Verslag lid Bourgeoisie

Verslag van lid van de bourgeoisie.

Mei 1789, Lodewijk XVI was bijna failliet. Hij wilde maatregelen nemen om zijn geldproblemen op te lossen. Maar de edelen, geestelijken en wij (de bourgeoisie) wilde daarover mee beslissen. Daarom was hij gedwongen de Staten Generaal bijeen te roepen. De vertegenwoordigsters van de 3 standen kwamen naar Versailles. Lodewijk XVI wilde iedere stand apart laten stemmen. Maar daar waren niet mee eens! De kerk en adel waren hoe dan ook met elkaar eens en dan was de stemverhouding 2 tegen 1. Daarom verlieten wiij uit woede het paleis en gingen naar de kaatsbaan. We voelde ons de vertegenwoordigsters van het Franse volk en noemde ons de Nationale Vergadering. We zworen niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet had.
Toen er een gerucht ging dat de koning Nationale Vergadering uit elkaar wilde jagen, bestormde een menigte Parijzenaars de Bastille. Dat was op 14 juli 1789. De boeren steunde ons ook en daarom plunderde ze kastelen en werden er adelijke gezinnen opgehangen. De la Grande Peur.
Na deze onrustige tijd schafte we de standensamenleving af en we namen de rechten van de mens en burger aan. In oktober 1789 werd Lodewijk XVI door Parijse vrouwen uit zijn kasteel gehaald. Hij en de Nationale Vergadering moesten in Parijs regeren. Maar wij trokken ons weinig van de koning aan. We besloten dat landerijen, kloosters, paleizen en kerken bezit waren van de Franse staat. Maar veel Franse waren daar niet mee eens. De paus was woedend en riep alle Europese koningen op voor een oorlog. In 1791 kreeg Frankrijk een nieuwe grondwet. Ons land behield zijn koning en bleef een monarchie. Maar de macht van de koning werd beperkt door wat er in de grondwet stond. Frankrijk werd een Constatutionele Monarchie.
In 1792 kwam er inderdaad een oorlog met Oostenrijk en de Pruisen. Vrijwilligers uit heel Frankrijk stroomden toe en zongen de Marseillaise. Ze werden soldaat om heel Europa te bevrijden van het absolutisme. De koning wist niet wat hij moest en schreef geheime brieven aan de Oostenrijkse bevelhebber. Het werd ontdekt en de hele koninklijke familie werd in 1793 onthoofd. En daarmee werd Frankrijk een republiek.
In de Nationale Vergadering was de gematigde bourgeoisie waaronder ik de baas, maar veel mensen waren ontevreden over ons. De oorlog tegen Oostenrijk verliep niet goed en de arme boeren hadden nog niet echt van de Franse revolutie geprofiteerd. Daarom steunde steeds meer mensen de tegenstanders van de Nationale Vergadering, de Jakobijnen. Na de dood van Lodewijk XVI grepen de Jakobijnen de macht onder leiding van Robespierre en Marat. Ze voerde de terreur in wat ik persoonlijk een waar schrikbewind vond. Wie tegen de Jakobijnen was, was tegen de revolutie vond Robespierre. Hij liet zo veel mogelijk tegnstanders oppakken en ze werden vermoord onder de guillotine, waaronder ook vrienden van mij. Uiteindelijk werd het te gortig en werd Robespierre zelf onder de guillotine ter dood gebracht.
In 1795 kwam een nieuwe regering met 5 directeuren: het directoire, met een nieuwe grondwet.
In 1799 greep Napoleon Bonaparte de macht. Hij vestigde een dictatuur en hield de grondwet en eerlijke rechtspraak aan.