IJstijden

ANW keuze-opdracht B: IJSTIJDEN Wetenschappers hebben met behulp van verschillende technieken de ijstijdhypothese kunnen bevestigen. Daarbij luiden een paar vragen: 1.) Wat houdt boorkernonderzoek in? Een boorkern onderzoek werkt ongeveer net als bij jaarringen in bomen. Bij boorkernonderzoek gaat men na aan de hand van de verschillende lagen in een stukje ijs, hoe oud het ijs is. Om dit te doen ging men boren in Antarctica en Groenland
met een soort holle boor waar je de kern (het ijs dus) uit kon halen. De boorkernen zien er uit als lange staven ijs. Daarna worden er stukjes ijs mee naar een laboratorium genomen waar men de stukjes ijs op stoffen, zouten en gassen onderzoekt, die ingevroren zijn. Daarbij worden belangrijke stukken uit de geschiedenis, zoals vulkaanuitbarstingen, kernexplosies in de lucht en luchtbellen die in het ijs zaten, gebruikt als kijkpunten. Uiteindelijk kunnen ze aan de hand van die kijkpunten de conclusie trekken hoe oud het ijs is en hoe het klimaat toen was.
2.) Welke bijdrage leverde Milankovic? Deze onderzoeker onderzocht of de veranderingen van de baan van de aarde invloed had op het klimaat. Daaruit concludeerde hij dat de baan van de aarde niet helemaal rond was, waardoor de zomer en de winter niet even lang duren. Ook trok hij de conclusie dat de hoek waarin het zonlicht op de aarde valt varieert, zodat de zon dus niet de hele tijd dezelfde invalshoek heeft. Hij heeft ontdekt dat de aardas 1 keer in de 21700 jaar loodrecht staat met de aardbaan. Daardoor veranderen de seizoenen met de kalender. Milancovic stelde dus 3 variabelen vast die te maken hebben met de ijstijden. 3.) Welke sporen in het landschap wijzen op een ijstijd? Sporen van vroegere ijstijden kunnen nog altijd gevonden worden in het
landschap. Een voorbeeld hiervan is de Heuvelrug die door gletsjers is gevormd. Ook zie je vooral in Drente de stenen, genoemd Hunebedden, liggen. Die zijn gegleden uit het Noorden richting het Zuiden. Een ander spoor zijn de morenen. Dit zijn stapels van bergafval aan het begin en aan de zijkanten van gletsjers. 4.) Welk onderzoek leidde tot de ontdekking van de 5 recente ijstijden? Het bestuderen van het landschap heeft uitgewezen dat er meerdere ijstijden
Zijn geweest waarbij Noordwest Europa en Noord Amerika werd bedekt door grote ijsvlakten. Eerst dacht men dat het ging om 4 of 5 ijstijden, maar na veel onderzoek te hebben gedaan van boorkernen uit de oceaan kwam men erachter dat er veel
meer ijstijden hadden plaatsgevonden en dat er 22 schommelingen in de temperatuur waren geweest.