Anne Frank

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 5334 woorden
  • 19 september 2016
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Anne Frank  
Werkstuk Aimée Henry
        Voorwoord   Als onderwerp heb ik Anne Frank gekozen omdat het een heel bijzonder meisje is. Zij is heel beroemd geworden met haar dagboek. Daarbij heeft zij een hele lange tijd stil in een huis verborgen  achter een kast moeten wonen. Ik ben erg benieuwd hoe zij in dat huis heeft geleefd, samen met nog een andere familie. Ook wil ik weten waarom ze daar gezeten heeft.   Aimée Henry, Delft, 28 april 2015    Inhoudsopgave   Voorwoord 2
1. Anne Frank van Duitsland naar Nederland. 4

2. 2e Wereldoorlog 6
3. Jodenvervolging in Nederland 7
4.      Het leven in het Achterhuis 9
5. het Dagboek van Anne Frank 11
6. Concentratiekamp 13
7. Nawoord 15
8. Bronvermelding 16     
1. Anne Frank van Duitsland naar Nederland.   De vader van Anne werd geboren op 12 mei 1889 in hetzelfde jaar als Adolf Hitler. Otto Frank had een gelukkige, beschermde jeugd en zijn familie was rijk. Otto ging naar een goede school, bereed een paard, en leerde muziekinstrumenten bespelen. Otto heeft economie gestudeerd in Heidelberg. De Familie Frank was liberaal joods en Otto ging ook niet vaak naar de Synagoge en ze spraken geen Hebreeuws. Otto heeft dapper gevochten in de 1e wereld oorlog. Hij was officier in het Duitse leger. Otto bleef er vertrouwen in hebben dat Duitsland zou winnen maar in 1918 gaf Duitsland zich over. Op 16 januari 1900 werd Edith Hollander, de latere moeder van Anne, geboren. Zij had ook een hele rijke familie. Zij was een modern meisje dat hield van mooie kleding, dansen ,muziek en op vakantie gaan met vrienden en familie.  Op 12 mei 1925 gingen Otto en Edith trouwen.  Otto was toen 36 en Edith 25 jaar oud. Margot Betti Frank was de 1e dochter van hen. Zij werd geboren op 16 februari 1926. Zij was een rustige baby die de hele nacht doorsliep en een grote bos donker haar had. Margot was de ‘kleine engel’ van haar vader en moeder. Toen Margot 18 maanden oud was vonden haar ouders het tijd dat ze een eigen huis kochten. Ze kozen een huis in Frankfurt. Margot hield van het nieuwe huis. Ze had haar eigen slaapkamer naast die van haar ouders en er was nog een kamer voor hun huishoudster Kathi, een vrolijke vrouw. Toen er maanden voorbij gingen en Margot peuter werd sloot ze vriendschap met Hilde, een meisje uit een ander appartement.
Antisemitisme, Jodenhaat, was niets nieuws in Duitsland of waar dan ook. In de 19e eeuw waren de joden in Europa vaak arm en woonden bij elkaar in getto’s. Dat waren stadswijken waar arme Joden bij elkaar woonden, soms verplicht. Maar later waren er joden die geld verdienden en dokter, advocaat of leraar werden en niet meer in een getto hoefden te wonen. Tegelijkertijd werden joden steeds meer gediscrimineerd als ras dan als geloofsgroep.

