Licht en Ruimte in de Beeldende Kunst

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1198 woorden
  • 23 januari 2016
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Licht en Ruimte In de Beeldende Kunst

De Inleiding

Beeldende Kunst, licht en ruimte:

In de Beeldende Kunst maken we optimaal gebruik van ruimte en licht. Om bijvoorbeeld een  3D-tekening te kunnen tekenen.

Zo tekenen we bijvoorbeeld huizen met een schaduwkant. Om aan te geven dat het huis er echt staat en niet alleen een vierkantje is.

Licht:

(Bron: www.craftsy.com)

Licht is erg belangrijk voor de beeldende kunst, je kunt er namelijk diepte mee creëren, schaduwen aangeven etc. Zo kun je aangeven van welke kant het licht komt. Met het aangeven van licht in je tekening kunnen mensen het goed visualiseren als een echt gebouw of landschap. Ook in de fotografie wordt er natuurlijk met licht gewerkt.

 
 

(Bron: www.fineartamerica.com)

Ruimte:

In de beeldende kunst kun je ruimte aangeven in twee onderdelen, 2D en 3D.

Hiermee geef je aan wat voor een soort tekening je wilt maken, een zelf bedachte of een wat meer realistische tekening. Met ruimte kun je hoeken aangeven van bijvoorbeeld muren of gebouwen, zo kun je een tekening maken die echt op de werkelijkheid is afgestemd.

       
   

on: stormgrounds.com)

 

(Bron: www.youtube.com


 

De Ruimte:

Om 2- of 3D te tekenen heeft de kunstenaar allerlei trucs om

het zoveel mogelijk op zijn visie te laten lijken.

Perspectief tekenen – lijnperspectief:

Onder lijnperspectief worden de verhoudingen verstaan waarop 3D objecten in een plat vlak, zoals een tekening of een schilderij, zijn afgebeeld op ooghoogte van de kijker.

(Bron: www.wikipedia.org)

Dit perspectief wordt vaak horizontaal getekent of geschilderd als landschap of stad. Om dit te kunnen tekenen maken ze gebruik van vluchtlijnen en verdwijnpunten, zo kan de kunstenaar een illusie creëren van diepte of ruimte.

 
 

Bron: www.tekenlokaal.jouwweb.nl)

Parrallelprojectie – isometrie:

Dit is een vorm van tekenen wat vaak wordt toegepast in technische tekeningen.

Bij een parallelprojectie worden vormen in 3D afgebeeld op een plat vak waarbij de lijnen van de tekening ook parallel lopen.

(Bron: www.wikipedia.nl.com)

Er bestaan verschillende soorten parallelprojecties, één daarvan is de isometrischeprojectie. Dit is een projectie die wordt toegepast om ruimtelijke figuren in een plat vlak weer te kunnen geven. De hoeken van een isometrische projectie zijn altijd 120 ˚.

 
 

(Bron: www.wikipedia.nl.com)

Overlapping – afsnijding:

Overlapping en afsnijding kun je bijna meetellen als tegenovergestelde van elkaar.

(Bron: www.scholieren.nl)

Bij overlapping zijn er vormen en kleuren overelkaar heen getekend of gezet, afsnijding wil zeggen dat je iets tekent wat er niet op je werkvlak past.

Hier een voorbeeld van overlapping:

(Brin: www.wikipedia.nl)

En een voorbeeld van afsnijding:

Voorgrond en achtergrond - repoussoir – kleurperspectief:

Ook wel atmosferisch perspectief genoemd, is een techniek dat gebruikt word bij het schilderen.

Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van kleuren die een indruk van diepte in het schilderij maken. Vooral natuurschilderingen en landschapschilderijen maken gebruik van deze techniek.

       
 

(Bron: Www.wikipedia.com)

   

(Bron: www.bodgazoo.au.com)

 

Het Licht:

Met licht kun je ruimtelijkheid creëren en de sfeer van het kunstwerk aangeven.

