alinea verbanden

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 300 woorden
  • 26 maart 2009
  • 222 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
222 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tegenstelling:
• Wat in de ene alinea staat vormt een tegenstelling met wat er in de andere staat. ( anderzijds, echter)

Opsomming:
• Twee of meer alinea’s vormen een opsomming. Bijv: in een alinea word een voordeel genoemd in de volgende weer een. (en, verder, ook)

Oorzaak:
• Een alinea noemt een oorzaak van iets wat in een vorige alinea staat. ( daardoor, dat komt door)

Gevolg:
• Een alinea noemt een gevolg van wat in een vorige alinea staat. (hierdoor, het gevolg is)

Voorbeeld:

• Een alinea noemt een voorbeeld van wat in de vorige staat beschreven. (bijvoorbeeld, zo)

Uitleg:
• Een alinea geeft uitleg bij een vorige alinea. (met andere woorden, dat zit zo in elkaar)

Uitwerking:
• Een alinea werkt verder uit wat er in de vorige staat beschreven. (verder, as we dat nader bekijken)

Reden:
• Een alinea geeft een reden voor wat er in de vorige staat. (omdat, want)

Argument:
• Een alinea noemt een argument bij wat er in de vorige staat. (omdat, want)

Conclusie:
• Een alinea geeft een conclusie bij wat eerder is verteld. (dus, concluderend)

Doel:
• Een alinea noemt het doel van wat er en een vorige is beschreven. (het doel hiervan is, de bedoeling is)

Middel:
• Een alinea verteld welk middel er nodig is om te doen wat erin de vorige alinea stond (met behulp van, door middel van)
Samenvatting:

• Een alinea vat samen van wat er eerder is beschreven. (kortom, samenvattend)

Voorwaarde:
• Een alinea beschrijft een voorwaarde voor wat er in de vorige is gesteld. (mits, tenzij)

Bevestiging:
• In een alinea word bevestigd at in de vorige is beschreven. (het is waar dat, het klopt dat)

Ontkenning:
• In een alinea word ontkend wat er in de vorige is geschreven. (dit is onzin, het klopt niet dat)

Vergelijking:
• In twee opeenvolgende alinea’s worden zaken met elkaar vergeleken. (zoals, net als)

REACTIES

H.

H.

you rock dude!

13 jaar geleden

L.

L.

lol er zijn meerdere signaalwoorden!!!!

13 jaar geleden

L.

L.

hahahha dit is echt ongezond voor mijn hersens

13 jaar geleden

D.

D.

... lol dit is echt vreselijk en bijna alles is fout ._.'

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.