Shell, Esso en Texaco voor de toekomst

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 2986 woorden
  • 24 februari 2004
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
39 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ANW
ADVERTENTIE
Stem nu op jouw favoriete fotoserie! 📸

Zo’n 200 scholieren en mbo-studenten hebben meegedaan aan de Rijksmuseum fotowedstrijd met als thema toerisme. Welke foto’s vind jij het mooiste? Stem nu en wie weet hangt jouw favoriet straks in het Rijksmuseum met zijn eigen expositie.

Stemmen!

Extra opdracht ANW Hoofdstuk 9, Opdracht 1

De bedoeling van deze opdracht is om uit te zoeken wat de maatschappijen Shell, Texaco en Esso doen voor de toekomst. Zijn ze al bezig met alternatieve brandstoffen en hoe doen ze dat dan? Maar om die vragen netjes te beantwoorden heb je ook andere informatie nodig zoals b.v. de geschiedenis van de bedrijven en waar kennen we de bedrijven ook alweer van?

Shell

Wat is de geschiedenis van Shell in het kort? We kennen allemaal de oranje schelpen op de tankstations van Shell, maar toch kun je je afvragen waarom het nu juist een schelp is dat als logo is gekozen. Om dat uit te vogelen moeten we even terug in de tijd. Terug naar de l9e eeuw, naar het Londense handelshuis Samuel & Co. De firma, die gesticht is in 1830, handelde in Japanse sierschelpen die toen erg populair waren. Het was de tijd van groeiende internationale contacten en van de ook snel groeiende handel tussen Groot-Brittannië en het Verre Oosten. Samuel & Co. deed goede zaken en groeide uit tot een belangrijke in- en exportfirma. Tegen het eind van de negentiende eeuw dook de firma in de oliehandel. Een slimme handel, want de oliemarkt was nog jong en groeide spectaculair. De jongste Samuel wilde een passende naam voor het bedrijf die voornamelijk schelpen en lampolie vervoerde. Maar wat zou nu een goede naam zijn voor zowel het product, de schepen die de olie zouden vervoeren als de firma zelf? Samuel senior, de schelpenhandelaar, kwam met de simpele en geniale oplossing: "Shell Transport and Trading Company Ltd'. Gezien deze naam was het ook niet moeilijk meer om het juiste symbool voor de nieuwe onderneming te kiezen: de schelp! In l907 gingen de N.V. Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij en de Shell Transport and Trading Company Ltd. samen in één bedrijf op. De schelp bleef echter het beeldmerk van de Koninklijke/Shell Groep. Evenals de kleuren rood en geel. Maar waarom die kleuren? De oorsprong van deze kleuren ligt in 1915, toen Shell Company of California voor het eerst tankstations begon te bouwen. Er moest fel geconcurreerd worden met andere maatschappijen. Opvallen was noodzaak, onder andere door het gebruik van heldere kleuren. En omdat Californië sterke Spaanse banden heeft, werd gekozen voor de kleuren van de Spaanse vlag: het rood en geel. Kleuren die nog steeds wereldwijd door Shell gebruikt worden.

Waar kennen we Shell ook alweer van? Shell is vooral actief als sponsor op het sportgebied. We kennen Shell natuurlijk als de sponsor van de Formule 1, en daar als teamsponsor van Ferrari. Ook steunt Shell de motorsport. Shell legt ook de aandacht bij de jeugd. Bij het hockey is Shell sponsor van alle nationale jeugdteams (dames en heren Jong Oranje/'onder 21 jaar', A/'onder 18 jaar' en B/'onder 16 jaar'). Vorig jaar heeft Shell per vereniging zelfs 100 fluitjes en 60 hesjes gegeven. Shell sponsort ook het jeugdvoetbal. De voornaamste reden is dat de KNVB al meer dan een miljoen leden telt. Bij jeugdtoernooien tussen o.a. Ajax A1 en PSV A1 is Shell weer de sponsor. Als het Nederlands Elftal speelt is Shell ook weer van de partij. Reclame giert door het stadion en de reclameborden hangen overal.

Wat doet Shell voor de toekomst als het gaat om alternatieve brandstoffen? Shell is op dat gebied goed bezig. Dat is te zien aan een project dat op 14 december van start is gegaan. In Amsterdam wordt gereden met bussen die niet op benzine rijden maar op brandstofcellen. Het is een Europees experiment waar Amsterdam dus de primeur van heeft. In het Europese project Clean Urban Transport for Europe (CUTE) testen negen Europese openbaar vervoerbedrijven en één Australisch bedrijf de komende twee jaar stadsbussen met een elektromotor. Bijzonder is, dat deze bussen dankzij een brandstofcel waterstof als energiebron gebruiken. De bussen produceren geen schadelijke uitlaatgassen en door de elektromotor maken ze bovendien minder geluid. De gemeente Amsterdam heeft als milieudoelstelling om in 2010 de C02-uitstoot met 5% verminderd te hebben. Daarom gaf de gemeente Shell de opdracht om een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen op het gebied van brandstofcellen en waterstof.Samen met het GVB (Gemeentelijk Vervoers Bedrijf) heeft Shell daarmee een voortrekkersrol in Nederland. Niet alleen rijdt het GVB vanaf eind 2003 twee jaar lang met de brandstofcelbussen, samen met het gemeentelijke Afval Energie Bedrijf is bekeken of het mogelijk is om waterstof te maken uit afval. Dat kan, maar voor de duur en omvang van het Amsterdamse deel van CUTE is deze methode echter nog te duur. Daarom gebruikt tijdens het project groene stroom van Nuon voor de waterstofproductie. In 1997 is door de United Nations Conference on Environment and Development het Kyoto Protocol aangenomen. In dit protocol is vastgelegd dat de totale emissie van broeikasgassen (waaronder CO2) in de periode 2008 - 2012 wereldwijd met zo'n 7 procent gedaald moet zijn. Duurzaam geproduceerde waterstof kan hierbij een grote rol gaan spelen. Daarnaast zijn de fossiele brandstoffen - zeker op langere termijn - niet onuitputtelijk. Verder staat, onder andere door uitlaatgassen, de leefbaarheid van dichtbevolkte gebieden onder druk. Met CUTE leveren de deelnemende partijen een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de atmosfeer en de daarmee aan de verbetering van de leefbaarheid in dicht bevolkte gebieden. Bovendien zal het gebruik van waterstof een besparing van fossiele brandstoffen opleveren.

Texaco

Wat is de geschiedenis van Texaco in het kort? Texaco word in 1901 opgericht door de Texaanse olieman 'Buckskin Joe' Cullinan en Arnold Schlaet, een investeerder uit New York. De twee mannen beginnen hun avontuur op de pas ontdekte olievelden in Oost Texas. In eerste instantie heet het bedrijf 'The Texas Fuel Company'. Met maar twaalf medewerkers en een kantoor dat uit drie kamers bestaat, houdt men zich bezig met de handel van ruwe olie aan raffinaderijen in het Noorden en Oosten van de Verenigde Staten. In 1902 krijgt het bedrijf een nieuwe naam: 'The Texas Company'. The Texas Company verhandelt ruwe olie, legt pijpleidingen aan en koopt land op in de hoop daar olie te vinden. Een jaar later is het raak: de derde bron raakt een groot olieveld. Al snel bouwt The Texas Company een eigen raffinaderij, een onderzoekslaboratorium en koopt het zeeschepen. In 1905 opent het bedrijf haar eerste Europese vestiging aan de Antwerpse havens om van daaruit de internationale handel in ruwe olie te coördineren. Zeven jaar later is Nederland aan de beurt met een vestiging in Rotterdam. In 1910 gaat The Texas Company naar de beurs. In Brooklyn, New York wordt in 1911 het eerste benzinestation geopend. Daar verhandelt men Texaco Gasoline in vier soorten: licht, medium, zwaar en extra zwaar. Het eerste full service station staat in het Texaanse Houston. In 1917 is dat een nieuw concept. Automobilisten die tot dan toe bij stations alleen konden tanken, treffen in Houston tevens een winkel waar zij allerlei producten kunnen kopen. In 1927 worden de eerste stappen gezet op de markt van kerosine en oliën voor vliegtuigmotoren. Texaco Aviation Gasoline wordt een jaar later geïntroduceerd. Het gaat goed met The Texas Company en in 1931 verruilt het bedrijf het hoofdkantoor voor het splinternieuwe Chrysler Building in New York. Door de koop van concurrerende bedrijven vergroot het bedrijf haar werkveld. Er wordt geboord in het Midden Oosten, Indonesië en Latijns- en Zuid Amerika. Toch is het een olieveld in Selem, Illinois dat in de lange geschiedenis van Texaco het meest opbrengt. The Texas Company heeft in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke bijdrage geleverd. In haar laboratoria worden radarapparatuur en synthetisch rubber geproduceerd. Ook levert het bedrijf olie en butaan aan de Amerikaanse regering. Een van de grote success story's is het verhaal van de SS Ohio. De zeetanker van The Texas Company wist, ondanks hevige Duitse aanvallen, het belegerde eiland Malta voor de geallieerden te bevoorraden. In totaal hebben ruim 3000 Texaco medewerkers meegevochten in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog begint The Texas Company aan de bouw van de langste pijpleiding in de geschiedenis, tussen Saoedi Arabië en Libanon. Deze leiding transporteert miljoenen liters olie van het Midden Oosten naar Europa. In Port Arthur, Texas wordt de eerste computergestuurde raffinaderij geopend. Daar ontwikkelt The Texas Company veel nieuwe producten. Op 1 mei 1959 verandert het bedrijf haar naam in Texaco Inc. om zich op deze manier te identificeren met de naam die in de volksmond inmiddels een begrip is geworden. De eerste Europese raffinaderij en onderzoeksinstituut openen in 1967 de deuren in het Belgische Gent. Hierdoor krijgen de producten en services van Texaco vaste voet op Europese bodem. Ook op het gebied van sponsoring gaat het Texaco voor de wind. In 1972 wint de Braziliaanse formule 1 racer Emerson Fittipaldi het wereldkampioenschap in een auto die wordt gesponsord en gevoed door Texaco. Vijf jaar later verhuist het bedrijf het hoofdkantoor vanuit het krappe Chrysler Building naar een ultra modern gebouw in White Plains, New York. In de jaren tachtig start Texaco met New System 2000. In de Verenigde Staten, Europa en Azië worden grote self service stations geopend, waar de automobilisten in contact komen met Texaco's begrip van full service: de stations bevatten voor het eerst winkels met een uitgebreid assortiment aan voedsel en producten en de meeste hebben een wasstraat. Het eind van het millennium is ook de periode waarin Texaco intensief gaat samenwerken met andere oliemaatschappijen. In 1988 vormen Texaco Inc. en Saudi Arabian Oil Company een nieuwe joint venture: Star Enterprises. Tien jaar later gaan Texaco en Shell Oil in Noord-Amerika samenwerken in Equilon Enterprises LLC. Op 16 oktober 2000 vindt er een belangrijke aankondiging voor een fusie plaats: Texaco Inc. en Chevron Corporation gaan samen verder als Chevron Texaco Corporation en vormen een van 's werelds grootste en meest competitieve energieleveranciers. Vanaf oktober 2001 maakt Texaco deel uit van de ChevronTexaco Corporation, de organisatie die is ontstaan uit de fusie van Chevron en Texaco.

De opdracht gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Waar kennen we Texaco ook alweer van? Texaco kennen we natuurlijk van de rode ster. Die rode ster is al sinds het begin van Texaco het logo. Verder kennen we Texaco ook in de motorsport. Texaco is sponsor van de TT Assen. Al sinds de start van de TT in 1925 is Texaco verbonden aan dit evenement. De TT in Assen is hèt evenement voor motorliefhebbers uit binnen- en buitenland. Jaarlijks trekken maar liefs 125.000 mensen richting Drenthe om te genieten van de trainingen en wedstrijden van 's werelds beste motorcoureurs. De Nederlandse TT maakt deel uit van de officiële Internationale FIA kalender van motorraces. Minder bekend is Rotterdam Topsport. Ook deze vereniging wordt door Texaco gesponsord. Texaco is betrokken bij de regio en de stad waarin het Nederlandse hoofdkantoor is gevestigd: Rotterdam. Daarom sponsort Texaco de stichting Rotterdam Topsport. Deze stichting heeft tot doel om het topsportklimaat in Rotterdam te optimaliseren. Dat doet ze door zowel topsportclubs, - organisaties als individuele topsporters te begeleiden en te adviseren. Daarnaast houdt de stichting zich bezig met het aantrekken en behouden van topsportevenementen, het bevorderen van de combinatie topsport en onderwijs, het voorzien in sportmedische zorg en is het een Olympisch steunpunt van het NOC*NSF. Ten slotte sponsort Texaco ook de Nascar - races in de Verenigde Staten.

Wat doet Texaco voor de toekomst als het gaat om alternatieve brandstoffen? Volgens mij is Texaco qua ontwikkeling voor de toekomst nog niet zo ver als Shell. Texaco probeert zich op de vraag van de consument te richten. Texaco bereidt zich hierop voor door het accent te verschuiven van oliemaatschappij naar allround energieleverancier. Die verschuiving vereist grote inspanning. Zeker omdat de overheid, consument en industrie hoge eisen stellen aan olieproducten en brandstoffen. Deze moeten milieuvriendelijk zijn en vooral zuinig in het gebruik. Voorbeelden daarvan zijn loodvrije benzine, de ontwikkeling van LPG-G3 en diesel, dat volgens internationale regelgeving nauwelijks nog zwavel mag bevatten. Bij Texaco weten ze dat ze worden beoordeeld op hun imago: als milieutechnisch ondernemer en energieproducent. Het gebruik van energiezuinige technologie en een bewust productieproces hebben tot gevolg gehad dat het energieverbruik binnen de raffinaderijen van Texaco in de afgelopen 10 jaar is teruggebracht met 25%. Dit heeft weer geleid tot lagere productiekosten en een verminderde uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer (CO2). Texaco is de uitdaging aangegaan en heeft zich ontwikkeld tot wereldwijd marktleider in synthetische gassen, een van de meest veelbelovende alternatieve energiebronnen van dit moment. Syngas wordt gemaakt van Hydrocarbon dat, behalve in fossiele brandstoffen zoals steenkool, in hoge mate aanwezig is in afvalproducten (van huisvuil tot industriële reststoffen). Syngas wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit en als basisproduct voor chemicaliën, brandstoffen, kunstmest en industriële gassen. Texaco doet grote investeringen om deze technologie te perfectioneren, om zo de uitdaging aan te gaan die de maatschappij verlangt.

Dit wil je ook lezen:

Esso

Wat is de geschiedenis van Esso in het kort? Esso is een deel van ExxonMobil, daarom de geschiedenis van ExxonMobil. ExxonMobil is een van de weinige moderne ondernemingen die in de negentiende eeuw al actief waren. De wortels van de huidige Benelux-organisatie liggen in Antwerpen en Rotterdam en in de Verenigde Staten, waar de beroemde tycoon John D. Rockefeller in 1882 de rechtsvoorganger van het huidige ExxonMobil, de Standard Oil Company, had opgericht. Drie handelsfirma's, Horstmann & Co. in Rotterdam en Fréderic Speth & Co. en Graf & Maquinay in Antwerpen importeerden in die tijd via een zakelijk tussenpersoon, de firma Stursberg, lampolie van Standard Oil. Op 11 maart 1891 richtten deze vijf ondernemingen een nieuwe vennootschap op, de American Petroleum Company (APC), die zowel in Antwerpen als Rotterdam kantoor hield. De drie importfirma's brachten gezamenlijk de tankschepen, opslaginstallaties en kantoren in. Het startkapitaal bedroeg vijf miljoen gulden. Er waren in totaal 100 aandelen, waarvan de Standard Oil Company overigens geen meerderheid in handen had. Er werkten 20 man personeel. De oprichtingsdatum maakt ExxonMobil tot de oudste nu nog op de markt opererende oliemaatschappij in de Benelux. In 1911 gebood het Amerikaanse Hooggerechtshof de opsplitsing van Rockefellers monopolie. Als gevolg hiervan ontstonden verschillende Standard Oils. Een daarvan, Standard Oil of New Jersey (of Jersey Standard), zette de APC-activiteiten in de Benelux voort. Drie decennia lang zou de APC een Benelux-firma blijven (vanaf 1902 werden ook olieproducten in Luxemburg verkocht). In 1920 gingen de Nederlandse en Belgisch-Luxemburgse dochterondernemingen van Jersey Standard hun eigen weg. Deze situatie duurde in feite voort tot halverwege de jaren tachtig van de twintigste eeuw, toen de organisaties van Esso Belgium, Esso Nederland en Esso Luxembourg werden samengevoegd. Een van de andere opvolgers van de Standard Oil Company, Standard Oil of New York of SOCONY, zouden we tientallen jaren later ook weer in de Benelux-landen tegenkomen onder de naam Mobil Oil. De fusie tussen Esso (Exxon in de Verenigde Staten) en Mobil tot Exxon Mobil Corporation in december 1999 herenigde dus twee belangrijke erfgenamen van Rockfellers historische olie-imperium.

Waar kennen we Esso ook alweer van? Esso legt de nadruk van sponsoring in de natuur. In de Benelux sponsort ExxonMobil diverse natuurbeschermingsprojecten. Een voorbeeld daarvan in Nederland is de nieuwe Atlas van de Nederlandse broedvogels, een boekwerk dat een overzicht geeft van alle vogels die in Nederland nestelen. 25 jaar geleden verscheen de eerste broedvogelatlas, die sindsdien als standaardwerk wordt gebruikt door wetenschappers, beleidsmakers en vogelliefhebbers. De nieuwe Atlas verschijnt in november 2002. In België heeft ExxonMobil onder meer bijgedragen aan het instandhouden van het unieke natuurreservaat De Zegge in de Kempen. Het reservaat is 100 hectare groot en biedt een enorme variatie planten en dieren. Het is daardoor erg in trek bij botanische experts uit de hele wereld, die het gebied regelmatig bezoeken. Daarnaast ondersteunt ExxonMobil jaarlijks diverse culturele evenementen, variërend van kunstexposities tot muziekvoorstellingen. Belangrijke voorbeelden uit het recente verleden zijn de postertentoonstelling Vlinders van de Boulevard, die in het voorjaar van 2002 in het Bredase Museum voor Moderne Kunst 'De Beyerd' plaatsvond en het fotografisch project Play. Bezoekers van de Beyerd konden een selectie van beroemde affiches uit de 20e eeuw bewonderen, creatieve reclameontwerpen van kunstenaars die oorspronkelijk niet bestemd waren om als kunstobject te dienen, maar het door hun uitzonderlijke kwaliteit toch werden. Voor Play volgde de Nederlandse fotograaf Carel van Hees een tijd lang een groep voornamelijk Rotterdamse jongeren om een beeld te geven van moderne jeugd in een multiculturele samenleving. Het project leverde een expositie en een boekwerk op, met een cd waarop Rotterdamse straatgeluiden zijn te horen. Iets langer geleden hielp ExxonMobil het Antwerpse museum Plantin Moretus bij de restauratie van een unieke historische atlas en sponsorde tentoonstellingen van tekeningen van de Zuid-Nederlandse meesters Rubens, Van Dijck en Jordaens in het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen en van Belgische en Nederlandse vrouwelijke kunstenaars met werken vanaf 1500 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Ten slotte sponsort ExxonMobil regelmatig projecten of instellingen die raakvlakken hebben met de eigen bedrijfsactiviteiten en -doelstellingen, zoals het Provinciaal Veiligheidsinstituut in Antwerpen, het Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Neder-Overheembeek en haveninformatiecentra in Antwerpen en Rotterdam.

Waar kennen we Esso ook alweer van? Esso legt de nadruk van sponsoring in de natuur. In de Benelux sponsort ExxonMobil diverse natuurbeschermingsprojecten. Een voorbeeld daarvan in Nederland is de nieuwe Atlas van de Nederlandse broedvogels, een boekwerk dat een overzicht geeft van alle vogels die in Nederland nestelen. 25 jaar geleden verscheen de eerste broedvogelatlas, die sindsdien als standaardwerk wordt gebruikt door wetenschappers, beleidsmakers en vogelliefhebbers. De nieuwe Atlas verschijnt in november 2002. In België heeft ExxonMobil onder meer bijgedragen aan het instandhouden van het unieke natuurreservaat De Zegge in de Kempen. Het reservaat is 100 hectare groot en biedt een enorme variatie planten en dieren. Het is daardoor erg in trek bij botanische experts uit de hele wereld, die het gebied regelmatig bezoeken. Daarnaast ondersteunt ExxonMobil jaarlijks diverse culturele evenementen, variërend van kunstexposities tot muziekvoorstellingen. Belangrijke voorbeelden uit het recente verleden zijn de postertentoonstelling Vlinders van de Boulevard, die in het voorjaar van 2002 in het Bredase Museum voor Moderne Kunst 'De Beyerd' plaatsvond en het fotografisch project Play. Bezoekers van de Beyerd konden een selectie van beroemde affiches uit de 20e eeuw bewonderen, creatieve reclameontwerpen van kunstenaars die oorspronkelijk niet bestemd waren om als kunstobject te dienen, maar het door hun uitzonderlijke kwaliteit toch werden. Voor Play volgde de Nederlandse fotograaf Carel van Hees een tijd lang een groep voornamelijk Rotterdamse jongeren om een beeld te geven van moderne jeugd in een multiculturele samenleving. Het project leverde een expositie en een boekwerk op, met een cd waarop Rotterdamse straatgeluiden zijn te horen. Iets langer geleden hielp ExxonMobil het Antwerpse museum Plantin Moretus bij de restauratie van een unieke historische atlas en sponsorde tentoonstellingen van tekeningen van de Zuid-Nederlandse meesters Rubens, Van Dijck en Jordaens in het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen en van Belgische en Nederlandse vrouwelijke kunstenaars met werken vanaf 1500 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Ten slotte sponsort ExxonMobil regelmatig projecten of instellingen die raakvlakken hebben met de eigen bedrijfsactiviteiten en -doelstellingen, zoals het Provinciaal Veiligheidsinstituut in Antwerpen, het Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Neder-Overheembeek en haveninformatiecentra in Antwerpen en Rotterdam.

Wat doet Esso voor de toekomst als het gaat om alternatieve brandstoffen? Op dit gebied heeft ExxonMobil een passieve rol. ExxonMobil houdt zich wel al meer dan twintig jaar intensief bezig met het wetenschappelijk onderzoek naar klimaatverandering en de mogelijke rol van fossiele brandstoffen daarin. En dat niet alleen. Het bedrijf investeert in technologie en activiteiten die de uitstoot van kooldioxide fors beperken. Op de eigen fabriekscomplexen wordt zo spaarzaam mogelijk met energie omgesprongen. ExxonMobil doet verder actief mee aan de ontwikkeling van nieuwe motortechnologie die de auto's van de nabije toekomst veel zuiniger zal laten rijden. Ten slotte bevordert de onderneming wereldwijde wetenschappelijke samenwerking om de werking van ons klimaat beter te begrijpen en zo beter om te gaan met klimaatverandering. Voor duurzame, hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon is vooralsnog geen hoofdrol weggelegd. De benodigde investeringen zijn dusdanig hoog dat zonnecollectoren en windmolens onmogelijk kunnen concurreren met de nog altijd overvloedig beschikbare en dus goedkope voorraden olie en gas. In de meest optimistische duurzaamheidsscenario's zullen wind en zon pas na 2020 een rol van betekenis voor zich kunnen opeisen. Daarom moeten we onze kaarten eerst en vooral op het besparen van energie zetten. Immers: er is geen schonere energie dan niet-gebruikte energie. Ten slotte dienen we de nadelige effecten van het verbranden fossiele brandstoffen zoveel mogelijk tegen te gaan door voortgezet technologisch onderzoek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.