Nadat Duitsland zich had overgegeven moest Duitsland voor straf veel geld betalen aan de landen waar schade was. Omdat er zoveel schade was, was Duitsland veel geld kwijt. Daardoor ging de economie omlaag en was er armoede in Duitsland. Hitler met zijn nazipartij zocht een zondebok en gaf de joden de schuld van de slechte economie en werkloosheid. Veel Duitsers geloofden dat, en waren bovendien jaloers op de vaak goede banen van de joden.
Annelies Marie Frank werd geboren op 12 juni 1929. Anne werd vaders favoriet terwijl Margot meer naar haar moeder trok. Margot was een rustig kind, en Anne huilde veel en was vaak ondeugend.
Steeds meer mensen werden lid van de nazipartij,er werd gedemonstreerd in de straten door mannen in bruine uniformen met hakenkruisvlaggen. Deze bruinhemden vielen vaak joden aan. In 1931 moest de familie verhuizen van de huisbaas omdat ze Joods waren. De joden in Frankfurt werden steeds meer bedreigd. In januari 1933 won Hitler de verkiezingen en werd hij de baas in Duitsland.
De vader van Anne verdiende steeds minder geld en in 1933 gingen ze bij Anne’s oma wonen. Margot moest omdat ze joods was apart zitten in de klas. Alle joodse leraren werden ontslagen en er kwamen steeds meer anti-joodse maatregelen.
De familie Frank besloot dat ze Duitsland wilden verlaten en nadat meneer Frank een bedrijfje in Nederland had weten op te zetten, verhuisde het gezin naar Amsterdam. Ze vonden een woning aan het Merwedeplein in Amsterdam-Zuid. Anne was toen 4 jaar. Meneer Frank had een secretaresse die geboren was in Oostenrijk, maar sinds haar 11de al in Nederland woonden. Zij heetten Miep Santrouschitz en werd al snel een goede vriend van de familie net als Victor Kugler die ook bij Otto Frank werkte. Margot en Anne leerden al snel Nederlands op school, en maakten nieuwe vriendinnen. Ze voelden zich veilig in Nederland. In Duitsland kwamen er steeds meer wetten tegen joden. Zij  mochten zich geen Duitser meer noemen en mochten niet meer trouwen met niet-joden.
Anne was niet zo gezond en had een zwak hart. Ze kon zich dus niet zo erg inspannen. Ze ging graag naar het strand en hield van zwemmen. Haar beste vriendin was ook joods en heette Lies. Samen hadden ze veel geheimpjes. Maar Anne had ook veel jongens als vriendjes. In 1938 sloot Oostenrijk zich aan bij Duitsland en verloren ook veel joden in Oostenrijk alles wat ze hadden. Veel joden probeerden te vluchten maar vaak waren ze in anderen landen ook niet welkom. Secretaresse Miep haatte de nazipartij. Haar Oostenrijkse paspoort was omgewisseld voor een Duitse.
In de nacht van 9 op 10 november 1938 werden overal in Duitsland Joodse winkels vernield, synagogen in brand gezet en joodse boeken verbrand. Deze nacht werd de kristalnacht genoemd omdat er zoveel glas gebroken was. Toen was het duidelijk dat de nazi’s alle joden weg wilden hebben. Hitler wou allen joden in Europa vernietigen. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. De 2e wereldoorlog was begonnen! De joden in Polen kregen het heel zwaar. Veel van hen moesten allemaal bij elkaar gaan wonen in grote, volle getto’s.
In 1940 was Anne 10 jaar. Ze hield op school niet van wiskunde maar wel steeds meer van schrijven en toneelstukken. Anne was een lang en dun meisje geworden. Haar zus Margot begon steeds meer op een vrouw te lijken.
 

2. 2e Wereldoorlog   Op 10 mei 1940 werd Nederland door Duitsland aangevallen. De regering en de koningin vluchtten naar Engeland. En nadat Rotterdam door de Duitsers Rotterdam gebombardeerd was, gaf Nederland zich over. In Nederland leefden 140.000 joden waarvan meer dan de helft in Amsterdam. De Nederlandse nazi-partij was de NSB (Nationaal-Socialistische Beweging). De ordedienst van de NSB begon ook in Nederland joodse burgers lastig te vallen. Maar in de eerste maanden van de oorlog was het voor Anne nog niet zo slecht, ze kon naar school en had te eten. In december 1940 verhuisden de bedrijven van vader Frank naar Prinsengracht 263. Het kantoor zat op de 1e verdieping, en er was net zoals bij veel grachtenhuizen ook een achterhuis. Veel joden moesten hun bedrijf sluiten. Meneer Frank deed net alsof Nederlanders zijn bedrijven hadden overgenomen en daarom viel het voor de Duitsers niet op. Toen in februari 1941 in de joodse wijk van Amsterdam willekeurige Joodse mannen werden gearresteerd werden er in de grote steden stakingen georganiseerd. De havens en fabrieken lagen stil. Door te dreigen met zware straffen dwongen de Duitsers weer iedereen aan het werk. Veel gewone Nederlanders hielpen de joden niet omdat het ze niet kon schelen of omdat ze bang waren. Anne werd op 12 juni 1941 12 jaar oud. Anne ging op zomerkamp maar mocht niet meer naar het zwembad door een anti-joodse wet. Na de zomer moesten Anne en Margot van hun eigen school en moesten ze naar een speciale joodse school. Gelukkig maakten ze nieuwe vriendinnen en deed ze nog leuke dingen zoals thuis film kijken en logeren.
In januari 1942 besloten de nazi’s in het geheim om alle joden in de bezette gebieden (van Nederland tot en met Rusland) te vernietigen. Ze noemden dit de Endlösung, de Eindoplossing. Ze gebruikten daarvoor concentratiekampen. Het meest beruchte kamp lag in Polen en heette Auschwitz. In de gaskamers werden daar ongeveer 1 miljoen mensen vermoord.

In april 1942 besloot de familie Frank dat ze moesten onderduiken om deportatie te ontlopen. Deportatie is het wegvoeren van de joden naar een kamp. De beste oplossing was om achter het kantoor aan de Prinsengracht te gaan schuilen. De medewerkers van meneer Frank en de secretaresses Miep en Bep moesten daar wel aan mee willen werken. Dat was gevaarlijk omdat als je joden hielp je in de gevangenis kon komen of zelfs kon worden dood geschoten. Het Achterhuis werd schoongemaakt en ingericht met bedden en voorzien van eten. Anne en Margot wisten nog niet dat ze daar heen zouden gaan. De avonden waren niet meer rustig omdat er veel luchtalarmen waren. Er vlogen vliegtuigen over waar dan op werd geschoten. Om in de zomer wat te doen te hebben organiseerden ze een tafeltennisclub en heel af en toe konden ze nog een ijsje kopen.

3.     Jodenvervolging in Nederland    De grote deportaties (afvoeringen) van joden naar de concentratiekampen zouden in de zomer van 1942 beginnen. Tegen die tijd hadden de nazi’s al informatie verzameld over wie joods was en waar deze joden woonden. De joden die in de bezette gebieden leefden, vielen ook onder de anti-joodse regels die eerder in Duitsland gebruikt werden. In Nederland, Frankrijk en België gold een wet waardoor de joden heel erg zichtbaar werden gemaakt. Ze moesten een davidster dragen. In de Duitse aankondiging stond: alle joden die in het openbaar gezien worden, moeten een Jodenster dragen. De Jodenster wordt een zwarte, 6 puntige ster op gele stof, heeft de maat van je handpalm en heeft als tekst er op “jood”. De ster moet goed zichtbaar zijn op de bovenkleding boven de linkerkant van de borst. De joden in Duitsland en Tsjechoslowakije hadden de ster als sinds September 1941. Jodensterren konden alleen bij distributiekantoren worden gehaald voor 4 cent en een kledingbon. Een weigering om een ster te dragen, betekende dat je gevangenisstraf of een boete krijgt. Zelfs Joden in de gevangenis moesten een gele ster dragen. Alleen jonge kinderen hoefden geen ster te dragen. Sommige joden waren trots op hun ster en anderen schaamden zich er voor. In het begin droegen ook veel niet joden een ster uit protest maar dat stopte toen de Duitse politie dreigde om deze mensen te deporteren. De joden hoopten dat als ze zich aan alle wetten zouden houden ze veilig zouden zijn. Na 8 uur ’s avonds moesten ze binnen blijven en de boodschappen moesten in de middag tussen 3 en 5 uur gedaan worden.   Op 12 juni 1942 werd Anne 13 jaar en koos ze als cadeau een dagboek. Eigenlijk was het een handtekeningen boek met rode en witte ruitjes. Op haar verjaardag begon ze er al in te schrijven en plakte ze er een schoolfoto in. Op 5 juli kwam er een politieagent met een envelop voor Margot met een kaart erin waarop stond dat Margot in Duitsland moest gaan werken en dat ze zich de volgende dag bij de SS moest melden. SS zijn soldaten van de Nazi partij. De nazi regering had besloten 4.000 joden uit Nederland naar Duitse werkkampen te brengen. De eerste oproepen werden op 5 juli 1942 bij de Duitse joden bezorgd van kinderen van 15 en 16. Wanneer de mensen niet kwamen opdagen bezetten ze een gebied en gingen ze huizen langs. Bij de brief stond wat voor kleding je mee moest nemen. (het moest in een rugzak). Meteen nadat Margot de brief had gekregen ging moeder Frank naar de familie Van Pels. De beide joodse families kennen elkaar al lang. Anne was bevriend met de zoon Peter van Pels. De vader van Anne was al sinds het voorjaar van 1941 bezig om plannen te maken voor onderduiken in het Achterhuis, een leegstaande opslagplaats achter zijn bedrijf aan de Prinsengracht.

