Dit is de eerste keuzeopdracht van de vier, die in de portfolio komen. De opdracht was om een land in Latijns-Amerika te kiezen en daar vragen over te beantwoorden. Ik heb gekozen voor de Dominicaanse Republiek, omdat ik graag iets over een land wilde opzoeken met hele mooie stranden en van die mooie blauwe zeeën. Even wat algemene informatie:
De Dominicaanse Republiek is een republiek in het Caribische gebied. Het is 48.500 km2 groot en een vijfde groter dan Nederland. De Dominicaanse Republiek grenst aan Haïti en deze grens is 360 km lang. Het landschap is erg veelzijdig, het land heeft tropische regenwouden en uitgedroogde woestijnen. Dit land heeft de meeste en mooiste stranden van het Caribische gebied, zowel langs de Atlantische oceaan als de Caribische Zee. Er zijn kilometerslange stranden maar ook kleine, door groene struiken en rotsen omringde strandjes. Veel van deze kleine strandjes zijn nog nooit bezocht door toeristen. Volgende de Dominicaners zelf heeft het land 43.330 stranden en strandjes. Voor de kust van de Republiek liggen enkele eilanden die ook prachtige stranden hebben: La Matica, Isla Beata, Isla Catalina, Isla Saona en Cayo Levantado. De Republiek is ook rijk aan tal van watervallen, lagunes omringd door mangroves, een koraalrif en een vleermuisgrot vol stalagmieten en stalactieten.
De Dominicaanse Republiek heeft een tropisch klimaat. De meeste regen valt in het oosten en vooral in de maanden mei, augustus, september en oktober. De temperatuur ligt er altijd tussen de 25ºC en de 30ºC (heerlijk toch!!) en verschillen weinig tijdens de verschillende seizoenen. In de bergen kan het vriezen en valt er zelfs heel af en toe een vlokje sneeuw. De republiek wordt regelmatig geteisterd door orkanen in de maanden augustus tot oktober, met als resultaat doden, gewonden, daklozen en miljoenen dollars aan schade.
De planten en bomen op het eiland variëren sterk door de grote hoogteverschillen en klimaatzones. De Dominicaanse Republiek telt ongeveer 5600 plantensoorten. Om de prachtige natuur te beschermen heeft dit land 7 nationale parken en 14 natuurreservaten. Echte grote zoogdieren komen op het eiland niet voor, behalve natuurlijk het vee van de bewoners als koeien, paarden, geiten en varkens. Het land kent wel een insecteneter Solenodon en een knaagdier Hoetia. Ook is het land rijk aan 18 vleermuissoorten. Ook komen krokodillen, leguanen, hagedissen, kikkers, slangen en schildpadden voor. Vlak voor de meeste zandstranden liggen koraalriffen, en hier leven soorten zoals papegaaivissen, doktersvissen, engelvissen, steenvissen, doktersvissen, tandbaarzen, snappers, tarpons, zeenaalden, murenen, roggen, zee-egels, zeekomkommers, inktvissen, krabben, langoesten en zeesterren. Verderop in de zee zwemmen o.a. manta-roggen, zwaardvissen, tonijnen, dolfijnen en de onschuldige hondshaaien.
Boca Chica staat in de maand april in het teken van een internationaal vistoernooi. Er wordt dan gevist op de blauwe marlijn, de grootste marlijnsoort, met een lengte tot 460 cm en een gewicht van meer dan 400 kg.
De totale bevolking bedroeg in 2003 8.716.000 mensen. De bevolkingsdichtheid is ongeveer 180 mensen per km2 en dus een van de dichtstbevolkte staten van het Caribische gebied. In de hoofdstad Santo Domingo woont 36% van de bevolking en is op Havanna na, de grootste stad in het Caribische gebied. Er is een grote trek naar de steden en 62% van de bevolking heeft daar al een plaatsje gevonden. Jaarlijks gaan er ongeveer 80.000Nederlanders naar dit land. Veel goed opgeleide Dominicanen emigreren naar de VS en Venezuela en ongeveer 1.5 miljoen hebben al een bestaan in het buitenland opgebouwd. Zo zijn er in verschillende Amerikaanse staten hele Dominicaanse buurten ontstaan. In New York wonen 800.000 Dominicanen waarvan 300.000 illegalen.
In de Dominicaanse Republiek zelf wonen veel Haïtianen als politiek vluchteling, ze vormen de onderste klasse in de samenleving en worden constant uitgebuid en gediscrimineerd.
