Franse werkwoorden -ir,-er,-re

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas vwo | 781 woorden
  • 27 mei 2008
  • 382 keer beoordeeld
Cijfer 5
382 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Franse werkwoorden, eindiging op: –ir, –re, –er
Deze regels geldt alleen voor werkwoorden die eindigen op –ir, –re, –er

Le Présent (tegenwoordige tijd)

Je stam + s
Tu stam + s
Il stam + t
Elle stam + t
On stam + t
Nous stam + ons
Vous stam + ez
Ils stam + ent
Elles stam + ent

Voorbeelden :

Sortir (= uitgaan)
Dormir (= slapen)
Partir (= vertrekken)

Je sors dors pars
Tu sors dors pars
Il sort dort part
Elle sort dort part

On sort dort part
Nous sortons dortons partons
Vous sortez dortez partez
Ils sortent dortent partent
Elles sortent dortent partent

Le passé composé

Je hulpwerkwoord stam + i
Tu hulpwerkwoord stam + i
Il " " stam + i
Elle " " stam + i (e)
On " " stam + i
Nous " " stam + i
Vous " " stam + i
Ils " " stam + i (s)
Elles " " stam + i (es)

Voorbeelden:

Je suis sorti elle est sortie vous êtes sortis elles ont sorties
Je suis parti elle est partie vous êtes partis elles ont parties
J’ai dormi elle a dormie vous avez dormis elles ent dormies
Drie groepen en maar twee leaders
• Eerste groep: infinitif eindigt op er, hun "leader" is chanter. Alle werkwoorden van deze grote groep nemen hem als voorbeeld, behalve het werkwoord aller, die is weg gegaan met groep 3.

• Tweede groep: infinitif eindigt op ir en hun leader is finir. Bij hen zijn meer problemen geweest, velen zijn weggelopen naar groep 3. Er is een truc om de goede te herkennen: met de tegenwoordige tijd (1e pers. meervoud) eindigen ze met issons, bijvoorbeeld: nous finissons en met de verleden tijd eindigen ze met issais, bijvoorbeeld: je finissais, tu grandissais.
• Derde groep: dat zijn de dwarsliggers en de "onregelmatige werkwoorden". Dat zijn dus aller en de weggelopen werkwoorden van groep 2, maar ook alle werkwoorden die eindigen met re of oir met in hun midden de zeer beroemde être en avoir.

De Regematige werkwoorden
PRÉSENT

Werkwoordrijtje Parler

Pers. vnw Stam Uitgang Dus…

Je parl e Je parle
Tu " es Tu parles
Il " e Il parle
Nous " ons Nous parlons
Vous " ez Vous parlez
Ils " ent Ils parlent

Werkwoordrijtje Vendre

Pers. vnw Stam Uitgang Dus…

Je vend s Je vends
Tu " s Tu vends
Il " - Il vend
Nous " ons Nous vendons
Vous " ez Vous vendez
Ils " ent Ils vendent

Werkwoordrijtje Finir

Pers. vnw Stam Uitgang Dus…

Je fin is Je finis
Tu " is Tu finis
Il " it Il finit

Nous " issons Nous finissons
Vous " issez Vous finissez
Ils " issent Ils finissent

PASSÉ COMPOSÉ

Hulpwerkwoord Voltooid deelwoords

être parler → parlé
of vendre → vendu
avoir finir → fini

Wanneer être ? Wanneer avoir ?

In Ned. Zijn → In Frans être uitzonderingen: J’ai été
In Ned. Hebben → In Frans avoir J’ai commencé
J’ai disparu
J’ai réussi

Ander werkwoorden die je moet leren:

Bâtir = bouwen {Je bâtis/tu bâtis/il bâtit/nous bâtissons/vous battissez/ils bâtissent}

Vomir = braken {Je vomis/Tu vomis/Il vomit/Nous vomissons/Vous vomissez/Ils vomissent

Bijzondere werkwoorden (passé composé):


J’ai été = Ik ben geweest (avoir)
J’ai eu = Ik heb gedaan (être)

