Engels oef. 63 (Engels-Nederlands)
perilously gevaarlijk
similar soortgelijke
collapsed instortte
desperate wanhopig
acquainted with op de hoogte van
bloody-mindedness eigenwijsheid
resistance weerstand
to vomit braken
aware of bewust van
inevitably onvermijdelijk
concedes geeft toe
crucial van groot belang
merits verdiensten
consideration overweging
Oef. 64 (E-N, N-E)
curb beperking
off ter hoogte van
to come into force van kracht worden
concern bezorgdheid
to ban verbieden
insurance verzekering
to charge in rekening brengen
to launch te water brengen
fee vergoeding
council gemeenteraad
craft vaartuig(en)
to limit beperken
compulsory verplicht
MP parlementslid
Bill wetsvoorstel
to head to gaan naar
to donate schenken
leisure vrije tijd
to tackle aanpakken
inconsiderate onattent
Oef. 65 (N-E)
Waar kom jij vandaan? Where are you from?
Ik heb geen verstand van voetbal I don't know much about soccer
Je hebt waarschijnlijk gelijk You're probably right
Waar vindt het toernooi plaats? Where does the tournament take place?
Volgende keer beter Better luck next time
Oef. 67
Waar ligt dat? Where is it?
Ben jij op vakantie hier? Are you on holiday here?
Volgens mij is sport belangrijk op A.U. I believe sport is important in
A.U.
Ik speel badminton en kijk vaak naar sport I play badminton and I often watch
op tv. sports on tv.
Is voetbal populair in de VS? Is soccer populair in the USA?
Waar vindt het basketbaltoernooi plaats? Where does the Basketball
tournament take place?
Ik heb zaterdag zelf een toernooi I am having a tournament
on Saturday myself
Oef. 71 (N-E)
namens on behalf of
nadere informatie further information
toernooi tournament
gemiddeld niveau average level
meedoen participate in
buitenlands foreign
huisvesten to put up
bij particulieren in private houses
jeugdherberg youth hostel
verblijfkosten accomodation expenses
afhalen to meet
ik hoop van harte I do hope
Oef. 73, 74 en 75
Hij vertelde me de waarheid He told me the truth
Ze vertelde haar zoon een verhaaltje She told her son a story
Ze zeiden dat ze gingen winkelen They said that they went shopping
Dat zei ik I said do
Ze wonen in een klein huisje They live in a small cottage
Het is maar een klein geldbedrag It's only a small amount of money
Ze heeft drie kleine (jonge) kinderen She has three small children
Toen ik jong was woonden we in een When I was small we lived
voorstad van Manchester in a suburb of Manchester
Deze brug is te smal voor onze auto This bridge is too narrow
for our car
Zij wonen in een erg smalle straat They live in a very narrow street
Dat was een nipte ontsnapping! That was a narrow escape!
Het was een krappe overwinning It was a narrow victory
Het is je eigen schuld als je niet voor
je examen slaagt
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden