedoeling heeft de schrijver met het boek?

Dat heel veel kinderen thuis worden mishandeld en dat bekend zou moeten worden om kindermishandeling tegen te gaan.

6. Is het een interessant onderwerp? Leg je antwoord uit.

Ja het is een interessant onderwerp omdat er heel veel kinderen mishandeld worden door hun ouder(s). Dat zou niet mogen. Kinderen hebben recht op een veilige woonomgeving. Kinderen zouden hun ouders moeten vertrouwen.

7. Wie waren de hoofdpersonen in dit boek?

A. Beschrijf duidelijk het karakter en het uiterlijk van de belangrijkste hoofdpersoon (in zinnen!)

Judith is een zorgzaam, lief en stil meisje. Ze krijgt veel op haar kop van haar moeder, en weet niet waarom. Ze zorgt goed voor haar broertje, en zeurt nooit dat ze veel doen moet thuis, ze doet altijd alles wat haar moeder vraagt.

Uiterlijk: Judith heeft blonde haren, ze is vaak bleekjes om haar hoofd en heeft veel blauwe plekken en striemen.

B. Beschrijf kort de andere hoofdpersonen.

Michiel is een vriend van Judith. Hij is lief, zorgzaam en een doorzetter. Hij is erg goed in sport en helpt Judith hier volledig doorheen en heeft veel voor haar over.


8. Vertel kort waar het boek over gaat en hoe het afloopt. Gebruik 150 á 200 woorden.

Judith is een heel stil meisje die van af het begin af aan al mishandeld wordt door haar moeder. Op school is zij altijd stil. Als haar moeder een pest bui heeft reageert ze dat af op Judith en dan krijgt ze klappen met de deegroller, de buis van de stofzuiger. Ook wordt zij met handen en voeten van haar moeder geslagen en geschopt. Ze heeft altijd striemen en zit onder de blauwe plekken, ze is dus vaak ziek van school en kan niet meedoen met gym omdat zij zich er voor schaamt. Op een dag vraagt Michiel, een jongen bij haar uit de klas of ze tussen de middag met hem mee wil naar huis, anders moet ze toch overblijven. Dan kan ze net zo goed met hem mee. Michiel en Judith worden hele goede vrienden. Judith voelt zich erg bij hem en zijn oom en tante waar hij bij woont op haar gemak. Maar zodra ze thuis is, gaat het mis en wordt ze weer geslagen. Na veel toestanden verhuizen Judith, haar moeder en broertje onverwachts naar Leiden en komt Michiel er achter dat ze mishandeld wordt. De meester had ook al zo’n vermoeden. Michiel is toen naar Leiden gegaan en heeft haar opgewacht op haar nieuwe school. Ze zijn wat gaan drinken en daar heeft Judith uiteindelijk het hele verhaal verteld. Toen haar moeder de volgende dag Dennis (haar kleine broertje) naar de crèche bracht, ging Judith er vandoor op de trein en kwam bij Michiel en z’n oom een tante wonen, en kwam alles uiteindelijk toch nog goed.

9. Geef je geargumenteerde mening over het boek.

Ik vind het boek blauwe plekken een boek dat heel mooi geschreven is. Als ik het lees dan denk ik eraan en dan lijkt het of ik het zelf voel.

Blauwe plekken
Anke de Vries