Uitgangen van het voltooid deelwoord
1. Als être wordt gebruikt :
Het voltooid deelwoord richt zich in geslacht en getal naar het onderwerp

Elles sont allées à l'école

2. Als avoir wordt gebruikt :
Het voltooid deelwoord richt zich naar het lijdend voorwerp als dat ervoor staat.

Elles ont chanté des chansons (lijdend voorwerp staat achter voltooid deelwoord)
Je connais les chansons qu'elles ont chantées (lijdend voorwerp staat voor)

Présent
De o.t.t van de regelmatige werkwoorden op –ir:
Je moet –ir vervangen door:

- Is Je vomis
- Is Tu vomis
- It Il vomit
- Issons Nous vomissons
- Issez Vous vomissez

- Issent Ils vomissent

Passé Composé
Een voltooide tijd bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord, dus avoir of être + volt. Deelw. Als een ww wordt vervoegd met <être> richt het voltooid deelwoord zich naar het odnerwerp.

In de passé compose:

Groep 1: -er Groep2: -ir Groep 3: -re ( – oir ; hoef je niet te weten)

-er wordt é (donner - donné)
-ir wordt i (partir – parti)
-re wordt u (perdre – perdu)

WERKBOEK TABEL

infinitif Participe présent Participe passé Présent singulier

sortir

ongeveer hetzelfde met:
• Dormir
• partir
sortant
(-stam = -ir mv.)

prés. Pluriel (mv)
• nous sortons
• vous sortez
• ils/elles sortent

impératif (beleefdheidsvorm)

vous sortez!
sorti

passé composé
Je suis sorti
elle est sortie

{dormi > avoir}
{parti > être}
{sorti > être}
Je sors
Tu sors

Il sort

sort
dort

Impératif (familiaire vorm)

sors! (je)

Extra letters :

Bij 1e pers. Mv en bij 2e pers. Enk, de vrouwelijke vorm (elle) en bij de vrouwelijke vorm in het meervoud (elles), voegen er letters bij. V.b.:

Vous êtes venus
Elle est venue

Bij de vous-vorm, de extra s gebruik je alleen als men spreekt van de meervoudsvorm, jullie. Dus niet bij u!

Regelmatige werkwoorden

Habiter → é habité
Vendre → u vendu
Choisir → i choisi

Onrgelmatige werkwoorden

J’ai fait
Je suis venu(e) (e→vrwl)

Avoir → J’ai eu
Etre → J’ai été

In NL ‘zijn’ = in FR ‘être’.
In NL ‘hebben’ = in FR ‘avoir’.

Uitzondering! :


C A F E
O V I T
M A N R
M N I E
E C R
N E
C R
E
R

REACTIES

P.

P.

Er staat: JJ
Maar dat de werkwoorden tussen haakjes erachter moeten omgekeerd
en bovendien moet "ik heb gedaan" "ik heb gehad" zijn.


14 jaar geleden

A.

A.

okee, ik snap er niks van, veel te onduidelijk.

13 jaar geleden

R.

R.

Deze regels geldt???
regels is meervoud!
deze regels gelden.

13 jaar geleden

A.

A.

Jammer, het is bezaait met fouten ! Als de kinderen hieruit moeten leren gaat het niet goed. Laat het nakijken door een Franse !

12 jaar geleden

S.

S.

Kan dit verslag verwijderd worden? Dit zit vol met fouten, het 1e rijtje klopt al niet.
Het klopt alleen voor een paar onregelmatige werkwoorden.

12 jaar geleden

R.

R.

Veel te veel fouten. Partir is namelijk onregelmatig en de vervoegingen van -ir zijn: -s,-s,-t,-ssons,-ssez,ssent. Alleen de r er van afhalen dus!

8 jaar geleden

F.

F.

Partir is niet onregelmatig. Elk woord met -ir is zo.

8 jaar geleden

F.

F.

Dit staat vol fouten.
en het klopt voor geen meter.
ik vind dit niet echt zo een goeie website.

8 jaar geleden

T.

T.

dortons etc is niet goed. Het moet zijn: nous dormons vous dormez en ils/ elles dorment (infinitief = dormir en niet dortir)

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.