Ze moesten meteen onderduiken. Anne pakte haar kleren in samen met haar brieven en Dagboek en de volgende ochtend vertrokken ze naar het Achterhuis.
Overal in Europa  proberen kinderen aan de nazi’s te ontsnappen. Ze doken onder op het platteland of in de stad of door te doen alsof ze een niet joods persoon waren. Met het hele gezin onderduiken zoals bij Anne gebeurde bijna nooit. Het was makkelijker om een enkel kind bij andere mensen onder te brengen en een nieuwe naam en goddienst te geven. Pas na de oorlog kwamen ze er achter of de rest  van hun familie het overleefd had.  
4.      Het leven in het Achterhuis   Er waren in het Achterhuis in totaal 8 onderduikers: de ouders Otto en Edith Frank, Margot en Anne, Hermann en Auguste van Pels en hun zoon Peter en ten slotte de later ondergedoken Fritz Pfeffer, een tandarts uit Berlijn. Er waren 4 helpers:  Miep Gies, Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl, allemaal medewerkers van Otto Frank. Meneer en Mevrouw Frank sliepen met Margot in een kamer op de 1e verdieping. Dat had een raam wat uitkeek op de binnenplaats beneden en de huizen aan de overkant. Naast deze kamer was een smalle kamer waar Anne en Fritz Pfeffer sliepen. Daarnaast was er een wasruimte met een wc. Op de boven verdieping was een grote kamer met twee ramen die ook uitkeken op de binnenplaats. Deze kamer was voor Meneer en Mevrouw van Pels, en dit was ook de woonkamer en de keuken. De kamer daarnaast was een klein kamertje voor Peter. Midden in dit kamertje stond de trap naar zolder. Vanuit het ronde raam op zolder kon je de toren van de Westerkerk zien. De ramen waren allemaal geblindeerd en de onderduikers moesten heel voorzichtig zijn zodat niemand te weten kwam dat ze daar zaten.  Geblindeerd is dat je niet meer naar binnen kan kijken. De deur naar het achterhuis was verborgen achter een speciale boekenkast die verschoven kon worden door mensen die wisten waar de geheime scharnieren zaten. 
Er waren in het huis strenge regels. Als er in het voorhuis en de werkplaats gewerkt werd, moest iedereen zo stil mogelijk zijn. De gordijnen moesten dan dicht blijven en de wc mocht niet gebruikt worden. De onderduikers waren altijd bang dat ze ontdekt werden. Ook waren de onderduikers bang dat het eten op ging. De helpers moesten daar voor zorgen. Al het eten was op rantsoen. Dat betekent dat je voor al het eten per persoon bonnetjes kreeg die je moest inleveren in de winkel. Zo kon je niet meer kopen dan dat je voor jezelf nodig had. Sommige winkeliers hielpen daarbij door wat extra te geven. Op de zolder van het achterhuis werd alle voorraad bewaard. Toen de oorlog langer duurde dan gedacht, moest Miep vaak uren in de rij staan bij de winkel en soms was er niets meer te koop. Het gebeurde dat Anne en de rest 2 weken lang hetzelfde moesten eten. Ook moesten ze zuinig zijn met de elektriciteit en was het in de winter vaak heel koud. Toen Anne in de winter van 1942 hoge koorts had, konden ze geen dokter halen. Er was ook af en toe ruzie om eten en over geld en de opvoeding van de kinderen. Gelukkig probeerden de onderduikers met moppen en verkleedpartijen de boel weer een beetje op te vrolijken.
Alle onderduikers probeerden zich overdag nog zo druk mogelijk te houden: studeren, schrijven, en lezen. Tot Anne haar ergernis mocht ze niet dezelfde boeken lezen als Margot en Peter. Meneer Frank zorgde dat de 3 tieners aan onderwijs niets te kort kwamen, en gaf ze les in een heleboel onderwerpen, waaronder talen, meetkunde, aardrijkskunde, geschiedenis en algebra. Algebra is een soort wiskunde. ’s Avonds na de lessen kwam de verveling. Vaak pakten ze dan de verrekijker van haar vader en keek dan naar de kastanjeboom. Anne vond het schuilen als en groot avontuur. Ze vergeleek het in haar dagboek als een vakantie in heel erg vreemd hotel en probeerden het beste er van te maken. Maar ’s nachts was er veel spanning en in de stilte sloeg haar fantasie op hol. De minuten kropen voorbij en bij elk krakend geluid en elke beweging vroeg ze zich af of ze ontdekt werden. Ze ontsnapte in haar dagdromen over ‘na de oorlog’ maar ontdekte dat ze haar angsten en verdrietigheid het beste kon overwinnen door naar de zolder te gaan, waar het raam openstond, daar kon ze naar de hemel en de Westertoren kijken. Als ze naar de kastanjeboom keek vergat ze alles waar ze bang van werd en verdrietig. De kastanjeboom was haar troost.

De onderduikers luisterden regelmatig naar de radiozender Radio Oranje, over joden die werden doodgeschoten of vergast. Ze probeerden de moed erin te houden, ondanks de verschrikkelijke berichten. Begin 1944 merkte Anne dat ze een oogje op Peter had, en wanneer hij naar haar keek werd ze blij. Al snel werd ze zijn vertrouwelinge, en dat was precies wat ze wilde.  Ze brachten uren met zijn tweeën op de zolder door, waar ze voor het raam zaten en naar de Westertoren keken of naar de overkant van de binnenplaats, en waar ze de winter lente zagen worden in de kastanjeboom.

5.   het Dagboek van Anne Frank   het dagboek van Anne frank is heel beroemd. Het heeft als titel het Achterhuis.  Anne kreeg op haar 13e verjaardag een roodgeruit dagboek van haar ouders cadeau. Nu zal zij al haar gedachten en belevenissen kunnen opschrijven in het dagboek. Anne noemt het dagboek “Kitty” omdat ze een vriendin miste aan wie ze al haar geheimen kwijt kon. Ze schrijft in haar dagboek dus al haar geheimen maar ook haar problemen met de mensen om haar heen. Zoals haar vele ruzies met mevrouw van Pels. En haar band met moeder Frank en haar zus Margot was ook niet zo goed. Uit Anne haar dagboek zijn wij veel dingen over haar te weten gekomen, Zelfs dingen die Otto Frank niet wist, zoals haar gevoelens. Otto wist niet dat Anne zo erg met haar gevoelens bezig was. Ze schreef over Peter dat ze elke keer naar de zolder gingen en dan samen over zich zelf praatten, en als ze klaar waren gaven ze elkaar een zoen voor het open zolder raam. Anne schreef in haar dagboek dat ze het erg jammer vond dat ze niet kon praten. Maar als ze dan wel mocht praten daar ook gebruik van maakte en al haar meningen zei. Waardoor ze weer ruzie kreeg met mevrouw van Pels. Anne plakt ook veel plaatjes uit haar favoriete tijdschrift: Cinema en Theater op haar muur. In het Anne frank huis zijn die plaatjes nog goed zichtbaar.
Een hele beroemde zin uit haar dagboek is : het benauwt me ook meer dan ik zeggen kan dat we nooit meer naar buiten mogen, en ik ben erg bang dat we ontdekt worden en dan de kogel krijgen. (28 september 1942). Ook is ze bang voor de vliegtuigen ’s nachts en wil dan het liefst bij haar vader in bed kruipen. Met haar vader kan ze als enige opschieten. Alle andere bewoners van het Achterhuis hebben de hele tijd op- of aanmerkingen over haar, en Anne ergert zich er vreselijk aan. Anne schrijft erover in haar dagboek : ik denk er niet aan om al die beledigingen op me te laten zitten, ik zal ze wel laten zien dat Anne Frank niet van gisteren is, ze zullen nog opkijken en gauw hun grote bek houden, als ik ze duidelijk maak dat ze niet aan mijn, maar aan hun eigen opvoeding het eerste moeten beginnen. Ben ik dan werkelijk zo ongemanierd, eigenwijs, koppig, onbescheiden, dom, lui, enz. enz. als ze boven zeggen? Ach wel neen, ik het heus wel dat ik veel fouten en gebreken heb, maar ze overdrijven het wel in zeer hoge mate! Als je een wist, Kitty, hoe ik soms kook, bij die scheld- en schimpartijen. Het zal heus niet lang meer duren of m’n opgekropte woede komt tot uitbarsting. ( 28 september 1942).  Bovendien maakte Anne vaak ruzie met haar moeder en zelfs met Margot kan zij het lang niet altijd even goed vinden. Alleen Otto begrijpt haar, hij is haar grote voorbeeld. Anne vertelde hem dat zij meer houdt van hem dan van haar moeder. Otto vertelde haar dat dat wel zal veranderen als ze ouder wordt.
