Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Vergrijzing

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas vmbo | 3308 woorden
  • 4 augustus 2007
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
18 keer beoordeeld

Omdat de vergrijzing een wereldwijd probleem wordt, vind ik het een goed onderwerp om daarover een verslag te maken. Ik weet er wel het een of ander over, maar ik heb mij er nog nooit helemaal in verdiept.
Ook past het onderwerp vergrijzing goed bij de eindterm 305.08
Het probleem is dus de vergrijzing. Dit betekent letterlijk: het verschijnsel dat inwoners van 65 jaar en ouder een steeds groter deel uitmaken van de totale bevolking.
Allereerst hebben de ouderen met dit probleem te maken, want zij zijn de mensen waar het probleem omgaat. De ouderen moeten langer werken om straks de AOW en woonvoorzieningen betaalbaar te houden. De werkenden, nu en in de toekomst, hebben er ook mee te maken. Want ook zij moeten langer en harder door blijven werken. De premies moeten door een steeds kleinere groep worden opgebracht.

Ook heeft de overheid met dit probleem te maken.

CDA-Tweede Kamerlid Gerda Verburg vindt dat de jongeren een diploma moeten halen. Want er zijn steeds meer jongeren die zonder diploma uit de schoolbanken stappen. Dat is een bedreiging want zij zijn de werknemers van de toekomst.
Rienk van Splunder van het CNV vindt dat de lasten niet alleen bij de jongeren neer gelegd kan worden. Zij wil dat ook 65-plussers meegaan met een ruim pensioen aan de AOW.
Bart Luijkx betwijfeld het of de kleine beroepsbevolking in staat is en ook bereid is een grote –niet werkzame bevolking te onderhouden. Ook vraagt hij zich af waarom je zou gaan betalen voor een generatie die zelf onvoldoende maatregelen heeft genomen om de vergrijzing aan te pakken, terwijl ze het probleem ruimschoots van tevoren heeft zien aankomen.
Het kabinet heeft voorgesteld om de hoogte en duur van de loongerelateerde WW in stand te houden en tegelijkertijd de kortdurende WW af te schaffen.

Het is moeilijk om voor dit probleem goede oplossingen te vinden. Want elke oplossing heeft zijn voor- en nadelen.
Ik vind niet dat alleen de jongeren het probleem moeten oplossen ( wat zij waarschijnlijk niet eens kunnen). Daarom is het belangrijk dat iedereen tot hun 67e jaar door kan blijven werken. Dat moeten de werkgevers dan wel mogelijk kunnen maken. Want zij hebben natuurlijk liever jonge mensen.

Leervragen:

1. Wat betekent vergrijzing?
2. Wat zijn de gevolgen van vergrijzing?
3. Wat zijn de mogelijke maatregelingen?

De mensen worden gemiddeld ouder en er worden minder kinderen geboren (ontgroening). Deze twee factoren zorgen voor een verandering in de bevolkingssamenstelling. Het verschijnsel dat inwoners van 65 jaar en ouder een steeds groter deel uitmaken van de totale bevolking heet vergrijzing. Omdat de gemiddelde leeftijd van de bevolking hoog ligt, treden er problemen op. In de toekomst zal de niet-werkzame bevolking zo groot worden dat verhoudingen scheef komen te liggen bij behoud van de voorzieningen van de huidige verzorgingsstaat. De kleinere beroepsbevolking moet het geld verdienen voor een ouder wordende samenleving. De generatie Nederlanders die nu zijn carrière opbouwt of binnenkort start wordt geconfronteerd met hoge premies voor prepensioen, pensioen en gezondheidszorg. Ook zouden zij de staatsschuld moeten af betalen. De ouderen hebben ook behoefte aan kleinere woningen. En omdat het aantal ouderen stijgt in Nederland, ontstaat er woningnood. De ouderen willen namelijk nog niet meteen verhuizen naar een verzorgingshuis. Zij willen het liefst eerst nog een klein huisje hebben, met alles op de begane grond, voordat ze naar het verzorginghuis verhuizen. Zij vinden de stap te groot om van hun huidige huis meteen naar het verzorgingshuis te gaan. De woningen waar zij behoefte aan hebben zijn erg schaars. Om de vergrijzing aan te gaan is een aantal maatregelen hard nodig. Het is belangrijk dat de pensioenleeftijd wordt verhoogd. Het prepensioen wordt afgeschaft. Ook moet de staatsschuld snel afgelost worden. De derde maatregel is kapitaalkrachtige ouderen de AOW te laten betalen. De vierde maatregel is het invoeren van een basispakket gezondheidszorg. Deze maatregelen zullen de solidariteit tussen de generaties ten goede komen. Iedere generatie zal dan bereid zijn om het probleem aan te pakken. Er moeten meer mensen onder de 65 jaar aan het werk. Een manier om mensen langer aan het werk te houden is ze tijdens hun carrière gelegenheid te geven verlof op te nemen. Dus iedereen die actief wordt op de arbeidsmarkt krijgt dat recht. De werknemers kunnen tijdens hun verlof gaan studeren of kinderen opvoeden. Zo kunnen ze sparen tijdens hun betaald verlof.

Eigen mening:

Zoals ik al eerder vertelde, vind ik dit een moeilijk probleem. Want er zijn zoveel factoren die een rol bij de vergrijzing spelen. De oplossingen die er zijn bedacht om dit probleem te verminderen, vind ik best goed. Maar ik vind niet dat alleen de jongeren het probleem moeten oplossen zoals CDA-Tweede Kamerlid Gerda Verburg zei.

Conclusies:
Ik vind dat we de problemen die voortkomen van de vergrijzing gezamenlijk moeten aanpakken. Dus de ouderen en jongeren. Want het is namelijk een maatschappelijk probleem.
Niet alleen jongeren moeten lasten vergrijzing dragen

Nederland vergrijst, dus jongeren en ouderen moeten solidair zijn. Maar dat betekent niet dat alleen de jongeren moeten inleveren, stellen Ronald van Bruchem en Peter van Meijel.

Modernisering van de sociale zekerheid is een gevoelig onderwerp. Het kabinet, dat het stelsel op de toekomst wil voorbereiden, kreeg onherroepelijk te maken met holle vakbondsretoriek en koopkrachtplaatjes die de voorpagina’s domineerden. Ook binnen politieke partijen verlopen de discussies over modernisering soms moeizaam.
In het CDJA laten we ons leiden door vier grondtonen: solidariteit, gerechtigheid, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap. Solidariteit is eigenlijk de vertaling van het Bijbelse begrip naastenliefde: mensen moeten zorg dragen voor elkaar. De solidariteit van de samenleving als geheel komt onder anderen tot uitdrukking in ontwikkelingssamenwerking en de sociale zekerheid. De grondtoon gerechtigheid verwijst naar de functie van de overheid als ‘schild voor de zwakken’. Tegelijkertijd moet de overheid ook de rechten van hen die wel mee kunnen komen in het oog houden. Het idee dat mensen samen oplossingen moeten vinden, komt in uitdrukking in de grondtoon ‘gespreide verantwoordelijkheid’. De vraag ‘wat kan ik er zelf aan doen?’ is het begin van een oplossing vanuit christen-democratisch oogpunt. Rentmeesterschap is een mooi Bijbels begrip dat verwijst naar het geloof dat mensen de aarde van God in beheer hebben gekregen en het daarom in goede staat moeten doorgeven aan de volgende generatie.
In samenhang met elkaar maken solidariteit, gerechtigheid, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap de christen-democratie tot een ideologie waarin de mens centraal staat in plaats van de markt (socialisme) of de overheid (liberalisme).