De bevolking bestaat voor 73% uit kleurlingen, voor 16% uit blanken en voor 11% uit zwarten. De kleurlingen hebben gemengde voorouders uit Spanje en Afrika. De Dominicaanse Republiek is in het Caribische gebied een van de weinigen landen waar de bevolking niet overwegend een Afrikaanse oorsprong heeft. Dat komt doordat het land als plantagekolonie niet zo belangrijk was, zodat er minder slaven uit Afrika nodig waren. In de loop der jaren zijn ook andere groepen in de republiek komen wonen. In de jaren 20 van de 19e eeuw arriveerde vanuit de VS een grote groep Afro-Amerikanen die vluchtten voor slavernij en onderdrukking. De Cubanen trokken ook naar de republiek in de 19e eeuw, en na de revolutie in 1959. Andere groepen zijn Duitsers, Chinezen, Japanners, Fransen, Libanezen en Italianen.
Jaarlijks neemt de bevolking toe met 1.6%. Meer dan de helft van de bevolking is 20 jaar of jonger. De jaarlijkse bevolkingstoename bedraagt ca. 1,6% (2003 1,36%). Meer dan de helft van de bevolking is jonger dan 20 jaar. De levensverwachting bij geboorte bedraagt 66,5 jaar voor mannen en 69,5 jaar voor vrouwen.
Het geboortecijfer bedroeg in 2003 23,94 per 1000 inwoners; het sterftecijfer bedroeg 6,88 per 1000 inwoners.
Over de eerste bewoners van Hispanolia is niet veel bekend. Men gaat ervan uit dat dit de Ciboney waren, een volk dat leefde van de visvangst en leefde in grotten. Daarna kwamen de Taínos. Dit was een meer ontwikkeld volk dat leefde van het jagen en verzamelen. Deze mensen leefden in groepen in dorpen, en deze dorpen vormden weer provincies. Later gingen deze mensen cassave, maïs en yams verbouwen. De Taínos rookten graag sigaren en verder waren ze een vreedzaam volk. Eind 15e eeuw werden de Taínos onderworpen door de Cariben die de meeste eilanden in het Caribische gebied bezaten.
In 1492 ontdekte Christoffel Columbus op zijn eerste reis het eiland en noemde het Hispaniola of “Klein Spanje”. In zijn tweede reis in 1493 werden er een aantal goud-, zilver-, en kopermijnen ontwikkeld en ook het suikerriet werd in deze periode geïntroduceerd. Al snel bleek dat de goudvoorraad niet groot was, maar de productie van suikerriet werd wel een succes, en de handel met Europa kwam al snel op gang. Om voldoende te kunnen produceren waren er veel goedkope arbeidskrachten nodig, en de eerste mensen die daarvoor in aanmerking kwamen waren natuurlijk de indianen.
De arbeidsrelatie tussen de Spanjaarden en de autochtone bevolking begon echter steeds meer op slavernij te lijken. De gevolgen daarvan waren verschrikkelijk want van de oorspronkelijke bevolking van 200.000 à 300.000 indianen waren er in 1514 nog maar 14.000 over. Zelfs het zendingswerk van de franciscanen stond bol van het geweld. Alleen de paters dominicanen verzetten zich echt tegen deze mensonterende situaties. Het was de Spaanse priester Bartolomé de Las Casas, die de wereld liet weten hoe de inheemse bevolking te lijden had onder de heerschappij van de Spanjaarden.
In 1533 werd door keizer Karel V de slavernij onder de indianen afgeschaft. Hispaniola was in die tijd een belangrijke overslagplaats in de handel van Spanje met de Nieuwe Wereld, met als voornaamste handelswaar goud, suiker en slaven. Deze slaven kwamen uit West-Afrika en in een jaar tijd werden er tienduizenden Afrikaanse slaven naar Hispaniola verscheept.
De Dominicaanse Republiek is een ontwikkelingsland, waar er een grote kloof is tussen arm en rijk. De meeste goed opgeleide Dominicanen zijn vertrokken naar de VS en Venezuela. In de hoofdstad Santo Domingo wonen veel mensen en daar is ook veel armoede te zien. Er zijn veel kinderen op straat omdat het land te weinig geld heeft om over voldoende leerkrachten en lesmateriaal te beschikken. Wettelijk zijn ouders verplicht om hun kinderen naar school te sturen ,aar in praktijk wordt deze wet slecht nageleefd. 20% Van de bevolking is dan ook analfabeet. Een kleine groep Dominicanen kan het zich veroorloven om hun kinderen naar privé-scholen te sturen. Een ander groot probleem in de Republiek is Aids. In dit land leven 390.000 kinderen en volwassen die hiv-positief zijn en samen met Haïti vormen deze twee landen samen 85% van alle aids patiënten in het Caribische gebied.
Een goede oplossing om voor de bevolking wat geld in het laatje te brengen zou bijvoorbeeld duurzaam toerisme. Dat houdt in dat het toerisme niet alleen voordelig is voor natuur en milieu, maar dat ook een deel van de opbrengsten van het toerisme bij de bevolking komt en niet alleen bij de touroperators en hotelketens.
Ook zetten veel organisaties zich in voor eerijke handel in de Dominicaanse Republiek. Max Havelaar zorgt ervoor dat koffieboeren een eerlijke prijs krijgen, Confederacion Nacional de Cacaocultores Dominicanos behartigt de belangen van de cacaoboeren.