Van Fritz Pfeffer komt er slecht nieuws. Anne hoort dat er in heel de stad joden worden opgepakt en naar concentratiekampen gebracht. Ze moet dan aan haar vriendinnen denken: Slecht voel ik me, dat ik in een warm bed lig, terwijl mijn liefste vriendinnen ergens buiten neer gegooid of gevallen zijn. Ik word zelfs bang als ik aan allen denk met wie ik me altijd zo innig verbonden voelde en die nu overgeleverd zijn aan de handen van de wreedste beulen die er ooit bestaan hebben. En dat alles omdat ze joods zijn. (19 november 1942). Anne is alle helpers heel dankbaar. De mannen zorgen voor het bedrijf en dat er geld is en Miep en Bep zorgen voor eten, drinken en kleren. Miep neemt vaak boeken mee uit de bibliotheek : wij kijken altijd reikhalzend naar de zaterdag uit, omdat dan de boeken komen. Net als kleine kinderen die een cadeautje krijgen. Gewone mensen weten niet hoeveel boeken voor een opgeslotene betekenen. Lezen, leren en de Radio zijn onze enige afleidingen. (11 juli 1943). Anne krijgt steeds meer  plezier in schrijven en voelt zich steeds meer volwassen en wijzer. Ze wil ook graag als volwassen behandeld worden : al ben ik pas 14, ik weet toch heel goed wat ik wil, ik weet wie gelijk en ongelijk heeft, ik heb m’n mening, m’n opvatting en m’n principes en al klinkt het misschien gek voor een bakvis maar ik voel me meer mens, veel meer dan een kind, ik voel me helemaal onafhankelijk van welke andere ziel ook. (17 maart 1944). Anne wordt verliefd op Peter en ze spreken elkaar steeds meer op zolder. De volwassenen maken er flauwe grappen over en zijn nieuwsgierig wat ze met elkaar bespreken : Hij stond aan de linkerkant van het open raam, ik ging aan de rechterkant staan. Het was veel makkelijker bij het open raam in het betrekkelijk donker te praten dan bij zoveel licht, ik geloof dat Peter dat ook vond. We hebben elkaar zoveel verteld, zo ontzettend veel, dat kán ik niet allemaal herhalen, de mooiste avond die ik ooit in het achterhuis heb gehad. (19 maart 1944). Ze begint haar dagboek op losse vellen papier te schrijven. In de lente besluit Anne om van haar dagboek een echt boek te maken en ze noemt het “Het Achterhuis”. Een week voor haar 15de verjaardag horen ze op de radio dat er geallieerde troepen (Amerikanen, Engelsen en Fransen) zijn geland in Normandië in Frankrijk waar iedereen heel erg blij mee is. In de weken na haar 15de verjaardag denkt Anne veel na over haar zelf maar ook over de mensen om haar heen. Anne is teleurgesteld in haar vader omdat ze vind dat hij haar niet serieus neemt en niets over zichzelf verteld. En Peter is niet de vriend geworden die zij nodig heeft en ze neemt meer afstand van hem. Op 1 augustus 1944 schrijft Anne voor de laatste keer in haar dagboek. Drie dagen later, op vrijdag 4 augustus, valt de Gestapo (Duitse politie), het gebouw aan de Prinsengracht binnen. De onderduikers zijn verraden. Door wie de onderduikers zijn verraden is niet duidelijk.

