Vanaf kleins af aan vond ik het heerlijk om te lezen of om voorgelezen te worden, het gaf me het idee dat ik in een wereld was beland waar alles mogelijk was. Mijn moeder las me altijd voor, net voordat ik naar bed
ging. Dat heeft ze gedaan tot ik 8 was.
Al heel vroeg kwam mijn eerste “echte” aanraking met boeken.
De meeste boeken die ik las ben ik allang weer vergeten,
maar enkele zijn mij wel bijgebleven.
Eerst las ik vooral boeken met kleine korte
verhaaltjes waardoor ik stapje voor
stapje leerde lezen en boekjes te begrijpen.
Een paar boekjes die mij zijn bijgebleven zijn:
·Winnie the Pooh, we hadden toen zo’n doos
met alle delen er in.Ik vond het altijd
geweldig om daaruit voorgelezen te worden,
vanaf me 3e ging ik ze zelf lezen.
Ik vond ze leuk omdat ze altijd
wel wat spannends meemaakte, dan droomde
ik dat ik daar ook woonde en vriendjes met ze was.
·Dikkie Dik van Jet Boeke vond ik ook erg leuk,
ik hield van katten en dan vooral Dikkie Dik.
De verhaaltjes waren altijd heel
grappig waardoor ik er altijd om moest lachen.
·Ook het boek “Waar is Dribbel” van
Eric Hill vond ik super! In dit boek ging
Dribbel zich verstoppen toen hij moest eten
dus zijn moeder moest hem zoeken. Ik wilde altijd dat Dribbel mijn hondje was. Hij zag er
lief uit.
Daarna begon ik steeds meer
versjes en gedichtjes te lezen.
Mijn eerste gedichtenboek was
“Versjes voor het slapengaan”
van Marianne Busser.
de versjes waren kort en erg
fantasierijk. Daarom vond ik ze zo leuk.
Naarmate ik ouder werd begon ik steeds moeilijker te lezen
en ging ik de andere kinderen uit de klas een beetje voorbij
in het lezen. In tegenstelling tot anderen was ik al vrij snel avi uit.
Ik begon boeken te lezen die net iets te moeilijk waren en schreef de moeilijke woorden die ik nog niet kende op, om ze te vragen.
Dit is mijn leesautobiografie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden