Formuleren (formuleringsfouten)

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 699 woorden
  • 26 oktober 2012
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
58 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Nederlands

Hoofdstuk Formuleren

7 veel voorkomende formuleringsfouten:

1-      Dubbelop

1.1  Onjuiste herhaling

Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruikt.

1.2  Tautologie

Als hetzelfde woord twee keer gezecht met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniem)

      Zoals bijvoorbeeld…..

1.3  Pleonasme

Een deel van de betekenis van een woord nog eens door een ander woord wordt uitgedrukt.

      Aanwezige bezoekers

1.4  Contaminatie

Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten onrechte worden vermengd.

Overnieuwà over, opnieuw,

uitprintenà uitdrukken, uitprinten

nachecken à nakijken, checken

1.5  Dubbele ontkenning

In zinnen met een werkwoord dat al een ‘ontkennend’ karakter heeft, wordt soms een tweede ontkenning toegevoegd.

… voorkomen … geen …

2-      Fouten met verwijswoorden

Antecedent

Pers. vnw

Bezitt. vnw

Aanw. vnw

Betr. vnw

Mannelijk de-woord

Hij, hem

Zijn

Deze, die

Die

Vrouwlijk de-woord

Zij, ze

Bij niet-personen: ze!

haar

Deze, die

Die

Het-woord (onzijdig)

het

Zijn, z’n

Dit, dat

dat

Meevoudige zelfstandige naamwoorden

Ow: zij, ze

Lijd. Vw: Hen

Na voorzetsel: hen

Meew.vw: Hun

Hun

Deze, die

Die


3-      Incongruentie

Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. Als bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm hoort of bij een meervoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm.

Het ontstaat vaak;

            3.1 Als het onderwerp meervoudig lijkt, maar enkelvoudig is

                       De jeugd ….. hebben…. à De jeugd … heeft …

            3.2 Als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan

                       Gebruik … zullen à Gebruik … zal

            3.3 Als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het  onderwerp wordt aangezien

            (meew.vw) worden … bestuur à (meew.vw) wordt … bestuur

4-      Dat/als-constructie

Een bijzin van voorwaarde begint vaak met als of waneer. Als de bijzijn niet achteraan de zin staat, ontstaat er een dat/als-constructie. Vermijd die door ‘volgens mij’ te gebruiken in plaats van ‘ik denk’ of ‘ik vind’.

            Daarom vind ik dat alsà Daarom vind is dat …. , als ze

5-      Foutieve samentrekking

Als je twee zinnen aan elkaar plakt met en of maar, mag je de delen die hetzelfde zijn in de tweede zin weglaten, aar dat mag alleen als:

5.1 De betekenis hetzelfde is

            De herderinnetjes hielden een kudde en (…) hielden van ieder schaap

5.2 De vorm (enkelvoud of meervoud)  hetzelfde is

            Het vervallen huis werd afgebroken en de oude schuren (…) werden gesloopt.

5.3 De grammaticale functie (ow, lv enz.) hetzelfde is

            De computer is stuk en (…) is dus naar een reparateur gebracht.

6-      Foutieve beknopte bijzin

Van een bijwoordelijke bijzin kun je een beknopte bijzin maken.

-          [bijwoordelijke bijzin Omdat hij (ow) er ging (pv) studeren], moest Joep in Amsterdam op kamers.

-          [beknopte bijzin Om er te gaan studeren] moest Joep in Amsterdam op kamers.

In een beknopte bijzin staat geen persoonsvorm en ook geen onderwerp. Je kunt dat onderwerp wel in gedachten invullen.

7-      Losstaand zinsgedeelte

Bijwoordelijke bijzinnen zijn zinsdeel binnen een grotere zin. Ze mogen niet los van elkaar staan van de zin waar ze in horen. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.