Stap 1:
De lavendel heb ik gekozen omdat we hem in de tuin hebben staan en ik dacht: dat is mooi makkelijk. Maar dat viel tegen. In veel boeken stond de lavendel niet in. Alleen lavendelheide stond er in. Maar ik heb toch een verslag in elkaar weten te draaien.
Stap 2:
Naamgeving:
Rijk: Plantenrijk
Hoofdafdeling: Zaadplanten
Afdeling: Bedektzadigen
Klasse: Tweezaadlobbigen
Familie: Lipbloemigen
Geslacht: Lavandula
Soort: Angustifolia
Stap 3:
De Latijnse naam Lavandula is afkomstig van het Latijnse woord lavare dat wassen betekend. Dit omdat de Romeinen de lavendel al gebruikten om zich te reinigen. Angustifolia betekent smalbladig.
Lavendel is een winterharde, altijd groene dwergstruik met in bundels rechtop staande stengels. De stam vertakt zicht in talrijke stengels die tot 60 centimeter hoog kunnen worden. De bladeren zijn grijsgroen. De bladeren groeien slechts op het onderste gedeelte van de stengel. De groeiplaats voor Lavendel is een zonnige en open plaats. De beste grond voor Lavendel is goed gedraineerd, zanderig met leem. Lavendel kan worden vermeerderd door zaaien en stekken. Voor stekken moet je in de lente of herfst 10 tot 20 centimeter lange stekken nemen van de stengel. De plant kan ook gesplitst worden. Voor zaaien moet je het zaad van februari tot april zaaien onder glas. De kiemduur is ongeveer 4 weken.
Stap 4:
Wortels: De wortels nemen weinig water op omdat de Lavendel maar weinig water nodig heeft.
Stengel: Rechtopstaande of opstijgende viltige, later verhoutte stengels.
Bladeren: Behaard, lijnvormig blad dat tot 6 centimeter lang is. De blaadjes zijn eerst grijzig, worden later groener. Het blad blijft in de winter aan de struikjes. Het is smal, lancetvormig met omgerolde rand.
Bloemen, vruchten, zaden: De kleine paarse bloemetjes - die bij nauwkeurig bekijken verraden dat de lavendel een lipbloemige is - zitten in aren aan tot 35 cm lange bloeistengels, die, zoals ook typisch voor de lipbloemigen, vierkant zijn op doorsnede. De 2-zijdig symmetrische bloemetjes staan in meestal dichte kransen in een 2 tot 9 cm lange aar. De schutbladen (tot 5 mm) zijn anders dan de bladeren ruitvormig tot eirond. De kelk(5-8mm) is 13-nervig, met kleine tanden. De kroon (9-13mm) is paars of paarsblauw, en 2-lippig; bovenste lip 2-slippig, onderste 3-slippig. De vrucht bestaat uit 4 kleine nootjes.
Stap 5:
Lavendel is zenuwkalmerend, verzachtend, opbeurend en brengt de geest in balans. Door de ontsmettende en bacteriologische en pijnstillende eigenschappen helpt de olie bij snijwonden, wonden, brandwonden, kneuzingen, puistjes, allergieën, insectenbeten en keelontstekingen. De olie werkt ook slijmoplossend en helpt daardoor bij verkoudheid en griep.
Lavendelolie werkt bloeddruk verlagend, voorkomt maagkramp en misselijkheid en spijsverteringsstoornissen. Ook helpt het reumatiek te voorkomen en werkt het versterkend.
Spanning, depressie, slapeloosheid en stress kunnen uitstekend behandeld worden met lavendelolie.
Uitwendig.
Als verzorgingsmiddel voor de hoofdhuid.
Het wordt gebruikt als natuurlijk parfum.
Als bad of massageolie tegen prikkelbaarheid.
Stap 6:
Gebruikte bronnen:
ü Internet >> Google
ü Flora, Auteur: M. Skytte Christiansen en H. Anthon
ü De flora op de computer van school
ü Interactieve encyclopedie: De natuur.
REACTIES
1 seconde geleden