Kruistocht in spijkerbroek realistisch onrealistisch | Geschiedenis opdracht

Beoordeling 8.5
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 430 woorden
  • 8 april 2019
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
8 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Geschiedenis daltonopdracht ‘Kruistocht in spijkerbroek’.

Realistisch:

  1. In de film verhongeren kinderen. In de tijd van de kruistochten konden mensen (bijna) geen eten meenemen tijdens de tocht. Hierdoor was er niet genoeg eten voor iedereen. Het eten dat werd meegenomen was meestal voor de heiligen (zoals Nicholas). Zij kregen het meeste van het eten. De armen/niet-heiligen (de kinderen) moesten zelf voor hun eten zorgen. Ze zorgden voor hun eten door bijvoorbeeld eenden te vangen, die kaal te plukken, boven een kampvuur te roosteren en dan op te eten.
  1. Een kinderkruistocht gaat naar Jeruzalem om de stad te bevrijden. De heilige stad (Jeruzalem) is veroverd en is in handen van mensen die de christenen niet welkom heten in de stad (zoals de Seldjoeken). De kinderen gaan naar Jeruzalem om de stad te bevrijden. Dit willen ze doen door voor de stad te bidden. Het blijkt uiteindelijk niet zo te zijn dat ze naar de heilige stad gaan want vader Anselmus had alle kinderen als slaven verkocht.
  1. Er breken ziektes uit. Onderweg breekt er een ziekte uit: roodvonk. Doordat iedereen bij elkaar loopt kan de ziekte zicht makkelijk verspreiden en worden er meer mensen ziek. De heiligen maakt het weinig uit dat de kinderen ziek worden en lopen gewoon door, totdat vader Anselmus ook ziek wordt. Dan wordt de tocht tijdelijk gestaakt tot vader Anselmus weer beter is. Dit zouden ze in de middeleeuwen ook op deze manier hebben gedaan.

Onrealistisch:

  1. In het verhaal overlijdt Tijs (een niet-heilig kind dat meeloopt in de kruistocht). Tijs wordt herdacht door Nicholas (een heilige en de leider van de tocht). In de middeleeuwen is het ongebruikelijk dat een niet-heilige wordt herdacht door een heilige (tenzij het familie/ vrienden/ zijn). Heiligen worden wel herdacht door niet-heiligen, maar niet andersom.
  1. Iedereen spreekt dezelfde taal. Iedereen in de kinderkruistocht spreekt dezelfde taal, wat gek is aangezien iedereen op een ander punt/in een ander land is aangehaakt en ze spreken niet overal dezelfde taal. Wat het nog gekker maakt is dat ze ook nog dezelfde taal spreken als Dolf terwijl ze in de middeleeuwen een andere taal spraken dan wij nu spreken.
  1. De zoon van de graaf van Rotterdam. De heiligen zouden wel zijn ingelicht als er nog een heilige zou gaan meelopen, dat is in dit geval niet gebeurd, Het is niet realistisch dat mensen geloven dat Dolf de zoon van de graaf van Rotterdam is, want:
     
  2. Rotterdam bestond nog niet in 1212.
     
  3. Ze hebben nog nooit van hem gehoord en toch laten ze hem mee eten en slapen in de heiligen tent.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.