Sterke schouders
Over het belang van solidariteit tussen generaties is iedereen het wel eens. Vanaf 2010 zal er een relatief grote groep ouderen zijn en een relatief kleine groep werkenden. Dit heeft uiteraard grote gevolgen voor de sociale zekerheid: de premies moeten door een steeds kleinere groep worden opgebracht. Hoewel de kleinere groep werkenden ‘sterke schouders’ heeft, zouden de stijgende kosten voor AOW en de zorg wel eens te veel kunnen worden.
Gespreide verantwoordelijkheid betekent in dit geval dat ouderen en jongeren er gezamenlijk voor moeten zorgen dat de lastendruk niet té hoog wordt. Het moderniseren van de sociale zekerheid kan door het verhogen van de participatiegraad van ouderen, het verlagen van de staatsschuld en het veranderen van de financiering van de sociale zekerheid. Het kabinet heeft inmiddels de eerste maatregelen genomen om de participatiegraad te verhogen: het aanpakken van VUT en prepensioen.

Volgens ons gaat het kabinet echter niet ver genoeg. Mensen worden steeds ouder en kunnen daarom ook steeds langer gebruik maken van de AOW. Daarom vindt het CDJA dat de AOW-gerechtigde leeftijd stapsgewijs moet worden verhoogd naar 67 jaar. Uiteraard zullen werkgevers en werknemers er gezamenlijk voor moeten zorgen dat werknemers ook werkelijk door kunnen werken tot hun 67ste levensjaar.
Op het gebied van financiering zal er ook het nodige moeten gebeuren. Door de belasting in te zetten voor het financieren van de AOW wordt ervoor gezorgd dat rijke ouderen meer meebetalen aan de AOW van hun generatiegenoten.
Bovendien vinden we dat de staatsschuld snel teruggebracht moet worden. Dit om te voorkomen dat toekomstige generaties óók nog met een hoge rentedruk opgezadeld zitten.

Aantasting
Op andere terreinen zou ook meer rekeningen gehouden moeten worden met belangen van jongeren. Zo heeft het kabinet voorgesteld de hoogte en duur van de loongerelateerde WW in stand te houden en tegelijkertijd de kortdurende WW af te schaffen.
Wij zijn van mening dat dit voorstel een aantasting is van de solidariteit tussen generaties. Juist mensen die nog niet zo lang werken (lees: jongeren), worden hierdoor onevenredig hard getroffen omdat zij zijn aangewezen op de bijstand als ze hun baan verliezen. Langer werkenden (lees: ouderen) behouden daarentegen alle rechten. Dat is geen gespreide verantwoordelijkheid, maar afgeschoven verantwoordelijkheid!
Het CDJA en CNV Jongeren hebben daarom een Sociaal Jongeren Akkoord gesloten waarin we onder meer afgesproken hebben ons in te zetten voor behoud van de kortdurende WW. Deze inspanningen hebben er inmiddels toe geleid dat ook het CDA van mening is dat de kortdurende WW niet afgeschaft mag worden. Onlangs heeft ook de SER in haar advies aan het kabinet over de WW aangegeven dat de kortdurende WW moet blijven bestaan voor jongeren.
Het strijden voor solidariteit tussen generaties is nog te incidenteel. Op structurele wijze ontbreekt het vaak aan aandacht voor solidariteit tussen generaties. De vakbonden vertegenwoordigen allang niet meer alle werknemers. Te vaak verkiezen ze de belangen van hun (oudere) leden boven de belangen van jongeren. In dat opzicht zijn vakbonden net ouderenbonden.
Bij de SER is het al weinig anders; ook hier zijn volop grijze hoofden. Zelfs met veel moeite is hier geen jongere te ontdekken. Omdat wij vinden dat de stem van jongeren er wél toe doet, hebben we dit jaar symbolisch een jongerenzetel het gebouw van de SER binnen gedragen. Helaas was er bij de SER weinig enthousiasme voor verjonging te bespeuren.
Het afgelopen jaar heeft het CDJA zich volop ingezet om de solidariteit tussen generaties te versterken. Geïnspireerd door de idealen van de christen-democratie hebben we alternatieven gepresenteerd voor het beleid dat de lasten voor solidariteit tussen generaties te eenzijdig legt bij jongeren. In het komend jaar zullen we daarmee doorgaan. Nederland wordt oud, dus denk jong!