Een positieve ontwikkeling is dat de economie snel groeit. Sinds 1992 heeft een land een economische groei van 5%. Er is wel een nadeel, want 5% van weinig blijf weinig. Een voordeel van die constante stijging is dat het investeerders aantrekt. Bedrijven vestigen zich en creëren daarmee werkgelegenheid. Ondanks deze ontwikkeling is er nog veel werkloosheid, zo’n 3 miljoen Dominicanen leven onder het bestaansminimum omdat ze geen of slecht betaald werk hebben. Het lijkt er dan ook op dat slechts een klein groepje profijt heeft van de groeiende economie. De huidige regering streeft ernaar om de werkloosheid terug te dringen en de kloof tussen arm en rijk niet te groot te laten worden.
Bij de geschiedenis van de Dominicaanse Republiek denken de meeste mensen waarschijnlijk aan 1492, de ontdekking van de Nieuwe wereld door Christoffel Columbus. Echter het land had toen al reeds duizenden jaren bewoners. Verschillende stammen hadden met kano's en op vlotten het vaste land in het zuiden (Zuid-Amerika) verlaten om zich eerst op kleinere en later op de grotere eilanden in het noorden (Caribische eilanden) te vestigen. In 1492 zetten de eerste kolonisten voet op het eiland en vonden vele indianen de dood. Wettelijk mochten de indianen niet als slaven worden behandeld, maar er was een grote behoefte aan arbeidskrachten waardoor velen zijn gestorven door de veel te zware arbeid. Later in 1511 vond men de oplossing voor dit tekort aan arbeiders met het inzetten van slaven uit Afrika. 22 jaar nadat de Spanjaarden waren gekomen waren er nog maar 14.000 Taïno indianen over. Er waren verscheidene malen opstanden, waarvan de bekendste de grote opstand van 1522 onder leiding van Enriquillo. Deze opstand duurde 14 jaar en dwarsboomde diverse Spaanse activiteiten, stal hun goud en zilver en nam soldaten gevangen die hij nooit doodde en altijd weer liet gaan. Uiteindelijk sloten de Spanjaarden een akkoord met Enriquillo waarin werd vastgelegd dat indianen recht hadden op eigen grond en niet als slaven mochten worden gebruikt. Dit was een overwinning van de Taïno's. Franciscanen waren ook verantwoordelijk voor de vernietiging van de heiligdommen en kunstvoorwerpen van de Taïno indianen. Gelukkig zijn er toch wat voorwerpen gevonden.
Over een echte bevolkingstrek heb ik niets kunnen vinden. Het enige wat ik heb kunnen vinden over een soort van bevolkingstrek is dat de goed opgeleide Dominicanen vooral naar de VS en Venezuela trekken. Ook is er een flinke trek naar de steden.
De levensverwachting bij geboorte bedraagt 66,5 jaar voor mannen en 69,5 jaar voor vrouwen.
Het geboortecijfer bedroeg in 2003 23,94 per 1000 inwoners; het sterftecijfer bedroeg 6,88 per 1000 inwoners.
Ik heb de Dominicaanse Republiek eigenlijk gekozen voor z’n witte stranden en blauwe zeeën. Toen ik wat informatie had opgezocht, kwam ik tot het besef dat dit land wel meer is dan dat. De Republiek is een zeer divers land waar je alles vind wat je wil. Het land heeft natuurlijk mijn witte stranden, mooie rotsen, geheime strandjes, een diversiteit aan planten en dieren, een fantastisch lekker klimaat, veel verschillende mensen en een flinke economische groei. Natuurlijk heeft dit land, als echt ontwikkelingsland, ook veel problemen zoals aids, werkloosheid, discriminatie, laag bestaansminimum, schending van mensenrechten en armoede. Gelukkig ziet de toekomst er rooskleurig uit, door de economische groei zullen veel problemen opgelost worden. Niet van vandaag op morgen, maar eens zullen de mensen die daar wonen gelukkig zijn. Ze hoeven dan niet meer op staan met een hoofd vol zorgen. De man gaat naar zijn werk, de kinderen naar school en de vrouw hoeft niet meer hard mee te werken. Maar dit plaatje is wel er optimistisch want ik sommige landen of werelddelen is er iets dat ervoor zorgt dat een land het niet goed doet. Dat kan bijvoorbeeld de regering zijn maar ook de geschiedenis kan een bepalende factor zijn. Helaas is de geschiedenis ook een factor die je niet meer kunt veranderen en dus blijft het lot van de Dominicaners nog onbesloten. Het is, wat ze er zelf van maken.
De meeste informatie heb ik kunnen vinden op: www.landenweb.com/l.cfm?LandID=165&DOMINICAANSE%20REPUBLIEK
De plaatjes komen van www.google.com
REACTIES
1 seconde geleden