IJstijden

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Keuzeopdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 300 woorden
  • 4 juli 2002
  • 76 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
76 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boorkernonderzoek: Bij boorkernonderzoek gaat men na aan de hand van de verschillende lagen in een stukje ijs, hoe oud het ijs is. Het werkt ongeveer net als bij jaarringen in bomen. Ook worden er stukjes ijs mee naar een laboratorium genomen waar men de stukjes ijs op stoffen, zouten en gassen onderzoekt, die ingevroren zijn. Daaruit kan worden geconcludeerd hoe oud het stukje ijs is. Daarbij worden belangrijke stukken uit de geschiedenis, zoals vulkaanuitbarstingen, kernexplosies in de lucht en fall-out (wat zijn dat?), gebruikt als ijkpunten. Naar aanleiding van de O18/O16 isotoopverhoudingen kan men dan uitrekenen hoe oud het is, en wat de gemiddelde temperatuur was in de tijd. Milancovic: Deze onderzoeker onderzocht of de veranderingen van de baan van de aarde invloed had op het klimaat. Daaruit concludeerde hij dat de baan van de aarde niet helemaal rond is, waardoor de zomer en de winter niet even lang duren. Hij concludeerde ook dat de hoek waarin het zonlicht op de aarde valt varieert, zodat de zon dus niet de hele tijd dezelfde invalshoek heeft. Hij ontdekte ook dat de aardas 1 keer in de 21700 jaar loodrecht staat met de aardbaan. Daardoor veranderen de seizoenen met de kalender. Milancovic stelde dus 3 variabelen vast die te maken hebben met de ijstijden.
Sporen van ijstijden: Een spoor dat op ijstijden wijst zijn morenen. Morenen zijn stapels van bergafval aan het begin en aan de zijkanten van gletsjers. Ook kan men op de bodem van de oceanen sporen vinden van ijstijden. Bijvoorbeeld in kalkslib en klei-afzettingen. Daar zitten namelijk allerlei fossielen in die kunnen aangeven hoe warm het was op aarde op dat stukje. Met de koolstof-14 methode kan men dan de ouderdom van een fossiel bepalen. Echter, er zit een nadeel aan, men kan maar tot zo’n 60000 jaar de ouderdom bepalen.

REACTIES

M.

M.

tnx, had ik nodig:)

21 jaar geleden

J.

J.

Verrassend zeg

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.