Ronald van Bruchem is voorzitter van het CDJA, de jongerenorganisatie van het CDA. Peter van Meijel is voorzitter van de CDJA-organisatiecommissie. Het CDJA is betrokken bij de organisatie van het Christelijk Sociaal Jongerencongres op 4 juni, met als thema ‘Met wie ben jij solidair?’.

Dit artikel is verschenen in CV•Koers juni 2005

Langer werken, het lijkt onontkoombaar: in 2040 is een kwart van de Nederlandse bevolking ouder dan 65 jaar. Om die vergrijzende samenleving betaalbaar te houden, zijn er maatregelen nodig. Maar die hoeven niet alleen maar vervelend te zijn.
'Een sterke economie is essentieel voor werkgelegenheid en welvaart. Met een vergrijzende samenleving moeten pensioenen, zorg en andere collectieve voorzieningen worden opgebracht door een kleinere beroepsbevolking. Hierdoor wordt de solidariteit op de proef gesteld.'
(Troonrede 2004)
14 procent van de bevolking is op dit moment ouder dan 65. Over ruim dertig jaar is dat gestegen naar 25 procent. In dat jaar, 2040, bereikt de vergrijzing zijn piek. Hoewel het volgens Van Nimwegen een farce is te denken dat daarna de bevolking weer 'jonger' wordt. 'Die toename van het aantal kinderen, de grote gezinnen, dat komt niet terug. We moeten leren leven met een oudere bevolking.'
Hoe worden zij oud?

Kees Vendrik, Kamerlid:
"Ik heb er nog niet zo'n idee bij. Behalve dat ik zelf wil bepalen - als ik tenminste gezond ben - hoe en wanneer ik werk. Ik ben er niet zo mee bezig dat ik op mijn 65e voldoende pensioen heb. Misschien werk ik nog wel langer door, werk ik part-time of ga ik nog naar het buitenland. Ik hoop zo lang mogelijk een gevoel van vrijheid te behouden en zelf te bepalen wat er gebeurt."
Gerda Verburg, Kamerlid:

