Oefentoets latijn les 2
Oefentoets Latijn
-Stam invullen (bij oplossingen).
a. dei d. Graecus g. veniunt j. amare
b. habitant e. fratres h. Olympus k. dicunt
c. saluta f. terrae i. florent l. terrete
Je mag voor de antwoorden je boek gebruiken.
Oplossingen invullen (alleen stam)!
a. d. g. j.
b. e. h. k.
c. f. i. l.
-Noteer van de volgende zinnen het naamwoordelijk deel van het gezegde (indien mogelijk!)
- Jupiter en Pluto zijn broers.
- Jupiter woont op de Olympus.
- Pluto is de broer van Jupiter.
- De Tartarus is een duistere plaats.
-Maak drie kolommen in je schrift en schrijf boven de kolommen:
persoonsvorm (of: indicativus), imperativus, infinitivus.
Sorteer de werkwoordsvormen in de drie kolommen.
- mittite
- amare
- vivunt
- clama
- habitant
- floret
- duc
- veniunt
- flore
- posse
- audit
- dicere
-t of -nt? Vul de juiste uitgang in.
- Dei vivu ...
- Romanus veni ...
- Deus vivi...
- Graeci clama ...
-Schrijf het rijtje op van finire. Noteer de gevraagde vormen van het werkwoord finire:
(indicativus) 3e pers. enkelvoud
(indicativus) 3e pers. meervoud
imperativus enkelvoud
imperativus meervoud
infinitivus
-Schrijf de volgende zinnen over en verbeter ze als ze fout zijn.
- Bijwoorden zijn veranderbare woorden.
- Bij veranderbare woorden verandert de uitgang.
- Het gezegde staat meestal vooraan in de zin.
- Het gezegde heeft altijd een naamwoordelijk deel.
- De Romeinen kenden slechts één god.
- Romeinse goden zijn antropomorf.
- Mythologische verhalen geven vaak een verklaring voor een verschijnsel in de natuur.
-Responde Latine. (Antwoord in het Latijn en gebruik volledige zinnen!)
- Waar woont Jupiter?
- Waar leeft Pluto?
- Wat zijn Pluto en Neptunus?
- Welke functie heeft Neptunus in de zee?
- Waar zijn Ceres en haar dochter vaak?
- Wat doet Proserpina vaak?
REACTIES
1 seconde geleden