In de Beeldende Kunst maken niet alleen schilders of tekenaars

gebruik van licht, ook bijvoorbeeld fotografen of vloggers.

Lichtbron:

Er zijn verschillende soorten lichtbrnnen om mee te werken. Zo heb je natuurlijkelichtbronnen en kunstmatige lichtbronnen.Voorbeelden van natuurlijke lichtbronnen zijn bijvoorbeeld:

Zon, vuur, bliksem of glimwormen.Voorbeelden van kunstmatige lichtbronnen zijn:

Gloeilampen, TL-buis, LED-lamp of een plasmaboog. Er zijn ook lichtbronnen die zelf geen licht geven maar licht reflecteren. Denk hierbij aan de maan, of aan de heldere blauwe lucht.

 
 

(Bron: www.lightningsafety.com)

(Bron: Www.natgeojunior.nl)

(Bron: Www.thefutereofthings.com)

(Bron: www.vimeo.com)

Lichtsterkte:

Onder lichtsterkte verstaan wij het stralingsvermogen van een lichtbron. Je hebt verschillende lichtsterkten; direct licht, indirect licht en getemperd licht.

Je kunt direct licht kenmerken aan zijn stralen, alle stralen van direct licht lopen evenwijdig aan elkaar. Daardoor krijgt de schaduw van het object een scherpe rand.

Je spreekt van indirect licht wanneer het licht niet meteen op het object valt, dat komt omdat het andere voorwerpen in de buurt van het object weerkaatst. De schaduwen zijn bij indirect licht daarom ook niet zo sterk. Bij getemperd licht spreek je ook wel van zacht of gematigd licht, de lichtstraal is dus niet erg sterk,

(Bron: www.mentaroute.nl)

daardoor laat het een gelijke soort schaduw over het object vallen, dit soort licht zie je vaak in de buitenlucht..

       
 

(Bron: www.livingdesign.com

   

(Bron: www.skynet.be)

Voorbeeld van direct licht                 Voorbeeld van indirect licht     Voorbeeld van getemperd licht

Lichtrichting:

Met lichtrichting bedoelen we: zijlicht, tegenlicht of meelicht.

Zijlicht: Bij zijlicht komt het licht van opzij, de schaduw valt dus aan de zijkant van het object.

Tegenlicht: Bij tegenlicht schijnt het licht als ware recht in je ogen, de lichtbron bevindt zich tegenover je. Je kunt het vergelijken met fietsen als de zon laag staat.

Meelicht: Bij meelicht schijnt het licht met je ‘mee’, de schaduw valt dus achter het voorwerp.

       
 
   

(Bron: Www.kunstgeschiedenis.jouwweb.nl)

(Bron: www.pinterest.com)

(Bron; www.digifotopro.nl)

Lichteffecten:

Je hebt verschillende lichteffecten, zo heb je glanslicht. Bij glanslicht heb je een gelijkmatige verlichting over het hele oppervlak. Als er dan een felle lichtbron op het oppervlak valt kan het gaan spiegelen, denk maar eens aan een nieuwe auto.

(Bron: Www.clker.com)

(Bron: Www.chevrolet.com)

Ook heb je glimlicht, glimlicht is een lichte vlek die glanst. Die vlek onstaat als er veel licht weerkaatst wordt. Je kunt glimlicht het best herkennen in striptekeningen, daar wordt het als een echte, grote, witte vlek getekend.

Schaduw:

Met verschillende lichtbronnen en lichteffecten heb je natuurlijk ook verschillende schaduwen.

Zo heb je: Slagschaduw, eigen schaduw en plasticiteit.

Slagschaduw is de schaduw die het belichte voorwerp veroorzaakt, de schaduw valt hier dus achter het object. Bij eigenschaduw is het zo dat de schaduw van het voorwerp op het voorwerp zelf valt, hij veroorzaakt zijn schaduw dus zelf. Plasticiteit wordt ook wel ruimtelijkheid genoemd, het betekent dus eigenlijk ruimte creëren met schaduw, zo krijg je dus diepte in een tekening.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.