"Ik hoop natuurlijk op een gezonde oude dag. Maar ook een actieve. Als ik niet voor de Kamer bezig ben, mag ik graag sporten, buiten zijn, lezen, naar muziek luisteren of naar het theater gaan. Ik houd er rekening mee dat ik tot mijn 65e door moet gaan, wat ik ook wel wil, hoor. Maar daarna hop ik gezond, actief oud te kunnen zijn en te genieten van nog heel veel dingen."
Rienk van Splunder, CNV-bestuurder:
"Ik heb een bijna 30-jarige loopbaan als vakbondsbestuurder, met tijden van 60 tot 70 uur per week werken. Ik heb daarom een afspraak om voor mijn 65-e te stoppen. Daar zal ik ook gebruik van maken. Daarna wil ik graag een combinatie maken: meer tijd voor gezin en vrienden, aan de andere kant hoop ik als vrijwilliger, of eventueel betaald, actief te blijven."
Nu al maatregelen
De politiek is ervan doordrongen dat ze nu al maatregelen moet nemen om straks AOW en zorgvoorzieningen betaalbaar te houden. Een kleinere beroepsbevolking moet immers het geld verdienen voor een ouder wordende samenleving. Het kabinet wil mensen weer langer aan het werk hebben, misschien wel tot na hun vijfenzestigste. Bovendien doet ze een beroep op de solidariteit van jongeren: om de lasten van ouderen te dragen.
Jongeren
Ook CDA-Tweede Kamerlid Gerda Verburg vindt dat jongeren op hun verantwoordelijkheden aangesproken mogen worden. 'Je ziet dat jaarlijks ongeveer 25-duizend jongeren zonder diploma uit de schoolbanken stappen. Dat is een enorme bedreiging, want zij zijn de werknemers van de toekomst. Rienk van Splunder van het CNV wil de lasten echter niet alleen bij de jongeren neerleggen. 'Het kan niet zo zijn dat ouderen maar vervroegd blijven uittreden en de leuke dingen blijven doen en zo de rekening doorschuiven naar de toekomst. Wat ons betreft gaan ook 65-plussers met een ruim pensioen mee aan de AOW.' Vendrik vindt dat een goed idee. Maar Verburg aarzelt een beetje. 'Als er met ons al over gesproken kan worden dan hebben we het over de mensen met een AOW-uitkering en een dik pensioen. Want dan vind ik: ook daar moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.'
Langer doorwerken is niet per se noodzakelijk menen Van Nimwegen, maar ook Verburg en Vendrik. Wel moeten er meer mensen onder de 65 jaar aan het werk. CNV-bestuurder Rienk van Splunder licht toe: 'Een paar jaar geleden werkte nog maar dertig procent van de 55-plussers. Nu is dat 50 procent en dat kan misschien nog wel groeien naar 90 procent.'
Andere benadering
Mensen langer aan het werk houden, verlangt wel een andere benadering van oudere werknemers. Bedrijven moeten meer investeren in de ontwikkeling van die ouderen. Van Splunder: 'Ik kom soms bedrijven tegen waar mensen ouder dan 45 worden uitgesloten van scholingsmogelijkheden.' Volgens Nico van Nimwegen van het NIDI ontkomen bedrijven ook niet aan een andere benadering: 'Omdat er relatief minder jongeren komen, worden zij steeds duurder en moeten bedrijven wel meer een beroep doen op ouderen.'
Een andere manier om mensen langer aan het werk te houden is ze tijdens hun carriëre gelegenheid te geven verlof op te nemen. Het kabinet heeft daarvoor een 'levensloopregeling' ingesteld. Werknemers kunnen bij hun werkgever fiscaal aantrekkelijk sparen voor betaald verlof. In die periode kunnen ze zich dan bezinnen op hun loopbaan door bijvoorbeeld te studeren, maar ze kunnen de tijd ook gebruiken om kinderen op te voeden of een familielid te helpen. Kees Vendrik van Groen Links is bang dat vooral de rijken van de regeling profiteren: 'Een jonge moeder met een parttime baan en twee kinderen, heeft niet veel geld om te sparen. Alleen de beter betaalden zullen geld opzij kunnen leggen.' Vendrik pleit daarom voor een verdergaande regeling: 'Iedereen die actief wordt op de arbeidsmarkt krijgt het recht ergens tijdens zijn loopbaan met verlof te gaan.' Het geld voor dat recht wordt opgebracht uit de algemene middelen, daar hoeven mensen niet individueel voor te sparen.

In de toekomst zal het werkzame leven er dus anders uit zien, met meer mogelijkheden om tussentijds eruit te stappen. Kees Vendrik: 'We moeten af van die ratrace op de arbeidsmarkt, het moet meer ontspannen, leuker worden om te werken.' Het zal ook een aanpassing vragen in de geesten van werknemers: want zij geven het recht op vervroegd uittreden op voor langer, leuk werken?!

