Voor 6-jarigen.
Decor: Het decor moet een groot kasteel zijn, met veel ramen en een aantal balkonnetjes waar de leden van het koningshuis kunnen gaan staan. Er moet een torenkamertje boven opkomen, dat is namelijk het kamertje waar het spinnenwiel staat. Het kasteel is omringd door een gracht en rozenstruiken met heel veel doornen. Over de gracht loopt een brug naar de ingang van het kasteel toe.
Kleding: De hoofdpersoon, Doornroosje dus, moet goed herkenbaar zijn, ze is een prinses en moet dus een mooie lange jurk aan en een kroontje op haar hoofd. Een sprookjesprinses moet natuurlijk heel mooi zijn, heel onecht, ze heeft lang blond haar en felblauwe ogen. Ze is een beetje een Barbie-typetje. De prins moet er moedig uitzien en draagt een Middeleeuws pak, in zijn hand heeft hij een zwaard, want hij moet zich een weg banen door de rozenstruiken. De ouders van Doornroosje zijn ook geheel in Middeleeuwse stijl. De koningin draagt een jurk met allerlei Middeleeuwse versiersels en heeft uiteraard om te laten zien dat ze koningin is een kroontje op. De koning draagt een mooi pak met een rode mantel met een kraag van bont en ook hij heeft een kroontje op zijn hoofd. De heks moet er echt gemeen uitzien! Ze is gehuld in een zwart gewaad/zwarte jurk en draagt een zwarte punthoed, ze heeft een dode tak in haar hand die een toverstaf moet voorstellen. Zoals iedere heks in een sprookje heeft ze een kromme neus en een wrat op haar kin zodat ze goed herkenbaar is voor de kinderen. Als laatste hebben we nog de feeën, zij hebben alledrie mooie jurken aan, die strak zijn van boven en dan wijd uitlopen, ieder heeft een eigen kleurtje. Ook hebben ze een toverstafje in hun handen om daarmee aan te tonen dat ze kunnen toveren.
Voor 16-jarigen
Geluid: Bijna het hele verhaal wordt gezongen, dan creëer je een heel andere sfeer in het verhaal, je kunt het vergelijken met de film Moulin Rouge. Het verhaal wordt niet meer saai verteld zoals het altijd was maar het wordt gezongen door verschillende (het liefst een aantal bekende) artiesten en op allerlei toonhoogtes. Zo voorkom je dat het verhaal eentonig wordt. In het begin moet er een sprookjesachtig liedje worden gezongen op een sprookjesachtige melodie. Wanneer er een spannende gebeurtenis voorkomt moeten er trommels gaan roffelen. Als de heks zingt waarom ze dit allemaal gedaan heeft moet ze het zingen op een gemene toon, de muziek moet een beetje rockachtig zijn. Er moet een slaapmuziekje gaan draaien als het hele kasteel in slaap valt. Op het einde als Doornroosje en de prins weer lang en gelukkig leven, zingen ze samen een romantisch duet.
Decor: Het verhaal gaat zich afspelen in onze hoofdstad. Doornroosje woont in een groot herenhuis aan de grachten van Amsterdam. Haar vader is de eigenaar van een computerbedrijf en haar moeder is advocate. In de voortuin staan vele rozenstruiken, om toch de oude sfeer van het verhaal erin te verwerken. Dit huis heeft geen torenkamertje waarin de heks leeft, maar een kelder. Doornroosje ontdekt dat achter een boekenkast een geheime trap naar de kelder zit en loopt de trap af. Doornroosje heeft een echte meidenkamer, overal hangen foto’s van vriendinnen, ze heeft een kleurrijk dekbed en een grote kledingkast, overal slingeren schoolboeken, kleren en tijdschriften. Op haar nachtkastje ligt haar gsm, deze speelt ook een rol in het verhaal, de prins smst haar wakker dat ze haar balkondeuren moet open doen, hij komt via de klimop op haar balkon geklommen, daar zingen ze samen hun duet.
REACTIES
1 seconde geleden