6. Concentratiekamp   4 augustus leek een gewone dag, in het magazijn wordt gewerkt in het achterhuis is het stil. Maar om half 11 stopt er op eens een auto voor het bedrijf aan de Prinsengracht 263… gewapende politieagenten komen het magazijn binnen. Iemand heeft de Duitse politie gebeld en gezegd ‘er zitten daar joden’. De agenten liepen naar boven, naar het kantoor. Victor Kugler hoort geluid op de trap. Hij doet de deur open en ziet 4 politieagenten, waarvan een in een Duits uniform. ‘wie is hier verantwoordelijk’ snauwt een van de agenten hem toe. ‘Dat ben ik’ antwoord Victor Kugler rustig. De agenten willen zien waar de joden opgeborgen zitten. Even later staan ze voor de draaikast. Zonder twijfel trekken ze de kast open en een van de agenten richt zijn pistool op Victor.  Hij moet voorop lopen. De eersten die ze in de schuilplaats zien zijn Edith en Margot Frank. Ze kijken verschrikt op. Margot begint zachtjes te huilen. Fritz Pfeffer en Anne komen uit hun kamer om te kijken wat er aan de hand is en moeten met hun handen omhoog bij hen gaan staan. Een van de agenten loopt verder en gaat de trap op naar de kamer van de familie Van Pels. Otto Frak helpt Peter in zijn kleine kamertje met zijn Engels. Plotseling staat er een agent met een pistool in de kamer. Hij stuurt Otto en Peter naar beneden, waar de andere onderduikers staan.
Op 8 Augustus 1944 worden de acht onderduikers op de trein naar Westerbork gezet. De deuren van de trein gaan op slot. Na meer dan 2 jaar zien de onderduikers  voor het eerst iets anders  dan het benauwde, donkere achterhuis. Otto Frank merkt dat Anne de hele tijd naar buiten kijkt :  ‘Anne was niet bij het raam weg te krijgen. Buiten was het zomer. Daar waren weilanden en gemaaide korenvelden. Dorpen vlogen voorbij. De telefoondraden gingen op en neer langs het raam.’ Als de onderduikers in Westerbork aankomen, worden ze geregistreerd. Van iedereen wordt een kaart gemaakt met persoonsgegevens. De onderduikers worden in speciale barakken (houten schuren) voor strafgevallen gezet. Joden die zijn gearresteerd, omdat zij ondergedoken waren , worden strafgevallen  genoemd en streng behandeld. Anne en Margot zitten met hun moeder in één barak. Alle ruzies uit het Achterhuis zijn ze vergeten. Hun vader zit in een mannenbarak, maar ’s avonds is hij zoveel mogelijk bij zijn vrouw en kinderen.  Als Anne een keer ziek wordt is hij er extra en vertelt verhaaltjes om haar af te leiden. In dezelfde barak als Anne, Margot en hun moeder woont Rosa de winter.
Otto en Edith zijn de hele tijd in angst. Ze zijn bang dat ze naar een van de concentratiekampen worden gestuurd. Vanuit Westerbork vertrekken regelmatig volle treinen met gevangenen. Niemand weer precies wat daar gebeurt, maar iedereen vreest het ergste. Op 2 september 1944 worden de namen voorgelezen van meer dan duizend mensen die de volgende dag mee moeten. Alle onderduikers staan op de lijst. De ochtend daarna om 10 uur staat er een goederen trein klaar. Iedereen moet staan in de trein. Bewakers stolen geld en sieraden van de mensen in de trein. Als wc moesten ze een emmer gebruiken. Na drie hele dagen komt de trein aan in Auschwitz wat nu in Polen ligt. Otto Frank wordt gescheiden van zijn vrouw en dochters.

 
Oudere mensen en vrouwen met kleine kinderen worden meteen naar de gaskamer gebracht. De gaskamer lijkt op een douche maar er komt giftig gas door de douchekoppen. Als de mensen dood zijn, worden de lijken verbrand.
Anne wordt met haar moeder, zus en mevrouw Van Pels de andere kant opgestuurd. Ze worden kaalgeschoren en krijgen een nummer op hun arm getatoeëerd. De gevangenen slapen in grote kale schuren. Overdag moeten ze stenen dragen en ze krijgen bijna niets te eten. Er zijn geen dokters of medicijnen. En mensen die te ziek zijn om te werken worden vergast. Otto Frank zit met de andere mannen van het achterhuis in een ander deel van het kamp. Herman Van Pels wordt vermoord omdat hij zijn duim heeft gekneusd en niet meer kan werken. Eind 1944 worden Anne en Margot gescheiden van hun moeder en worden ze vervoerd naar Bergen-Belsen in Duitsland. Later komt ook Auguste Van Pels daar aan. Het is heel koud, er is bijna niets te eten en er breken ziektes uit. Anne’s moeder sterft op 6 januari 1945 in Auschwitz. Het Russische leger komt steeds dichterbij Auschwitz en de Duitsers vluchten zonder dat ze tijd hebben gehad om de laatste  gevangenen dood te schieten. En zo wordt Otto Frank net op tijd gered op 27 januari 1945. Fritz Pfeffer en Peter Van Pels zijn dan al naar andere kampen gestuurd en overleven de oorlog niet.
Anne en Margot hebben het heel koud in de sneeuw in Bergen-Belsen en krijgen soms dagenlang niets te eten. Anne is kaalgeschoren en heel erg mager. Ze denkt dat haar ouders dood zijn. Auguste Van Pels wordt weer naar een ander kamp gestuurd en gaat dood tijdens het transport. Margot en Anne worden ziek. Ze hebben vlektyfus, een ziekte die wordt overgedragen door luizen. Ze krijgen hoge koorts en vlekken op hun huid.  Ze liggen in een grote schuur en hebben geen warme kleren meer en sterven in maart 1945. Anne stierf een dag later dan Margot. Hun kamp wordt op 15 april 1945 door de Engelsen bevrijd. De soldaten zien overal lijken liggen en laten ze door de kamp bewakers begraven in grote kuilen. Toen Anne en Margot stierven, was Otto Frank al weer beter. Hij wil terug naar Nederland. Hij reist eerst naar Rusland omdat er nog gevochten wordt in Europa. Onderweg hoort hij van een andere Joodse vrouw dat Edith is gestorven in Auschwitz. Met een boot vaart hij naar Frankrijk. Nederland is op 5 mei 1945 bevrijd .Op 3 juni 1945 is hij terug in Amsterdam en hoopt hij Anne en Margot te vinden. Alle helpers van het Achterhuis zijn er nog maar ze hebben van Anne en Margot niks gehoord. Ze zijn op zoek naar de verrader maar het is nooit zeker geweest wie dat nou was. Otto Frank blijft zoeken en hoort op een dag van andere vrouwen uit Bergen-Belsen dat zijn dochters dood zijn.
Miep Gies heeft het dagboek van Anne bewaard en geeft het aan haar vader. Als hij het leest, snapt hij pas wat Anne allemaal dacht. Anne schreef veel over haar gevoelens en over haar vriendschap met Peter. Otto Frank laat het dagboek drukken en 2 jaar na de oorlog kunnen mensen het boek, Het Achterhuis kopen. Het is snel uitverkocht en in 1950 wordt het vertaalt in het Engels, Frans en Duits. In 1952 verhuist Otto Frank naar Zwitserland en trouwt daar opnieuw. Enkele mensen uit Amsterdam richten de Anne Frank Stichting op en zorgen dat het achterhuis bewaart blijft en in 1960 een museum wordt. Door het Dagboek en Het Achterhuis zal niemand vergeten wat er allemaal voor erge dingen met de joodse kinderen is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog.
 
 
7. Nawoord   Wat ik lastig vond is om zinnen in mijn eigen woorden te schrijven. Ik heb voor mijn werkstuk op internet en in boeken gezocht. Ook heb ik haar dagboek gelezen, het is een heel spannend boek. Om meer te weten te komen ben ik met mijn vader naar het Anne Frank Huis geweest. Ik heb eerst een inleiding gekregen, waarbij een mevrouw uitleg gaf over Anne haar leven. Daarna heb ik ook het achterhuis zelf gezien. Ik vond het een heel kleine ruimte. Ik heb nu een idee hoe het daar was om te leven. Mij lijkt het niet fijn. Door dit werkstuk weet ik waarom ze daar gezeten heeft. Namelijk omdat Hitler heeft gezegd dat de 1e wereldoorlog de schuld was van de joden en daarom de 2e wereldoorlog begon. Anne is joodse en daarom moest ze onderduiken om te overleven.
      8. Bronvermelding   Boeken: 

 het verhaal van Anne Frank door : Menno Metselaar en Ruud van der Rol. 
ISBN:  9026997485
 Anne Frank en haar lotgenoten door : Carol Ann Lee.
ISBN : 9027415021
 Een geschiedenis voor vandaag Anne Frank door : Menno Metselaar en Ruud van der Rol.
ISBN :9789072972217
 Anne Frank door : Josephine Pool
 ISBN : 9045410012
 Het achterhuis door : Anne Frank
ISBN : 9035101545       Internet:
 https://nl.wikipedia.org/wiki/Anne_Frank 
 https://www.google.nl/#q=anne+frank+    

REACTIES

H.

H.

super goed joh,TOPPIE

5 jaar geleden

H.

H.

why u bulling me

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.