Vergrijzing wordt probleem door gebrek solidariteit
AMSTERDAM In een verzorgingsstaat moet er niet alleen solidariteit zijn tussen rijk en arm, maar ook solidariteit tussen generaties. De solidariteit is voor een deel gebaseerd op het idee dat je op een gegeven moment oud en afhankelijk geworden bent van anderen en dat een vermogend iemand in de toekomst wel eens arm kan worden en dan ook hulpbehoevend is geworden.
Door Bart Luijkx,
In wezen is solidariteit dus ook een vorm van investeren in je medemens, waarvan je weet, het kan mij wel eens rendement opleveren als het nodig mocht zijn.
De generatie Nederlanders die nu zijn carrière opbouwt of binnenkort start wordt geconfronteerd met hoge premies voor prepensioen, pensioen en gezondheidszorg. Terwijl deze starters ook al veel geld kwijt zijn aan huisvesting. Daarnaast gaan er veel stemmen op om de hoogopgeleiden van de nieuwe generatie ook nog eens te belasten met flinke studieschulden. Dit laatste wordt voorgesteld onder het credo 'investeren in je toekomst'. Investeren in je toekomst is natuurlijk verstandig als je weet dat het rendement oplevert. Maar hoe zeker kan je zijn van het rendement van investeringen in prepensioen, pensioen en gezondheidszorg? De nieuwe generatie heeft tot nu toe net zo braaf de premies betaald als bijvoorbeeld de babyboomgeneratie. Maar zal het rendement voor beide generaties even groot zijn? Het is twijfelachtig.
Belangrijke fundamenten van de verzorgingsstaat, zoals het pensioenstelsel, zijn gebouwd op een sterke beroepsbevolking. De sterke beroepsbevolking moet een kleine, niet-werkzame bevolkingsgroep onderhouden die een beroep doet op de voorzieningen van de verzorgingsstaat. Nu is die niet-werkzame bevolkingsgroep steeds groter geworden. Dit was geen probleem zolang de arbeidsproductiviteit (en de omvang door toetreding van vrouwen) van de beroepsbevolking toenam. Maar in de toekomst zal de niet-werkzame bevolking zo groot worden dat verhoudingen scheef komen te liggen bij behoud van de voorzieningen van de huidige verzorgingsstaat. Dit is een groot probleem dat veroorzaakt wordt door de vergrijzing en ontgroening van onze bevolking.
Is een kleine beroepsbevolking in staat een grote niet-werkzame bevolking te onderhouden? En is die beroepsbevolking daar bereid toe? Die bereidheid zou zeker vergroot worden als alle generaties voor een gelijk deel bijdragen aan de oplossing van het gemeenschappelijke probleem. Maar het lijkt er niet op dat de bijdragen van de verschillende generaties gelijk zijn. Scherper, de verschillende bijdragen gaan zo sterk uiteen lopen dat het fundament van solidariteit tussen generaties in gedrang komt. Waarom zou je gaan betalen voor een generatie die zelf onvoldoende maatregelen heeft genomen om de vergrijzing aan te pakken, terwijl ze het probleem ruimschoots van tevoren heeft zien aankomen. Dezelfde generatie belast de volgende generatie ook nog eens met een torenhoge staatsschuld. Vergrijzing vraagt om solidariteit. Maar solidariteit is tot nu toe niet getoond, afgezien van het bescheiden bedrag in het AOW spaarfonds.
Het is dan ook de vraag of de nieuwe generatie solidariteit moet en kan tonen door de AOW uit het omslagstelsel te financieren, de kosten van de gezondheidszorg op te brengen en de staatsschuld af te betalen. Eigenlijk verdient de oproep van de JOVD en de CNV-jongeren om niet langer de premies voor de VUT en het prepensioen te betalen applaus. Het is toch van de zotte om voor iets te betalen waar je nooit profijt van zal hebben. Het Europees hof van de Rechten van de Mens te Straatsburg zal waarschijnlijk een dergelijke weigering in overeenstemming achten met het EVRM-verdrag, ook al moet je daar natuurlijk jaren voor procederen.

Om de vergrijzing op te vangen is een aantal maatregelen hard nodig. De eerste maatregel is het verhogen van de pensioenleeftijd, prepensioen wordt sowieso afgeschaft. De tweede maatregel is het versneld aflossen van de staatsschuld. De derde maatregel is kapitaalkrachtige ouderen de AOW te laten betalen, de AOW wordt sowieso weer een voorziening voor arme ouderen. De vierde maatregel is het invoeren van een basispakket gezondheidszorg. Deze maatregelen zullen de solidariteit tussen generaties ten goede komen. Iedere generatie zal dan bereid zijn om het gemeenschappelijk probleem aan te pakken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.