Dierproeven

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Keuzeopdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1068 woorden
  • 15 april 2004
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 5
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Jaarlijks worden veel dierenlevens verwoest voor wetenschappelijk onderzoek. De vraag is of dit echt nodig is en in hoeverre er verbetering hierin zou kunnen komen, want een dierenleven is tenslotte ook kostbaar.Natuurlijk worden er al zo veel mogelijk alternatieven voor dierproeven gezocht, maar nog altijd worden (te) veel dierenlevens opgeofferd voor onderzoeken. Dierproeven houden meestal in dat dieren vergiftigd worden of dat hun huid ingesmeerd word met chemicaliën en dat onderzoekers kijken wat voor effect dit op de huid of het lichaam van de dieren heeft. Dierproeven worden gedaan om te kijken hoe dieren op bepaalde dingen reageren. Psychologiestudenten doen bijvoorbeeld ook tests met dieren, men zorgt er eerst voor dat de diertjes verslaafd raken aan drugs en vervolgens bestuderen de studenten wat het dier doet als het geen drugs meer toegediend krijgt. Natuurlijk moet dit allemaal onderzocht en bestudeerd worden, maar moeten dieren hiervoor nu echt zo erg lijden? Aantal dierproeven en voor welk doel De laatste jaren zie je veel verbetering in het aantal dierproeven dat per jaar gedaan wordt. Ten opzichte van het jaar 1987 is het aantal dierproeven in 1998 meer dan gehalveerd! Dierproeven worden voor verschillende hoofddoelen uitgevoerd. Bijvoorbeeld voor ontwikkeling, productie en controle van sera, vaccins, geneesmiddelen en medische producten, voor onderzoek naar de schadelijkheid van stoffen, voor diagnostiek, onderwijs en training en tenslotte voor wetenschappelijk onderzoek. In de volgende tabel ziet u de doelen van dierproeven in het jaar 1999 en de verdeling van de dierproeven over de doelen in procenten. Doel dierproeven voor wetenschappelijk onderzoek in het jaar 1999

Doel Percentage
Vragen m.b.t. kanker bij de mens 27% Hart- en vaatziekten bij de mens 10% Geestesziekten of ziekten van het zenuwstelsel bij de mens 7% Vragen m.b.t. andere ziekten bij de mens 18% Andere lichamelijke kenmerken bij de mens 0.2% Het gedrag van dieren 2% Ziekten bij dieren 3% Andere wetenschappelijke vragen 32% Er worden allerlei soorten dieren gebruikt om dierproeven mee te doen. Ratten en muizen zijn het populairst, in 1999 werden er 295.473 muizen en 234.179 ratten gebruikt voor dierproeven. Maar ook cavia’s (14.486), konijnen (10.392), apen (674), honden (1.439), katten (330), paarden (353), varkens (9.951), geiten en schapen (4.569), runderen (2.130), vogels (95.641), vissen (32.164), reptielen (2) en amfibieën (3.976) worden in groten getale gebruikt. Ook andere knaagdieren (5.286), vleeseters (1.575) en zoogdieren (30) dan ik daarnet genoemd heb worden aan proeven onderworpen. In totaal zijn dit in één jaar 712.650 dieren die gebruikt worden voor dierproeven. Zijn er echt zó ongelooflijk veel dieren nodig voor deze proeven? Onderzoekers denken dat er inderdaad zóveel dieren gebruikt moeten worden voor de proeven die zij uitvoeren. De meeste proeven zijn erg ingewikkeld en het kan zijn dat de ene hond anders op de proef reageert dan een andere. Het kan bijvoorbeeld toevallig zo zijn dat je net een redelijk zwakke hond treft bij zo’n proef. Om te zorgen dat dit soort toevalligheden geen rol spelen wordt een proef op meerdere dieren uitgevoerd. Herkomst van de proefdieren Al deze dieren moeten natuurlijk door de onderzoekers wel ergens vandaan worden gehaald. De meeste proefdieren worden al in gevangenschap geboren en worden vaak door de onderzoekers zelf gefokt. Honden en katten worden ook wel gekocht bij handelaren die voor het verkopen van dieren voor proeven een speciale vergunning moeten hebben. Soms worden ook dieren bij mensen afgehaald die hun hond of kat niet meer willen hebben. Dieren zoals kippen, paarden, varkens, schapen en geiten worden vaak door boerderijen geleverd. Sommige soorten dieren worden zelfs nog in het wild gevangen. Alternatieven Er zijn verschillende alternatieven voor het gebruik van dieren bij proeven: - Je kunt losse cellen, stukjes weefsel of delen van een orgaan die in leven worden gehouden buiten het lichaam gebruiken voor proeven. Hiervoor worden bijvoorbeeld stukjes huid gebruikt die bij een operatie zijn overgebleven. Het voordeel van deze techniek is dat het onderzoek met cellen en weefsels van de mens gedaan kunnen worden. - Vroeger werden dieren ook altijd gebruikt voor het kweken van ziektekiemen die daarna als vaccin in het lichaam van de mens werden gespoten. Ziektekiemen kunnen ook gekweekt worden in lichaamscellen die in een reageerbuis in leven gehouden worden. Gelukkig wordt van deze reageerbuis-methode nu al veel vaker gebruik gemaakt dan vroeger. - Door de innovatie van de computers de afgelopen jaren kunnen ook computers een alternatief vormen voor dierproeven. Er kan op computers van alles worden nagebootst en in kaart gebracht. Ze maken het voor wetenschappers gemakkelijker om na te zoeken of er voor hun proef al een alternatief bestaat en er kunnen allerlei proefdiervrije testen direct op worden uitgevoerd. - Met robots kunnen mensen en organen van mensen worden nagemaakt. Bij bijvoorbeeld het Nederlandse TNO instituut hebben onderzoekers een maagdarmkanaal nagemaakt waarmee onderzoekers de spijsvertering van mensen onderzoeken. Verschillende stoffen kunnen ze op giftigheid getest worden en ook de omzetting van medicijnen in de maag of darmen kunnen in een robot bestudeerd worden. - Natuurlijk kunnen ook mensen gebruikt worden voor proeven. In feite is dat veel gemakkelijker dan onderzoek met dieren. Het product dat gemaakt wordt is meestal bestemd voor mensen en niet voor dieren. Bovendien kunnen mensen tijdens de onderzoeken precies aangeven wat ze voelen. - Iedere stof is opgebouwd uit atomen. De moleculen van een nieuwe stof kunnen uit precies dezelfde atomen bestaan als een andere, al eerder gevormde en onderzochte, stof maar anders gegroepeerd zijn. Hierdoor kun je al veel weten van deze nieuwe stof. Door moleculaire structuren te gebruiken hoef je niet opnieuw die al bekende gegevens uit dierproeven te halen. Toch worden deze alternatieven nog (te) weinig toegepast. Omdat elk onderzoek uniek is, is er voor elk onderzoek weer een ander alternatief nodig en dat is natuurlijk erg vervelend. Soms verplicht de wet zelfs nog dat er dierproeven moeten worden uitgevoerd voordat de stof op de markt gebracht wordt. Voordat een alternatief voor een dierproef gebruikt kan worden moeten de onderzoekers weten of de alternatieve test(en) betrouwbaar is(/zijn). De test moet dus te herhalen zijn en steeds dezelfde resultaten opleveren. Ook als de test in een ander laboratorium door andere mensen wordt gedaan moet de test dezelfde resultaten geven. Bovendien moeten de resultaten de waarheid ‘vertellen’ over wat zich in het lichaam van de mens (of dieren) afspeelt en het goede beeld geven van de werking van een bepaalde stof. Pas als een test onderzocht is op zijn betrouwbaarheid kan hij in de wet opgenomen worden. Hier in Nederland is het dan verplicht om zo’n alternatief te gebruiken en de dierproef mag dan niet meer uitgevoerd worden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.