1. Zakelijke gegevens.
a. titel : Liefde
b. Dichter : J. Bernlef
c. Bundel : gedichten,Querido, Amsterdam, 1977
Liefde
Op een vluchtheuvel
kust een jongen een meisje
met paardentanden
bolle ogen achter een bril
zoeken de zijne fletse blauwe
in een gezicht vol pukkels
In zijn aktentas
dat weet ik zeker
zitten nog de broodkruimels van vorige week
en haar bloemetjesjurk
ruikt naar thuis en een keeshond van porselein
waarvan een poot is gebroken
en toch staat de stad
plotseling stil
straks in het warenhuis
een pakje shampoo vallen
zal deze vrouw zich wegen en
die man zijn voeten vegen
op een mat
waarop welkom staat geschreven
maar nu
staat de stad
stil
als blauwe ogen
fletse blauwe trouwen
2. Eerste reactie.
a. Ik heb dit gekozen omdat de titel me in eerste instantie al aanspreekt. Liefde, dat is een heel veelzijdig onderwerp en interessant natuurlijk. Ik zat te twijfelen tussen ‘’Moment’, van Jean Pierre Rawie’’ en deze. Ik heb deze toen gekozen omdat hij niet echt rijmt zoals gedichten die ik vroeger wel eens las, en ‘Moment’ rijmt wel. Ook heb ik deze gekozen omdat hier de strofen niet gelijk zijn en bij de andere wel ongeveer. Ook heb ik deze gekozen omdat het gedicht zelf wel grappig was en toch goed moest nadenken wat hij daar nu precies mee bedoelde.
b. Het eerste wat ik dacht : Wat een raar en moeilijk einde. Het begin was makkelijk te volgen, maar toen kwamen ineens allemaal van die rare zinnen. Ook is het wel gevoelig, omdat het gaat over een man en een vrouw die samen komen en later gaan trouwen, dat is toch wel een belangrijk en gevoelig moment in je leven. Ik vind het een realistisch gedicht, het zou zo in het echt kunnen gebeuren. Op het eerste moment dacht ik dat het niet realistisch was omdat ik de bedoeling van de schrijver niet snapte, maar nu wel. De opbouw van de strofen vind ik ook wel bijzonder, dat maakt het ook aantrekkelijker om te lezen als het er ongewoon uitziet. En zoals ik hierboven al gezegd heb vind ik het een leuk onderwerp.
3. Verdieping
a. Samenvatting
Iemand die buiten het verhaal staat vertelt over een koppeltje. In het begin vertelt hij over toen ze nog jong waren en elkaar kusten op een vluchtheuvel, ze zagen er niet echt aantrekkelijk uit volgens de verteller. De grote dag is aangebroken, het paar gaat trouwen. Hij met in zijn aktetas nog broodkruimels van vorige week en zij in een bloemetjes jurk die naar het ouderlijk huis ruikt, het is stil in de hele stad. De man geeft haar het ja woord. De klokken gaan luiden, op dat moment laat iemand in het warenhuis een pakje shampoo vallen. Even later tilt de man zijn bruid op en draagt haar binnen in hun nieuwe huis, waar een mat op de vloer ligt waarop staat ‘Welkom’……..
Ik denk dat de dichter met dit verhaal een soort ideaal wil laten zien tussen man en vrouw. In dit gedicht spreekt me de laatste regel het meeste aan ; als blauwe ogen fletse blauwe trouwen. Dat komt in het begin voor, en aan het einde komt het weer terug. Het heeft wel even geduurd voordat ik begreep wat de schrijver ermee bedoelde, omdat hij hier beeldspraak gebruikte. op dit moment trouwen ze met elkaar, en dat is natuurlijk een mooi moment.
b. Onderzoek
1. Ik kan geen stijlfiguren vinden..
2. Er komt een metonymia in voor, bijv. als blauwe ogen ( de man) Fletse blauwe (de vrouw) trouwen.
3. halfrijm, klinkerrijm ; ‘de zijne fletse blauwe, vegen geschreven. Medeklinkerrijm ; staat de stad stil, blauwe trouwen. Volrijm ; zal deze vrouw zich wegen en die man zijn voeten vegen.
4. Het is een modern gedicht, omdat de strofen en de versregels niet allemaal even lang zijn. Maar ook omdat er geen leestekens gebruikt worden.
5. Ik denk dat het wel soort naar de inhoud, de dichter vertelt als het ware een verhaal in een niet chronologische volgorde.
6. Het is geen gedicht naar een vorm zoals ze in het handboek staan.
7. Er zijn zes strofen, volgorde van versregels is zo ; sextet - sextet – sextet – distichon – terzine – distichon.
8. Als blauwe ogen fletse blauwe trouwen, is denk ik de kernregel, hierin wordt het stuk samengevat. Hij probeert hier ook extra aandacht op te vestigen door de versregels en de strofen steeds korter te maken.
9. Het thema dat als rode draad door het gedicht loopt is denk ik ‘’Liefde tussen mensen dat in stilte wordt verbonden’’, het blijkt dat ze gaan trouwen, maar er staat ook twee keer in dat de stad helemaal stil was, dat zal dus ook belangrijk zijn.
10. In het thema komt ook liefde voor, zonder het woord uit de titel zou heel dit verhaal niet gebeurd zijn, het gaat over liefde.
4. Beoordeling
Zoals ik al gezegd heb vind ik het een leuk gedichtje, omdat het niet zo klassiek is en van die moeilijke woorden worden gebruikt. Ik vind het ook origineel dat hij niet alle strofen een gelijke lengte heeft gegeven, het wordt zo steeds spannender omdat hij een soort vooruitwijzing geeft ( in strofe 3, regel 3 tot en met 6.) en er pas in de laatste strofe achterkomt wat er gaat gebeuren. Er zijn twee versregels die ik niet snap, volgens mij zijn ze ook overbodig.
( een keeshond van porselein
waarvan een poot is gebroken)
Ook vond ik het een beetje vergezocht dat hij schrijft dat als ze gaan trouwen en de stad stil is je in het warenhuis een pakje shampoo hoort vallen, dat kan niet.
Toen ik dit verslag aan het maken was kwam ik er stukje voor stukje achter wat de schrijver bedoelde, dat komt omdat hij de volgorde door elkaar gooit, en daardoor lijkt het heel wazig. Ik vond het thema wel leuk, je ziet dit ook altijd in films, van die jonge kinderen die dan na een paar jaar gaan trouwen.
REACTIES
1 seconde geleden